eferendum kan verfrissende werking hebben Is er nog toekomst voor atv? }pen borreltje verlaagt l:de angstdrempelmaar ddronken op ski 's is funest Binnenland CckLc Commit IKOUDWATERVREES" IN POLITIEK DEN HAAG MANNEN BEURS SCHOLING KAN OPLOSSING ZIJN ZATERDAG 7 DECEMBER 1985 PAGINA 5 HAAG „Ze doen maar, daar in i Haag"; „Geef mijn portie maar aan ïkie"; „Naar mij wordt toch niet geluis- Td". Stuk voor stuk uitdrukkingen die pvuldig worden gebezigd als mensen li politieke desinteresse belijden of blijk ren van gebrek aan vertrouwen in de Elementaire democratie. Deze uitingen frmden ruim drie jaar geleden de ïei- nde gedachte achter het voorstel van de Tialige minister van binnenlandse za- Ed van Thijn, om een staatscommis- in te stellen die het functioneren van j democratie onder de loep moest ne- gezelschap, onder leiding van oud- pmier Barend Biesheuvel, moest zich faden over de vraag op welke manieren burgers méér betrokken zouden kun- worden bij het beleid. De opdracht j zeer ruim gesteld: het ging niet alleen j verbetering van de relatie tussen de fzers en het landsbestuur maar ook om •groting van de invloed van burgers op ivinciale en lokale besluiten, rig jaar bracht de staatscommissie-Bies- een eerste rapport uit. Eén van de geplante bomen, namelijk een brzichtige aanzet tot het kiezen van een kiister-president, werd dit jaar door het [binet-Lubbers èn de meerderheid der 'feede Kamer resoluut omgezaagd. De '(gelijkheid tot rechtstreekse verkiezing n burgemeesters en commissarissen der (ningin was door de commissie zélf al als wenselijk bestempeld. Er zou echter nog een tweede rapport komen, dat geheel gewijd zou zijn aan de volgende vragen: moet in Nederland een referendum moge lijk worden gemaakt en dienen de burgers het recht te krijgen zelf een voorstel bij de Tweede Kamer, provinciale staten of ge meenteraad in behandeling te geven, iets dat kortweg wordt aangeduid als het recht van „volksinitiatief". Correctief In haar eerste rapport had de commissie al laten blijken, niet afkerig te zijn van de invoering van deze nieuwe politieke wa pens voor de burger. Daarmee zouden de mogelijkheden om rechtstreekse invloed op net beleid uit te oefenen aanzienlijk worden uitgebreid. Tot nu toe immers is van regelrechte invloed eigenlijk alleen maar sprake op de verkiezingsdagen. In spraak, actie voeren en het indienen van petities zijn aanmerkelijk zwakkere vor men van beïnvloeding, omdat dergelijke uitingen gemakkelijk door bestuurders kunnen worden genegeerd. Deze week presenteerde Barend Biesheu vel het resultaat van de denkarbeid die hij en zijn commissie hebben gestoken in de verschijnselen referendum en volksinitia tief. En ziedaar: unaniem blijkt de staats commissie van mening dat het gewenst is de kiezers op alle niveau's van overheids bestuur (rijk, provincie en gemeente) het recht op een referendum toe te kennen. De voorkeur gaat daarbij eensgezind uit naar een zogeheten „correctief referen dum": een volksstemming over een reeds genomen besluit, met als inzet de vraag of dat besluit weer moet worden ingetrok ken of niet. Een dergelijke methode mist in elk geval het nadeel dat kleeft aan een zogenaamd „raadplegend referendum" waarbij de burgers zich moeten uitspre ken over een nog te nemen besluit. In dat geval is het immers moeilijk een even wichtige vraag te formuleren, waarop ie dereen gemakkelijk met „voor" of „tegen" kan antwoorden. Naast het unanieme advies voor een be slissend referendum-achteraf heeft een krappe meerderheid van de commissie (zeven van de twaalf leden) zich ook uit gesproken voor invoering van een „volk sinitiatief". De aandacht ging echter deze week vooral uit naar het referendum op nationaal niveau, iets dat de afgelopen ja ren in de discussies over eventuele staat kundige hervormingen altijd zeer tot de verbeelding heeft gesproken. Koudwatervrees De reacties uit de politiek waren opval lend lauw. Niet alleen minister Rietkerk, die