Roald Dahlboze
tovenaar van de
kinderli tera tuur
DE
KEER
Juweel
Hoe ver mag je gaanf
Tot aan het bittere einde"
Tina Turner:
biografie van
opmerkelijke
popzangeres
BOEKEN
EeidóG Soti-umt
VRIJDAG 10 JANUARI 1986 PAGINA
LONDEN Elke keer
wanneer ik iemand vertel
dat ik Roald Dahl ga in
terviewen, zijn de reacties
negatief. Dahl zou ge
meen, arrogant, grof en
nog veel meer fraais zijn,
tenminste, dat heeft men
via-via gehoord. Eigenlijk
heeft niemand een goed
woord voor hem over.
Toch maakt deze beroem
de schrijver van kinder
boeken tijdens ons ge
sprek een charmante,
geestige en beleefde in
druk, zodat het vermoe
den rijst dat hij iets van
het gespleten karakter
van een dokter Jekyll en
mister Hyde in zich her
bergt. Ik praat weliswaar
met de ongevaarlijke Je
kyll, maar heb toch het
idee dat zijn „alter ego"
Hyde nooit ver uit de
buurt is. Misschien dat de
aanwezige familie de
Hyde in hem in bedwang
houdt. Dochter Ophelia
komt af en toe polshoogte
nemen: „Hij zegt toch
geen vreselijke dingen? Is
hij weer zo extreem
rechts bezig?"
Op de bestsellerlijsten van
kinderboeken kom je steevast
enkele van zijn boeken tegen.
Er is bijna geen kind te vin
den dat niet oen boek van
hem gelezen heeft, of er uit
voorgelezen is. Het zijn de
kinderen zelf, die er voor zor
gen dat Dahls faam verspreid
wordt: onderwijzers, ouders
en bibliotheken hebben de
neiging zijn werk met enig
zins gefroste wenkbrauwen te
bekijken. De verhalen zijn
„niet netjes", „ondeugend",
„anti-volwassenen", „grieze
lig" en soms „wreed". Ze zijn
echter ook orgineel, veras
send, grappig en vernuftig ge
schreven. vol woorden die
kinderen leuk vinden. De na
tuurlijke behoeften van de
mens zijn een geliefd thema:
in een van zijn boeken is een
heel hoofdstuk gewijd aan het
winden laten.
Roald Dahl (Raald Daal, zegt
zijn familie) is zeventig, maar
maakt een jongere indruk,
ondanks de duidelijke gebo
gen schouders en de zware
operaties die hij vorig jaar
heeft ondergaan. Hij schrijft
zijn boeken in een wit schuur
tje in zijn tuin. Van buiten
ziet het er keurig uit, binnen
is het een rotzooitje. De mu
ren zien geel van de neerge
slagen nicotine, het is koud en
vochtig. Overal staan overja
rige kacheltjes, die er niet erg
betrouwbaar uitzien. Op het
bureau liggen zijn oude heup
gewrichten, herinneringen
aan zijn operaties. Het geheel
zou het decor kunnen zijn
voor een van zijn griezelige
verhalen uit de tv-serie Tales
of the Unexpected.
Onverwachte draai
Veel van zijn werk is macaber
en bizar.' Hij is beroemd om
de briljante, onverwachte
draai die zijn verhalen op het
einde vaak krijgen. De hoofd
personen uit zijn verhalen
voor volwassenen, waarin
haat en begeerte een grote rol
spelen, hebben vaak gemene
trekken en hoewel de verha
len boeiend en goed geschre
ven zijn, laten ze toch een
nare smaak achter, een gevoel
dat de schrijver weinig goeds
in het menselijke ras kan ont
dekken.
Misschien komt dat omdat
Roald Dahl zelf in zijn leven
nogal wat ellende heeft mee
gemaakt. Een van zijn doch
ters stierf op zevenjarige leef
tijd. zijn zoon liep als baby
hersenletsel op en de vrouw
waarmee hij dertig jaar ge
trouwd was, de actrice Patri
cia Neal, kreeg een beroerte.
Het heroïsche verhaal over
hoe hij haar geholpen heeft
terug te keren naar een nor
maal leven is al vaak verteld.
Na al die voorbeeldige toewij
ding zijn ze nu echter geschei
den en is Dahl hertrouwd met
een dertig jaar jongere vrouw.
