ZATERDAG 25 JANUARI 1986 PAGINA 19
!2a,MSTERDAM De Aanslag
lat op 6 februari in de bioscopen
raaien. Fons Rademakers' film
'*03|ar het meest succesvolle Neder-
ndse boek sinds een héél lange
—id. Wie nu naar de boekhandel
jj^at, leest op het bandje om de
nslag naast het portret van
hrijver Harry Mulisch: „271ste
IR en met 290ste duizendtal". De
ll^ftiende druk. Het zoveelste li-
raire succes verfilmd dus. En
tl cynici maar meteen de mond
snoeren: Deze film zou wel
ins die grote verrassing kunnen
ijken waar de Nederlandse bio-
oop op zit te wachten. De Aan-
ïg is de meest volwassen speel-
im sinds een zeer lange tijd. Niet
'a eteen een adequate vertaling van
n it boek, maar een film met ster-
n9^ eigen accenten, spannend,
achtig geacteerd met eindelijk
imajik voor stuk driedimensionale
,aarjrakters. Een gesprek met regis-
ur Fons Rademakers,
j va
k herinner me nog dat Hugo Claus me
yPPibelde: „Je moet nu Mulisch bellen. Ik
'e/"b de drukproeven gelezen van een
tuw boek van hem en dat móet jij ver-
jjgnen". Een week of vijf later las ik het.
^^ntastisch boek. Maar ik was op dat
omcnt bezig de verfilming van „An in-
Hnt in the Wind" van de Zuidafrikaan-
schrijver André Brink rond te krijgen.
I ik word uit Hollywood gebeld met de
fst: „You've got a deal". Het project
ig door. Dus er kwam niets van Mu
ch, ik reisde naar Los Angeles, kreeg
een kantoor, maar zes weken later bel
de producent me ween ,,'t Spijt me
maar ik annuleer die film". Ze wa
ll toch te bang voor de verhouding van
t blanke vrouw met die zwarte man in
I boek. Dat is me in totaal vijfmaal
beurd. Ze hebben me zelfs aangebo-
n, om mij kosten te besparen, de rech-
over te nemen, maar daar bedankte
voor". Fons Rademakers lacht op een
5n van ik-ken-m'n-pappenheimers.
k ben altijd m'n eigen producent".
Us werd het De Aanslag. Rademakers:
"wee weken nadat we overeenstem-
ing met Mulisch hadden bereikt, was
t grote vredesdemonstratie in Den
aag. En het boek eindigt met die de-
onstratie uit Amsterdam van '81. Ik
b Mulisch gebeld. Die zei: „Maar van
«sterdam moet toch genoeg filmmate-
lal te krijgen zijn?" Nee hoor, niets.
Heen tv-opnames en een zwart-wit film
In Polygoon. Dus ik ben onmiddellijk
et vijf cameraploegen naar Den Haag
—gaan. Heb anderhalf uur materiaal ge
noten. Want waar vind je vijfhonderd-
iftigduizend figuranten? En het gekke
i
is, ik heb er niets aan gehad. Nou ja,
drie shots, inclusief de belangrijke slot
scène, maar verder heb ik 't toch moeten
ensceneren".
Snel-snel
We zitten bij Rademakers thuis op de
hoogste verdieping van een Amsterdams
grachtenhuis. Naar binnen via het sou
terrain, met het huisliftje omhoog, uitko
mend in een gang vol boekenkasten. Op
de lage tafel tussen ons in vier stapels boe
ken, veel over film, maar ook het boek
van Donald Woods over Steve Biko, dat
de Britse regisseur Sir Richard Attenbo-
rough gaat verfilmen. Nogmaals de be
ginfase van De Aanslag. Rademakers:
„Ik heb ooit de film „Als twee Druppels
water" gedraaid naar het boek „De don
kere Kamer van Damocles" van Willem
Frederik Hermans. Ook de oorlog. En
aangezien ik die als volwassen man heb
meegemaakt, ben ik daar dan inmiddels
een beetje miesj van. Maar je bent je er
ook van bewust dat het helemaal geen
oorlogsfilm is. Evenmin als „Als twee
druppels water". Al speelt het begin van
De Aanslag dan toch in de oorlog". La
ter in het gesprek komen we nog eens te
rug op het fenomeen „oorlogsfilm".
