Nieuwe kansen voor vrij vrachtverkeer Vrouwen niet als kerstbomen aankleden Lelijkste momument van de wereld mag blijven EckbcSotncmt ÏZEZ NEDERLANDSE COUTURIER IN PARIJS: HET „MARMEREN MONSTER" VAN ROME EG - VOORZITTERSCHAP AANGRIJPEN VOOR DOORBRAAK' „Tip-gemeenten" spelen elkaar bal toe BINNENLAND/BUITENLAND ZATERDAG 1 FEBRUARI 1986 PAGINA 7 (Van onze correspondent Bob van Huet) PARIJS - Temidden van be roemde Parijse modeprinsen ais Mugier, Hechter en Saint Laurent defileert sinds enige tijd een jonge Nederlander. De Amsterdamse couturier Dik Brandsma (34) presen teert over twee maanden in de Tuilerieën zijn vijfde col lectie onder eigen etiket. Na tien jaar in Frankrijk aan de weg te hebben getimmerd groeit langzaam maar zeker een internationale erkenning voor Brandsma. Dat hem werd gevraagd een kos tuumpje te ontwerpen ter ge legenheid van het 25-jarige bestaan van de Barbie-pop is daarvan een kleine illustra tie. Alleen de groten uit het vak ontvingen zo'n uitnodi ging. „Ik mocht maar een pop aankleden, hoor", relati veert de goedlachse Amster dammer. „Saint Laurent en Gaultier hadden er ieder wel een stuk of vijftien. Maar dat ze aan me hebben gedacht vind ik al heel wat.De Bar- vaart in Amsterdam. Dik Brandsma zegt het vak te hebben geleerd aan de Amsterdamse kleermakers- school, waar hij zich „met naald en draad" een goede techniek eigen maakte. „De school werd gesloten in het jaar dat ik afstudeerde. We gens gebrek aan belangstel ling. Dat zegt genoeg over de interesse voor mode in Ne derland". Brandsma werd sistent bij Fong Leng. Na blauwe maandag aan de Riet veldacademie „waar je heel mooie poppetjes leert teke nen", had hij het geluk in Parijs te kunnen werken voor Kenzo, die toen net op kwam. Vervolgens werkte hij erflge tijd free-lance bij Italiaanse modehuizen totdat hij drie jaar geleden de grote gok waagde: en eigen atelier in de Rue Richer, schuin te genover de Folies Bergères. Met zijn zes vaste medewerk sters, onder wie een eigen mannequin en drie naaisters, heeft Dik Brandsma inmid dels „een hele beste equipe". - Niet-trendy Hij noemt zichzelf een „niet- -trendy"-ontwerper, wat wil zeggen dat eenvoud zijn voorkeur heeft boven de ex travagante poespas van bij voorbeeld Thierry Mugier. Om de grappen van het Pa rijse enfant terrible moet Brandsma wel lachen. „Het blijft een vakman. Ik vind dat alles kan als het maar goed gemaakt is". „Ik vind kleding een visite kaartje van iemands persona liteit zegt Brandsma. „Vrouwen zijn mooi zoals ze zijn. Die moet je niet met bi zarre kleding behangen. Kle ding is ook functioneel omdat het een vrouw zelfverzeker der maakt. Met haar kleren kan ze charmeren, maar ook overtuigen. Ik ga ervan uit dat een vrouw zich in mijn kleren op haar gemak moet voelen. Andere ontwerpers vinden dat vrouwen eruit moeten zien als Rita Hay- worth; sexy en uitdagend. Soms is dat leuk, maar elke dag lijkt me nogal vermoei end". Hij vindt het nog te vroeg om van een vast publiek te spre ken, maar tijdens zijn laatste show in Parijs oogstte zijn werk behoorlijk wat applaus. „Pas na drie, vier jaar weet je zijn je geïnteresseerd Bij een col lectie van zeventig modellen zitten een stuk of vijf bestsel lers". Brandsma doet de beste zaken met Italië, waar zijn kleding ook wordt gefabri ceerd. Frankrijk, Canada, Amerika en Japan volgen in de rij van klanten. Ook in Lybië bestaat belangstelling voor zijn werk. Borduursels „Gek, he", zegt hij lacherig. Normaal zijn ze in de Arabi sche landen gek op glitter en borduursels. Precies dus, wat ik niet maak. Maar om de een of andere reden slaat mijn avondkleding daar aan". Uit Nederland geen nieuws. „Ik verkoop er niets. Ze zijn ook nooit naar me ko men kijken. Niet dat ik dat nou heel erg vind, want ik ben tevreden met de klanten die we wel hebben. Maar toch zou het