Het positief denken van minister Winsemius finale Ezels in de vut „VERHIP, EEN SCHONER MILIEU KAN DUS" 1 £eidóc Gouacwit' ZATERDAG 1 FEBRUARI 1986 DEN HAAG - Dat hij marathon loper is weet zo langzamerhand half Nederland. Minder bekend is dat hij in z'n vrije tijd ook schil dert, hoewel hij de kunstzinnige waarde van die bezigheid zelf rela tiveert door van verven" te spre ken. „Mijn vrouw schildert, ik verf'. De kwalificaties sportief en creatief zijn ook van toepassing op de wijze waarop Pieter Winsemius (bijna 44) als minister van volks huisvesting, ruimtelijke ordening en milieubeheer opereert. Met name zijn vormgeving van het mi lieubeleid heeft hem al vrij spoedig van links tot rechts veel vertrou wen en sympathie opgeleverd. De lange, slanke natuurkundige en or ganisatiedeskundige Winsemius werkt hard maar zeer efficiënt (zo dat hij tot veler verbazing nog vol doende ruimte weet te vinden voor bovenvermelde vrijetijdsbestedin gen), staat open voor iedereen, heeft geregeld contact met milieu groeperingen (zoals Natuur en Mi lieu, de Waddenvereniging en „die dekselse jongens met hun rubber bootjes"), trekt er veel op uit om de harde realiteit van zijn beleids terrein in ogenschouw te nemen, weet zijn ambtenaren goed te inspi reren en gaat zó soepel met het parlement om dat het lijkt of hij z'n leven lang al politicus is ge weest. Wie de politieke verrichtingen van Win semius de afgelopen jaren heeft gevolgd, kan tot geen andere conclusie komen dan deze: na de veelgeprezen Leen Gin jaar (eerste kabinet-Van Agt) blijkt de VVD opnieuw een milieuminister van hoge kwaliteit te hebben geleverd. Bij Winsemius moetje echter heel goed zoe ken, wil je ergens een VVD-keurmerk ontdekken. Aan de buitenkant zit het in elk geval niet. Het is dan ook geen won der dat zelfs zijn partijgenoten in de Tweede Kamer wel eens de wenkbrau wen fronsen over zijn ideeën en verrich tingen. Had hij niet net zo goed lid van een andere partij kunnen zijn? Dat blijkt een misvatting. „Ik voel me voluit VVD'er. hoor. Ben dat ook altijd ge weest. Hoewelooit heb ik een keer PvdA gestemd, bij de gemeenteraadsver kiezingen in Leiderdorp. Maar dat ging om een buurvrouw van me". Kabinetsberaad De minister heeft iets jongensachtigs over zich. Hij is beweeglijk, praat en thousiast en laat zijn ogen herhaaldelijk twinkelen. Terwijl hij praat over de we kelijkse vergadering van de ministerraad („de sfeer is meestal heel goed" „er is tussen de discussies door voldoende ruimte voor humor"Lubbers is een uitstekende en knappe voorzitter" staat hij plotseling op om een kopie van een eeuwenoude ets te tonen. Het is een afbeelding van de Trèveszaal aan het Binnenhof tijdens een vergadering van de Staten van Holland. Nu wordt in die zelfde, nauwelijks veranderde zaal het wekelijks kabinetsberaad gehouden. „Kijk!", zegt de minister, op de lange vergadertafel wijzend, „die plaats daar aan het hoofd van de tafel is van mij. Zo heb ik een prachtig overzicht. En daar in het midden zit Lubbers. Leuk hè? Het origineel van deze prent hangt in de Eer ste Kamer. Toen dit kabinet duizend da gen bestond, hebben we er allemaal een kopie van gekregen". „Eerlijkheidshalve moet ik toch zeggen, dat vrijdag niet mijn favoriete dag is. Het is niet niks hoor, zo'n lange verga dering van tien uur 's morgens tot het eind van de middag. We streven er altijd naar vóór zessen klaar te zijn, want te gen die tijd wordt langzamerhand ieder een moe en kribbig. Mijn voorganger Marcel van Dam zei eens over het mi nisterschap dat het gedurende vier dagen van de werkweek prachtig is. Dat ben ik wel met hem eens". „We vormen als kabinet een hecht team, zo kun je dat wel zeggen, ja. Tijdens