Hij concentreert zich tegen
woordig voornamelijk op het
schrijven van kinderboeken.
In deze verhalen beleven de
helden, die tenminste nog
eenvoudig, moedig en onge
compliceerd zijn, absurde en
fantastische avonturen.
Roald Dahl maakt met zijn la
conieke en enigzins levens
moede houding niet bepaald
de indruk van een man die
dol is op kinderen. Het tegen
deel is waar. „Ik ben dol op
ze, bewonder ze", zegt hij na
drukkelijk. „De meeste ouwe
kerels doen net alsof en delen
snoepjes uit, om maar te zor
gen dat ze weer weg gaan.
Maar ik hou ze altijd even bij
me. Ze zijn zo onschuldig".
Onschuldig? „Ik bedoel op
seksueel gebied", verklaart
Dahl. „Voor jongelui en vol
wassenen is seks de voor
naamste drijfveer. Het is be
moedigend menselijke wezens
te ontmoeten, die niet hier
door gedreven worden". Ik
sta op het punt te vragen
waarom hij seksualiteit zo ne
gatief interpreteert, maar een
waarschuwende blik in zijn
ogen suggereert dat Mister
Hyde op de loer ligt.
Kinderboek beneden
peil
„Kinderen zijn harder, ruwer,
nog maar voor de helft be
schaafd", vervolgt Dahl. „Ze
lachen om dingen waardoor
wij in verlegenheid gebracht
worden".
Volgens hem ligt het geheim
van een goed kinderboek in
het feit dat het ook voor vol
wassenen leesbaar is. Hij
kreunt wanneer hij spreekt
over het peil van de meeste
kinderboeken: Duizenden
daarvan zijn absoluut waarde
loos, gewoon pulp, en worden
nooit meer herdrukt". Hij
wijst erop hoe weinig van die
kinderboeken „in" blijven en
hoe weinig boeken het van de
televisie winnen.
Toch gelooft hij dat er op dit
moment meer schrijvers en
vooral schrijfsters van goede
en blijvende kinderboeken
zijn dan ooit tevoren. Ze krij
gen echter opvallend weinig
waardering voor hun werk.
omdat schrijvers van kinder
literatuur meestal buiten be-
Roald Dahl over kinderen: „Ik ben dol op ze, bewonder ze. De meeste ouwe kerels doen net alsof
en delen snoepjes uit, om maar te zorgen dat ze weer weg gaan. Maar ik hou ze altijd even bij
me. Ze zijn zo onschuldig".
schouwing gelaten worden
wanneer er gesproken wordt
over de beste schrijvers van
dit moment.
Wat Dahl zelf betreft: zijn
werk wordt in Groot-Brittan-
,nië nooit gerecenseerd. „Ik
weet niet waarom", zegt hij
schouderophalend. „Misschien
heeft jaloezie er iets mee te
maken. Zelfs wanneer er eens
een pagina aan kinderboeken
gewijd wordt, dan nog sta ik
er niet bij. Terwijl ik toch
bestsellers schrijf. Ze zeggen:
ach, hij doet 't toch goed, hij
heeft onze recensie niet no
dig".
Volgens hem zijn er maar zo
weinig goede kinderboeken,
omdat schrijven voor de jeugd
moeilijker is dan schrijven
voor volwassenen. „De meeste
schrijvers zijn oude zeurpie
ten, die al gauw gezwollen
taal gebruiken en de mening
van volwassenen verkondi
gen. Het beste zou zijn wan
neer de kinderen zélf goed
konden schrijven, maar dat
kunnen ze niet. Dat moet een
volwassene doen, die als een
kind kan denken en nog een
stukje van hun kinderlijke
persoonlijkheid heeft. Zo ie
mand als ik, een grappige
oude knar".
„De Heksen"
Zijn laatste boek, „De Hek
sen", is net uitgebracht in
Groot-Brittannië. Het heeft
hem de woede van een aantal
feministen op de hals gehaald,
die zeggen dat hij met zijn
nieuwste boek vrouwen bela
chelijk probeert maken. Met
een sardonische glimlach op
het gelaat schuift hij deze sug
gestie met een handgebaar
terzijde.
Zeker is dat elk boek de in
druk maakt weer harder te
zijn dan het vorige, daarmee
appelerend aan de hardheid
en wildheid die Roald Dahl in
kinderen observeert Veel ou
ders en onderwijzers bekijken
ondermijnende lectuur.