„Probeer in hemelsnaam je lezers duide
lijk te maken dat 't dat niet is" zegt Ra
demakers dan. „Je hebt nu al dat gezeur
op de televisie over wéér een oorlogs
film. Ik heb ook hevig de pest in over
dat filmpje van Ate de Jong - „In de
schaduw van de overwinning" - dat
dan expres snel-snel moet worden uitge
bracht om De Aanslag voor te zijn".
Een overbodige angst? Je zou het zeggen
als een boek een oplage van driehon
derdduizend heeft. Vermenigvuldig dat
maar met twee lezers per boek en je zou
zeggen dat Nederland dan toch wel weet
wat De Aanslag inhoudt. „Ik hoop uiter
aard dat de lezers van het boek komen,
misschien een publiek als u en ik. Maar
ook dat jonge publiek". Rademakers
stelt het zo: „Toen ik Mulisch' boek
voor het eerst las, was het mooie ervan,
dat ik het, ondanks al die lagen die hij
aanbrengt, ook las als een „wnodunnit",
een detectiveachlige legpuzzel".
Duurste film
„Ik praat niet graag over hoeveel een
film gekost heeft", weigert Rademakers.
De Aanslag is in elk geval de duurste
Nederlandse film die ooit gemaakt is. En
dan tellen we Paul Verhoevens interna
tionale produktie Flesh and Blood even
niet mee. Het geld voor De Aanslag
komt van de nieuwe bioscoop- en film
gigant Cannon. Een verhaal op zichzelf.
Want Rademakers was in eerste instan
tie bezig met Fred Denker van City-film.
City werd, met alles erop en eraan, ge
kocht door Cannon (toen al eigenaar
van de Tuschinski-bioscopen). Radema
kers: „Ook De Aanslag dus. We hadden
al een paar ton kosten gemaakt, in Den
Haag onze opnames gedraaid, Mulisch
voor een deel betaald, dus ik belde Can
non op met de vraag of we die film niet
beter uit hun pakket konden terugkopen.
De grote man van Cannon vraagt me:
„Waar gaat 't eigenlijk over?" Ik vertel 't
hem en hij zegt onmiddellijk: „Fantas
tisch verhaal. Die film moet je maken.
Voor ons". Het betekent dat De Aanslag
straks door Cannon internationaal uitge
bracht gaat worden. Zou die typisch Ne
derlandse situatie tijdens de bezetting,
de nuances van goed en fout, „de aan
slag op een inspecteur van politie en de
onophoudelijke gevolgen voor Anton
Steenwijk van zijn twaalfde tot zijn ne-
genveertigste jaar" - zoals het op de
flaptekst van het boek luidt - interna
tionaal duidelijk zijn? Rademakers loopt
onmiddellijk weg om een aantal knipsels
te zoeken: „Dat boek is vertaald in het
Frans, in het Engels. En overal fantasti
sche kritieken, waaruit duidelijk blijkt
hoe goed men het begrepen heeft. Hier,
de New Yorker, de New York Times.
Toen ik in Engeland bezig was met de
mixage van het geluid, was het boek
daar net uit. En de Engelse technicus
kwam me elke dag trouw weer een paar
fantastische recensies op „The Assault"
uit Britse kranten brengen."
Journaals
De problemen van de verfilming van
een beroemd boek. Rademakers heeft er
vaker mee te maken gehad. Dorp aan de
Rivier indertijd (de film kreeg een Os
car-nominatie als beste niet-Amerikaan-
se film), de Max Havelaar (Rademakers
is net gebeld door een bioscoopexploi
tant uit Kopenhagen, die Max Havelaar
destijds veertien maanden achtereen
draaide en ook De Aanslag graag in z'n
bioscoop zou hebben). Rademakers:
„Kijk, een boek kun je beginnen met de
zin: Er vielen buiten drie schoten. Bij
een film gaat dat niet. Je moet eerst la
ten zien wie die Anton Steenwijk is, zijn
buren in Haarlem anno 1944 introduce
ren. Dan springt het verhaal heen en
weer in de tijd. Een puzzel. De oplossing
ligt voor de hand, maar we hebben er
lang genoeg over gedacht met scenario
schrijver Gerard Soeteman. Nu gebrui
ken we flash-backs. Dus als Anton
Steenwijk door allerlei gebeurtenissen in
de tijd wordt herinnerd aan dat verle
den, zie je dat ook werkelijk. En dat
werkt bijna sterker dan in de roman.