de meeste vergaderingen zijn de scheidslij nen tussen CDA en VVD nauwelijks waarneembaar. Dat is natuurlijk wel het geval bij discussies over zaken als eutha nasie. maar op sociaal en economisch gebied bijvoorbeeld vallen de grenzen vrijwel geheel weg. Echt ruzieachtige toe standen kan ik me dan ook nauwelijks herinneren. Ja. in de zaak rond de kruis raketten was daar wel een beetje sprake van, maar verder Ik zou het echt niet plng-pong „De voormannen van onze partijen in de beide Kamers en in de partijbesturen maken met hun uitlatingen over ep weer sommige zaken wel eens onnodig moei lijker dan ze zijn. Dan wordt er op onze loveboat opeens een heftige ping-pong- wedstrijd gespeeld waardoor allerlei mensen zich laten afleiden van wat er werkelijk gaande is. Als je daar als lid van het kabinet tegenaan kijkt, heb je wel eens de neiging te denken: hadden jullie je kaken niet even op elkaar kun nen houden?". „Ik begrijp dit soort dingen wel, hoor. We hebben nu eenmaal een strak regeer akkoord waarin van alles en nog wat is geregeld. Het positieve daarvan is dat je Volgens Winsemius maken de voormannen van CDA en VVD de zaken wel eens moei lijker dan nodig. „Als je daar als lid van het kabinet tegenaan kijkt, heb je wel eens de neiging te denken: hadden jullie je kaken niet even op elkaar kunnen houden?". lekker kunt doorkoersen. maar een nega tief effect is. dat daardoor de coalitie partners te weinig ruimte hebben om te improviseren en zich te profileren. Dus zoekt men die ruimte op punten waar van je soms zegt dat het sop de kool niet waard is". „Ik vind dat de VVD in dit kabinet goed aan haar trekken komt. Het is niet zo dat het CDA ons voortdurend domi neert. zoals vaak wordt gesuggereerd. Toen ik minister werd heb ik me. wat het milieubeleid betreft, een duidelijk doel voor ogen gesteld. Dat was: het draagvlak voor dit beleid zo breed mo gelijk maken. In de jaren zestig en ze ventig was milieubeheer links en indus trie rechts. Heb ik altijd heel miraculeus gevonden. Het uitgangspunt van mijn beleid werd dan ook: wij met z'n allen, veertien miljoen mensen, vormen te za- men het milieu. Daar zijn we ook alle maal verantwoordelijk voor. Zorgen voor een goed, leefbaar milieu moet ge woon een kwestie zijn van maatschappe lijk fatsoen. Tegenover onszelf, tegen over onze medemensen en vooral tegen over onze nazaten. We kunnen het dus niet maken om bijvoorbeeld allerlei rommel maar onder het tapijt te vegen. Kijk eens wat je allemaal tegenkomt als je onze grond openmaakt! We kunnen ons niet langer als Malle Eppie gedragen. Er moet een nieuwe weg worden ge volgd. Ginjaar was al begonnen die weg te plaveien en ik ben daar hard mee ver der gegaan". H 'as het feit dat het zure-regenprobleem de afgelopen jaren internationale bekend heid kreeg, in feite met een mazzeltje voor u? Daarmee had u immers een dui delijk voorbeeld in handen om de bevol king te laten zien hoeveel oorzaken en gevolgen de milieuverontreiniging heeft en hoeveel dingen met elkaar samenhan gen. „Jazeker, daar heeft u gelijk in. De zure regen is een goede illustratie van wat wij op het ministerie en ook de milieugroe peringen al lang zeiden maar waarvoor maar weinig gehoor bestond. Die verzu ring van lucht en bodem, waardoor de natuur sterft, onze monumenten worden aangetast, de ozonlaag rond de aarde dunner wordt en ook onze gezondheid gevaar loopt, heeft vele oorzaken: uit laatgassen van industrieën en van het verkeer, maar ook mestoverschotten uit de landbouw en stortingen van gifstof fen. Het is een spectaculair complex pro bleem waarvan we alleen nog de hoofd rolspelers kennen". „Het is dan ook van groot belang dat de Tweede en Eerste Kamer snel de