leuk zijn ook in je moederland te kunnen verkopen Nederlanders blinken vol gens de couturier over het al gemeen niet uit door hun ge voel voor mode. „Bij ons vindt men het snel raar als iemand aandacht aan zijn ui terlijk besteedt. In Amster dam wordt je nog eerder ge accepteerd als je er heel spec taculair uitziet dan wanneer je in stijl gaat. Zelfs de Duit sers hebben daarvoor meer gevoel dan de Nederlanders, vaak is hun mode wat trut tig, maar het is tenminste iets". Brandsma's creaties zijn niet goedkoop. „Ik werk met de beste Italiaanse stoffen en voor kwaliteit moet je nu eenmaal betalen. Maar met mijn Nederlandse achter grond probeer ik mijn collec ties wel zoveel mogelijk te combineren. Een zelfde jasje kan bijvoorbeeld heel goed met een andere broek of rok. Het zou trouwens een teken van slecht ontwerpen zijn als je telkens met totaal andere collecties kwam". Volgens de ontwerper kun je in Parijs niet echt spreken van een meedogenloze con currentieslag onder de coutu riers. „Er is wel eens tegen me opgemerkt dat er in een winkel maar een beperkt aantal rekken staat. Als mijn kleren daaraan hangen gaat dat ten koste van de ruimte voor een ander. Maar echt vervelende dingen heb ik ge lukkig niet meegemaakt. Traditioneel is het gevecht om de beste mannequins. Van de 1000 die naar Parijs komen, zijn er misschien 20 echt goed en die wil iedereen natuurlijk hebben. Het succes van je creatie wordt uiteinde lijk bepaald in de drie minu ten dat het meisje ermee op het podium staat". ROME Het is een afschuwe lijk ding, dat kolossale monu ment voor Victor Emanuel II op Piazza Venezia, het hart van Rome. Maar het „ligt" er, en zal er blijven. Zo luidde het „vonnis" van de Romeinse „schoonheidsrechter". Hij be handelde dezer dagen de klacht die architecten en kunsthistorici tegen het monu ment hadden ingediend. Vol gens hen was het esthetisch onverantwoord dit bouwwerk nog langer in de stad te hand haven. Elke toerist in Rome kent die rare klomp marmer naast het Capitool en het Forum Roma- num. De eerste reactie bij het zien van dat monument is al tijd: Hé, wat grandioos, wat in drukwekkend, wat mooi. Maar als je wat dichterbij komt, de bronzen beelden en krullerige opsmuk ontdekt en de over daad vergelijkt met de klassie ke, ingetogen gebouwen in de omgeving, dan denk je al gauw: wat een verschrikkelij ke kitsch. Het is inderdaad geen bouwsel dat ie makkelijk over het hoofd ziet. De hoogte is 70 me ter, lengte 135 meter en breed te 130 meter. Afgezien van de beelden en de tierelantijntjes is alles van een bijzonder merk krijtwit kalksteen, dat alleen bij Brescia is te vinden. Deze afkomst moet dan verklaren waarom het marmer niet ver grauwt, altijd verblindend wit blijft. Vroeger, toen het monument nog te beklimmen was had je zo zeggen de Romeinen vanaf het „dak" het mooiste uitzicht op het centrum van de stad. Omdat je dan in elk ge val het monument zelf niet meer kon zien. Er is geen monument in Rome dat zoveel bijnamen heeft als deze Vittoriano (de officiële afkorting van zijn lange naam). De meest gebruikte koosnaam is Altaar van het Vaderland, en die duidt op de nationale functie van het mo nument, die van eenheidssym bool van Italië. Andere, minder eerbiedige, bijnamen zijn: de schuimtaart, het marmeren monster, de schrijfmachine en het gebit van Rome (naar de zuilengale rij die doet denken aan een volledig ontblote tandenrij). Deze volksspot ten spijt be klimmen de hoogste autoritei ten van het land met een wel zeer plechtige gelaatsuitdruk king geregeld de trappen van het Altaar om er een krans te deponeren. Op (of onder) het Altaar is sinds 1921 namelijk ook het Graf van de Onbeken de Soldaat ondergebracht. Be zoekende buitenlandse staats hoofden ontkomen dus ook nooit aan een bestijging van dit Altaar (ook koningin Bea trix, vorig