„De Heksen" is het vrolijke
en gewaagde verhaal van een
aantal op het eerste gezicht
doodgewone vrouwen met
een doodgewone baan (het
zou de buurvrouw of de juf
kunnen zijn), die zich ontpop
pen als angstaanjagende,
blauw-spugende heksen. „Een
heks is altijd een vrouw. Ik
wil niets slechts zeggen van
vrouwen de meeste zijn
bijzonder aardig. Maar het
blijft een feit dat alle heksen
vrouwen zijn" een paar
zinnen die de toon van het
verhaal aangeven.
Er is echter één positieve re
gel die Dahl altijd gehoor
zaamd: het verhaal moet goed
aflopen. „Stel je eens voor,
een verdronken Winnie de
Poeh aan het einde van het
verhaal, dat is toch echt on
mogelijk?"
POLLY TOYNBEE
Copyright The Guardian
Een juweel. Zo mag het kin
derboek „Nog eventjes lekker
niet slapen" van Simone
Schell zeker genoemd worden.
Niet alleen de heerlijke ge
dichten en verhaaltjes recht
vaardigen die kwalificatie: de
werkelijk prachtige penteke
ningen, waarmee het rijk is
geïllustreerd, doen dat zeker
ook. De tekeningen, gemaakt
an
door Fiel van der Veen. zjgEi
een getuigenis van de liefjor£
waarmee ze op papier zijn g' aa
zet. Alles bij elkaar een hoiLse
stand, zeer gevarieerd (voojn
)leesboek, dat zijn prijs waaj |jj]
>s- los
Simone Schell: "Nog eve ik
tjes lekker niet slapen". Ik)
geverij Van Goor. Pri
ƒ24,90.
iner
Voor katholieken die in de jaren vijftig trouwden en naderha*—
de sexuele revolutie over zich heen kregen, valt er best wat
(glim)lachen over het keurslijf van regels waarin ze werden oj
gevoed.
David Lodge, een Engelse schrijver die zelf ooit katholiek moj "1
zijn geweest, heeft dat in ieder geval gedaan. Het resultaat is
satirische roman, waarin de stormachtige ontwikkeling van
katholieke kerk in de afgelopen dertig jaar in beeld is gebrac
aan de hand van een stel intellectueel ingestelde katholieke
Hoe ver mocht je gaan, of hoe ver mag je gaan, als je katholié
wilde blijven? Een vraag die gezien de revolutie in de voorg^
schreven moraal en het dogma steeds weer anders beantwooi
kon worden.
Met rake humor en zelfspot geeft Lodge een aardig beeld van
geestelijke ontwikkelingen bij meelevende katholieken, niet al
leen waar het de zeden betreft. De aanpak werkt onthullend 8
tegelijkertijd bevrijdend, want je kan er om lachen. £)R
Dat de vraag zich toespitst op het gedrag in het huwelijk ho^jn|
niet te verbazen voor wie nog weet heeft van de uitgebreiua
kerkelijke regelzucht waar het de goede zeden betreft. Lodf..
'kan schieten voor open doel, maar geeft er daardoor waarschijr
lijk tevens blijk van zelf ook slachtoffer te zijn van zo'n opvor0
ding. |SC<
Vreemd is wel dat deze katholieken, die met hun tijd mee gaa^J
en op het eind van het boek gesettelde veertigers zijn met kir
deren in de puberleeftijd, zich nog steeds krampachtig afvrag# a
hoe ver ze mogen gaan. Leren zij dan nooit op eigen benevo
staan? Zelfstandig denken wordt nu toch ook in de kerk g»ee
waardeerd! v
PAUL VAN VELTHOVq^
David Lodge: „Hoe ver mag je gaan? Uitgeverij Gottmé[en
Haarlem. Prijs 37,50. in£
De in Zwisterland geboren
schrijver Werner Egli, die al
sinds zijn jeugd wordt geboeid
door de Indianen en de Ame>
rikaanse wildernis en die nu
zelf in Amerika (Arizona)
woont, heeft daaraan al ver
scheidene romans voor vol
wassenen en kinderen gewijd.
