oor Amerikanen geldt nog steeds: niets is onmogelijk kn Altijd zorgen dat ze niet idenken: wat jammer nou dat... Paul Citroen: van dadaïst tot portrettist iNA ïjCUNST EckbcSoutcmt 7 Beurs van Amsterdam MARKTEN dagpuzzel MAANDAG 30 DECEMBER 1985 PAGINA 13 Jn januari 1983 vertrok Marc de Ko- ninck voor drie jaar naar de Vere nigde Staten om daar als correspon dent voor deze krant te werken. Nu zijn termijn afloopt en hij terugkeert naar Nederland, neemt „onze man in Washington" in een serie van drie artikelen afscheid van Amerika. Af gelopen zaterdag prubliceerden wij het eerste deel. Vandaag deel twee over Amerika, dat nog steeds het land is van de onbegrensde moge lijkheden. /X. :HARLESTON Als we Charleston naderen, aan je Atlantische kust van Juid-Carolina, wordt het andschap heel exotisch. Aan een machtig soort ei- cebomen, die altijd groen jlijven, hangt in uitbundi- ;e trossen het zogenaamde lanse mos, een lucht- j'lant die letterlijk van de vind leeft. In punten langt het spul aan de tun- lel van takken boven het igdek, zodat het is alsof door een druipsteen- •t rijden. de punt van het schierei- 1 tussen de Ashley en de ïtooper rivier ligt de twee en I en halve eeuw oude stad I Charleston, die niet voor niets de parel van het Zuiden blijkt e heten. De koloniale wonin- jen zijn van een fonkelende I choonheid. In de lommerrijke traten houden ze gepaste af- itand van elkaar en aan de y staan ze zij aan zij taar het water te staren. ,an de einder kunnen ze Fort zien liggen, de vesting ituurlijke havenmond, 1861 de eerste schoten •ielen in de Amerikaanse bur- roorlog. Veel residenties in !harleston hebben drie veran- boven elkaar, voor elke 'erdieping een. De „porch" ïeet gewoonlijk de overdekte litbouw van een Amerikaans luis, maar hier zijn de galerij- n zo royaal dat men ze „piaz- a's" noemt. Vanuit de slaap kamer stap je door openslaan de deuren naar de bovenste pi azza om er het ontbijt te genie ten. Bijna altijd schijnt de zon. De winter in Charleston duurt gemiddeld vier tot vijf weken. De opmerking dat de zomer in Nederland in 1985 één dag heeft geduurd, ontlokt hilari teit aan het gezelschap in de ontmoetingszaal van de oude herberg. Carter Een van de gasten. Butch, heeft jarenlang in Florida ge woond. waar zijn ouders een Cinda-boerderij hadden. Dat rengt het gesprek op Ameri- ka's beroemdste pindaboer, ex- -president Jimmy Carter. Butch trekt een vies gezicht. „Ik heb ooit op hem gestemd, maar ik heb zo'n verschrikke lijke hekel aan die man gekre gen, ik kan je niet vertellen hoe ik van hem gruw". Miljoe nen Amerikanen denken er net zo over. Toen het Viet nam-debacle en het Waterga- te-schandaal het land van alle trots en zelfvertouwen hadden beroofd, werd Carter als toon beeld van integriteit en men selijk mededogen tot president gekozen. Maar diens poging om ten koste van verhoogde belastingen naar Europees mo del een sociale welzijnsstaat te organiseren, was on-Ameri- kaans. Met de verkiezing, vier jaar later, van Ronald Reagan was de vergissing weer her steld. Butch en het overgrote deel van zijn landgenoten de VS zijn van een fonkelende schoonheid. In lommerrijke straten houden ze gepaste afstand van elkaar. wensen niet beschermd te worden tegen het vrije spel der economische krachten, maar voelen zich erdoor uitge daagd. „Als je hard werkt of heel slim bent moet je schat rijk kunnen worden. En wie niet rijk wordt zal toch min stens zelf voor een goed pensi oen en voor de opleiding van de kinderen moeten sparen. Ik ben mens genoeg om zelf of via mijn eigen kerk de gehan dicapten te verzorgen. Ik ben zelf voor mijn lot en dat van mijn