Omwegen I Bruggendorp aan de vaart verhaalt over roofmoord en kapelletje De Leidse Hartebrug was weer een middelpunt van Kindje wiegen LEIDEN OMGEVING Cikbc Soman! DINSDAG 31 DECEMBER 1985 PAGINA ]£PC ibrt. |Vo( VERTOEVEN WE NOG EVEN BIJ DE KERST-DISPLAY VAN '85 Het heilig huisgezin van vlakbif; gesitueerd In de Hartebrugkerk. Op mijn omwpfién door stad en land kom ik graag mensen tegen. U kunt I mij telefonisch of schriftelijk vertellen wie u graag in deze rubriek zou willen 'BB tegenkomen. Ik ben bereikbaar via 071 WÊÊÊSrJt toBBI - 12 22 44 op toestel 10. Hoor Ton Piotcrs WAA visiecl middc voetbi opstap Dinth Secret den a van h de cli vers i In fin het b sterk rig v voor i rugge i tweec Het is nog niet te laat om de grootste kerststal van Leiden (daarbij hou ik wel nog even een slag om de arm) te gaan bewonderen. Morgen is het Nieuwjaar, en ook met Drie koningen zijn de wijzen en de gulle herders nog niet wegge lopen. Het gaat om de kerst groep van de Hartebrugkerk, de kerk die typisch een „city functie" heeft. Een trekker van parochianen en van nog meer niet-parochianen. Dat komt natuurlijk ook door de muziek van koor en orgel. De Hartebrug zwemt door de ma zen van het religieus verval heen. De pastoor, pater Dem- mers ofm. mag dat wel, zeg maar. Onder zijn leiding hij kent de Hartebrug al ruim 25 jaar als zielzorger wor den er herhaaldelijk feestjes en feesten gebouwd op de li turgische basis van geloof, hoop en liefde. „Neem nu, bijvoorbeeld, eer ste Kerstdag", zo lichtte de pastoor een hoogtij toe. „Als ijzersterke traditie, een goed lopende traditie ook, hadden we in de middag weer het al oude „kindje wiegen". Je zou het een heilige crèche kunnen noemen. Elk jaar weer. Dan komt het jeugdig volkje met de ouders naar de kerk om rond de kerststal vrolijk en actief bezig te zijn. Dit keer waren het er ongeveer vijftig kinderen, die met vader en moeder naar onze kerk kwa men. Machtig mooi hoor, zoals ze daar op de trappen vóór het altaar zaten te knippen en te plakken. Gouden en rode sterren en klokken, die alle maal in de boom naast de stal werden gehangen, en met al lemaal leuke figuurtjes erop. Grappig: alles hing en hangt nog aan de onderste takken van de spar, want erg hoog reiken kon dat grut na tuurlijk niet. We hadden zelfs bezoekers uit Alphen. Mis schien doen ze daar niet aan kindje wiegen hè. En gezon gen dat er werd!" Knik-engel Pastoor Demmers kon niet vertellen hoe lang geleden het is dat die grote groep op het einde van het jaar in de Har tebrug kwam te staan. „Dat moet ver vóór mijn tijd zijn geweest, maar zolang ik hier ben is ie er al". Het is voor een paar weken leven in de christelijke brouwerij. Opzij, rechts, even buiten het epi centrum van de heilige nacht, staat weer de knik-engel, een gevoelige, dankbare ja-knik- ker, wiens krullekop om fis cale redenen los zit. Een col lecterend hemellichaampje, dat als een mini-computer re ageert op liefdegaven in klin kende munt. Ik heb me ooit laten wijsma ken, dat deze beproefde engel (die eigenlijk buiten het machtige heir der Gloria zin gende engelen valt, in tegen stelling tot de engel boven het dak van de stal die het lint met Gloria in excelsis Deo hanteert) gevoel voor propor ties heeft. Dit knielend, ge vleugeld wezen zou, bij wijze van spreken, niet reageren op stuivers, dubbeltjes en kwar tjes die in de uitnodigende gleuf worden gedeponeerd. Pas bij een gulden zou deze halsstarrige geld-engel actief worden, en een riks zou het mechanisme eerst helemaal op hol brengen. „Dat is mij niet bekend", zei pastoor Demmers voorzichtig; „ik weet wel. dat de kinderen