maatre gelen tot invoering van loodvrije benzi ne behandelen. Met elke dag uitstel be taalt het milieu de rekening. Het verve lende is dat je nu eenmaal niet kunt ver bieden dat er milieuvervuilende auto's rijden of verkocht worden en je kunt evenmin een verbod uitvaardigen voor de verkoop van loodhoudende benzine. We hebben dus, in EG-verband. moeten kiezen voor een compromis. Normale benzine wordt net zo duur gemaakt als super en vervolgens wordt loodvrije benzine zes tot zeven cent goedkoper aangeboden. Verder krijgt iedereen die een schone auto aanschaft, die dus ge schikt is voor het rijden op loodvrije benzine, een belastingpremie van zeven tienhonderd gulden. Als het parlement akkoord is zullen wij een grote publici teitscampagne beginnen. We mikken op 1 april". „De loodvrije benzine zal bij negendui zend van de zesennegentighonderd pom pen te koop zijn. Het zou goed zijn als iedereen zich gaandeweg gaat realiseren dat lood rotspul is. Het vervuilt niet al leen de lucht maar tast ook het zenuw stelsel van kinderen aan en het werkt bloeddrukverhogend. In Japan rijdt men al tien jaar schoon en in Amerika ook. Bij ons had het ook al eerder gekund maar de Europese auto-industrieën heb ben zitten slapen". Mest U zei al dat ook de enorme mestover schotten bijdragen aan de verzuring van het milieu. Nu wilt u samen met uw col lega Braks van landbouw' die overschot ten verminderen, heel geleidelijk. Pas in niet sneller? „We hebben heel reëel geredeneerd. Die veehouderij vormt een grote bedrijfstak waarin tot nu toe ondanks de slechte economische situatie goede financiële re sultaten zijn geboekt. Bepaalde gebieden in ons land zijn erg afhankelijk van deze sector. Je kunt natuurlijk zeggen: je moet van de ene dag op de andere je veestapel verminderen, maar dan staan er opeens tweeënveertigduizend banen op de tocht. Dat kun je niet vragen. Daarom hebben we voor een plan in drie fasen gekozen. De eerste fase van vijf jaar is de remweg. De hoeveelheid mest mag niet meer groeien. Daarna verscherpen we de normen en gaan we heffingen op overtollige mest invoeren. Dat gaat natuurlijk pijn doen. maar in sommige gebieden is de bodem net een vergiet. De mest zakt er doorheen en komt in het grondwater. Op vele plaat sen in Brabant en Gelderland is uit grondwater niet eens meer fatsoenlijk drinkwater te maken, althans niet met de huidige zuiveringsmethoden. En als je die methoden verbetert, wordt het drinkwater zeker twee keer zo duur!". Als u al die aantastingen en bedreigingen van natuur en milieu ziet. hebt u aan soms niet het gevoel tegen de bierkaai te vechten? Anders gezegd: irriteert het u nooit dat verbeteringen maar mgt hele kleine stapjes kunnen worden aange bracht? „Nee. eerlijk gezegd niet. Je moet posi tief blijven denken. Het is niet leuk een voetbalwedstrijd te gaan spelen als je bij voorbaat al denkt dat je zult verliezen. En wat die kleine stapjes bëtreft: als ik een marathon loop doe ik in feite twee ënveertigduizend stapjes. Je kunt_ nou eenmaal niet rats-rats-rats naar de finish. Zo is het ook met de verbetering van het .milieu. Je moet natuurlijk wel blijven geloven dat je de finish haalt. Rustig doorgaan en zorgen dat je niet moe wordt". Dialoog Uw relatie met de Tweede Kamer is pri ma. Ook de oppositie heeft vee! waarde ring voor it. Hoe ervaart u dat? „Dat pleit in de eerste plaats enorm voor de milieucommissie in de Kamer. Daar zitten heel goede mensen in die be reid zijn naar elkaar te luisteren. Dat moet ook wel, wil je iets bereiken. Zo ontstaat er een breed draagvlak voor het beleid. Soms vinden mijn eigen partijge noten wel eens dat ik te veel wil of te ver ga. Dat is niet erg. Dat mag best, zo lang