Al meermalen werd zijn werk
bekroond. Ook in het span
nende, goed gedocumenteerde
jeugdboek „Tot aan het bittere
eind" laat deze schrijver zijn
grote kwaliteiten zien. Het
verhaal gaat over een paar
mensen, die in de witte wil
dernis van Canada op zoek
zijn naar een aangeschoten
grizzlybeer, die daardoor le
vensgevaarlijk is. Een span
nend boek voor kinderen van
af 11 jaar.
Totaan u
het bittere eind8
Werner J. Egli: „Tot aan
bittere eind". Uitgeve [I
Ploegsma. Prijs 22,5P
>r:
Een van de meest opmerkelij
ke vrouwen in de popmuziek
is wel Tina Turner. Ze maakte
al in de jaren zestig naam als
partner van Ike Turner, raak
te na haar breuk met Ike artis
tiek in de versukkeling, maar
bracht de veerkracht op voor
een opmerkelijke come-back
in de jaren tachtig. Vandaag
de dag, op een leeftijd van
meer dan vijftig, is ze nog al
tijd een van de meest dynami
sche verschijningen in de lich
te muziek. Tina Turner is een
graag geziene performer, ze
zong eeq memorabel duet met
Mick Jagger tijdens Live Aid
en scoort momenteel hit na
hit, waarbij ze samenwerkt
met talloze andere grote na
men in de hedendaagse pops-
cene, zoals onlangs nog haar
samenzang met Bryan Adams.
Het roerige leven en de al
even roerige carrière van deze
zangeres (geboren als Anna
Mae Bullock) zijn het onder
werp van een biografie van de
hand van Bart Mills, onlangs
in Nederlandse vertaling uit
gebracht Mills heeft een wat
pathetische hand van schrij
ven, maar zijn beschrijving
van Tina's jeugd, haar samen
werking met Ike, de interim-
periode van artistiek en com
mercieel falen en haar her
nieuwde bloei in recente jaren
is adequaat. Het boek is voor
zien van een aantal zwartwit-
-foto's waarvan vooral de ou
dere interessant zijn.
Bart Mills: „Tina Turner,
biografie". Vertaling Pauli
ne Moody. Uitgeverij De
Kern, Baarn. Prijs: 19,90.
(ADVERTENTIE)
BOEKHANDEL
LEIDEN - LEIDERDORP
OEGSTGEEST - KATWIJK
VOORSCHOTEN
boeken
actueel
Duizend
Cremer-foto's
„Mijn hele bestaan is op foto's
vastgelegd, er bestaan meer
dan 100.000 foto's van me,
misschien wel miljoen, maar
in ieder geval 100.000 die ik
weet te vinden", heeft Jan
Cremer ooit aan Guus Luij-
ters meegedeld. Daar is de
laatste mee aan het werk ge
gaan, om een groot Cremer-
fotoboek samen te stellen. Hij
schrijft er een helfdhaftig
verhaal over: „Samen met
Cremer heb ik een karavaan-
route gelopen door zijn per
soonlijke archieven in Am
sterdam, Londen en New
York. In eindeloze sessies
hebben we minstens 25 hut
koffers omgespit". En zo ver
der.
Meer dan 1000 foto's en docu
menten worden ons beloofd.
Jan Cremer met iedereen en
overal. Op een fauteuil geze
ten voor de Brandenburger
Tor; staande op de poolcirkel
(wat door een bordje wordt
aangegeven); op een kameel
in de Gobi-woestijn; stappend
op het Rode Plein of hangend
met al die vrouwen, soms in
zeer onthullende standen ge
fotografeerd. De onderschrif
ten bij die foto's zijn simpel:
„Met Loesje", „Met Gertrude"
of „Anita „Leonie", „Titi"
en „Cochita".
Natuurlijk is dit boek onmis
baar voor de ware Cremer-
fans. De greep uit de 25 hut
koffers en wie weet wat nog
meer is niet altijd gelukkig,
zeker niet voor lezers, die niet
onmiddellijk gevloerd zijn
door de grote „sage", die Cre
mer in staat is rond zichzelf
op te voeren.
Multatuli's
gedichten
De lezers van „Max Ha ve
laar" en „Woutertje Pieterse"
herinneren zich dat Multatuli,
de auteur ervan, kennelijk
niet veel op had met de poë
zie. De tirade van Droogstop
pel tegen rijmelarij („Het
weer is guur/ en het is vier
uur") of Meester Pennewips
problemen met de dichtoefe
ningen van zijn leerlingen
(„Het hengelen is een schone
zaak/ en geeft het mensdom
veel vermaak") logen er niet
om. Toch heeft Sander Blom,
de samensteller van een bun
del gedichten van Multatli,
heel wat poëzie van zijn hand
gevonden.