medemensen verant woordelijk en ik draag die verantwoordelijkheid niet af aan een massa onbekende ambtenaren". Regering, ga van mijn rug af! Dat is het sentiment dat we in drie jaren Amerika van Californië tot Massachusetts en van Arizona tot Ohio overal altijd weer hoorden. Dat is het gevoel dat Ronald Reagan letterlijk zo verwoordt. En dat is de ge- dachtenwereld die Butch doet gruwen bij de naam Jimmy Carter. Slaven De volgende dag staan twee voormalige plantages op het programma. Middleton Place is een waar paradijs aan de Ashley River, met marmeren beelden op de gazonnen, spie gelende vijvers en romanti sche tuinen vol geheime hoek jes. Maar op de onafzienbare rijstvelden aan de waterkant ziet men met het minste in beeldingsvermogen nog de ge kromde rijen negerslaven en de blanke meesterknechten met hun zwepen. Het hoofdge bouw is in 1865, aan het eind van de burgeroorlog, in brand gestoken door de zegevierende yankees uit het Noorden. Bijna alle steden en plantages in het Zuiden zijn toen in de as ge legd. Die avond zou Walter in de herberg, bij wijn en kaas, ver tellen hoe vandaag in „Dixie land" de afkeer tegen de over winnaars nog dagelijks kan worden gevoeld. „Een toerist uit het Noorden noemen ze hier een yankee. Als je uit het Noorden afkomstig bent en hier woont, zoals ik, dan ben je een „damn yankee" (verdom de yankee) en als je als noor derling hier woont en met een meisje uit het Zuiden bent ge trouwd, ben je een God damn yankee". Het pinda-Zuiden kreeg buiten de VS bekendheid door ex- president Jimmy Carter. In zijn woonplaats, Plains, is deze lachende pinda een toeristische trekpleister. Maar de meeste Amerikanen moeten niet veel meer van Carter hebben. Wat voor de blanke Charlesto- nians een ramp was, was voor het leger zwarte slaven in 1865 een feest. Het Zuiden had zich willen afscheiden teneinde de slavernij te kunnen handha ven. Maar de zege van presi dent Lincoln en zijn noordelij ke Union betekende onmid dellijke vrijheid voor alle lijf eigenen. In Charleston en om geving vormden „veld- en stadsslaven" de meerderheid van de 12.000 inwoners. Alle voorspoed, alle schoonheid en alle elegantie van het blanke leven in deze stad waren te danken geweest aan het wrede systeem der slavernij. Toen dat onrecht was verdwenen begon Charleston te verarmen en verloor het zijn vooraan staande positie in de rij van Amerika's belangrijkste ste den. Nu, anno 1985, beleeft de stad een nieuwe bloeitijd dankzij met name de „yuppies", de hoog opgeleide generatie derti gers en veertigers met duurbe taalde banen, die in de fraaiste stukken binnenstad oude hui zen kopen en renoveren. Yup pies (young urban professio nals) zijn bekeerde rebellen uit de jaren zestig, die nu meestal jurist of computerbolleboos zijn en als zodanig de machi nerie van de moderne Ameri kaanse samenleving vormen. Ze zijn trendgevoelig en ma ken zich niet meer zo bezorgd om het lot van de wereld, maar letten des te meer op de eigen lichamelijke gezondheid en op een verfijnde levensstijl. In trossen joggen ze 's avonds tegen de magistrale zonsonder gang langs de palmen, de no tenbomen en de oleanders over de boulevard van Char leston. Bekoring Honderderden malen is het ons in de loop der voorbije ja ren gevraagd, gesmeekt bijna: we weten wat voor slechte in druk men in Europa van ons heeft; vertel ze alsjeblief dat we wel meevallen. En ze zijn meegevallen. Vrijwel iedereen die voor het eerst, met alle scepsis van dien, de VS be zoekt, heeft binnen enkele et malen de bekoring van Ameri ka te pakken: de vriendelijk heid tot bij de kassa's van de supermarkten, het veel veili ger