Roald Dahlboze tovenaar van de kinderli tera tuur DE KEER Juweel Hoe ver mag je gaanf Tot aan het bittere einde" Tina Turner: biografie van opmerkelijke popzangeres BOEKEN EeidóG Soti-umt VRIJDAG 10 JANUARI 1986 PAGINA LONDEN Elke keer wanneer ik iemand vertel dat ik Roald Dahl ga in terviewen, zijn de reacties negatief. Dahl zou ge meen, arrogant, grof en nog veel meer fraais zijn, tenminste, dat heeft men via-via gehoord. Eigenlijk heeft niemand een goed woord voor hem over. Toch maakt deze beroem de schrijver van kinder boeken tijdens ons ge sprek een charmante, geestige en beleefde in druk, zodat het vermoe den rijst dat hij iets van het gespleten karakter van een dokter Jekyll en mister Hyde in zich her bergt. Ik praat weliswaar met de ongevaarlijke Je kyll, maar heb toch het idee dat zijn „alter ego" Hyde nooit ver uit de buurt is. Misschien dat de aanwezige familie de Hyde in hem in bedwang houdt. Dochter Ophelia komt af en toe polshoogte nemen: „Hij zegt toch geen vreselijke dingen? Is hij weer zo extreem rechts bezig?" Op de bestsellerlijsten van kinderboeken kom je steevast enkele van zijn boeken tegen. Er is bijna geen kind te vin den dat niet oen boek van hem gelezen heeft, of er uit voorgelezen is. Het zijn de kinderen zelf, die er voor zor gen dat Dahls faam verspreid wordt: onderwijzers, ouders en bibliotheken hebben de neiging zijn werk met enig zins gefroste wenkbrauwen te bekijken. De verhalen zijn „niet netjes", „ondeugend", „anti-volwassenen", „grieze lig" en soms „wreed". Ze zijn echter ook orgineel, veras send, grappig en vernuftig ge schreven. vol woorden die kinderen leuk vinden. De na tuurlijke behoeften van de mens zijn een geliefd thema: in een van zijn boeken is een heel hoofdstuk gewijd aan het winden laten. Roald Dahl (Raald Daal, zegt zijn familie) is zeventig, maar maakt een jongere indruk, ondanks de duidelijke gebo gen schouders en de zware operaties die hij vorig jaar heeft ondergaan. Hij schrijft zijn boeken in een wit schuur tje in zijn tuin. Van buiten ziet het er keurig uit, binnen is het een rotzooitje. De mu ren zien geel van de neerge slagen nicotine, het is koud en vochtig. Overal staan overja rige kacheltjes, die er niet erg betrouwbaar uitzien. Op het bureau liggen zijn oude heup gewrichten, herinneringen aan zijn operaties. Het geheel zou het decor kunnen zijn voor een van zijn griezelige verhalen uit de tv-serie Tales of the Unexpected. Onverwachte draai Veel van zijn werk is macaber en bizar.' Hij is beroemd om de briljante, onverwachte draai die zijn verhalen op het einde vaak krijgen. De hoofd personen uit zijn verhalen voor volwassenen, waarin haat en begeerte een grote rol spelen, hebben vaak gemene trekken en hoewel de verha len boeiend en goed geschre ven zijn, laten ze toch een nare smaak achter, een gevoel dat de schrijver weinig goeds in het menselijke ras kan ont dekken. Misschien komt dat omdat Roald Dahl zelf in zijn leven nogal wat ellende heeft mee gemaakt. Een van zijn doch ters stierf op zevenjarige leef tijd. zijn zoon liep als baby hersenletsel op en de vrouw waarmee hij dertig jaar ge trouwd was, de actrice Patri cia Neal, kreeg een beroerte. Het heroïsche verhaal over hoe hij haar geholpen heeft terug te keren naar een nor maal leven is al vaak verteld. Na al die voorbeeldige toewij ding zijn ze nu echter geschei den en is Dahl hertrouwd met een dertig jaar jongere vrouw. Hij concentreert