Nieuwe kansen voor vrij vrachtverkeer
Vrouwen niet als
kerstbomen aankleden
Lelijkste momument van
de wereld mag blijven
EckbcSotncmt
ÏZEZ NEDERLANDSE COUTURIER IN PARIJS:
HET „MARMEREN MONSTER" VAN ROME
EG - VOORZITTERSCHAP AANGRIJPEN VOOR DOORBRAAK'
„Tip-gemeenten"
spelen elkaar bal toe
BINNENLAND/BUITENLAND
ZATERDAG 1 FEBRUARI 1986 PAGINA 7
(Van onze correspondent
Bob van Huet)
PARIJS - Temidden van be
roemde Parijse modeprinsen
ais Mugier, Hechter en Saint
Laurent defileert sinds enige
tijd een jonge Nederlander.
De Amsterdamse couturier
Dik Brandsma (34) presen
teert over twee maanden in
de Tuilerieën zijn vijfde col
lectie onder eigen etiket.
Na tien jaar in Frankrijk aan
de weg te hebben getimmerd
groeit langzaam maar zeker
een internationale erkenning
voor Brandsma. Dat hem
werd gevraagd een kos
tuumpje te ontwerpen ter ge
legenheid van het 25-jarige
bestaan van de Barbie-pop is
daarvan een kleine illustra
tie. Alleen de groten uit het
vak ontvingen zo'n uitnodi
ging. „Ik mocht maar een
pop aankleden, hoor", relati
veert de goedlachse Amster
dammer. „Saint Laurent en
Gaultier hadden er ieder wel
een stuk of vijftien. Maar dat
ze aan me hebben gedacht
vind ik al heel wat.De Bar-
vaart in Amsterdam.
Dik Brandsma zegt het vak
te hebben geleerd aan de
Amsterdamse kleermakers-
school, waar hij zich „met
naald en draad" een goede
techniek eigen maakte. „De
school werd gesloten in het
jaar dat ik afstudeerde. We
gens gebrek aan belangstel
ling. Dat zegt genoeg over de
interesse voor mode in Ne
derland". Brandsma werd
sistent bij Fong Leng. Na
blauwe maandag aan de Riet
veldacademie „waar je heel
mooie poppetjes leert teke
nen", had hij het geluk in
Parijs te kunnen werken
voor Kenzo, die toen net op
kwam. Vervolgens werkte
hij erflge tijd free-lance bij
Italiaanse modehuizen totdat
hij drie jaar geleden de grote
gok waagde: en eigen atelier
in de Rue Richer, schuin te
genover de Folies Bergères.
Met zijn zes vaste medewerk
sters, onder wie een eigen
mannequin en drie naaisters,
heeft Dik Brandsma inmid
dels „een hele beste equipe".
- Niet-trendy
Hij noemt zichzelf een „niet-
-trendy"-ontwerper, wat wil
zeggen dat eenvoud zijn
voorkeur heeft boven de ex
travagante poespas van bij
voorbeeld Thierry Mugier.
Om de grappen van het Pa
rijse enfant terrible moet
Brandsma wel lachen. „Het
blijft een vakman. Ik vind
dat alles kan als het maar
goed gemaakt is".
„Ik vind kleding een visite
kaartje van iemands persona
liteit zegt Brandsma.
„Vrouwen zijn mooi zoals ze
zijn. Die moet je niet met bi
zarre kleding behangen. Kle
ding is ook functioneel omdat
het een vrouw zelfverzeker
der maakt. Met haar kleren
kan ze charmeren, maar ook
overtuigen. Ik ga ervan uit
dat een vrouw zich in mijn
kleren op haar gemak moet
voelen. Andere ontwerpers
vinden dat vrouwen eruit
moeten zien als Rita Hay-
worth; sexy en uitdagend.
Soms is dat leuk, maar elke
dag lijkt me nogal vermoei
end".