er gek mee zijn; wat die niet al lemaal in die engel gooien mag Joost weten. Maar hoe hun ouders met deze engel omgaan weet ik echt niet. Die engel hoort er nu eenmaal bij, net zoals vroeger het dankend knikkend negertje met die dikke rooie lippen dat bij al lerlei gelegenheden in dienst was van de heilige missiën". Ook even buiten het stal-po- dium, naast de engelachtige ja-knikker, staat de belaste kameel waarmee de drie ko ningen kwamen aanzetten. Tegenwoordig zeggen we, dat Balthasar, Melchior en be vriende Kaspar, met hun ka meel achter de komeet Halley aanliepen. We zullen het nooit weten, maar ze hadden voor het geval wel wie rook. goud en mirre bij zich. De kameeldrijver houdt het bultige dier met een rood koordje aan de lijn. In de stal zelf herleeft weer het aloude verhaal temidden van de normale kribbe-popu- latie. Het kindeke Jesu, op strooisel geleit, is weer het grote kind dat meteen al een kleuter is. Tussen Maria en voedstervader Jozef zit een vriendelijk ogende doch zeer waakse donkere herdershond die met z'n staart zou kwispe len als hij dat kon. Op vredige afstand van de os en de ezel. die niet direct de indruk ma ken van er totaal bij te zijn. De toegesnelde herders zijn ontwapenend. Daar is er één (kalend, en met blote armen, al is het ook nog zo koud) die op het punt staat los te neuze len met zijn schalmei, maar hij houdt ook nog wat fruit (en dat in de barre wintertijd van onze westerse opvattin gen), als een welgemeende of ferande van het veld bij de hand. Net zoals een andere collega, die ook een mandje vol ondefinieerbare gaven uit de diepvries bij zich heeft. Maar dat is wel een rare kwiebus, die herder met een pop-art hoofdband, want on der z'n kouwelijke mantel hangt iets op z'n schouder dat op een dood lam lijkt. Maar. het kerstkind vindt alles goed. Ook op Nieuwjaar, en straks met Driekoningen. Elk jaar terug Het is een tafereel, dat we uil ons blote hoofd kennen maar elk jaar weer boeit. Het zet, tussen alle geweld en proble men door, aan tot mijmeren, en je gedachten glijden weer even weg naar vroeger. Altijd weer terug. Ook al was het toen ook niet zo best, mis schien. Maar ze komen elk iaar weer terug: de niet zo breed in de wol zittende scha pen op het mos, en zowaar nog een bok erbij, of een ram. Dat is om het even. Het kerst- vee van de Hartebrug ver toont scharminkels van die ren, verwaarloosde karkassen, waar nog niemand ooit op ge let heeft. Maar het Arme Kind Jesus omarmt hen alle maal, volgens zijn goddelijke roeping. Rechts boven hangt de gulden staartster, die dan wellicht die fameuze komeet Halley geweest moet zijn. Toen „Halley" bijna 80 jaar later opnieuw binnen de aard se ruimte verscheen, gingen Pompei en Herculaneum te- nonder. En hun inwonen werden onder de lava gaande weg geconserveerd. Maar het geloof overwint alles. En nu maar weer gezwind het nieuwe jaar in. Dat is een Kerstmis '86, nietwaar? Het tikt maar door. Je ru straks thuis je stalletje op, de crematie van de kerst- boomn, en over enige tijd gaan we in de Hartebrug op nieuw kindje wiegen. Met nieuwe kinderen, rond dezelf de kerststal. Amen, ainsi-soit- il. Zo zij het. DEN blijft van gaat van hoek toen kam toch met ever, die groe land pree Red. aan Welr geen natui Bonc Prin; Spor LEIDSCHENDAM De laat ste „echte" Stompwijker, Sjaak Oosterveer, werd op 31 decem ber 1937 geboren, daags voor de samenvoeging van Stomp- wijk en Veur tot de gemeente Leidschendam. Dat vertelt C. J. Schalken (52) in zijn on langs verschenen boek „Stompwijk, bruggendorp aan de Vaart", waarbij Vaart staat voor Stompwijksevaart. Ieder een die