zich tegen woordig voornamelijk op het schrijven van kinderboeken. In deze verhalen beleven de helden, die tenminste nog eenvoudig, moedig en onge compliceerd zijn, absurde en fantastische avonturen. Roald Dahl maakt met zijn la conieke en enigzins levens moede houding niet bepaald de indruk van een man die dol is op kinderen. Het tegen deel is waar. „Ik ben dol op ze, bewonder ze", zegt hij na drukkelijk. „De meeste ouwe kerels doen net alsof en delen snoepjes uit, om maar te zor gen dat ze weer weg gaan. Maar ik hou ze altijd even bij me. Ze zijn zo onschuldig". Onschuldig? „Ik bedoel op seksueel gebied", verklaart Dahl. „Voor jongelui en vol wassenen is seks de voor naamste drijfveer. Het is be moedigend menselijke wezens te ontmoeten, die niet hier door gedreven worden". Ik sta op het punt te vragen waarom hij seksualiteit zo ne gatief interpreteert, maar een waarschuwende blik in zijn ogen suggereert dat Mister Hyde op de loer ligt. Kinderboek beneden peil „Kinderen zijn harder, ruwer, nog maar voor de helft be schaafd", vervolgt Dahl. „Ze lachen om dingen waardoor wij in verlegenheid gebracht worden". Volgens hem ligt het geheim van een goed kinderboek in het feit dat het ook voor vol wassenen leesbaar is. Hij kreunt wanneer hij spreekt over het peil van de meeste kinderboeken: Duizenden daarvan zijn absoluut waarde loos, gewoon pulp, en worden nooit meer herdrukt". Hij wijst erop hoe weinig van die kinderboeken „in" blijven en hoe weinig boeken het van de televisie winnen. Toch gelooft hij dat er op dit moment meer schrijvers en vooral schrijfsters van goede en blijvende kinderboeken zijn dan ooit tevoren. Ze krij gen echter opvallend weinig waardering voor hun werk. omdat schrijvers van kinder literatuur meestal buiten be- Roald Dahl over kinderen: „Ik ben dol op ze, bewonder ze. De meeste ouwe kerels doen net alsof en delen snoepjes uit, om maar te zorgen dat ze weer weg gaan. Maar ik hou ze altijd even bij me. Ze zijn zo onschuldig". schouwing gelaten worden wanneer er gesproken wordt over de beste schrijvers van dit moment. Wat Dahl zelf betreft: zijn werk wordt in Groot-Brittan- ,nië nooit gerecenseerd. „Ik weet niet waarom", zegt hij schouderophalend. „Misschien heeft jaloezie er iets mee te maken. Zelfs wanneer er eens een pagina aan kinderboeken gewijd wordt, dan nog sta ik er niet bij. Terwijl ik toch bestsellers schrijf. Ze zeggen: ach, hij doet 't toch goed, hij heeft onze recensie niet no dig". Volgens hem zijn er maar zo weinig goede kinderboeken, omdat schrijven voor de jeugd moeilijker is dan schrijven voor volwassenen. „De meeste schrijvers zijn oude zeurpie ten, die al gauw gezwollen taal gebruiken en de mening van volwassenen verkondi gen. Het beste zou zijn wan neer de kinderen zélf goed konden schrijven, maar dat kunnen ze niet. Dat moet een volwassene doen, die als een kind kan denken en nog een stukje van hun kinderlijke persoonlijkheid heeft. Zo ie mand als ik, een grappige oude knar". „De Heksen" Zijn laatste boek, „De Hek sen", is net uitgebracht in Groot-Brittannië. Het heeft hem de woede van een aantal feministen op de hals gehaald, die zeggen dat hij met zijn nieuwste boek vrouwen bela chelijk probeert maken. Met een sardonische glimlach op het gelaat schuift hij deze sug gestie met een handgebaar terzijde. Zeker is dat elk boek de in druk maakt weer harder te zijn dan het vorige, daarmee appelerend aan de hardheid en