Hij vindt het nog te vroeg om
van een vast publiek te spre
ken, maar tijdens zijn laatste
show in Parijs oogstte zijn
werk behoorlijk wat applaus.
„Pas na drie, vier jaar weet je
zijn
je geïnteresseerd
Bij een col
lectie van zeventig modellen
zitten een stuk of vijf bestsel
lers". Brandsma doet de beste
zaken met Italië, waar zijn
kleding ook wordt gefabri
ceerd. Frankrijk, Canada,
Amerika en Japan volgen in
de rij van klanten. Ook in
Lybië bestaat belangstelling
voor zijn werk.
Borduursels
„Gek, he", zegt hij lacherig.
Normaal zijn ze in de Arabi
sche landen gek op glitter en
borduursels. Precies dus, wat
ik niet maak. Maar om de
een of andere reden slaat
mijn avondkleding daar
aan". Uit Nederland geen
nieuws. „Ik verkoop er niets.
Ze zijn ook nooit naar me ko
men kijken. Niet dat ik dat
nou heel erg vind, want ik
ben tevreden met de klanten
die we wel hebben. Maar
toch zou het leuk zijn ook in
je moederland te kunnen
verkopen
Nederlanders blinken vol
gens de couturier over het al
gemeen niet uit door hun ge
voel voor mode. „Bij ons
vindt men het snel raar als
iemand aandacht aan zijn ui
terlijk besteedt. In Amster
dam wordt je nog eerder ge
accepteerd als je er heel spec
taculair uitziet dan wanneer
je in stijl gaat. Zelfs de Duit
sers hebben daarvoor meer
gevoel dan de Nederlanders,
vaak is hun mode wat trut
tig, maar het is tenminste
iets".
Brandsma's creaties zijn niet
goedkoop. „Ik werk met de
beste Italiaanse stoffen en
voor kwaliteit moet je nu
eenmaal betalen. Maar met
mijn Nederlandse achter
grond probeer ik mijn collec
ties wel zoveel mogelijk te
combineren. Een zelfde jasje
kan bijvoorbeeld heel goed
met een andere broek of rok.
Het zou trouwens een teken
van slecht ontwerpen zijn als
je telkens met totaal andere
collecties kwam".
Volgens de ontwerper kun je
in Parijs niet echt spreken
van een meedogenloze con
currentieslag onder de coutu
riers. „Er is wel eens tegen
me opgemerkt dat er in een
winkel maar een beperkt
aantal rekken staat. Als mijn
kleren daaraan hangen gaat
dat ten koste van de ruimte
voor een ander. Maar echt
vervelende dingen heb ik ge
lukkig niet meegemaakt.
Traditioneel is het gevecht
om de beste mannequins.
Van de 1000 die naar Parijs
komen, zijn er misschien 20
echt goed en die wil iedereen
natuurlijk hebben. Het succes
van je creatie wordt uiteinde
lijk bepaald in de drie minu
ten dat het meisje ermee op
het podium staat".
ROME Het is een afschuwe
lijk ding, dat kolossale monu
ment voor Victor Emanuel II
op Piazza Venezia, het hart
van Rome. Maar het „ligt" er,
en zal er blijven. Zo luidde het
„vonnis" van de Romeinse
„schoonheidsrechter". Hij be
handelde dezer dagen de
klacht die architecten en
kunsthistorici tegen het monu
ment hadden ingediend. Vol
gens hen was het esthetisch
onverantwoord dit bouwwerk
nog langer in de stad te hand
haven.
Elke toerist in Rome kent die
rare klomp marmer naast het
Capitool en het Forum Roma-
num. De eerste reactie bij het
zien van dat monument is al
tijd: Hé, wat grandioos, wat in
drukwekkend, wat mooi. Maar
als je wat dichterbij komt, de
bronzen beelden en krullerige
opsmuk ontdekt en de over
daad vergelijkt met de klassie
ke, ingetogen gebouwen in de
omgeving, dan denk je al
gauw: wat een verschrikkelij
ke kitsch.
