'Klein t je Pils t nog steeds de toon aan Omwegen Eerste LAK- theaterproduktie morgenavond in première Juridisch steekspel rond steekpenning CekUcQotnont MET 'SUR LA TETE' VAN INGRID VAN FRANKENHUYZEN Z LEIDEN OMGEVING DINSDAG 14 JANUARI 1986 PAGINA 11- CARNA VALESKE LEUT ROND EEN ELFJARIG BESTAAN Het maatschappelijk ritme is teruggekeerd; de feestdagen zijn naar behoren doorge bracht en inmiddels achter de rug. Dat de pret begin '86 nu verstoord wordt door po tentiële moordcommando's die zowat alle westerse poli tieapparaten tot opperste pa raatheid hebben gebracht, neemt niet weg dat de leut weer alle aandacht vraagt. Er moet wat te lacnen overblij ven. Nu is in de, al dan niet koude, wintermaanden de verstrooiing volgens traditie het best geborgen bij de tien tallen carnavalsverenigingen. Ook boven „de grote rivie ren", die ooit de grens vorm den tussen noord en zuid, maar geen belemmering meer zijn voor het doorstro men van gewoonten en ge dachten sinds generaal Pi- chegru in 1795 met z'n have loze armee van sans culottes de bevroren Rijndelta bin nenrukte om in de republiek van onze verenigde provin ciën de zegeningen der revo lutie te introduceren en door te drukken. Niet lang na de zoveelste bevrijding van onze streken en gouwen in 1945 woei de geest van het zui delijke carnaval over naar het „calvinistische" noorden en zaaide zich uit tot in Friesland en Drenthe, waar men buiten de plaatselijke predikant nog nooit eerder een feestneus had gezien. Het was weer een „nieuw geloof" (deze keer de belijdenis van de onbekommerde flauwekul met een serieuze kern), dat met succes zich verbreidde in de drassige poldergebieden en op de hoge ruggen van Veluwe en het Utrechtse en zowaar ook op de Hondsrug en de lagere duinruggen van het huidige Bollenrijk. In Sassenheim is in dit sei zoen van rijkelijk begoten amusement het hek van de dam. Een jubileum wordt aangepakt. Niet een koperen of zilveren, of het zoveelste 'Kleintje Pils': elf jaar op doortocht door het gebied van de leut. lustrum, maar de viering van het elfde levensjaar. Elf is een kolderiek, magisch getal in carnavalskringen. Welnu, „De Saksen", de eigen Sas semse carnavalsvereniging heeft er elf jaar opzitten Hetzelfde geldt voor „Klein tje Pils", de uit acht geest driftige muzikanten bestaan de eigen blazende hofkapel en pretband van „De Sak sen' „Kleintje Pils" weet 'm al jaren te raken in het hele land; op carnavalsavonden, braderieën, sportevenemen ten, op beurzen, bij de ope ning van winkels en winkel centra, op personeelsfeesten en ga zo nog maar even door. „Kleintje Pils" beschouwt zichzelf als „misschien wel één der meest populaire pret- bands van ons land", ja, de „Doe Maar" onder de blaas kapellen; bekend van radio en teevee, gelouterd door verscheidene media-activitei ten en op weg naar buiten landse optredens op non pro fit-basis. Pretband-p.r.-func- tionaris Ruud Bakker ver zoekt me met klem hierop te wijzen. Uitgesproken pretband „Unieke muziek voor elk pu bliek", zo luidt de slogan waarmee de Sassemse pret band de boer opgaat. De jon gens hebben het bar druk. Volgens Ruud Bakker en de geconstateerde feiten is het verleden van de band een aaneenschakeling van slaan de successen geweest. „Maar we gaan door. Samen met een keur van Nederlandse artiesten, zoals „Drukwerk", Conny Vink, Dennie Christi an, de Havenzangers enz. Hieruit kunnen de meest smeuïge gebeurtenissen voortvloeien. Onze band is een sfeermaker waar vaak een duizendkoppig publiek op af komt; we voelen ons best thuis in de showbiss-we- reld", zegt Ruud vergenoegd, en met alle recht van spre ken. „We hebben nog steeds dolle pret in de optredens. Ons streven is, dat we muziek willen maken uit hobby, en Op mijn omwegen door stad en land kom ik graag mensen tegen. U kunt mij telefonisch