wildheid die Roald Dahl in kinderen observeert Veel ou ders en onderwijzers bekijken ondermijnende lectuur. „De Heksen" is het vrolijke en gewaagde verhaal van een aantal op het eerste gezicht doodgewone vrouwen met een doodgewone baan (het zou de buurvrouw of de juf kunnen zijn), die zich ontpop pen als angstaanjagende, blauw-spugende heksen. „Een heks is altijd een vrouw. Ik wil niets slechts zeggen van vrouwen de meeste zijn bijzonder aardig. Maar het blijft een feit dat alle heksen vrouwen zijn" een paar zinnen die de toon van het verhaal aangeven. Er is echter één positieve re gel die Dahl altijd gehoor zaamd: het verhaal moet goed aflopen. „Stel je eens voor, een verdronken Winnie de Poeh aan het einde van het verhaal, dat is toch echt on mogelijk?" POLLY TOYNBEE Copyright The Guardian Een juweel. Zo mag het kin derboek „Nog eventjes lekker niet slapen" van Simone Schell zeker genoemd worden. Niet alleen de heerlijke ge dichten en verhaaltjes recht vaardigen die kwalificatie: de werkelijk prachtige penteke ningen, waarmee het rijk is geïllustreerd, doen dat zeker ook. De tekeningen, gemaakt an door Fiel van der Veen. zjgEi een getuigenis van de liefjor£ waarmee ze op papier zijn g' aa zet. Alles bij elkaar een hoiLse stand, zeer gevarieerd (voojn )leesboek, dat zijn prijs waaj |jj] >s- los Simone Schell: "Nog eve ik tjes lekker niet slapen". Ik) geverij Van Goor. Pri ƒ24,90. iner Voor katholieken die in de jaren vijftig trouwden en naderha*— de sexuele revolutie over zich heen kregen, valt er best wat (glim)lachen over het keurslijf van regels waarin ze werden oj gevoed. David Lodge, een Engelse schrijver die zelf ooit katholiek moj "1 zijn geweest, heeft dat in ieder geval gedaan. Het resultaat is satirische roman, waarin de stormachtige ontwikkeling van katholieke kerk in de afgelopen dertig jaar in beeld is gebrac aan de hand van een stel intellectueel ingestelde katholieke Hoe ver mocht je gaan, of hoe ver mag je gaan, als je katholié wilde blijven? Een vraag die gezien de revolutie in de voorg^ schreven moraal en het dogma steeds weer anders beantwooi kon worden. Met rake humor en zelfspot geeft Lodge een aardig beeld van geestelijke ontwikkelingen bij meelevende katholieken, niet al leen waar het de zeden betreft. De aanpak werkt onthullend 8 tegelijkertijd bevrijdend, want je kan er om lachen. £)R Dat de vraag zich toespitst op het gedrag in het huwelijk ho^jn| niet te verbazen voor wie nog weet heeft van de uitgebreiua kerkelijke regelzucht waar het de goede zeden betreft. Lodf.. 'kan schieten voor open doel, maar geeft er daardoor waarschijr lijk tevens blijk van zelf ook slachtoffer te zijn van zo'n opvor0 ding. |SC< Vreemd is wel dat deze katholieken, die met hun tijd mee gaa^J en op het eind van het boek gesettelde veertigers zijn met kir deren in de puberleeftijd, zich nog steeds krampachtig afvrag# a hoe ver ze mogen gaan. Leren zij dan nooit op eigen benevo staan? Zelfstandig denken wordt nu toch ook in de kerk g»ee waardeerd! v PAUL VAN VELTHOVq^ David Lodge: „Hoe ver mag je gaan? Uitgeverij Gottmé[en Haarlem. Prijs 37,50. in£ De in Zwisterland geboren schrijver Werner Egli, die al sinds zijn jeugd wordt geboeid door de Indianen en de Ame> rikaanse wildernis en die nu zelf in Amerika (Arizona) woont, heeft daaraan al ver scheidene romans voor vol wassenen en kinderen gewijd. Al meermalen werd zijn werk bekroond. Ook in het span nende, goed