er maar geen slaande ruzie uit voortkomt. Praten, luisteren en elkaar met redelijke argumenten proberen te overtuigen, dat is de zinvolste manier van politiek bedrijven". Minister Winsemius heeft iets jongensachtigs over zich. Hij is beweeglijk, praat enthousiast en laat zijn ogen herhaaldelijk twinkelen. „Iedereen moet beseffen dat lood in benzine rotspul is" Het verbeteren van het milieu is net als het lopen van de marathon. Een heleboel kleine stapjes en natuurlijk blijven geloven dat je de finish haalt. Rustig doorgaan en zorgen dat je niet moe wordt". „Laat ik een voorbeeld noemen van de politieke sfeer in de milieucommissie. De PvdA wilde dat ik de raffinaderijen met hun luchtvervuiling harder zou aan pakken, maar langzamerhand kreeg men toch begrip voor het door ons op het mi nisterie uitgedachte systeem om die ver ontreiniging te lijf te gaan. En ook al wil de PvdA nog steeds dat de normen scherper worden gesteld, we zijn niet uit elkaar gegroeid. Mede door dit soort er varingen verwacht ik ook dat de politie ke discussie over nieuwe kerncentrales niet zo radicaal meer zal verlopen als in het verleden. Dat er minder naar elkaar gehakt zal worden. Kijk ook maar eens naar de besluitvorming rond de opslag van kernafval. Tussen de milieudeskun digen in de Kamer is daarover een zin vol gesprek ontstaan. Geen discussie in de zin van „jij bent gek. en jij nog gek ker", maar een echte dialoog". Zou het met makkelijker zijn als u naast milieubeheer ook het natuurbehoud in uw portefeuille zou hebben? „O nee! Ik heb daar een heel primitief standpunt over. Laat natuurbehoud maar bij Landbouw en Visserij blijven. Het is namelijk reuze prettig om een vriend in het kabinet te hebben, anders zit je altijd in je eentje te vechten voor een mooi en schoon Nederland. Ik ben overigens tegen de term natuurbehoud. Behoud is verdedigend. Als je in een voetbalwedstrijd steeds maar in je eigen stafschopgcbied moet staan verdedigen, dan word je doodmoe. Ik zei het al eer der: positief blijven denken. We moeten dus in feite de doelstelling hebben dat we Nederland móóier proberen te ma ken. Dat gebeurt trouwens ook. De kwa liteit van onze binnenwateren bijvoor beeld is de laatste tien jaar sterk verbe terd en dan denk je „verhip, het kan dus". En kijk eens naar het verschil tus sen de Noordoostpolder en de Flevopol- ders. De Noordoostpolder was een pro ject van pats-boem, recht-toe-recht-aan. Strakke rijen bomen en kaarsrechte we gen. Zo van: o wal jammer dat er nou toch een bocht in moet. De Flevopolders zijn toch een stuk mooier? En ze worden nóg mooier naarmate de natuur zich ontwikkelt". Zeehonden „Ik heb geregeld contact met milieu-or ganisaties. Goed dat ze er zijn, want ze houden ons wakker. D'r zitten hele goeie mensen in. Die clubs heb ik ook mijn fi losofie over dat positief denken voorge houden. In een toespraak voor de Lan delijke Vereniging tot Behoud van de Waddenzee zei ik een keer: Neem nou eens een offensieve, haalbare taakstelling bij de kop. Bijvoorbeeld dit: over tien jaar moet het aantal zeehonden in de Waddenzee zijn verdubbeld. Ik zal jullie steunen om dat te bereiken. Wat is daar voor in elk geval nodig? Meer rust- en zooggebieden. een extra zeehondencrè che. geen inpolderingen meer en bijvoor beeld ook een verbod op het peuren van zeepieren uit de Waddenzee zodat de bodemvegetatie minder verstoord wordt. Dat laatste moet te doen zijn want een pier geniet bij de bevolking beduidend minder sympathie dan een zeehond. Weet u hoe ze reageerden? Ze zeiden: u hebt ons links gepasseerd". DICK VAN RIETSCHOTEN CAREL GOSELING FOTO'S: MILAN KONVALINKA LONDEN - Elizabeth Svendsen is van plan met biina al haar ezels van