Reeds als leerling aan de La
tijnse School in Amsterdam
schreef Multatuli, toen nog
Eduard Douwes Dekker, poë
zie. Dat hoorde in die tijd na
tuurlijk. Maar uit die jaren is
niets bewaard gebleven. Wan
neer hij als ambtenaar begint
te werken in Nederlands In-
dië komen vele gedichten uit
zijn pen, bij allerlei gelegen
heden. Het openingsgedicht,
dat in deze - eerste - bundel
met Multatulipoëzie opgeno
men is, bestaat uit achttien
strofen, die gewijd zijn aan
„Mijn schaatsen". De vijfde
strofe luidt:
„Hoe schoon is de winter - De
bomen bestrooid
Met het prachtvol gewaad uit
den Hemel.
Als natuur in 't verblindende
wit is getooid.
en geen windje de stilstaande
stromen meer plooit,
en de sneeuw met oneindig
gewemel
Zo rechtstreeks van boven de
weiden bedekt
En aan 't uitgeput aardrijk ten
zegen verstrekt".
Verhalen
Eind vorig jaar bracht Meu-
lenhoff een dikke bundel uit
bij gelegenheid van zijn 90-ja-
rig jubileum, het heet dan ook
„Bijna honderd" en het bevat
verhalen en gedichten van
schrijvers uit het literaire
fonds van deze uitgever. Alle
bijdragen zijn gerangschikt
naar het geboortejaar van de
auteurs: de eerste en dus de
oudste is Lodewijk van Deys-
sel, de twee jongste zijn Kes-
ter Freriks en Carolijn Viser.
Aan het einde van het boek
een uitvoerige reeks bio- en
bibliografische aantekenin
gen. Heel wat literair leesgoed
voor een bijzonder lage prijs.
Van Meulenhoff ook een inte
ressante bundel met vertaalde
verhalen. Zeventien Spaanse
schrijvers van nu komen in
dit boekje, „Spaans verhaal",
aan het woord. Samensteller
Maarten Steenmeijer geeft
aan het slot van dit boek een
boeiend overzicht van de ont
wikkeling van de verhaal
kunst in de laatste twinig jaar
in Spanje. De dood van Fran
co in 1975 is ook in dit opzicht
een keerpunt geweest, zelfs
het werk van Arrabal, die
aanvankelijk door de censuur
zeer werd belemmerd, kon
sindsdien in Spanje worden
uitgegeven. In deze bundel
komt hij voor met een aantal
teksten uit zijn angstaanjagen
de, hallucinerende prozage
dichten uit „De steen van de
waanzin", een in Nederland
nog onbekend gebleven boek.
Van Manteau is er een verha
lenbundel, geheel gewijd aan
het naturalisme, beoefend
door Vlaamse auteurs, rond
1900 en in het eerste kwart
van deze eeuw. „Tijden van
beroering" heeft samensteller
Romain Debbaut zijn keuze
genoemd en je leest er verha
len in als „De biezenstekker"
van Cyriel Buysse, „Peerke
de Zwingelaar" van Reimond
Stijns of „In de schemering"
van Lode Baekelmans. Het
verhaal waaraan Debbaut de
titel van zijn boek ontleende
is van Gustaaf D'Hondt en
het opent aldus: „Met een
ruwe vuistslag, zwaar bon
zend als de slag van een mo
kerhamer, stootte hij de deur
open, kris-krassend-krijsend
op haar roestige hengsels.
Niemand bevond zich in het
kleine vertrek..." Hij komt
daar een vrouw opzoeken,
met wie hij een intense ver
houding beleeft: „maar dik
wijls hadden hun ogen, als in
stinctmatig, in elkaar geblikt,
onverschillig als het ware, en
toch met een gewaarwording
van steeds intenser gebereh'
Dat moet tot vreselijke dingen
leiden.