Het is inderdaad geen bouwsel
dat ie makkelijk over het
hoofd ziet. De hoogte is 70 me
ter, lengte 135 meter en breed
te 130 meter. Afgezien van de
beelden en de tierelantijntjes is
alles van een bijzonder merk
krijtwit kalksteen, dat alleen
bij Brescia is te vinden. Deze
afkomst moet dan verklaren
waarom het marmer niet ver
grauwt, altijd verblindend wit
blijft.
Vroeger, toen het monument
nog te beklimmen was had je
zo zeggen de Romeinen
vanaf het „dak" het mooiste
uitzicht op het centrum van de
stad. Omdat je dan in elk ge
val het monument zelf niet
meer kon zien.
Er is geen monument in Rome
dat zoveel bijnamen heeft als
deze Vittoriano (de officiële
afkorting van zijn lange
naam). De meest gebruikte
koosnaam is Altaar van het
Vaderland, en die duidt op de
nationale functie van het mo
nument, die van eenheidssym
bool van Italië.
Andere, minder eerbiedige,
bijnamen zijn: de schuimtaart,
het marmeren monster, de
schrijfmachine en het gebit
van Rome (naar de zuilengale
rij die doet denken aan een
volledig ontblote tandenrij).
Deze volksspot ten spijt be
klimmen de hoogste autoritei
ten van het land met een wel
zeer plechtige gelaatsuitdruk
king geregeld de trappen van
het Altaar om er een krans te
deponeren. Op (of onder) het
Altaar is sinds 1921 namelijk
ook het Graf van de Onbeken
de Soldaat ondergebracht. Be
zoekende buitenlandse staats
hoofden ontkomen dus ook
nooit aan een bestijging van
dit Altaar (ook koningin Bea
trix, vorig jaar).
De schuimtaart is een natio
naal symbool van jewelste ge
worden en niet meer weg te
denken uit het hart van de
hoofdstad. In 1880, enkele ja
ren na de Italiaanse risorgi-
mento (wederopstanding) en
eenwording, ontstond de be
hoefte aan een groot monu
ment om het nageslacht aan de
onafhankelijkheidsstrijd te
herinneren. Het monument
werd opgedragen aan en gehe
ten naar koning Victor Ema
nuel II, met Garibaldi, Mazzini
en Cavour de founding father
van Italië.
De bouw van dit „grootste mo
nument ter wereld" stond on
der leiding van Giuseppe Sac-
coni en duurde van 1885 tot
1911. De hoge kosten wekten
veel kritiek, terwijl archeoló-
ten, kunsthistorici en stede-
undigen de onherstelbare
schade betreurden die de
bouw aan de omgeving berok*
kende. Om plaats te maken
voor het monument moesten
namelijk enkele zeer belang
rijke historische bouwwerken
worden opgeruimd, zoals het
klooster van de Aracoeli, de
Torre van Paulus III, het huis
van de schilder-bouwmeester
Giulio Romano en een deel
van een antieke woonwijk.
Het monument is eigenlijk al
tijd voorwerp van discussie,
bewondering en verguizing
geweest. Romeinen raken er
nooit over uitgepraat. Het pro
ces dat enkele cultureel gevoe
lige Romeinen nu tegen de
Vittoriano hebben aangespan
nen is de nieuwste ontwikke
ling in de eeuw-oude campag
ne tegen het Altaar des Vader
lands.
Zij verwijten het monument
lelijkheid en noemen het bele
diging van het traditionele Ita
liaanse gevoel voor esthetica.
Hun eis is: sloop op staande
voet.
De rechtbank heeft lange en
indrukwekkende pleidooien
voor en tegen het monument
aangehoord. „Onmiddellijk op
blazen, dat monumentzo
vonden de tegenstanders. Ter
wijl voorstanders juist open
stelling van het monument (en
de verwijdering van de Onbe
kende Soldaat) wilden zodat
het publiek het Altaar eens
van dichtbij kon bekijken.