Devon naar Norfofk te trekken. Het zijn er wel haast tweeduizend. Hun verplaatsing kan gemakkelijk een jaar vergen. ..Het voch tige klimaat van Devon is niet geschikt voor ezels", meent Elizabeth. „Ze krijgen er rheumatiek en longontsteking van. Norfolk is veel droger en warmer. Daar kunnen mijn ezels bijna het hele jaar in de open lucht doorbrengen Elizabeth (ze was vroeger getrouwd met een Zweea) is zeer met het lot van ezels begaan. Zij wijdt haar hele leven aan het welzijn van wat men zou kunnen noe men dakloze langoren. Engelands groot ste tehuis voor ezels werd aoor Elizabeth Svendsen gesticht. Ze drijft het al sinds 1973 en heeft hulp van achtenzestig vaste medewerkers en achtenveertig vrijwilli gers. De tweeduizend ezels zijn verspreid over vijf boerderijen die Elizabeth Svend sen heeft gekocht. Nog vijfhonderdzestig andere langoren logeren bij particulieren. De onderneming wordt volledig gefinan cierd uit de opbrengst van abonnementen en donaties. De verzorging van de dieren kost per ezel ongeveer tien pond per week; in totaal komt dat neer op onge veer een miljoen pond per jaar. Sommige langoren die in een van de vijf boerde rijen van Elizabeth nu een onderkomen hebben gevonden, werden in de vul ge stopt na jaren trouwe dienst op Britse va-' kantiestranden. Ze trekken een melan choliek gezicht en dromen in hun nieuwe onderkomen van de juichende kindertjes die ze op hun rug over brede stranden hebben gedragen. Andere ezels waren vroeger gewoon huis dieren. Tien tot vijftien jaar geleden wer den in Engeland veel ezels gekocht voor 't plezier van de kinderen. Ze waren veel goedkoper dan paarden en ook hun on derhoud kostte minder. Maar de meeste ezels hebben een lange levensduur. Zij worden gemakkelijk vijftig jaar. Grotere kinderen vinden er meestal niet veel meer aan en dan moeten de langoren het huis (of de stal) uit. Wat doe je met een ezel die je niet meer nodig hebt? Als je geen goede koper vindt, kun je langoor naar een vilderij sturen. Daarna krijgen de leeuwen en tij gers van de naburige dierentuin de beste stukken vlees in hun lunchpakket. Maar bij dit idee alleen al schieten veel Britse dierenvrienden de tranen in de ogen. Daarom brengen zij hun afgedankte lan goren liever naar Elizabeth Svendsen in Devon, die elke ezel met moederlijke zor gen omringt. Bij haar gaan de meeste ezels pas dood als ze een gezegende leef tijd hebben bereikt. Elizabeth krijgt in Devon almaar meer klanten. Als het zo doorgaat, zal ze zich nog een zesde boer derij moeten aanschaffen. „Maar dat zou erg oneconomisch zijn", zegt ze. Tenslotte is ze van plan te ver huizen omdat haar lievelingen door de vochtige weersgesteldheid bijna doorlo pend stijf staan van de rheumatiek. De grote verhuizing begint in de loop van dit jaar. Eerst komen de vier- tot dertig jarigen aan de beurt. De oudste en de jongste dieren blijven voorlopig in Devon waar Elizabeths organisatie een erg goed ziekenhuis voor ezels heeft. Hel beschikt over alle voorzieningen, zelfs die welke nodig zijn voor intensieve verzorging van doodzieke ezeltjes. Voor de verplaatsing van de langoren naar Norfolk zullen paardeboxen worden gebruikt. In grote konvooien zullen de dieren groep voor groep naar hun nieuwe woonplaats worden gebracht. Hel moge duidelijk zijn dat. Elizabeth Svendsen met hart en ziel aan langoren verknocht is. Ze weel er alles van. Derde-Wereld landen, waar werkezeltjes vaak van es sentieel belang zijn voor het dagelijkse le ven. vragen haar dan ook om raad. „Ezels zijn ontzettend aardige dieren", zegt Elizabeth. „Je hebt er vaak meer plezier van dan van mensen". ROGER SIMONS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1986 | | pagina 24