gedocumenteerde jeugdboek „Tot aan het bittere eind" laat deze schrijver zijn grote kwaliteiten zien. Het verhaal gaat over een paar mensen, die in de witte wil dernis van Canada op zoek zijn naar een aangeschoten grizzlybeer, die daardoor le vensgevaarlijk is. Een span nend boek voor kinderen van af 11 jaar. Totaan u het bittere eind8 Werner J. Egli: „Tot aan bittere eind". Uitgeve [I Ploegsma. Prijs 22,5P >r: Een van de meest opmerkelij ke vrouwen in de popmuziek is wel Tina Turner. Ze maakte al in de jaren zestig naam als partner van Ike Turner, raak te na haar breuk met Ike artis tiek in de versukkeling, maar bracht de veerkracht op voor een opmerkelijke come-back in de jaren tachtig. Vandaag de dag, op een leeftijd van meer dan vijftig, is ze nog al tijd een van de meest dynami sche verschijningen in de lich te muziek. Tina Turner is een graag geziene performer, ze zong eeq memorabel duet met Mick Jagger tijdens Live Aid en scoort momenteel hit na hit, waarbij ze samenwerkt met talloze andere grote na men in de hedendaagse pops- cene, zoals onlangs nog haar samenzang met Bryan Adams. Het roerige leven en de al even roerige carrière van deze zangeres (geboren als Anna Mae Bullock) zijn het onder werp van een biografie van de hand van Bart Mills, onlangs in Nederlandse vertaling uit gebracht Mills heeft een wat pathetische hand van schrij ven, maar zijn beschrijving van Tina's jeugd, haar samen werking met Ike, de interim- periode van artistiek en com mercieel falen en haar her nieuwde bloei in recente jaren is adequaat. Het boek is voor zien van een aantal zwartwit- -foto's waarvan vooral de ou dere interessant zijn. Bart Mills: „Tina Turner, biografie". Vertaling Pauli ne Moody. Uitgeverij De Kern, Baarn. Prijs: 19,90. (ADVERTENTIE) BOEKHANDEL LEIDEN - LEIDERDORP OEGSTGEEST - KATWIJK VOORSCHOTEN boeken actueel Duizend Cremer-foto's „Mijn hele bestaan is op foto's vastgelegd, er bestaan meer dan 100.000 foto's van me, misschien wel miljoen, maar in ieder geval 100.000 die ik weet te vinden", heeft Jan Cremer ooit aan Guus Luij- ters meegedeld. Daar is de laatste mee aan het werk ge gaan, om een groot Cremer- fotoboek samen te stellen. Hij schrijft er een helfdhaftig verhaal over: „Samen met Cremer heb ik een karavaan- route gelopen door zijn per soonlijke archieven in Am sterdam, Londen en New York. In eindeloze sessies hebben we minstens 25 hut koffers omgespit". En zo ver der. Meer dan 1000 foto's en docu menten worden ons beloofd. Jan Cremer met iedereen en overal. Op een fauteuil geze ten voor de Brandenburger Tor; staande op de poolcirkel (wat door een bordje wordt aangegeven); op een kameel in de Gobi-woestijn; stappend op het Rode Plein of hangend met al die vrouwen, soms in zeer onthullende standen ge fotografeerd. De onderschrif ten bij die foto's zijn simpel: „Met Loesje", „Met Gertrude" of „Anita „Leonie", „Titi" en „Cochita". Natuurlijk is dit boek onmis baar voor de ware Cremer- fans. De greep uit de 25 hut koffers en wie weet wat nog meer is niet altijd gelukkig, zeker niet voor lezers, die niet onmiddellijk gevloerd zijn door de grote „sage", die Cre mer in staat is rond zichzelf op te voeren. Multatuli's gedichten De lezers van „Max Ha ve laar" en „Woutertje Pieterse" herinneren zich dat Multatuli, de auteur ervan, kennelijk niet veel op had met de poë zie. De tirade van Droogstop pel tegen rijmelarij („Het weer is guur/ en het is vier