jaar). De schuimtaart is een natio naal symbool van jewelste ge worden en niet meer weg te denken uit het hart van de hoofdstad. In 1880, enkele ja ren na de Italiaanse risorgi- mento (wederopstanding) en eenwording, ontstond de be hoefte aan een groot monu ment om het nageslacht aan de onafhankelijkheidsstrijd te herinneren. Het monument werd opgedragen aan en gehe ten naar koning Victor Ema nuel II, met Garibaldi, Mazzini en Cavour de founding father van Italië. De bouw van dit „grootste mo nument ter wereld" stond on der leiding van Giuseppe Sac- coni en duurde van 1885 tot 1911. De hoge kosten wekten veel kritiek, terwijl archeoló- ten, kunsthistorici en stede- undigen de onherstelbare schade betreurden die de bouw aan de omgeving berok* kende. Om plaats te maken voor het monument moesten namelijk enkele zeer belang rijke historische bouwwerken worden opgeruimd, zoals het klooster van de Aracoeli, de Torre van Paulus III, het huis van de schilder-bouwmeester Giulio Romano en een deel van een antieke woonwijk. Het monument is eigenlijk al tijd voorwerp van discussie, bewondering en verguizing geweest. Romeinen raken er nooit over uitgepraat. Het pro ces dat enkele cultureel gevoe lige Romeinen nu tegen de Vittoriano hebben aangespan nen is de nieuwste ontwikke ling in de eeuw-oude campag ne tegen het Altaar des Vader lands. Zij verwijten het monument lelijkheid en noemen het bele diging van het traditionele Ita liaanse gevoel voor esthetica. Hun eis is: sloop op staande voet. De rechtbank heeft lange en indrukwekkende pleidooien voor en tegen het monument aangehoord. „Onmiddellijk op blazen, dat monumentzo vonden de tegenstanders. Ter wijl voorstanders juist open stelling van het monument (en de verwijdering van de Onbe kende Soldaat) wilden zodat het publiek het Altaar eens van dichtbij kon bekijken. Het vonnis van de rechter stelde beide partijen tevreden: het Altaar kan terecht lelijk heid worden verweten, maar daaraan zullen voorlopig geen consequenties worden verbon den. De president van de rechtbank verklaarde na af loop wel: „De Vittoriano is nog niet van ons af, er komen nieuwe processen". Het Altaar des Vaderlands in Rome mag dus voorlopig nog het „lelijk ste monument van de wereld" blijven. RIJSWIJK Nederland gaat zich sterk maken voor een vereenvoudiging van de grenscontrole op het vrachtverkeer binnen de Europese Gemeen schap. Dat heeft minister Ruding van financiën deze week nog eens bena drukt bij de opening van Expeditiecentrum Hazel- donk in Rijsbergen, bij de grensovergang aan de au tosnelweg Breda-Antwer- pen. Zijn belofte is met te vredenheid, maar ook met enige scepsis ontvangen door de vervoersorganisa ties in ons land. „Want sinds het verdrag van Rome in 1957 werd geslo ten is er van een Europees transportbeleid bitter wei nig terechtgekomen", vindt ir. M.G.W. Hall mans, direkteur van ver voersorganisatie NOB Wegtransport en lid van de COG, een overlegcom missie van vervoerders. Regeltjes Het wegtransport in Europa, waarin Nederlandse vervoer ders een belangrijke rol spe len, wordt gehinderd dqor honderden bepalingen en wet ten, regels en regeltjes. „Daar moet verandering in komen, maar in Europa zijn we de eni- §?n die zich erg druk maken, at heeft te maken met een 'nationaal egoïsme in de lidsta ten. En als het in de machine kamer van het schip al r.iet goed zit, hoe moet het dan va ren?", zegt Hallmans. Minister Kuding meent dat ons land een „meer dan normale rol" kan spelen om belemme ringen bij de grenzen weg te nemen, nu Nederland de ko mende maanden het Europese voorzitterschap bekleedt. „Deze kans mag inderdaad niet verloren gaan", vindt Hallmans. „Ik verwacht er veel van, want toen de Grie ken het voorzitterschap in handen hadden, bleek er opeens veel geregeld te kun nen worden op een voor dat land