of schriftelijk vertellen wie u graag in deze rubriek zou willen tegenkomen. Ik ben bereikbaar via 071 - 12 22 44 op toestel 10. zodra we daar niet meer vol ledig achter kunnen staan stoppen we er direct mee". Ruud J.M.Bakker predikt met glans en verve de glorie van de pretband en hij bena drukt „haar aparte, eigenwij ze, tikkeltje brutale imago Vooral met de carnavalscol lega's van De Havenzangers kan „Kleintje Pils" het best vinden: „We voelen elkaar prima aan en we zouden bij na samen op tournee door Nederland trekken, maar op het dagelijks werk moet je ook nog een keer je boter ham verdienen en dan kun je niet avond aan avond nog eens een keer extra bezig zijn. Dat is een beetje te veel van het goede; ook voor ons als semi-professionals", zegt Ruud, zelf groot-slagwerker binnen het blaasverband. Doorgewinterde groot-moefti van de geperfectioneerde hoempa. Soms zegt men 90k wel: „Jongens, getverdikkeme, jullie zijn net gek. Jullie zijn veuls te goed. Je moet eens een plaat opnemen!" Wat zegt „Kleintje Pils" dan? Nou: „Carnavalssfeer kun je niet op de plaat zetten, maar moet je overbrengen op het publiek in de zaal. Daarvoor zijn we gelukkig nuchter ge noeg". Hiermee bestempelt de pretband zich tot een kloostergemeenschap met een beschouwend karakter. Gemeengoed Maar ze blijven parmant, met een glas in de hand. Daarom is „Kleintje Pils" ook al zo uitzonderlijk: ze wil verbroe deren, zonder uit te glijden in een hevige concurrentieslag. „Je moet elkaar niet probe ren de loef af te steken op concoursen of festivals". Eén en ander neemt niet weg, dat „Kleintje Pils" haar muzikale stempel heeft ge drukt op eerr uitbundig deel van de Sassemse samenle ving. Door allerlei alliances is men aan elkaar verbonden. Zo maakt de band deel uit van de roemruchte Sassemse drum- en showband Adest Musica, waarvan de tam- bour-maitre de huidige „Prins Hendrik, de elfde prins der Saksen" is. Trou wens, de invloed van muziek, pret, avontuur en sapjes reik te nog verder: het merendeel van de Kleintjes Pils is ge trouwd of verloofd met een „schone" die de knapen tij dens de carnavalsperikelen aan de haak hebben gesla gen. En dan willen ze nog met z'n allen in vakantiebun galows gaan zitten ook; voor een „inspiratieweek". „Kleintje Pils" staat voor niets. Aggemaor leut het...; iets dergelijks zouden ze be neden de Maas zeggen. Maar feest is er. Groot op. Op het komende weekeinde van 18 en 19 januari. Samen met afgevaardigden van elf car navalsverenigingen uit het gehele land. „De Saksen" or ganiseren dan een groots ju bileumweekend en familie feest in sporthal Wasbeek aan de Van Alkemadelaan. Receptie, zaterdag, van 15.30 uur tot 18.00 uur, met muziek van de „Aarenbeienpluk- kers" uit de Veen en van ge settelde trendsetter „Kleintje Pils". Daarna „grote jubi leumavond" van kwart voor acht tot half twee 's anderen daags; met De Havenzangers, Conny Vink en Kleintje Pils, aaneengebreid door Joop van Berkel. Wervelend en op zwepend. Daar zullen dan weer heel wat „gemengde verkeringen en huwelijken" die nog dertig jaar geleden vanaf de preekstoel voorko men moesten worden uit voortkomen. Prins Hendrik (de geschiedenis herhaalt zich) zal zich manifesteren met twee pages in omgekeer de travestie: Mary en Els; buigzame naampjes. Het zijn dus echt ravissante meisjes, die eenmaal een soort man nelijke page denk maar aan het Versailles van rond 1730 mogen zijn. Familiefeest Zondag de 19e is het van 14.00 tot 17.00 uur (volgens het draaiboek) een „middag vol verassingen". Maar de te genstanders van crematoria en lijkverbranding kunnen gerust zijn: het wordt, nader geprecisieerd, slechts een bij eenkomst „vol verrassingen Daarbij staat Ome Willem (van de fillem en joepie... dolle pret ....de... poepieü) in het middelpunt en bijge volg