Mulisch springt door de tijd. Van 1945,
naar 1952, 1956, 1966, 1981. Die „épo
que" moet je voor een bioscooppubliek
duidelijk neerzetten. Wat was 1956, wat
betekende 1966? Daarvoor hebben we
journaalmateriaal van over de hele we
reld verzameld. Niet als versiering, maar
omdat de gebeurtenissen in de tijd juist
zo belangrijk zijn voor het verhaal. De
oorlog in Korea, de opstand in Honga
rije, de Provo-beweging in Nederland.
Overigens was het scenario klaar in sep
tember '84 en ben ik met de opnamen
begonnen op 5 februari 1985. Toevallig
dat op 5 februari 1986 de koninklijke
première plaatsvindt. Ik had toen de
keus om eerder te beginnen. Had ik dat
maar gedaan, want op 5 januari lag er
nog volop sneeuw en op 5 februari was
die weg. En die had ik nodig voor de
beelden van de hongerwinter 1944/45.
We hebben dus overal sneeuw moeten
maken. Dat kost kapitalen. De film be
gint als het jongetje Anton Steenwijk
pieren gaat zoeken onder het gras.
Dichtbij in beeld hebben we zout ge
bruikt, verder weg is het schuim uit
zeep. Dat moest met zes, zeven slangen
opgespoten worden. Maar het was wèl
zo koud dat die slangen bevroren. Er ge
beurde niets. We hebben die slangen
moeten verwarmen om tenslotte sneeuw
te kunnen maken. Absurd. Wat een on
zin eigenlijk allemaal". Rademakers
lacht zijn harde schaterlach.
Massa's
„Die scènes rond de belegering van Felix
Meritis in Amsterdam in '56, waar de
krant De Waarheid gedrukt werd, heb
ben we rond dat gebouw gefilmd. In die
tijd werden daar nieuwe persen neerge
zet en de mensen wilden na het neer
slaan van de Hongaarse opstand die per
sen vernielen om de krant niet te laten
verschijnen. Ik heb een aantal commu
nisten opgebeld om te vragen hoe dat nu
allemaal was, hoeveel mensen er op dat
gebouw stonden om de boel te verdedi
gen. Een van hen barstte in snikken uit:
„Meneer, daar kan ik niet over praten,
dat was de zwartste tijd in mijn leven".
Kun je 't je voorstellen? Een oprechte
communist, die in Stalin geloofd heeft
als in God en die net Kroetsjov Stalin
heeft horen desavoueren. Die gehoord
heeft dat Stalin net zo'n moordenaar
was als Hitier. Zijn wereld stort in elkaar
en dan moetrie ook nog eens zijn ge
bouw verdedigen tegen de massa. Een
communistische voorman in die tijd
heeft in wanhoop uitgeroepen: „Altijd
hebben we geprobeerd de massa naar
ons toe te trekken, maar nu die massa
kómt weten we ons geen raad". Niet ko
misch bedoeld, maar in paniek. Zoiets
kun je niet op papier bedenken".
We komen op de rolbezetting van de
film. Rademakers: „Toen ik de suggestie
kreeg om Derek de Lint te nemen voor
die hoofdrol, heb ik geaarzeld. Ik had ei
genlijk niet veel goeds van hem gezien,
op één film na: Bastille. En die rol van
de oudere Anton SteenwiJ' Keeft daar
iets van weg. Het is een heel moeilijke
rol. Vroeger noemde je aan het toneel
zo'n rol een „pispaal". Hij doet niks,
maar iedereen pist tegen hem aan. Je
moet daarvoor iemand hebben die onbe
schreven is, die er sympathiek uitziet,
zodat je wil meemaken wat hij mee
maakt. Als het een acteur is met een
beetje vervelende uitstraling, heb je daar
geen zin in. Derek de Lint vult dat erg
goed in. Je krijgt heel wat uit 'm, hij is
een klasse beter dan hij ooit geweest is.