belangrijk gebied als de olijven. Nederland kan in deze periode het streven naar actie op vervoersgebied een flinke zet in de rug geven". Westland De problemen die een vracht wagenchauffeur uit bijvoor beeld het Westland heeft om met zijn lading een aantal grenzen te passeren en zijn f»rodukten af te leveren, zijn egio. Een rekensommetje leert dat hij maar liefst 35 docu menten nodig heeft om voorbij de douane te komen: zeven voor hemzelf, tien voor het voertuig, dertien voor de goe deren en vijf vergunningen voor het transport. Nederland heeft het grootste aandeel in het Europese ver voer. Het werk van het weg transport is van essentieel be lang voor de economie en die wordt dan ook rechtstreeks getroffen door belemmeringen van het grensverkeer. De waarde van de export is met elf procent gestegen en die van de import met dertien procent. Sinds 1983 worden ook méér goederen vervoerd dit jaar verwacht men wederom groei. Volgens Hall mans een extra reden om nu in EG-verband snel spijkers met koppen te slaan: „We zijn met onze vervoerders min of meer de spil van de EG. Het is dus een nationaal belang dat er een Europees transportbe leid komt waarin we kunnen gedijen". Arrest Hallmans herinnert aan de grensblokkades die in februari 1983 de Alpen voor lange tijd blokkeerden. „Die hebben hun invloed op de publiek opinie niet gemist. Er is druk uitgeoe fend op de nationale regerin- fen om nu eens ernst te ma- en met het wegnemen van de nodeloze regelgeving". De ver voerswereld weet zich sinds vorig jaar gesteund door een arrest van het Europese Hof van Justitie in Luxemburg. Daarin is bepaald dat de EG- ministerraad in gebreke is ge bleven, omdat er nog steeds geen Europees vervoersbeleid is. Dit heeft z'n uitwerking niet gemist, want in november van het afgelopen jaar bepaal de de Europese transportraad dat de belangrijkste grensbe- lemmeringen in 1992 verdwe nen moeten zijn. In dit kader heeft de Europese Commissie, gesteund door onder meer Ne derland, plannen om de bere kening en invordering van de btw niet meer aan de grenzen te verrichten, maar op te ne men in de belastingaangiften. Ook probeert men een rege ling te treffen waarbij ver voerders uit de ene lidstaat op beperkte schaal ook binnen de grenzen van de andere lidstaat vracht mogen vervoeren. Benelux Vooruitlopend op werkelijke stappen in EG-verband heeft NOB-direkteur Hallmans vo rig jaar het initiatief genomen om het dan in elk geval met de Benelux-landen eens te worden over liberalisering aan de grenzeA. Op een speciale wegvervoerconferentie in de cember vorig jaar deed hij een poging het wantrouwen van de Belgische en Luxemburgse vervoerders wat weg te ne men. De conferentie, die in Brussel plaats had, was in elk geval zo succesvol, dat voor september dit jaar een ver volgconferentie op de agenda staat. „Intra-Benelux vervoer ondervindt nog nauwelijks op onthoud aan de grenzen tussen Nederland, België en Luxem burg. Wat aan deze interne Benelux-grenzen kan, zou toch ook aan de interne EG-gren- zen mogelijk moeten zijn". Hallmans onderstreept de noodzaak van een voortrek kersrol voor de Benelux in de EG. België, Nederland en Lu xemburg nemen samen im mers ruim veertig procent van het EG-vervoer voor hun re kening. Papieren Intussen zitten de chauffeurs van de transportbedrijven nog met de gebakken peren. NOB- Wegtransport heeft eens uitge rekend dat er maar liefst zes honderd administratieve han delingen nodig zijn, voordat een vracht over de weg zonder Boven: Nog steeds zijn stapels paperassen en urenlange wachttijden schering en inslag i Europese grenzen. Links: Ir. M.G.W. Hallmans, direkteur van de vervoers organisatie NOB Wegtransport: „Wachttijden van vierentwintig uur zijn nog heel gebruikelijk", problemen in het Spaanse Bar celona kan zijn afgeleverd. Al lerlei documenten