Het vonnis van de rechter
stelde beide partijen tevreden:
het Altaar kan terecht lelijk
heid worden verweten, maar
daaraan zullen voorlopig geen
consequenties worden verbon
den. De president van de
rechtbank verklaarde na af
loop wel: „De Vittoriano is nog
niet van ons af, er komen
nieuwe processen". Het Altaar
des Vaderlands in Rome mag
dus voorlopig nog het „lelijk
ste monument van de wereld"
blijven.
RIJSWIJK Nederland
gaat zich sterk maken
voor een vereenvoudiging
van de grenscontrole op
het vrachtverkeer binnen
de Europese Gemeen
schap. Dat heeft minister
Ruding van financiën
deze week nog eens bena
drukt bij de opening van
Expeditiecentrum Hazel-
donk in Rijsbergen, bij de
grensovergang aan de au
tosnelweg Breda-Antwer-
pen. Zijn belofte is met te
vredenheid, maar ook met
enige scepsis ontvangen
door de vervoersorganisa
ties in ons land. „Want
sinds het verdrag van
Rome in 1957 werd geslo
ten is er van een Europees
transportbeleid bitter wei
nig terechtgekomen",
vindt ir. M.G.W. Hall
mans, direkteur van ver
voersorganisatie NOB
Wegtransport en lid van
de COG, een overlegcom
missie van vervoerders.
Regeltjes
Het wegtransport in Europa,
waarin Nederlandse vervoer
ders een belangrijke rol spe
len, wordt gehinderd dqor
honderden bepalingen en wet
ten, regels en regeltjes. „Daar
moet verandering in komen,
maar in Europa zijn we de eni-
§?n die zich erg druk maken,
at heeft te maken met een
'nationaal egoïsme in de lidsta
ten. En als het in de machine
kamer van het schip al r.iet
goed zit, hoe moet het dan va
ren?", zegt Hallmans.
Minister Kuding meent dat ons
land een „meer dan normale
rol" kan spelen om belemme
ringen bij de grenzen weg te
nemen, nu Nederland de ko
mende maanden het Europese
voorzitterschap bekleedt.
„Deze kans mag inderdaad
niet verloren gaan", vindt
Hallmans. „Ik verwacht er
veel van, want toen de Grie
ken het voorzitterschap in
handen hadden, bleek er
opeens veel geregeld te kun
nen worden op een voor dat
land belangrijk gebied als de
olijven. Nederland kan in deze
periode het streven naar actie
op vervoersgebied een flinke
zet in de rug geven".
Westland
De problemen die een vracht
wagenchauffeur uit bijvoor
beeld het Westland heeft om
met zijn lading een aantal
grenzen te passeren en zijn
f»rodukten af te leveren, zijn
egio. Een rekensommetje leert
dat hij maar liefst 35 docu
menten nodig heeft om voorbij
de douane te komen: zeven
voor hemzelf, tien voor het
voertuig, dertien voor de goe
deren en vijf vergunningen
voor het transport.
Nederland heeft het grootste
aandeel in het Europese ver
voer. Het werk van het weg
transport is van essentieel be
lang voor de economie en die
wordt dan ook rechtstreeks
getroffen door belemmeringen
van het grensverkeer.
De waarde van de export is
met elf procent gestegen en
die van de import met dertien
procent. Sinds 1983 worden
ook méér goederen vervoerd
dit jaar verwacht men
wederom groei. Volgens Hall
mans een extra reden om nu
in EG-verband snel spijkers
met koppen te slaan: „We zijn
met onze vervoerders min of
meer de spil van de EG. Het is
dus een nationaal belang dat
er een Europees transportbe
leid komt waarin we kunnen
gedijen".