En hij heeft 't voordeel dat zijn rol al
voorbereid is door dat jongetje dat de
jonge Anton Steenwijk speelt, Marc van
Uchelen. Die heb ik via „casting direc
tor" Hans Kemna. Marc was wel eens
gevraagd voor een reclamefilmpje of zo,
maar had nog nooit echt iets gedaan. Hij
is hier geweest, vond het leuk, heeft
voorgespeeld, en bleek een enorm natu
rel te hebben en iets wezenlijks uit te
stralen. Als je Derek de Lint later ziet,
zie je hem via wat dat jongetje heeft
meegemaakt. John Kraaijkamp als de
oude verzetsstrijder Takes is fantastisch.
Toen ik met zijn naam aankwam, keek
iedereen verbaasd. Nee, je moet Gerard
Thoolen of zo iemand nemen. Wie nu
de film ziet, kan zich niemand anders
voorstellen dan Kraaijkamp. Die man is
een prachtig acteur".
Blauw licht
Fons Rademakers raakt steeds meer op
z'n praatstoel. De bandrecorder is al drie
keer op slot gegaan, maar Rademakers
bronzen, bourgondische stem klinkt
door. Een stem die trouwens heel even
in zijn film te horen is en uit de mond
komt van een chirurg in een ziekenhuis.
„O ja, heb je dat gehóórd?" zegt Rade-
makers. Merkwaardige verbazing, want
zo'n stem herken je uit duizenden. Hij
praat over het belangrijke werk van ca
meraman Theo van der Sande, diens
keus om voor de donkere oorlogsdagen
en de centrale scène in de cel van een
Haarlems politiebureau „blauw licht" en
een ontwikkelprocédé te gebruiken waar
bij het zilver en de kleur uit de film wor
den gehaald. Zeer kostbaar, maar ook
zeer effectief. Hij praat over Zuid-Afri-
ka, waar hy ooit W. F. Hermans heen
bracht, via een ontmoeting met schrijver
André Brink in Zuid-Frankrijk. Rade
makers: „Hermans kreeg een uitnodiging
van hem, logisch dat hij ging. Maar dan
begint heel Nederland te mekkeren over
de apartheidspolitiek: „Zuid-Afrika, daar
mag je niet heen". Ik vind het commu
nisme een abject systeem, maar ik heb
toch ook in Moskou rondgekeken èn
ontdekt dèt het een abject systeem is. Zo
abject dat ik zeg: Rusland één kernwa
pen? Dan wij vijfduizend. Je zult mij
dan ook niet in .vredesdemonstraties en
dat soort gedoe zien meelopen. Maar
toen ik naar Moskou ging, heb ik nie
mand horen schreeuwen dat dat niet
mocht".
Half achter een plant staat in de huiska
mer van Fons Rademakers een fraai ko
peren bord. Tekst: „Last Co, make
laars in koffie". Een restant van de Max
Havelaar. „Een peperduur bord" lacht
Rademakers. „In die tijd woonde ik een
gracht terug. Ik kwam hier wonen, en
wat zie ik op een huis hiernaast? Jawel,
een bronzen bord: Last Co, makelaars.
Ik had het alleen maar van de muur
hoeven schroeven".
BERT JANSMA
BIJ DE FOTO'S:
Links: John Kraaijkamp zet in de film
van Fons Rademakers een voortreffelijke
rol neer van een verzetsstrijder.
Boven: Een toevallige ontmoeting tijdens
de vredesdemonstratie in Den Haag
bezorgt Anton Steenwijk (Derek de Lint)
de antwoorden op vragen die nog uit de
oorlog dateren.
Onder Monique van de Ven speelt in De
Aanslag de rol van Saskia de Graaff die
de echtgenote zal worden van hoofdfiguur
Anton Steenwijk.
'CeidócGouAant'