gevoel op straat, ook in New York, en het idee van ruimte. Weinig Nederlanders konden de afgelopen jaren, als gevolg van de dure dollar, door de Verenigde Staten reizen. Maar wie wel dat voorrecht hadden, het zalig gemak men zich door dit land kan verplaatsen. Na dui zenden kilometers door de Great Plains, over de Rocky Mountains en door de woestijn van het wilde westen is nog steeds geen paspoort nodig en geldt nog steeds dezelfde munt en dezelfde taal. Van de mil joen telefooncellen zijn er hooguit drie vernield en in welke uithoek van het land dan ook wachten in de talloze motels weer de eeuwig en thousiaste herbergiers. „Hi, so good to see you! Come on in, make yourself comforta ble". Is het plastic, is het ge speeld? Nou, dan is het in elk geval verdraaid goed gespeeld en trouwens: duizend maal lie ver ongemeende vrolijheid dan oprecht sjagrijn. Uiteinde lijk is alles business, maar Amerika heeft al lang geleden met zichzelf afgesproken, dat blijmoedigheid de meest doel treffende vorm van zakelijk heid is. Wie nors is vliegt er uit! 's Avonds, in onze inn in Charleston, gaan de gesprek ken over ieders geboorte grond. Butch bezingt de zoele nachten van Florida, Jay de duizend koele meren van Min nesota en Walter de brede stranden van Long Island. Grandma en de church duiken het vaakst in de hoofdrollen op. Volbloed Amerikanen zijn ze, de computeringenieur, de ar chitect en de innkeeper. Con servatief, religieus, agrarisch en verschrikkelijk aardig. Op dat solide platform is hun land rijk en machtig geworden en stijgt die avond de zoveelste space-shuttle op naar het heel al. Niets is onbereikbaar. The sky is the limit. MARC DE KONINCK Foto "s PaulHuf in Gemeentemuseum gu pun hoo, OV AMSTERDAM „Voor hikkende een ben ik portretfoto- feraaf, voor de ander foto graaf van reclameplaten uleuifcn voor weer anderen u landschapsfotograafEn D^Jjlan ben ik ook nog fil acer". Hij is dat al jaren, I Paul Huf, die binnenkort rd oof62 jaar wordt en niet beter aang< weet dan dat hij sinds ei gen heugenis meer op dachten krijgt dan hij aankan. Door zijn portret ten heeft Huf de meeste bekendheid gekregen, in iden^e*nere kring worden Turl?yn landschappen ge- ■cel rwoemd, die het karakter Afhebben van stillevens. Den mooi voorbeeld daarvan hangt te kijk in het Gemeente museum, zijn visie op het schildersdorp Barbizon en om geving. De foto's van Huf be geleiden de tentoonstelling Zyi Van werken van schilders uit de School van Barbizon, die -duurt tot en met 23 februari. ngt top Er is iets opvallends foto's en niet alleen door de perfecte composities. Deze fo- Jo's stralen sfeer uit, echte naafFranse sfeer kleuren, een beetje doezelig. Ze doen denken aan aquarel len, maar dat zijn ze niet en •tihet zijn ook geen gewone fo- achtoko's. Er is iets mee, maar wat. üPaül Huf wil het wel uitleg- iar bégen. zoals hij bereid is alles uit 'o the Ie leggen als men hem mas? vraagt. Hij lijkt geen geheimen 100.0(1 He kennen, zich ervan bewust vei dat zijn naam gevestigd kaan; aijn werkwijze misschien total uniek kan worden genoemd. >oekeji: Aid als ie een foto van iemand maakt, moet je al die aandacht geven. En dan maak ik twaalf opnamen; ik maak er altijd twaalf, zoveel opnamen zitten nu eenmaal op dat rolletje. Misschien is de eerste opname de beste, daarop heb je je het meest geconcentreerd. Toch kan het zijn, dat alle elf vol gende opnamen bijna precies dezelfde zijn en toch nét een beetje anders. Dan wordt het mogelijk, dat een andere opna me dan de eerste de beste is geworden, door dat heel klein beetje verschil". Amateur En dan komt ook het verschil tussen een vakman en