Betuwe
Na haar opvallende en succes
volle trilogie over het moder
ne leven - vooral in Amste-
dam - heeft Marijke Höweler
haar werkterrein verlegd, in
„Van geluk gesproken". „Bij
ons schijnt de zon" en „Ernes
to" (verschenen tussen 1982
en 1984) waren de hoofdper
sonen intellectuele dames en
heren met wie van alles mis
ging. In een aansprekelijke
stijl vol ironie op de gedragin
gen van de verhaalfiguren,
hun gedrag, taalgebruik en
bezigheden, gaf Marijke Hö
weler een lichtvoetig, maar
scherp beeld van dat wereld
je. Na een minder geslaagde
verhalenbundel is er nu een
roman, waarin een totaal an
dere wereld wordt beschre
ven: het dorpsleven in de Be
tuwe, in de voorloorlogse ja
ren. Het verhaal begint met
een voetbalwedstrijd, waar de
boerekinkels uit Zoelen en
Zaltbommel eens flink tegen
elkaar tekeer gaan, hetgeen
verschrikkelijk uit de hand
loop. Tobias, een van de jon
gens die toezien bij die ge
beurtenissen, is de hoofdper
soon van het verhaal, waarin
zijn leven wordt gevolgd.
Marijke Höweler is duidelijk
bezig met een heel andere
schrijfwijze in „Tobias". Ze
slaagt er niet in op deze nieu
we manier even verrassend,
vermakelijk of overtuigend te
worden als in haar bekende
drietal.
Slauerhoff
en China
Meer dan vijftig jaren gele
den, in 1932 en 1934 versche
nen de twee grote romans van
Slauerhoff, die onmiskenbaar
heel veel met elkaar te ma
ken hebben: „Het verboden
rijk" en „Het leven op aarde".
Bij ingewijden was bekend,
dat Slauerhoff, die in 1936
stierf, in gedachten bezig was
aan een derde grote roman,
die deze reeks tot een synthe
se zou moeten brengen. Het
boek is er nooit gekomen. In
tussen ligt er nog wel veel
materiaal van Slauerhoff, dat
na zijn dood. onder andere via
A. Roland Holst en K. Lek-
kerkerker, in het bezit kwam
van vrienden. Die richtten
een Slauerhoff-commissie opv
waarin ze zich bezig hielden
met die literaire nalatenschap,
die bijeengebracht was in een
zwarte scheepskist. Het mate
riaal daarin was volledig on
geordend. Later kwam het in
het bezit van de Haagse ge
meente, waarna het weer
werd overgedragen aan het
Letterkundig Museum.
In de serie literaire documen
ten, die het Letterkundig
Musseum en Documentatie
centrum uitgeeft, „Achter het
Boek", is nu onder redactie
vanf W. Blok en K. Lekker-
kerker een voor Slauerhoff-
lezers bijzonder boeiende uit
gave gekomen. Dit boek, „Het
China van Slauerhoff", bevat
aantekeningen en ontwerpen
voor de Cameronromans. het
vele materiaal uit Slauerhoffs
litraire nalatenschap dat ge
wijd is aan Cameron, de
hoofdpersoon van „Het Ver
boden rijk" en „Het leven op
aarde", is hier overzichtelijk
gerangschikt. Het heeft de sa
menstellers veel moeite ge
kost uit het onmogelijke en
slordige handschrift de tek
sten te lezen en te reconstrue
ren. Met veel detaillering leg
gen zij verantwoording af van
hun werkwijze.
Veel voorstudies of uiteinde
lijk niet in de romans opgeno
men fragmenten die met de
twee romans te maken heb
ben, zijn hier te vinden. Maar
er is ook een en ander, waar
van aangenomen moet word-
ne, dat het te maken heeft
met dat derde deel, waar
Slauerhoff feitelijk niet eens
echt aan begonnen is. Het be
lang van „Het China van
Slauerhoff" ligt natuurlijk
vooral in het feit, dat door dit
boek zo ongelooflijk veel rijk
materiaal ter beschikking
kom voor de Slauerhoff-on-
derzoekers, wat van groot be
lang moet zijn voor de inter
pretaties van beide romans.