centraal. Hij verwacht de Sassemse jeugd verkleed en geschminkt op de Bühne. Te gek gewoon. Ome Willem het is bijna niet te geloven wordt omringd door De Aarebeienplukkers en pret band „Kleintje Pils". Dans mariekes uit voorraad lever baar; in alle eer en deugd. „Wij wensen de vereniging en de band nog veel succes. En dat het allemaal maar mag gelukken", zouden de huis-aan-huisbladen in de re gio zeggen. Driftig ike HU was driftig van aard. De ^Leidse jongeman, voorzien van een vuurrode haardos, rtelde dat heel eerlijk aan kantonrechter Rigters. Nu kon hij ook moeilijk anders nadat de rechter kennis had genomen van de gebeurte nissen zoals zich die op 19 jril 1985 in Leiden hadden 'gespeeld. De jongeman as in een driftbui achter 'uvv het stuur van een auto ge- em sprongen en er vandoor ge gaan. Tijdens zijn wilde rit ontweek hij onder meer een ïde dwars over de weg gepar- ;eerde politiewagen. Hij had geen rijbewijs. „Ik was in paniek", zei hij mn tegen Rigters. „Iemand had 8® m n brommer gesloopt en ik had die jongen bij zijn lur ven gepakt. Vlak bij mijn 'a eigen huis kreeg ik een pak slaag van vier van zijn vrienden", legde hij uit. d Daarop was hij de ouderlij- 'e ke woning ingerend, had de de' autosleutels van zijn vader gepakt en was in de wagen van pa weggereden. Hij was 21 niet helemaal onbekend met het besturen van een mto want hij volgde in die tijd rijlessen. In juni 1985 resulteerde dat in een rijbe wijs. Toen zijn moeder de jongen volkomen overstuur rt- lig wegstuiven, belde ze de Er politie. Die zette dus een wagen dwars oyer de weg. „Zag u die rode letters 'stop' ig. niet?", vroeg Rigters. „Ik >n, zag niets meer", luidde het •r, antwoord. „Maar die politie wagen waar u omheen reed toch wel", meende Rigters. Maar ook dat obstakel was door de jongen niet gezien, hij had het onbewust ont weken Toen de politie hem eenmaal te pakken had, weigerde hij het por tier te openen. „Ik voelde me bedreigd met al die agenten om me heen", zei de jongen. „Ze sloegen de ruit kapot en haalden me uit de auto", klaagde hij. Dfficier van justitie Van jen Broek vroeg 200 gulden xiete (100 voor het rijden Kinder rijbewijs en 100 voor iet negeren van een stopte ken). Rigters wilde weten hoe het met de driftbuien zat. „Het gebeurt niet elke ;maand, maar soms wel", was het eerlijke antwoord. Voor het rijden zonder rij bewijs gaf de rechter een boete van 50 gulden, het ne- 'eren van de politie deed lij af met vrijspraak. „U heeft het namelijk niet be- wust gedaan" al Stukken De Leidse vrouw had op 3 oktober 1984 in Den Haag le snel gereden. Althans, haar auto was in de residen tie gesignaleerd en gefoto grafeerd, de vrouw zelf niet. Aan de politie had ze verteld dat zij de auto niet had bestuurd dan wel was geweest, tja. dat wist ze ook niet. „Ik heb geen enkel vermoeden", ze gisteren ook tegen rech ter Rigters. „Mijn man was met zijn eigen auto in Den Haag en ik heb de hele dag Leidens ontzet gevierd", verklaarde ze. De vrouw gaf eerlijk toe regelmatig Den Haag te komen werk daar namelijk". De [sleutels van de auto lagen in huis en de wagen was op slot. „Het zou relatie kun nen hebben met...", kon de ;vrouw niet verder gaan om dat Rigters haar ongeduldig onderbrak. „Welke rela te?", vroeg deze. „Ik zou •graag uitspreken", reageer de de verdachte. „Maar ik begrijp het niet", zei Rigters weer. „Als u mij laat uitpra ten dan begrijpt u het wel", won de vrouw deze discus- „Er zaten afgebroken 'stukken in mijn auto", leg de ze uit. „Waarvan", vroeg de rechter. „Ik weet het niet, van sleutels misschien. Die zaten in het slot van het autoportier achter. Dat kan nog steeds niet open omdat ze die stukken er in de ga rage niet uit konden krij- gen", legde de verdachte LJ uit. De auto was dan wel niet gestolen, maar mogelijk wel door onbekenden