zijn ver plicht, anders komt een wagen niet op de plaats van bestem ming. Het vervelende is bo vendien dat veel landen voor het gebruik van sommige pa pieren weer verschillende De- palingen hanteren. Elk land past de regels op een andere manier toe, zo blijkt uit een studie van NOB-Wegtransport. Met de noodzakelijke contróle van dieren en planten aan de grens is het al niet veel beter. De chauffeur moet niet zelden naar een plaats rijden die vele kilometers uit de route ligt en eenmaal daar aangekomen blijkt maar al te vaak dat de werktijd van de controleurs niet overeenstemt met de zij ne. Het gevolg: lange wachttij den. Als de gezondheidspapie ren voor de lading dan uitein delijk zijn verkregen, blijkt dat niet elk land op de route deze paperassen accepteert. Een nieuwe controle aan de volgende grens brengt dan op nieuw oponthoud. Apart En dan de brandstof. Wie met vrachtauto Frankrijk of West-Duitsland in wil, mag niet meer dan een bepaalde hoeveelheid brandstof in de tank meevoeren. Twaalf jaar geleden heeft het Europese Parlement er al op aangedron gen dat er een eind komt aan deze gang van zaken, maar nog steeds zonder resultaat. In een aantal Europese landen, zoals Italië, Oostenrijk, Joego slavië en sinds kort ook Zwit serland, wordt nog steeds Ver- voers- en Verkeersbelasting geheven op buitenlandse voer tuigen. Dit moet aan de grens worden betaald. Een enkel land, zoals Frank rijk, heft niet alleen belasting over de waarde van de goede ren bij invoer, maar ook op de kosten van het vervoer, gere kend naar het aantal kilome ters dat over de wegen van het land wordt gereden. Dit kost weer handen vol met geld en de chauffeur moet bij de grens weer een half uurtje langer wachten. Lijn Nog zo'n aparte regel, die be halve in Frankrijk ook in Griekenland en Turkije geldt is deze: voor de tijdelijke in voer van de vrachtwagen is een speciaal document vereist. Voor afstempeling en contróle mag de chauffeur bovendien weer in de rij staan. De Fran sen gedragen zich zeer rigide, want Nederlanders die het pa piertje bij de grens niet kun nen tonen, moeten eerst terug naar eigen land om het alsnog in orde te laten maken. Een vervoerder die in Frank rijk vergunning wil aanvragen voor zwaar transport, stuit op een muur van bepalingen. Hierdoor zijn behandelingstij den van een maand en langer op de Franse departementen geenszins ongewoon. Ook Italië heeft een slechte naam op het gebied van voor schriften, die door de douane beambten uiteraard zeer stipt worden nageleefd. Zo kunnen douane-aangiften in Italië al leen worden gedaan door de eigenaar van ae goederen, of door een als vertegenwoordi ger van de eigenaar optreden de, officieel erkende, Italiaan se douane-agent. „Het zou mooi zijn als we wat lijn kregen in het Europese vervoer. Want wachttijden tot vierentwintig uur zijn nog steeds heel gebruikelijk", zegt Hallmans. „Men hoopt over zes jaar zover te zijn. Ik ben al tevreden als we het voor de eeuwwisseling redden". ARJEN VAN DER SAR (Van onze parlementaire redactie) DEN HAAG Zes gemeenten hebben de koppen bij elkaar ge stoken met als doel elkaar aan aantrekkelijke industriële vesti gingen te helpen. Voornaamste informatiebron: de burger. Elke burger die een tip kan geven waardoor een bedrijf zien in één van die zes gemeenten vestigt, krijgt tipgeld, en wel vijf procent van de verkoopprijs voor de grond. Het gaat daarbij voorname lijk om kleinere bedrijven. De burgemeesters van de zes gemeenten (Borsele, Borne, Gen- dringen, Schagen, Winschoten en initiatiefnemer Steenwijk) zet ten afgelopen dinsdagmorgen in aanwezigheid van staatssecreta ris Van Amelsvoort van Binnenlandse Zaken hun handtekening onder een samenwerkingsovereenkomst. De heer R. Stoop uit Borne kreeg bij die gelegenheid een cheque van liefst 3.735 gul den omdat zijn tip ertoe