na die datum op het raadhuis van Leidschendam als geboren werd aangegeven, is officieel Leidschendammer. In Stompwijk denken ze daar echter anders over. Stompwijk is Stompwijk en Leidschen dam ligt ergens anders. En hoewel Schalken, adjunct-di recteur van de r.k. basisschool Maerten van den Velden, pas vijf jaar in Stompwijk woont, zal hij het met deze uitspraak volmondig eens zijn. Dat blijkt ook uit zijn boek. Rond 1938 is geen breuk te zien, maar gaat et verhaal gewoon verder zonder zelfs te vertellen wat er op die bewuste datum nou precies gebeurde met bijvoor beeld burgemeester, raadhuis en ambtenaren. Over de naam Stompwijk zijn de geleerden het nog steeds niet eens. Ze kan ontleend zijn aan kleine schuilplaats (stom pe hoek) maar ook aan de veenstompen, de turven, die hier enkele eeuwen geleden in grote getalen werden gesto ken. De geschiedenis zelf, een lange en rijke historie zegt Schalken, wordt in nog geen drie pagina's beschreven. Die komt ongetwijfeld nog aan de beurt in het meer officiële boek over Leidschendam (Veur en Stompwijk) dat mo menteel door een speciale werkgroep wordt geschreven. Van die werkgroep maakt Cor Schalken overigens deel uit. Dit boek zal eind 1987 ver schijnen bij de herdenking van het 50-jarig bestaan van Leid schendam. Schalken's boek bestaat meer uit verhalen. Over de gerucht makende roofmoord in okto ber 1939 op de 45-jarige veek oopman Kees van der Horst bijvoorbeeld. Van der Horst werd die dag door een in mili tair uniform gekleed persoon gevraagd in zijn auto mee te gaan om voor het leger, dat toen immers gemobiliseerd was, koeien te taxeren. Op de Kniplaan stopt de auto en Van der Horst wordt op gruwelijke wijze, met een dolkmes, een ij zeren staaf en een ketting, vermoord. De dader ging er met een beurs met vijfduizend gulden vandoor. Hij werd bin nen een week gearresteerd dank zij de oplettendheid van een winkelbediende in Rotter dam bij wie hij dure kleren kocht en zijn oude kleding (met wasnummer) achterliet. Bovendien werd langs de spoorlijn Den HaagUtrecht zijn soldatentuniek gevonden, gehuurd in Amsterdam zo leek later, terwijl de auto werd teruggevonden in de ga rage van de broer van de moordenaar. De dader was een 29-jarige koopman uit Rotter WEER TWEE BOEKEN OVER STOMPWIJK dam die in maart 1940 tot le venslange gevangenisstraf werd veroordeeld. Verder in het boek een dertig bladzijden tellende geschiede nis van de parochie van de H. Laurentius in het voor het overgrote deel rooms-katholie- ke Stompwijk. Een roerige ge schiedenis, vooral vlak voor, tijdens en na de reformatie. Over Onze Lieve Vrouw van Wilsveen, de verering rond het 40 centometer hoge eiken houten beeldje uit het eind van de zestiende eeuw, nog te zien in de collectie van het Catharijne Convent in Utrecht. En over het beroem de Maria-kapelletje in Wils veen. Dat werd tijdens de re formatie verwoest en op die plaats werd in 1654 op last van de burgemeester van Leiden een school met onderwijzers- woning gebouwd. De woning werd in de nacht van 18 op IS april van het volgend jaar door „onbekenden" met de grond gelijk gemaakt. Tijdens de rechtszitting in Den Haag bleek alleen dat een zevental roomse jongens ter gelegen heid van een nieuwe schuit een half vaatje bier had leeg gedronken. Vervolgens waren zij langs de plaats waar vroe ger het kapelletje had gestaan, naar huis gegaan. Als straf maatregel werd de zolderkerk aan de Stompwijkseweg geslo ten en verzegeld. Een lange rij priesters, sommi ge met foto, passeert in het boek de revue. Onder hen ui teraard Stompwijks grootste zoon: mgr. dr. G. van Noort, geboren 