Arrest
Hallmans herinnert aan de
grensblokkades die in februari
1983 de Alpen voor lange tijd
blokkeerden. „Die hebben hun
invloed op de publiek opinie
niet gemist. Er is druk uitgeoe
fend op de nationale regerin-
fen om nu eens ernst te ma-
en met het wegnemen van de
nodeloze regelgeving". De ver
voerswereld weet zich sinds
vorig jaar gesteund door een
arrest van het Europese Hof
van Justitie in Luxemburg.
Daarin is bepaald dat de EG-
ministerraad in gebreke is ge
bleven, omdat er nog steeds
geen Europees vervoersbeleid
is. Dit heeft z'n uitwerking
niet gemist, want in november
van het afgelopen jaar bepaal
de de Europese transportraad
dat de belangrijkste grensbe-
lemmeringen in 1992 verdwe
nen moeten zijn. In dit kader
heeft de Europese Commissie,
gesteund door onder meer Ne
derland, plannen om de bere
kening en invordering van de
btw niet meer aan de grenzen
te verrichten, maar op te ne
men in de belastingaangiften.
Ook probeert men een rege
ling te treffen waarbij ver
voerders uit de ene lidstaat op
beperkte schaal ook binnen de
grenzen van de andere lidstaat
vracht mogen vervoeren.
Benelux
Vooruitlopend op werkelijke
stappen in EG-verband heeft
NOB-direkteur Hallmans vo
rig jaar het initiatief genomen
om het dan in elk geval met
de Benelux-landen eens te
worden over liberalisering aan
de grenzeA. Op een speciale
wegvervoerconferentie in de
cember vorig jaar deed hij een
poging het wantrouwen van
de Belgische en Luxemburgse
vervoerders wat weg te ne
men. De conferentie, die in
Brussel plaats had, was in elk
geval zo succesvol, dat voor
september dit jaar een ver
volgconferentie op de agenda
staat. „Intra-Benelux vervoer
ondervindt nog nauwelijks op
onthoud aan de grenzen tussen
Nederland, België en Luxem
burg. Wat aan deze interne
Benelux-grenzen kan, zou toch
ook aan de interne EG-gren-
zen mogelijk moeten zijn".
Hallmans onderstreept de
noodzaak van een voortrek
kersrol voor de Benelux in de
EG. België, Nederland en Lu
xemburg nemen samen im
mers ruim veertig procent van
het EG-vervoer voor hun re
kening.
Papieren
Intussen zitten de chauffeurs
van de transportbedrijven nog
met de gebakken peren. NOB-
Wegtransport heeft eens uitge
rekend dat er maar liefst zes
honderd administratieve han
delingen nodig zijn, voordat
een vracht over de weg zonder
Boven: Nog
steeds zijn
stapels
paperassen en
urenlange
wachttijden
schering en
inslag i
Europese
grenzen.
Links: Ir. M.G.W.
Hallmans,
direkteur van de
vervoers
organisatie NOB
Wegtransport:
„Wachttijden
van
vierentwintig
uur zijn nog heel
gebruikelijk",
problemen in het Spaanse Bar
celona kan zijn afgeleverd. Al
lerlei documenten zijn ver
plicht, anders komt een wagen
niet op de plaats van bestem
ming. Het vervelende is bo
vendien dat veel landen voor
het gebruik van sommige pa
pieren weer verschillende De-
palingen hanteren. Elk land
past de regels op een andere
manier toe, zo blijkt uit een
studie van NOB-Wegtransport.
Met de noodzakelijke contróle
van dieren en planten aan de
grens is het al niet veel beter.
De chauffeur moet niet zelden
naar een plaats rijden die vele
kilometers uit de route ligt en
eenmaal daar aangekomen
blijkt maar al te vaak dat de
werktijd van de controleurs
niet overeenstemt met de zij
ne. Het gevolg: lange wachttij
den. Als de gezondheidspapie
ren voor de lading dan uitein
delijk zijn verkregen, blijkt
dat niet elk land op de route
deze paperassen accepteert.
Een nieuwe controle aan de
volgende grens brengt dan op
nieuw oponthoud.