had geleid dat het elektro-technisch in stallatiebedrijf Buter BV (drie personeelsleden) het naburige Hengelo had verlaten om zich in Borne te vestigen. De grond was er aanzienlijk goedkoper en het klimaat „bedrijfsvriendelij- ker". Waarschuwing De waarschuwing van Van Amelsvoort, dat concurrentie tussen gemeenten voorkomen diende te worden, was dan ook niet voor niets. In dat licht moet ook zijn hartekreet gezien worden, dat het tipgeld wellicht aan de hoge kant is. Elkaar de industriële bal toespelen, is enerzijds een goed initiatief omdat het helpt de werkloosheid te bestrijden. Maar anderzijds schiet niemand er wat mee op als bedrijven gaan verhuizen omdat elders de grond goedkoper is. En bovendien, aldus de bewindsman in zijn tips aan de burgemeesters, kunnen al te hoge tipgelden de financiële positie van de gemeenten nadelig beïnvloeden. De bedrijfsvriendelijke opstelling van de zes gemeenten kan be denkelijke kanten hebben. Burgemeester J.J. Hoeksema van Steenwijk, de gangmaker van de actie „tip-gemeente", voelde zich geroepen uitvoerig uit te leggen, dat het niet aangaat bij voorbeeld soepele hinderwetvergunningen af te geven. „We kunnen niet zomaar over de wet heen stappen", zei hij, maar het is wel mogelijk in een record-tijd vergunningen te verlenen en ervoor te zorgen dat de bedrijven slechts met één (snel werken de) contactman te maken hebben in plaats van loket naar loket gestuurd te worden. Verder zit er nogal wat muziek in de grondprijs. In Steenwijk kost de grond 55 gulden per vierkante meter en dat kan zakken tot beneden de dertig gulden. Dank zij het tip-systeem haalde Steenwijk ongeveer veertig arbeidsplaatsen binnen en kon acht hectare groncf verkocht worden, waarvoor in totaal 12.000 gul den aan tipgeld op tafel moest komen. Gemiddeld bedraagt het tipgeld in de zes gemeenten circa vijfduizend gulden. Zorgwekkend Van Amelsvoort sprak over „een zorgwekkende situatie". Dat gemeenten daarom creatief zoeken naar mogelijkheden deze ontwikkeling om te buigen, is toe te juichen, stelde hij. En dat de zes gemeenten hooguit willen groeien tot een groep van tien tot twaalf gemeenten (ondermeer Oostburg en Epe zitten in de wachtkamer) maar verder een strenge ballotage willen toepas sen, is ook toe te juichen. Immers, dat kan een fnuikende con currentie tussen gemeenten nog enigszins binnen de perken houden. Maar helemaal gerust was de staatssecretaris niet. Hij gaf zelfs te kennen overwogen te hebben, het Steenwijker initiatief centraal te regelen, maar was daar later toch maar weer van afgestapt, omdat „het in de eerste plaats de provincie is die toezichthouder is op het financieel-economisch beleid van de gemeente". Trauma De zes gemeenten, die alles zes in diverse variaties schermen met hun „centrale ligging tussen Hamburg en Amsterdam" (Winschoten) of „langs de weg Londen-Moskou" (Borne), heb ben elkaar bij toeval en spontaan gevonden. De werkloosheid is er dikwijls hoog en de hoeveelheid braakliggende industriegron- den een dagelijks terugkerend trauma. „Je moet als bestuurder ook commercieel-ondernemend durven denken en je economi sche kansen uitbaten. Alleen dan kun je je klanten van de stoep oppikken", zei burgemeester mr. K. Hehenkamp van Borne. Burgemeester drs. G. van den Heuvel van Borsele, waar tal van grote zeehavenprojecten van de grond gekomen zijn maar de jeugd toch naar andere oorden wegtrekt, zag in het tip-systeem een mogelijkheid de vergrijzing van zijn gemeente tegen te gaan. De hoge werkloosheid in het Gelderse Gendringen (21 procent) was voor burgemeester A. Jansen aanleiding zich voor het Steenwijker initiatief aan te melden. Schagen kampt al jaren met veertig procent jeugdwerkloosheid en vele hectares onge bruikte industriegronden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1986 | | pagina 7