naie
Tot het pomp
station en
niet verder!
fi
ZATERDAG 1 FEBRUARI
WASSENAAR - Men zou natuurlijk kunnen denken:
leuke baan, hoofd van de terreinbewaking in het
duingebied Meyendel - lekker de duinen in wanneer je
dat wilt, overal je auto parkeren en via allerlei slimme
weggetjes van Scheveningen naar Wassenaar. Maar
dan vergissen wij ons. Deerlijk. Want de functie van
J.J. Maat (56) brengt verantwoordelijkheden met
zich mee die niet met zich laten spotten. Dus als zijn
kinderen hem weer eens proberen over te halen, dan is
het net als tegen iedereen: „Tot het pompstation en
niet verder!".
De heer Maal, hoofd van de terreinbewaking in het
duingebied Meyendel: Dat ik hier bewaker ben, is geen
toeval. Dat zat in de familie".
Als in de duinen schade moet worden hersteld, wordt er voor herbeplanting geen
sprietje van buiten het duingebied gebruikt. Veel te gevaarlijk met virussen die ziekten
kunnen overbrengen.
„Ik kom", zegt de heer Maat, sinds bij
na vijfentwintig jaar in dienst van de
terreinbewaking1 en bestrijding van
schadelijk wild. „ujt een familie van po
litiemensen, jachtopzieners, douaniers
en al dat soort mensen. Dat ik hier be
waker ben, is geen toeval. Dat zat in de
familie. Ik ben in Terneuzen in Zeeland
begonnen als politieagent. Terneuzen
was in die tijd een klein, lieflijk stadje
met veel buitengebieden en polders.
Lang niet onaantrekkelijk maar later
kreeg je Rijn Schelde Verolme, Dow
Chemical en andere bedrijven. De vaste
bewoners trokken weg; de stad werd
drukker en op het laatst stond ik zowat
elke dag het verkeer te regelen. Dat is
niet mijn stijl; toen heb ik hier gesollici
teerd".
Wij zitten in het poortgebouw van de
Duinwaterleiding in Scheveningen, vlak
naast de watertoren. Even verderop
staat het huis van Maat. In zijn werkka
mer liggen op een stoel een groene ja-
gersjas, de hoed en op het vilt een klein,
tinnen hertengewei. Kijk, wij moeten
een paar dingen goed begrijpen: mede
werkers van de terreinbewaking dragen
weliswaar een groen uniform en niet het
vertrouwde blauwe kostuum van de po
litie, maar dat betekent allerminst dat
men zonder opsporingsbevoegdheid de
bezoekers beloert. „Dat is het grote mis
verstand", zucht Maat. „Het publiek
verkeert vaak in de veronderstelling dat
voorbij Wassenaar en Scheveningen de
politiemacht ophoudt te bestaan. Een
groen uniform is geen politie. Nou, dat
merken ze dan wel aan de rekening van
het parket. Wij treden streng op; dat is
nodig om de duinen te houden zoals ze
zijn".
Meyendel is een verhaal. Een verhaal
over wezels, bunzings, konijnen en vo
gels; over voorzichtig snoeien, terug
houdend ingrijpen en over de vos; over
intelligente dieren en over het tegendeel
van de overdreven emoties waarmee de
natuur op televisie, in scholen en iri
boeken wordt omgeven. Want de na
tuur gaat heus niet zachtzinnig om met
haar kinderen. Maat: „Bezoekers be
schouwen het duingebied als openbaar
terrein, terwijl het dat duidelijk niet is.
Meyendel is een privaatrechtelijk ter
rein, dat in beginsel niet mag worden
betreden. De beheerder is echter zo
vriendelijk het publiek toe te laten, mits
het zich houdt aan gestelde voorwaar
den. Voorwaarden die zijn toegespitst
op het beschermen van het duin als na
tuur- en waterwingebied. Naast opspo
ringstaken hebben we een voorlichtende
laak. Er komen hier op Meyendel per
jaar een miljoen bezoekers en bij al die
mensen leven vragen. Dus hebben wij
allemaal naast een politie-opleiding ook
het diploma natuurgids. En een EHBO-
diploma. En een jachtdiploma plus
jachtakte, want in het najaar schieten
we - om schade aan beplanting zoveel
mogelijk te beteugelen - konijnen af'.