ge bruikt. „Een geval van joy riding", zei van den Broek. „Maar wel nette joyriders, want ze hebben de auto weer keurig voor de deur neergezet", voegde hij daar ironische toon aan toe. isschien uw zoon?", viste Jters verder. „Die zei dat hij het niet is geweest. Trouwens, hij zou de sleu tels hebben gepakt en niet hebben geprobeerd de auto open te breken", klonk het niet geheel onlogisch. Van den Broek kwam er niet meer uit en vroeg vrij spraak. De rechter was het met die eis eens. KEES VAN HERPEN DEN HAAG/HAZERS- WOUDE/LEIDERDORP „Pecunia non olet", of tewel „Geld stinkt, niet", staat er op de eerste echte steekpenning die onlangs door medailleur Willem Vis uit Hazerswoude is uitgegeven. Een waar ge zegde, want hij is niet de enige die aan deze qua naam al direct omstreden munt geld wil verdienen. Voor de Haagse recht bank diende gisteren een kort geding, aangespan nen door Bram Hensing uit Leiderdorp, die stelt dat hij als enige het recht heeft een steekpenning op de markt te brengen. Wie van beide heren het eerst op het idee kwam om een steekpenning uit te bren gen bleef gisteren onduide lijk. Via hun advocaten be schuldigden de heren elkaar ervan de naam van de ander te hebben overgenomen. Hensing deponeerde de naam in ieder geval in 1984 als eerste bij het Benelux Merken Bureau. Eigenlijk een afkorting daarvan, die „st. penning" luidt, aange zien de Rijksmunt de volledi ge term steekpenning te ge waagd vond. Bij de naam werd een ontwerp gevoegd, dat bestaat uit een wapen op de ene kant van de munt en een kroontje, een hand met kaarten en een weegschaal op de andere kant. De waar de van de munt werd op 25 gulden gesteld. De Rijksmunt vond het woord „steekpen ning" voluit kennelijk niet te gewaagd in het geval van Willem Vis, want deze on dervond op dat punt geen te genwerking. Naar aanleiding daarvan heeft Bram Hensing inmiddels weer de volledige term gedeponeerd. Vespasianus Willem Vis ging in ieder ge val sneller te werk met zijn penning, want deze wordt inmiddels al geslagen. De munt toont aan de ene zijde de Romeinse keizer Vespasi anus, de opvolger van de be ruchte keizer Nero, die re geerde van 69 tot 78 na Christus. Van hem is de uit spraak „Geld stinkt niet" af komstig. Hij zei dat tegen zijn zoon Titus, die kritiek leverde op het feit dat zijn vader belasting hief op open bare toiletten. De andere zij de van de munt toont een ridder te paard die drie mun ten letterlijk doorsteekt, en is voorzien van de randtekst „Steekpenning". De munt wordt in eerste instantie uit gebracht in brons en kost dan 10 gulden. Deze penning steekt derhalve Bram Hen sing, die gisteren via zijn ad vocaat eiste dat de munt uit de roulatie wordt genomen op straffe van een dwangsom van 5000 gulden per dag. Ook zou Vis via advertenties in onder meer de Muntkoe- rier moeten melden dat zijn munt niet de echte steekpen ning is. Advocaat mr. De Jong, die de belangen van Vis verde digde stelde gisteren dat de afbeeldingen op de pennin gen te verschillend zijn om van een inbreuk op het merk te kunnen spreken. „Op die manier kun je een in 1985 geslagen rijksdaalder ook wel beschouwen als en in breuk op het merkrecht", stelde hij. Ook toonde De Jong aan dat de steekpen ning al niet meer uniek is; hij had een exemplaar bij zich van een zilverkleurige steekpenning, die in 1979 werd uitgegeven door pla tenmaatschappij Grammo- service. Mr. Vogel, de advo caat van Hensing stelde dat het publiek in verwarring is gebracht door de munt van Vis en nu niet meer weet welke penning de echte is. Bram Hensing heeft inmid dels 4500 bestellingen binnen voor zijn nog altijd niet ge slagen penning. De opdracht aan de Rijksmunt zal bin nenkort worden verstrekt, aangezien Hensing met de opbrengst een koffieshop wil beginnen in Leiderdorp en inmiddels