Vertalen
In 1985 kreeg de Franse nou
veau roman-schrijver Claude
Simon de Nobelprijs voor lite
ratuur. Dat geeft Nederlandse
uitgevers aanleiding tot het
vertalen van zijn werk. Het
beroemde boek „La route des
Flandres" komt binnenkort
uit. Reeds verschenen in het
Nederlands is Simon's roman
„Palace" uit 1962, waarin hij -
volgens de stijl die hem eigen
is - hevige en indringende
beelden geeft van een Spaan
se stad tidjens de Burgeroor
log. Schijnbaar heerst een to
tale chaos in het boek en ver
liest de verteller zich keer op
keer in details en onbegrijpe
lijke uitweidingen, maar daar-
me raakt de lezer in dezelfde
toestand van verwarring,
waar de personen over wie hij
leest in gevangen zijn, door de
complexiteit van het leven.
Van Marguerite Duras, leef
tijdgenoot van Claude Simon
(beiden zijn een paar jaar ge
leden zeventig geworden),
was in Nederland al veel
meer uitgebracht. Haar laatste
boeken, waarin zij op heel au
tobiografische wijze te werk
gaat, zijn een soort sensatie,
niet alleen in Frankrijk. Vo
rig jaar verscheen „De mi-
naar", over de eerste liefde
servaringen van de jonge
Marguerite in Vietnam, nu is
er „De pijn", waarin zij
schrijft over haar ervaringen
in het verzet, tijdens de Twee
de Wereldoorlog.
Het titelverhaal beschrijft hoe
Duras na de bevrijding wacht
op nieuws over haar echtge
noot, die als verzetstrijder
Junichiro
Tanizaki
Het geheim
Ind
eheim^r
Ti" en[/
i „Hetf
naar het buitenland is ge
voerd. Hij zal door Fran^oi^"^
Mitterand tussen de doden en^
stervenden in Dachau worden)
ontdekt en razendsnel
Parijs teruggevoerd worden.
Daar ervaart hij de pijn weer
aan het leven te moeten wem
nen. „De pijn" is een heel in
drukwekkend boek.
Twee belangrijke Japanse ro
mans in Nederlandse verta
ling bij Meulenhoff: van Jani-j
chiro Tanizaki „Het geheimj
van de heer van Musashi"
van Yasunari Kawabata
meer". Het eerste is een histo-]
rische roman uit 1932, waari:
de auteur brak met een aan
Japanse tradities. Zijn hoofd
persoon, een vermaard krijgerl
uit het verleden, wordt be-!
licht in zijn gepassioneerd eenfl
masochistische sexuele ver-M
houding tot de vrouw Kikyo.
Ook in „Het meer" neemt di
erotiek een belangrijke plaai
in: de opgejaagde hoofdper-]
soon is op zoek naar een we
reld van schoonheid. In zijnj
herinnering is er het meer,
een bijna freudiaans symbool!
van geluk, moederlijkheid,
maar ook de bron van onder-Pe
gang.
In deze rubriek besproken]
en genoemde boeken:
„Jan Cremer in beeld" - sa-3o:
mengesteld door Guus Luij-jat
ters. Uitgave Loeb. Prijsi
ƒ32,50. L
Multatuli: „Gedichten"
verzameld en ingeleid doorter
Sander Blom. Uitgave Bertrp
Bakker. Prijs 34,90 »si<
„Bijna honderd" - Meulen- k
hoff 1895-1985, verhalen enn
gedichten van schrijvers uit;
net literaire fonds. Uitgave'
Meulenhoff. Prijs 14,90
„Spaans verhaal" - zevei
tien Spaanse schrijvers vanhg
nu. Uitgave MeulenhoffA
Prijs ƒ14,90.
„Tijden van beroering" ei
andere naturalistische vei
halen. Uitgave Manteai
Prijs ƒ29,50
Marijke Höweler: „Tobias".[Wc
Uitgave De Arbeiderspers.!1 3
Prijs ƒ24,50. 'ke
„Het China van Slauerhoff^ 1
- uitgave in serie „Achterf™
het boek" van het Neder
lands Letterkundig Mu
seum en Documentatiecen
trum. prijs 60,-.
Claude Simon: „Palace".^
Uitgave Meulenhoff. Prijsf
ƒ14,90.
Marguerite Duras:
Pijn". Uitgave Van Gennep
Prijs ƒ27,50.
Janjchiro Tanizaki: „Hel1
geheim van de heer van Muj'
sashi". Uitgave Meulenhoff."
Prijs 27,50.
Yasunari Kawabata: „Hef1
meer". Uitgave Meulenhoff-'1
Prijs 29,50.