uur") of Meester Pennewips problemen met de dichtoefe ningen van zijn leerlingen („Het hengelen is een schone zaak/ en geeft het mensdom veel vermaak") logen er niet om. Toch heeft Sander Blom, de samensteller van een bun del gedichten van Multatli, heel wat poëzie van zijn hand gevonden. Reeds als leerling aan de La tijnse School in Amsterdam schreef Multatuli, toen nog Eduard Douwes Dekker, poë zie. Dat hoorde in die tijd na tuurlijk. Maar uit die jaren is niets bewaard gebleven. Wan neer hij als ambtenaar begint te werken in Nederlands In- dië komen vele gedichten uit zijn pen, bij allerlei gelegen heden. Het openingsgedicht, dat in deze - eerste - bundel met Multatulipoëzie opgeno men is, bestaat uit achttien strofen, die gewijd zijn aan „Mijn schaatsen". De vijfde strofe luidt: „Hoe schoon is de winter - De bomen bestrooid Met het prachtvol gewaad uit den Hemel. Als natuur in 't verblindende wit is getooid. en geen windje de stilstaande stromen meer plooit, en de sneeuw met oneindig gewemel Zo rechtstreeks van boven de weiden bedekt En aan 't uitgeput aardrijk ten zegen verstrekt". Verhalen Eind vorig jaar bracht Meu- lenhoff een dikke bundel uit bij gelegenheid van zijn 90-ja- rig jubileum, het heet dan ook „Bijna honderd" en het bevat verhalen en gedichten van schrijvers uit het literaire fonds van deze uitgever. Alle bijdragen zijn gerangschikt naar het geboortejaar van de auteurs: de eerste en dus de oudste is Lodewijk van Deys- sel, de twee jongste zijn Kes- ter Freriks en Carolijn Viser. Aan het einde van het boek een uitvoerige reeks bio- en bibliografische aantekenin gen. Heel wat literair leesgoed voor een bijzonder lage prijs. Van Meulenhoff ook een inte ressante bundel met vertaalde verhalen. Zeventien Spaanse schrijvers van nu komen in dit boekje, „Spaans verhaal", aan het woord. Samensteller Maarten Steenmeijer geeft aan het slot van dit boek een boeiend overzicht van de ont wikkeling van de verhaal kunst in de laatste twinig jaar in Spanje. De dood van Fran co in 1975 is ook in dit opzicht een keerpunt geweest, zelfs het werk van Arrabal, die aanvankelijk door de censuur zeer werd belemmerd, kon sindsdien in Spanje worden uitgegeven. In deze bundel komt hij voor met een aantal teksten uit zijn angstaanjagen de, hallucinerende prozage dichten uit „De steen van de waanzin", een in Nederland nog onbekend gebleven boek. Van Manteau is er een verha lenbundel, geheel gewijd aan het naturalisme, beoefend door Vlaamse auteurs, rond 1900 en in het eerste kwart van deze eeuw. „Tijden van beroering" heeft samensteller Romain Debbaut zijn keuze genoemd en je leest er verha len in als „De biezenstekker" van Cyriel Buysse, „Peerke de Zwingelaar" van Reimond Stijns of „In de schemering" van Lode Baekelmans. Het verhaal waaraan Debbaut de titel van zijn boek ontleende is van Gustaaf D'Hondt en het opent aldus: „Met een ruwe vuistslag, zwaar bon zend als de slag van een mo kerhamer, stootte hij de deur open, kris-krassend-krijsend op haar roestige hengsels. Niemand bevond zich in het kleine vertrek..." Hij komt daar een vrouw opzoeken, met wie hij een intense ver houding beleeft: „maar dik wijls hadden hun ogen, als in stinctmatig, in elkaar geblikt, onverschillig als het ware, en toch met een gewaarwording van steeds intenser gebereh' Dat moet tot vreselijke dingen leiden. Betuwe Na haar opvallende en succes volle trilogie over het moder ne leven - vooral