vrijwel zeker weet dat hij daarvoor toestemming krijgt. Overigens verklaarde mr. De Jong te verwachten dat de penning van Hensing nooit zal worden geslagen, aangezien de Rijksmunt niet bereid zou zijn een tweede munt te slaan met dezelfde titel. De rechter, mr. Portheine doet op dinsdag 21 januari uitspraak in deze zaak. LEIDEN Een deel van het jaarlijkse aanbod van kleine- zaalvoorstellingen wordt niet door vaste toneelgezelschap pen bedacht en gespeeld, maar op initiatief van thea ters gemaakt. Theaters als Lantaren, Shaffy en De To neelschuur (uit Rotterdam, Amsterdam en Haarlem) or ganiseren en financieren meerdere malen per jaar zo genaamde ad-hoc producties, waarvoor regisseur en ac teurs speciaal worden aange trokken. Die theaters doen dat al jaren, hebben er een budget voor en een hoeveel heid personeel die daarop is berekend. Bij het LAK ontbreken de traditie, het geld en de extra mensen, maar toch kunt u morgenavond in dat theater gaan kijken naar 'Sur la tête', de eerste echte eigen LAK-theaterproduktie. Daarmee gaat een jarenlang zachtjes gekoesterde wens van LAK-baas Roland Hel- mer in vervulling. Hij stelde in een interview met deze krant aan het begin van het theaterseizoen, dat er relatief weinig kapitaal voor nodig is om met een door het LAK georganiseerde produktie te komen: een uitstekend geou tilleerde ruimte is beschik baar, evenals de technische kennis. Het is in onze cul- tuuronvriendelijke economie nauwelijks denkbaar dat een nieuw gezelschap het geld voor al die kostbare zaken zelf bijeen kan brengen. Daarnaast hebben dergelijke produkties het voordeel dat ze acteurs en regisseurs die niet aan een gezelschap ge en verbonden zijn de moge lijkheid bieden voorstellin gen te maken met een rela tief grote artistieke vrijheid. Dergelijke theaterinitiateven bieden kans op verrassende samenwerkingen en dus re sultaten. Door het LAK zou den professionele regisseurs aangetrokken kunnen wor den, die met een (overwe gend) uit amateurs bestaande groep een voorstelling ma ken, die de kwaliteit heeft om het land in te gaan. Mis schien komt het nooit zover, maar het begin is er nu. De eerste voorstelling in wat hopelijk een serie gaat wor den is het debuut van Ingrid van Frankenhuyzen, studen te theaterwetenschap in Am sterdam, als toneelschrijfster en regisseuze. In haar 'Sur la tête' voert ze drie vrouwen op, die bewust een bepaalde houding tegenover de maat schappij hebben gekozen. Een van hen. Roos, is met haar situatie niet tevreden en verruilt haar aangepaste bestaan zoals haar vriendin Dominique dat ook leeft, in de loop van het stuk voor een positie in de marge van de samenleving. Daartoe wordt ze geïnspireerd door Barbertje, die vrij is en veel van wat ze nodig heeft vindt in de vuilnisbak. Ingrid van Frankenhuyzen over haar stuk: „'Sur la tête' laat in fragmenten de ont wikkeling van Roos zien van de levensstijl van Dominique naar die van Barbertje. Ik heb niet gekozen voor een van de drie vrouwen, er zijn in dit stuk eigenlijk geen verliezers. De toeschouwer kan zich natuurlijk wel de vraag stellen hoe het alle maal zo gekomen is. 'Sur la tête' is geen typisch tekst stuk, daar heb ik een hekel aan. Om de jeugd van Bar bertje te laten zien heb ik een filmpje gemaakt, en een van de scenes zou je kunnen zien als een parodie op de minimal dance-rage." Over de kansen van deze LAK-produktie in het klei ne-zaalcircuit zegt Ingrid: „Er zijn zoveel slechte, saaie, slordig gemaakte voorstellin gen te zien, het moet moge lijk zijn om daarmee te con curreren. Een paar theaters hebben al een optie genomen op het stuk, die komen in ie der geval kijken, dus het ligt verder aan ons." DICK VAN TEYLINGEN De drie vrouwen in 'Sur la tète'.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1986 | | pagina 11