9 mei 1861 in wat nu Dr. van Noortstraat 146 is. Hij overleed in 1946 als deken van Amsterdam. Zijn 60-jarig priesterfeest in augustus 1944 werd in- Stompwijk, behalve natuurlijk met een plechtige Hoogmis, gevierd met een mysteriespel in de open lucht. „De Geheimen van de H. Mis", heette dat. Meer dan 1200 be zoekers zagen dit spel achter de pastorietuin, opgevoerd door 150 parochianen. In „Bruggendorp aan de Vaart" nog een opmerkelijk stukje uit het SS-blad <,De Stormer" van 1944 over een openbare verkoping van de nalatenschap, waaronder een aantal gouden tientjes van pas toor Floor. Op echte verklik- kerstoon wordt gemeld dat vijf gouden tientjes en een gouden vijfje 380 gulden opbrachten terwijl ze volgens een Duitse verordening hadden moeten zijn ingeleverd. Opmerkelijk ook omdat blijkt dat het in zo'n klein dorp in 1944 nog mogelijk was dergelijke zaken in het openbaar door een met name genoemde vendumeester te laten veilen. De laatste ;rtig bladzijden veel foto's boek gaan over verenigingen, in stellingen als de Boerenleen bank en over enkele van va der op zoon bekende Stomp- wijkse bedrijven. Cor Schalken, geboren in 's- Hertogenbosch, kwam in 1980 als hoofd van de r.-k. lagere school Maerten van den Vel den naar Stompwijk. Ter gele genheid van 65 jaar r.k. onder wijs in Stompwijk schreef hij eerder dit jaar in slechts enke le weken „De geschiedenis van het onderwijs in Stomp wijk, 1832-1985". Net als elders kreeg het r.k. onderwijs in Stompwijk na de inwerking treding van de Wet op het La ger Onderwijs in 1920 rijks subsidie. Honderd jaar daar voor, in 1821, nam de gemeen te Stompwijk voor 500 gulden een „schoolhuis" in Wilsveen over van de Nederlands Her vormde Kerkvoogdij Leid schendam. In 1858 zijn er op een school aan de Meerlaan 114 leerlingen die volgens Schalken allemaal les krijgen van één leerkracht, de heer v.d. Mey, het 70-jarig hoofd van de school. Hij werd pas verzocht ontslag te nemen toen hij 76 jaar was en ruim 52 jaar voor de klas had gestaan. Het rooms-katholiek meisjes onderwijs in ruim 60 jaar, van 1906 tot 1968, verzorgd door nonnen. Eerst 37 jaar door de Zusters van de Choorstraat („Dochters van Maria en Jo zef") te Den Bosch en vervol gens 24 jaar door de „blauwe zusters" van de Voorzienig heid uit Amsterdam. De zus ters woonden in het klooster dat in 1907 aan de Dr. van Noortstraat werd gebouwd, de zeventiger jaren werd h gebouw („met dubbeltjes kwartjes door de Stompwijk - bevolking gebouwd", aldus h kerkbestuur bij die gelegel heid) aan de gemeente overg dragen. Die stichtte er h Dorpshuis in dat op Sinte klaasavond in 1980 door bran - werd verwoest. De twee boeken van Schalk hebben in Stompwijk voor'i veel succes gehad door de vi foto's van schoolklassen, fe< telijke gelegenheden en derj lijke. Evenals vorige Stom wijkse herinneringsboek (harddraverijvereniging, sportvereniging) zijn ze wel dd iactionele kwartet het plaatselijk blad De Dorj) ketting. „Bruggendorp aan J Vaart" en de geschiedenis vi het onderwijs zijn- op voorin® kening gemaakt en uitvé kocht. Bij voldoende belan stelling, minstens 200 besta lingen, wordt een herdrü overwogen. Daarvoor men terecht bij C. J. Schalkê (Hoefblad 5, te. 01715-3271) overigens al weer bezig is aai een boek over de Leidsches damse polders. In het vooi woord bij „Bruggendorp" zeg hij: „Je kunt wel mensen Stompwijk halen, maar kunj Stompwijk uit de len?" Een vraag die je op tw(i manieren kan uitleggen ma» in ieder geval is „Stompwijlf heel goed uit zijn boeken halen. NOL WESSELltö

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1985 | | pagina 10