een goede amateur naar voren. Huf: „Iemand kan een foto maken van een juffrouw aan het strand, die een badhand doek omslaat en in een zwaai van het hoofd de fotograaf aankijkt. Met lachende, ondeu gende ogen, loshangend haar. Die fotograaf maakt misschien de foto van z'n leven en als ze later de foto bekijken, weet de fotograaf dat hij precies op het juiste moment heeft afgedrukt. En hij zal bevestigen dat zijn intuïtie voor hem heeft ge werkt en hij zo'n foto nooit meer zal kunnen maken. Hij niet, ik wel en dat is m'n vak. Ik weet wat ik wil en wat mogelijk is en ik kan mijn on derwerp laten doen precies wat ik wil, omdat ik me voort durend bewust ben van het eindprodukt. En omdat ik weet wat mijn model, de gefo tografeerde uiteindelijk zal willen, komen we er samen, ik krijg altijd volledige medewer king. Iemand die voor mij po seert, zal ik niet geforceerd la ten lachen, in tegendeel, ik laat ze, wat ik noem, leeg kij ken. Je kunt geen portret op de piano zetten van iemand die je voortdurend lachend aankijkt; dat gaat na een poos je onherroepelijk vervelen. Die lach of die glimlach van toen, slaat na een tijdje ner gens op en irriteert. Iemand die leeg kijkt, niet meer uit straalt dan zichzelf, niet aan een gebeurtenis of tijd gebon den, dat zijn portretten van Huf. Maar er komt nog veel meer bij kijken. Als ik een ge legenheidsprinses moet foto graferen, zie ik daar tevoren ook de kleding bij, zelfs de schoenen voor die gelegen heid. Dan ga ik daarnaar op zoek en moet ik ze vinden. Gemak Voorop staat ook, dat degeen die op de foto gaat, zich op zijn gemak moet voelen, zich niet meer bewust is van de camera. Paul Huf: „Ik denk dat een schaakcomputertje in m'n hoofd veel voor me regelt; niet alleen de belichtingstijden, di afragma, opnamehoek en het gebruik van licht. Binnen een paar minuten moet ik weten wie die ander is, die op de foto gaat, wat z'n zwakke punten zijn en wat z'n sterke. Ik moet zien waar een ontsierende pukkel zit. Ik praat en praat, tot alle aandacht van het mo del van de camera is afgeleid. Dan pas kan ik de opnamen maken". De foto's bij de Barbizon-ten toonstelling hebben hun afwij kende karakter te danken aan Michel Fresson in Parijs, die de opnamen afwerkt volgens de quadrichrome-techniek. Hoe die techniek inelkaar zit, is alleen de generatie Fresson bekend, waarvan Michel de derde is. De afdruk is in elk geval opgebouwd uit vier kleuren-pigment, laag voor laag, zoals een batikwerk ont staat. Huf: „Daardoor krijg je dat echte van de afbeelding, de warmte van de kleuren. Ove rigens in tegenstelling tot de cibachrome-techniek met be houd van volledige scherpte. Waarmee je een wat kunstma tig effect krijgt, veel harder; de kleuren ervan, met alle scherpte, schreeuwen je toe. Elke techniek heeft z'n eigen kenmerken, waar ik gebruik van maak, als het onderwerp daarom vraagt". t Boxje De vergelijking met de violist Herman Krebbers, die uit een slecht instrument nog iets aan genaams haalt, spreekt Huf wel aan. „O ja, geef me maar een Agfa Clack en ik maak mooie foto's. Ik heb altijd be weerd dat het niet in de came ra zit, maar in de man daar achter. Alleen zal ik me wel bewust blijven van de beper kingen van een eenvoudig boxje. Sommige opnamen kun je er niet mee maken en die maak ik dan ook niet. Ik maak, wat het boxje technisch aankan; alleen op een mooie dag onder gunstige omstandig heden. Ja hoor, dat kan best". Er gaat veel vakkennis schuil achter het onooglijke deurtje in de onooglijke voorpui aan de Hazenstraat in Amsterdam- Centrum, waar Paul Huf zijn studio heeft én zijn telefoon. V^einig' poespas. Huf: „Dat be- Paul