Apart
En dan de brandstof. Wie met
vrachtauto Frankrijk of
West-Duitsland in wil, mag
niet meer dan een bepaalde
hoeveelheid brandstof in de
tank meevoeren. Twaalf jaar
geleden heeft het Europese
Parlement er al op aangedron
gen dat er een eind komt aan
deze gang van zaken, maar
nog steeds zonder resultaat.
In een aantal Europese landen,
zoals Italië, Oostenrijk, Joego
slavië en sinds kort ook Zwit
serland, wordt nog steeds Ver-
voers- en Verkeersbelasting
geheven op buitenlandse voer
tuigen. Dit moet aan de grens
worden betaald.
Een enkel land, zoals Frank
rijk, heft niet alleen belasting
over de waarde van de goede
ren bij invoer, maar ook op de
kosten van het vervoer, gere
kend naar het aantal kilome
ters dat over de wegen van het
land wordt gereden. Dit kost
weer handen vol met geld en
de chauffeur moet bij de grens
weer een half uurtje langer
wachten.
Lijn
Nog zo'n aparte regel, die be
halve in Frankrijk ook in
Griekenland en Turkije geldt
is deze: voor de tijdelijke in
voer van de vrachtwagen is
een speciaal document vereist.
Voor afstempeling en contróle
mag de chauffeur bovendien
weer in de rij staan. De Fran
sen gedragen zich zeer rigide,
want Nederlanders die het pa
piertje bij de grens niet kun
nen tonen, moeten eerst terug
naar eigen land om het alsnog
in orde te laten maken.
Een vervoerder die in Frank
rijk vergunning wil aanvragen
voor zwaar transport, stuit op
een muur van bepalingen.
Hierdoor zijn behandelingstij
den van een maand en langer
op de Franse departementen
geenszins ongewoon.
Ook Italië heeft een slechte
naam op het gebied van voor
schriften, die door de douane
beambten uiteraard zeer stipt
worden nageleefd. Zo kunnen
douane-aangiften in Italië al
leen worden gedaan door de
eigenaar van ae goederen, of
door een als vertegenwoordi
ger van de eigenaar optreden
de, officieel erkende, Italiaan
se douane-agent.
„Het zou mooi zijn als we wat
lijn kregen in het Europese
vervoer. Want wachttijden tot
vierentwintig uur zijn nog
steeds heel gebruikelijk", zegt
Hallmans. „Men hoopt over
zes jaar zover te zijn. Ik ben al
tevreden als we het voor de
eeuwwisseling redden".
ARJEN VAN DER SAR
(Van onze parlementaire redactie)
DEN HAAG Zes gemeenten hebben de koppen bij elkaar ge
stoken met als doel elkaar aan aantrekkelijke industriële vesti
gingen te helpen. Voornaamste informatiebron: de burger. Elke
burger die een tip kan geven waardoor een bedrijf zien in één
van die zes gemeenten vestigt, krijgt tipgeld, en wel vijf procent
van de verkoopprijs voor de grond. Het gaat daarbij voorname
lijk om kleinere bedrijven.
De burgemeesters van de zes gemeenten (Borsele, Borne, Gen-
dringen, Schagen, Winschoten en initiatiefnemer Steenwijk) zet
ten afgelopen dinsdagmorgen in aanwezigheid van staatssecreta
ris Van Amelsvoort van Binnenlandse Zaken hun handtekening
onder een samenwerkingsovereenkomst. De heer R. Stoop uit
Borne kreeg bij die gelegenheid een cheque van liefst 3.735 gul
den omdat zijn tip ertoe had geleid dat het elektro-technisch in
stallatiebedrijf Buter BV (drie personeelsleden) het naburige
Hengelo had verlaten om zich in Borne te vestigen. De grond
was er aanzienlijk goedkoper en het klimaat „bedrijfsvriendelij-
ker".