in Amste- dam - heeft Marijke Höweler haar werkterrein verlegd, in „Van geluk gesproken". „Bij ons schijnt de zon" en „Ernes to" (verschenen tussen 1982 en 1984) waren de hoofdper sonen intellectuele dames en heren met wie van alles mis ging. In een aansprekelijke stijl vol ironie op de gedragin gen van de verhaalfiguren, hun gedrag, taalgebruik en bezigheden, gaf Marijke Hö weler een lichtvoetig, maar scherp beeld van dat wereld je. Na een minder geslaagde verhalenbundel is er nu een roman, waarin een totaal an dere wereld wordt beschre ven: het dorpsleven in de Be tuwe, in de voorloorlogse ja ren. Het verhaal begint met een voetbalwedstrijd, waar de boerekinkels uit Zoelen en Zaltbommel eens flink tegen elkaar tekeer gaan, hetgeen verschrikkelijk uit de hand loop. Tobias, een van de jon gens die toezien bij die ge beurtenissen, is de hoofdper soon van het verhaal, waarin zijn leven wordt gevolgd. Marijke Höweler is duidelijk bezig met een heel andere schrijfwijze in „Tobias". Ze slaagt er niet in op deze nieu we manier even verrassend, vermakelijk of overtuigend te worden als in haar bekende drietal. Slauerhoff en China Meer dan vijftig jaren gele den, in 1932 en 1934 versche nen de twee grote romans van Slauerhoff, die onmiskenbaar heel veel met elkaar te ma ken hebben: „Het verboden rijk" en „Het leven op aarde". Bij ingewijden was bekend, dat Slauerhoff, die in 1936 stierf, in gedachten bezig was aan een derde grote roman, die deze reeks tot een synthe se zou moeten brengen. Het boek is er nooit gekomen. In tussen ligt er nog wel veel materiaal van Slauerhoff, dat na zijn dood. onder andere via A. Roland Holst en K. Lek- kerkerker, in het bezit kwam van vrienden. Die richtten een Slauerhoff-commissie opv waarin ze zich bezig hielden met die literaire nalatenschap, die bijeengebracht was in een zwarte scheepskist. Het mate riaal daarin was volledig on geordend. Later kwam het in het bezit van de Haagse ge meente, waarna het weer werd overgedragen aan het Letterkundig Museum. In de serie literaire documen ten, die het Letterkundig Musseum en Documentatie centrum uitgeeft, „Achter het Boek", is nu onder redactie vanf W. Blok en K. Lekker- kerker een voor Slauerhoff- lezers bijzonder boeiende uit gave gekomen. Dit boek, „Het China van Slauerhoff", bevat aantekeningen en ontwerpen voor de Cameronromans. het vele materiaal uit Slauerhoffs litraire nalatenschap dat ge wijd is aan Cameron, de hoofdpersoon van „Het Ver boden rijk" en „Het leven op aarde", is hier overzichtelijk gerangschikt. Het heeft de sa menstellers veel moeite ge kost uit het onmogelijke en slordige handschrift de tek sten te lezen en te reconstrue ren. Met veel detaillering leg gen zij verantwoording af van hun werkwijze. Veel voorstudies of uiteinde lijk niet in de romans opgeno men fragmenten die met de twee romans te maken heb ben, zijn hier te vinden. Maar er is ook een en ander, waar van aangenomen moet word- ne, dat het te maken heeft met dat derde deel, waar Slauerhoff feitelijk niet eens echt aan begonnen is. Het be lang van „Het China van Slauerhoff" ligt natuurlijk vooral in het feit, dat door dit boek zo ongelooflijk veel rijk materiaal ter beschikking kom voor de Slauerhoff-on- derzoekers, wat van groot be lang moet zijn voor de inter pretaties van beide romans. Vertalen In 1985 kreeg de Franse nou veau roman-schrijver Claude Simon de Nobelprijs voor lite ratuur. Dat geeft