Huf, vakwerk In een achteraf pandje. grijpen ze nooit. Het begint er mee, dat iemand die me opbelt me vaak meteen aan de tele foon krijgt. Meneer Paul Huf zélf toch niet? Jawel, meneer Paul Huf zélf. Goed, tot hun verbazing blijkt dit mogelijk. En dan komen ze na afspraak. In een pand dat in tegen spraak is met m'n naam. Jee meneer Huf, ik dacht dat u in een groot atelier... En dan ko men ze in dit achterafpandje. Pas in de studio beginnen ze er iets van te begrijpen, maar nog niet alles. Ze verwachten bedienden en veel meer lam pen en een heleboel opsmuk. Maar niks Er was eens een man uit de Jordaan die zich verdienstelijk had gemaakt en bij mij op de foto mocht. Je had hem moe ten zien. Huf Huf, dat had ik van jou niet gedocht, dat is maar niks, m'n jong. Later zag hij de foto's en klaarde hij op. Tjee m'n Huf, nou ken ik je weer..." Op een paar passen afstand staat een koffiehuis met de wervende tekst op een groot bord: „Wegens enorm succes vandaag wéér verse koffie". Iets daarvan doet aan Huf denken. Alsof hij in de Am sterdamse Jordaan een foto huis drijft met het reclame- bordje: „Wegens enorm succes vandaag wéér een goede foto". Want zelfs na lang en diep na denken moet Paul Huf beken nen: „Nee. Ik heb nog nooit iets echt stoms gedaan, in de groote van die raket die werd gelanceerd met een kostbare camera, waarvan ze vergeten waren het lensdopje af te ne men. Die lancering was dus helemaal voor nop. Nou goed, dit dan". Huf toont een foto boek met twee vrouwenge zichten op één foto. De foto graaf: „Kijk, dat kun je zien: ik heb het het negatief maar half doorgespoeld, waardoor twee opnamen overelkaar heen kwamen. Maar je ziet ook, dat ik er tóch wat aardigs van heb gemaakt". hoofdfondsen Nat.Nederi. 87.10 68.7C N.M.B. 230.00 233.0C NedlloydGr. 206.20 208.0< Paul Citroen, geboren in 1896 te Berlijn, groeide op in een metropool van de vooroorlogse internationa le avantgarde. Als student aan een Berlijnse kunsta cademie kwam hij in con tact met kunstenaars die elkaar regelmatig in het Café des Westens troffen. Hij ontmoette er o.a. George Grosz, John He- artfield, Raoul Hausmann ern Erwin Blumenfeld, kunstenaars die hevig te keer gingen tegen alles wat burgerlijk was. Toen deze kunstenaars in 1917 deel uit gingen maken van de Dadabeweging, werd onmiddellijk duide lijk dat het karakter van de Berlijnse Dada grimmi ger en politieker was dan die van Zéirich. Dada, ontstaan uit verzet te gen alles wat in het verleden was opgebouwd aan normen, waarden en kunst, liet de ont luistering van een cultuur zien die zichzelf door oorlog aan het vernietigen was. Dada ging de geschiedenis in als anti-kunstbeweging. Vanaf 1916, met als voorloper Marcel Duchamp, werd de vocabulai re van de beeldende kunst uit gebreid met gevonden voor werpen, afval, rommel, indus triële gebruiksobjekten. Alles kon de dadaïst hanteren om vorm te geven aan zijn woede en teleurstelling. Toeval Wat was de rol van Paul Ci troen in Dada? In het boek „Holland Dada"van K. Schip pers uit 1974 wordt door Paul Citroen aangegeven dat zijn betrokkenheid voornamelijk berustte op een geografische toevalligheid: „Ik zat in Ber lijn en deed gewoon mee" Wanneer hij zich dan ook in 1927 definitief in Nederland vestigt, verdwijnt het laatste spoor Dada uit zijn werk en richt hij zijn aandacht op een bij uitstek burgerlijk genre: het portret. Bij een bezoek aan de grote tentoonstelling van Citroen in Pulchri Studio zijn er onder de 166 schilderijen, tekeningen en etsen slechts twee werken te vinden die herinneren aan zijn dadaïstische periode. Een klein etsje met de titel „men sen in café" uit 1921, dat