Jagermeister
Groen is de kleur van meneer Maat. In
zijn outfit detoneren alleen de zwartle
ren schoenen, het grijze vest en het
haar, grijs als zilver en gekamd over de
hele schedel. In de kast staat een klein
flesje Jagermeister. Om drie uur klinken
de onverwacht zware tonen van een be
scheiden klokje; het lijkt bijna een huis
kamer. Meneer Maat vertelt dat Meyen
del om en nabij zestienhonderd hectare
groot is en dat daarvan het merendeel
op Wassenaars grondgebied ligt. Vergeet
niet: het gebied maakt deel uit van de
zeewering. Bij zo'n woord zeewering
denken de mensen vaak alleen aan dal
kleine streepje duin langs de kust. Fout.
Het hele duingebied hoort erbij. Moet
allemaal onderhouden worden. Zo ben
je politieman, voorlichter, natuurbe
schermer en boswachter tegelijk - een
manusje van alles.
Het sociale aspect. Maat wrijft verwoed
met de vinger onder zijn neus en pakt
zijn pijp. „De mensen die hier al langer
werken, leren vaste klanten kennen. Je
krijgt een bepaalde binding. Een merk
waardige band misschien: aan de ene
kant vertellen ze ontzettend veel over
wat ze bezighoudt; dat iemand in de fa
milie gestorven is of je ziet figuren die
ineens kinderen blijken te hebben ter
wijl je ze zelf nog met hun vader hebt
Meyendel is een verhaal. Een verhaal over wezels, bunzings, konijnen en heel veel vogels.
DE CONSCIËNTIEUZE BEWAKERS
VAN DE DUINEN
Misschien doordat er geen publiek mag komen, is het duingebied een van die weinige plekjes in de volgebouwde Randstad die nog van een adembenemende schoonheid zijn.
zien wandelen - aan de andere kant zie
je personen een week of vier niet; je
spreekt er een ander op aan en dan
blijkt: ja, die is dood en zojuist begra
ven. Nou, die ben je dan kwijt".
Mentaliteit
De brand gaat nu in de pijp. Maat: „De
mentaliteit van het publiek is in het al
gemeen duidelijk veranderd. Vijftien,
twintig jaar geleden kon je aangenaam
met bezoekers omgaan. Er heerste een
vriendelijke sfeer. Kijk eens. toen werd
het nog geaccepteerd als je een waar
schuwing vooraf gaf. Als je iemand
wees op het feit dat hij fout parkeerde
en zei: „Denk eraan", dan zei men: „O
ja, dankuwel". Dat was geen punt.
Maar tegenwoordig zal iedereen zelf wel
even uitmaken wat wel en wat niet kan.
Onder het mom dat ze hun vrijheid
toch hebben bevochten schreeuwen ze:
„Wat mot je!" of: „Wij zullen jou wel
even in mekaar tremmen!". Terwijl die
lui meestal niet eens de oorlog hebben
meegemaakt. Ik gun iedereen de vrij
heid, maar dan wel een vrijheid in ge
bondenheid. Zelfdiscipline. Mensen
zonder zelfdiscipline zijn de vrijheid
niet waard".
Het hoofd van de terreinbewaking
wordt gebeld. Over de Rio Grande en
dat de zoveelste poging van Smit Tak is
mislukt. Maat mompelt iets over „een
langdurige bevalling", grapt dat ze maar
eens rolletjes onder het schip moeten
leggen - legt dé hoorn neer. Hij her
neemt: „Tegen beledigingen van het pu
bliek doe je weinig. Je moet je ziel in
lijdzaamheid bezitten. Maar wat me
weieens boos maakt, is dat wij onze
woorden altijd op een weegschaaltje
moeten leggen en dat zij kunnen zeggen
wat hun voor de mond komt. De laatste
tijd zie je misschien een kentering,
maar jarenlang heeft er een tendens ge
heerst die alles wat naar militarisme of
politie zweemde, verwerpelijk vond.
Totdat ze jou ineens nodig hebben en er
plotseling een wereldoorlog uitbreekt.
Dan staan ze net als in '40-'45 weer
langs de straat met chocola en sigaret
ten. Ach, het zijn bewegingen van alle
eeuwen. De golven van decadentie en
puritisme. Alles gaat voorbij".
Zandkorreltje
Iets anders nu. Wie iets bewaakt, zal
van dat iets houden. Houden de acht
tien (incjusief reservisten) bewakers van
de duinen? „Inderdaad", knikt de heer
Maat. „maar je moet het niet te gek ma
ken. Van die zestienhonderd hectare
terrein is niet één zandkorreltje van jou.