Waarschuwing
De waarschuwing van Van Amelsvoort, dat concurrentie tussen
gemeenten voorkomen diende te worden, was dan ook niet voor
niets. In dat licht moet ook zijn hartekreet gezien worden, dat
het tipgeld wellicht aan de hoge kant is. Elkaar de industriële
bal toespelen, is enerzijds een goed initiatief omdat het helpt de
werkloosheid te bestrijden. Maar anderzijds schiet niemand er
wat mee op als bedrijven gaan verhuizen omdat elders de grond
goedkoper is. En bovendien, aldus de bewindsman in zijn tips
aan de burgemeesters, kunnen al te hoge tipgelden de financiële
positie van de gemeenten nadelig beïnvloeden.
De bedrijfsvriendelijke opstelling van de zes gemeenten kan be
denkelijke kanten hebben. Burgemeester J.J. Hoeksema van
Steenwijk, de gangmaker van de actie „tip-gemeente", voelde
zich geroepen uitvoerig uit te leggen, dat het niet aangaat bij
voorbeeld soepele hinderwetvergunningen af te geven. „We
kunnen niet zomaar over de wet heen stappen", zei hij, maar het
is wel mogelijk in een record-tijd vergunningen te verlenen en
ervoor te zorgen dat de bedrijven slechts met één (snel werken
de) contactman te maken hebben in plaats van loket naar loket
gestuurd te worden.
Verder zit er nogal wat muziek in de grondprijs. In Steenwijk
kost de grond 55 gulden per vierkante meter en dat kan zakken
tot beneden de dertig gulden. Dank zij het tip-systeem haalde
Steenwijk ongeveer veertig arbeidsplaatsen binnen en kon acht
hectare groncf verkocht worden, waarvoor in totaal 12.000 gul
den aan tipgeld op tafel moest komen. Gemiddeld bedraagt het
tipgeld in de zes gemeenten circa vijfduizend gulden.
Zorgwekkend
Van Amelsvoort sprak over „een zorgwekkende situatie". Dat
gemeenten daarom creatief zoeken naar mogelijkheden deze
ontwikkeling om te buigen, is toe te juichen, stelde hij. En dat de
zes gemeenten hooguit willen groeien tot een groep van tien tot
twaalf gemeenten (ondermeer Oostburg en Epe zitten in de
wachtkamer) maar verder een strenge ballotage willen toepas
sen, is ook toe te juichen. Immers, dat kan een fnuikende con
currentie tussen gemeenten nog enigszins binnen de perken
houden.
Maar helemaal gerust was de staatssecretaris niet. Hij gaf zelfs te
kennen overwogen te hebben, het Steenwijker initiatief centraal
te regelen, maar was daar later toch maar weer van afgestapt,
omdat „het in de eerste plaats de provincie is die toezichthouder
is op het financieel-economisch beleid van de gemeente".
Trauma
De zes gemeenten, die alles zes in diverse variaties schermen
met hun „centrale ligging tussen Hamburg en Amsterdam"
(Winschoten) of „langs de weg Londen-Moskou" (Borne), heb
ben elkaar bij toeval en spontaan gevonden. De werkloosheid is
er dikwijls hoog en de hoeveelheid braakliggende industriegron-
den een dagelijks terugkerend trauma. „Je moet als bestuurder
ook commercieel-ondernemend durven denken en je economi
sche kansen uitbaten. Alleen dan kun je je klanten van de stoep
oppikken", zei burgemeester mr. K. Hehenkamp van Borne.
Burgemeester drs. G. van den Heuvel van Borsele, waar tal van
grote zeehavenprojecten van de grond gekomen zijn maar de
jeugd toch naar andere oorden wegtrekt, zag in het tip-systeem
een mogelijkheid de vergrijzing van zijn gemeente tegen te
gaan. De hoge werkloosheid in het Gelderse Gendringen (21
procent) was voor burgemeester A. Jansen aanleiding zich voor
het Steenwijker initiatief aan te melden. Schagen kampt al jaren
met veertig procent jeugdwerkloosheid en vele hectares onge
bruikte industriegronden.