oor spronkelijk een gezamenlijk werkstuk van Erwin Blumen feld, Walter Mehring en Paul Citroen was, laat de kunste naars in het Café des Westens Metropolis Een ander werk, dat Citroen een plaats in de kunst geschiedenis veroverde, is de grote fotomontage „Metropo lis" uit 1923. Op de tentoonstelling in Pulc hri is dit fameuze werkstuk slechts in de vorm van een foto vertegnwoordigd. Niette min is het principe van de fo tocollage of „Klebebilder" zo- als Citroen dit noemde, duide lijk. Door het overelkaar en naastelkaar plakken van foto's van gebouwen en straten uit diverse wereldsteden, wordt de dynamiek van de moderne wereldstad zichtbaar. Dadaïs ten gebruikten deze techniek om het ware gezicht van bij voorbeeld politiek en oorlog te laten zien en daardoor werd het een cynische kunstvorm. Citroen: „Het cynisme van de Dadaïsten was toch niet voor mij. Maar als een maker van „Klebebilder" zal ik wel altijd bij hen horen". Paul Citroen was een gematigd mens en dat blijkt goed uit de expositie in Den Haag. Zijn visie was wei nig revolutionair, maar hij verstond het métier uitste kend. Als leraar geroemd en gepre zen, omdat hij in 1933 de kunst-pedagogische methodes van het Bauhaus in Nederland introduceerde en tot 1937 de leider van de Nieuwe Kunst school in Amsterdam werd. Van 1935 tot 1960 was hij do cent aan de Koninklijke Aca demie in Den Haag en een van zijn vele studenten was Her man Berserik. „Ik herinner mij van de drie maanden dat ik les van hem had de „gedichtjes in toon" die we moesten maken. Toonlad ders van wit naar zwart in zo veel mogelijk grijzen. Hetzij met een pen via structuren of het houtskool, hetzij met Sibe risch krijt of conté via tonen; de oefeningen met bepaalde penlijnen, het gebruik van licht en schaduw", aldus Ber serik in de folder bij de ten toonstelling. De een boeiender geschilderd dan de ander, de een expres siever en gedurfder dan de an der, maar ze zijn allemaal vak kundig neergezet. Zijn teke ningen met siberisch krijt die in de kopzaal hangen zijn inte ressanter. Door de direcktheid van de lijnen doen deze teke ningen aanspraak op de emo tionaliteit van de kijker. De landschapjes in de vierkante zaal zijn daarentegen behoor lijk saai en scharen zich volle dig in de Pulchriaanse traditie. De tentoonstelling is tot 19 ja nuari in Pulchri Studio te zien en gaat daarna naar Zwolle, Sittard en Amersfoort. INGRID VAN SANTEN Pulchri Studio, Lange Voorhout 15, „Paul Citroen 1896-1983. Een keuze uit zijn werk", tot 19 januari. Dins dag t/m zaterdag 11-17 uur, zondag 13-17 uur. Nieuwjaarsdag gesloten. Er is een (older voor ƒ2.50 te ver krijgen. LEIDEN Noteringen groente fruitveiling, maandag 30 december: andijvie: 3.35-4.30; 56-1.33; paksoi: 1.75; EIERVEILING EIVEBA BV BARNE- VELD (30-12) - Aanvoer 2.953.800 stuks, stemming redelijk. Prijzen in Horizontaal: 1 knaagdier; 8 voorzet sel; 9 telwoord; 10 muzieknoot; 11 ogenblik; 13 warm zeepwater; 14 var een of andere soort; 15 boom; 16 vrij gevig; 20 veerkrachtig steunweefsel; 23 muzieknoot; 24 beweging met de tong over iets; 25 eminentie (afk.); 26 hoofddeksel; 28 muzieknoot; 29 Verticaal: 1 zuivelprodukt; 2 slot gebeden; 3 dieregeluid; muit; 12 voorwerp c iengesteld; 21 soonlijk v OPLOSSING ■ez LZ 'U 92 :s-»3 22 teiuoy iz :|e>t -ua 61 iJawe 81 :iesxo a jameis ei Iieeiuii zi l ;e°ie 9 'ua g UaAeo fr :aq e z :J9ioq i qeeoqjaA •|9Ö -ojjaai 62 :ej 82 :zej 9z "013 se :xn *2 :|os zz :ueeq>teejx 02 :in6 91 '.xie si :i9|ja6|ua n "dos ei :iai u :ei 01 :uee 6 :iuo 8 Ue-iaoqiueq 1 qeeiuozijon GRATIS ELKE WOENSDAG DE

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1985 | | pagina 13