Nederlandse uitgevers aanleiding tot het vertalen van zijn werk. Het beroemde boek „La route des Flandres" komt binnenkort uit. Reeds verschenen in het Nederlands is Simon's roman „Palace" uit 1962, waarin hij - volgens de stijl die hem eigen is - hevige en indringende beelden geeft van een Spaan se stad tidjens de Burgeroor log. Schijnbaar heerst een to tale chaos in het boek en ver liest de verteller zich keer op keer in details en onbegrijpe lijke uitweidingen, maar daar- me raakt de lezer in dezelfde toestand van verwarring, waar de personen over wie hij leest in gevangen zijn, door de complexiteit van het leven. Van Marguerite Duras, leef tijdgenoot van Claude Simon (beiden zijn een paar jaar ge leden zeventig geworden), was in Nederland al veel meer uitgebracht. Haar laatste boeken, waarin zij op heel au tobiografische wijze te werk gaat, zijn een soort sensatie, niet alleen in Frankrijk. Vo rig jaar verscheen „De mi- naar", over de eerste liefde servaringen van de jonge Marguerite in Vietnam, nu is er „De pijn", waarin zij schrijft over haar ervaringen in het verzet, tijdens de Twee de Wereldoorlog. Het titelverhaal beschrijft hoe Duras na de bevrijding wacht op nieuws over haar echtge noot, die als verzetstrijder Junichiro Tanizaki Het geheim Ind eheim^r Ti" en[/ i „Hetf naar het buitenland is ge voerd. Hij zal door Fran^oi^"^ Mitterand tussen de doden en^ stervenden in Dachau worden) ontdekt en razendsnel Parijs teruggevoerd worden. Daar ervaart hij de pijn weer aan het leven te moeten wem nen. „De pijn" is een heel in drukwekkend boek. Twee belangrijke Japanse ro mans in Nederlandse verta ling bij Meulenhoff: van Jani-j chiro Tanizaki „Het geheimj van de heer van Musashi" van Yasunari Kawabata meer". Het eerste is een histo-] rische roman uit 1932, waari: de auteur brak met een aan Japanse tradities. Zijn hoofd persoon, een vermaard krijgerl uit het verleden, wordt be-! licht in zijn gepassioneerd eenfl masochistische sexuele ver-M houding tot de vrouw Kikyo. Ook in „Het meer" neemt di erotiek een belangrijke plaai in: de opgejaagde hoofdper-] soon is op zoek naar een we reld van schoonheid. In zijnj herinnering is er het meer, een bijna freudiaans symbool! van geluk, moederlijkheid, maar ook de bron van onder-Pe gang. In deze rubriek besproken] en genoemde boeken: „Jan Cremer in beeld" - sa-3o: mengesteld door Guus Luij-jat ters. Uitgave Loeb. Prijsi ƒ32,50. L Multatuli: „Gedichten" verzameld en ingeleid doorter Sander Blom. Uitgave Bertrp Bakker. Prijs 34,90 »si< „Bijna honderd" - Meulen- k hoff 1895-1985, verhalen enn gedichten van schrijvers uit; net literaire fonds. Uitgave' Meulenhoff. Prijs 14,90 „Spaans verhaal" - zevei tien Spaanse schrijvers vanhg nu. Uitgave MeulenhoffA Prijs ƒ14,90. „Tijden van beroering" ei andere naturalistische vei halen. Uitgave Manteai Prijs ƒ29,50 Marijke Höweler: „Tobias".[Wc Uitgave De Arbeiderspers.!1 3 Prijs ƒ24,50. 'ke „Het China van Slauerhoff^ 1 - uitgave in serie „Achterf™ het boek" van het Neder lands Letterkundig Mu seum en Documentatiecen trum. prijs 60,-. Claude Simon: „Palace".^ Uitgave Meulenhoff. Prijsf ƒ14,90. Marguerite Duras: Pijn". Uitgave Van Gennep Prijs ƒ27,50. Janjchiro Tanizaki: „Hel1 geheim van de heer van Muj' sashi". Uitgave Meulenhoff." Prijs 27,50. Yasunari Kawabata: „Hef1 meer". Uitgave Meulenhoff-'1 Prijs 29,50.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1986 | | pagina 12