Dat moet je jezelf altijd voor ogen hou
den. Jc bent gauw geneigd te redeneren
vanuit het standpunt dat de mensen op
jouw eigendom lopen. Als iemand tak
ken of bloemen uit de duinen plukt,
denk je: hij zit in mijn tuin. Dat mag
dus niet. Je moet nuchter blijven. Koel
en klinisch een zaak kunnen afhande
len; niet met een warm hoofd. Je kunt
dat als een innerlijk conflict beschou
wen. maar aan de andere kant hoef ik.
als ik straks met vut of pensioen ga, de
duinen niet van mijn hart te scheuren".
Het beroep van terreinbewaker is een
eenzaam beroep. In de wintermaanden
zie je. behoudens een gestrand schip of
wat, vaak een hele dag niemand. Daar
moet je tegen kunnen. Want dat is de in
zekere zin onvermijdelijke eenzaamheid
die het terrein met zich mee brengt.
Maar Maat weet een ander soort een
zaamheid: je staat voor een bepaalde
zaak pal en daarom moet jc in contac
ten met anderen altijd afwegen hoever
je kunt gaan en wal die anderen van je
willen. Da's moeilijk. De heer Maat:
„Mijn kinderen trekken weieens aan
me: ach. rij nou even door de duinen: u
hebt een vergunning; u bent toch de
baas en niemand zal er iets van zeggen.
Dat doe ik niet. Geen sprake van. Ik
woon hier vlakbij; ik kan dus ook heel
gemakkelijk 's avonds een bloeiende
duindoorn af gaan knippen - geen haan
die er naar kraait. Maar ik vind dat je
jezelf moet kunnen beheersen. Geen
misbruik maken van je functie. Op
nieuw: zelfdiscipline".
Ervaring
1 ficicUc Soivtatit
Als de schade aan de zeereep als gevolg
van het massaal op de Rio Grande afge
komen publiek zo'n twee ton bedraagt,
dan moet je volgens de heer Maat niet
raar staan te kijken. Dat gaat kapitalen
kosten. Veel moet met de hand op
nieuw worden geplant; daar wordt geen
sprietje van buiten het duingebied voor
gebruikt. Veel te gevaarlijk met virus
sen die ziekten kunnen overbrengen.
Zo'n ervaring met het duingebied krijg
je pas na jaren. Maat: „Bij de Haagse
gemeenteraad ligt de motie-Heemskerk
die zegt: voor dat werk in de duinen
kunnen we ook wel mensen van de
plantsoenendienst inzetten. Mensen van
de plantsoenendienst! Ik snap het wel:
de dienst groenvoorziening moet bezui
nigen en men denkt met sommige per
soneelsleden te kunnen schuiven. Ik
kan daar maar één ding op zeggen:
Meyendel staat bij natuurwetenschap
pers aangeschreven als een van de
mooiste en best onderhouden duinge
bieden in Europa. Dat lukt niet zomaar;
dat is een gevolg van gedegen, afgewo
gen beheer".
Soms is de heer Maat erg teleurgesteld
in de politici. Die maken de prachtigste
plannen, maar zien doe je ze nooit. Je
krijgt nou nooit eens iemand van een
fractie die zegt: „Kom, ik ga eens wan
delen en laat me eens voorlichten". Wat
dat betreft heeft de voormalige politie
man bewondering voor die vroegere
burgemeester uit Terneuzen: die liet
zich geen oor aannaaien. Die kwam je
om drie uur 's nachts tegen bij een
nieuwbouwproject omdat hij wilde kij
ken of alles in orde was. Die man had
niet enkel z'n ambtenaren nodig om
hem te vertellen wat er te koop was.
Wij zullen het gesprek moeten beëindi
gen. Nog een laatste kwestie brandt ons
op de lippen: de zee. Is de zee vriend of
vijand? De heer J.J. Maat glimlacht: „Ik
heb mijn hele jeugd aan de Westerschel-
de gewoond. Daar kan het behoorlijk
spoken. De zee laat mij volkomen
egaal. Als oerkracht heeft de zee natuur
lijk iets bedreigends maar ik neem
vooralsnog aan dat de duinen haar te
gen kunnen houden. En mocht de zee
uiteindelijk bezit nemen van het winge-
bied, dan zal dat wel zo moeten zijn.
Die vulkaanuitbarsting in Mexico heeft
duizenden mensenlevens gekost. Dat is
spijtig. Maar het is een normaal ver
schijnsel waar we rekening mee moeten
houden. Als de zee oprukt, dan is er
geen redden meer aan. Ik heb niet het
gevoel dat ik hier de zee zit tegen te
houden".
ARJEN SCHREUDER
FOTO'S: MILAN KONVALINKA