het rapport van Biesheuvel c.s. na mens het kabinet in ontvangst nam, maar ook de grote partijen in het parlement stelden zich zeer gereserveerd op. Men kwam niet verder dan dooddoeners als „nader onderzoek is noodzakelijk" (alsof al niet alle facetten van de zaak uitvoerig had belicht) en het bena drukken van een uitgekauwd argument tegen het referendum, namelijk dat zoiets een uitholling zou betekenen van de par lementaire democratie. Toegegeven, het is voor kamerleden erg moeilijk, een stukje eigen verantwoordelijkheid weer af te staan aan degenen die hen als hun verte genwoordigers hebben aangewezen: de kiezers. Men is echter (nog) te weinig doordrongen van de positieve kanten van deze zaak, namelijk dat de wisselwerking tussen kiezers en gekozenen zal worden verbeterd en dat referendum en volksini tiatief een pep-injectie zullen betekenen voor het vertrouwen in de democratie als geheel. Terecht nam Barend Biesheuvel bij de presentatie van het rapport bij voorbaat al stelling tegen de te verwachten reacties. Hij betichtte de critici van koudwater vrees, conservatisme en lauwheid. Men moet de zaken nuchter durven bekijken, was een van zijn stellingen. De vrees dat een referendum en ook een volksinitiatief een nekslag voor ons vertegenwoordigen de stelsel zal zijn is ongegrond. Referen dum en volksinitiatief moeten, zo beklem toonde Biesheuvel, slechts beschouwd worden als nuttige aanvullingen op ons huidige systeem. Opiniepeilingen Wie, zoals Biesheuvel, nuchter nadenkt, kan tot geen andere conclusie komen dan dat een „correctief referendum" het de mocratisch gehalte van onze samenleving alleen maar kan verstevigen. Er worden immers van tijd tot tijd beslissingen geno men met een zo minieme meerderheid van stemmen (denk bijvoorbeeld aan de abortuswet of de beslissing om kruisraket ten naar ons land te halen) dat de vraag gerechtvaardigd is of zo'n besluit ook door de meerderheid van de bevolking wordt gedragen. Politieke opvattingen zijn voortdurend in beweging. Opiniepeilingen wijzen dit al jarenlang uit. Zeker in het derde of vierde jaar na kamerverkiezingen blijkt vaak dat de politieke voorkeur van de bevolking er heel anders uitziet dan op de dag dat men naar de stembus ging. ^Zonder afbreuk te doen aan het grote goed van de parlemen taire democratie kan een referendum, waarbij een sterk omstreden besluit nog eens opnieuw wordt gewogen, een verfris sende werking hebben, niet alleen voor de burgers maar ook voor degenen die ge acht worden als vertegenwoordigers daar van op te treden. Drempels Niet alleen de vrees voor aantasting van de parlementaire democratie maar ook die voor een lichtvaardig gebruik van het re ferendum is ongegrond. Herhaaldelijk wees Biesheuvel erop, dat er heel wat voor nodig is om een volksstemming te organiseren. Is een groep kiezers het niet eens met een bepaald besluit van het par lement, dan moeten zij eerst minstens 10.000 medestanders zien te vinden. Zijn er 10.000 handtekeningen bij het ministe rie van Binnenlandse Zaken ingeleverd, dan legt de overheid de bevolking de vraag voor of men het er mee eens is dat over het aangenomen wetsontwerp X een volksstemming wordt gehouden. Op ge meentesecretarieën en postkantoren wor den dan handtekeningenlijsten neergelegd om steun te betuigen aan het houden van een referendum. Pas als 300.000 kiezers van 18 jaar en ouder een volksuitspraak gewenst vinden, wordt het referendum daadwerkelijk gehouden. Tenslotte is er nog een derde drempel: het wetsontwerp dat inzet is van de stemming wordt alleen ingetrokken als de meerder heid van de deelnemers aan het referen dum ertegen is èn als die meerderheid mi nimaal 30 procent omvat van het totale aantal kiesgerechtigde Nederlanders. Dat zijn ongeveer drie miljoen mensen van 18 jaar en ouder. Als men nu nagaat dat het volkspetitionnement tegen de kruisraket ten 3,7 miljoen handtekeningen heeft op geleverd waarvan een flink aantal gezet is door minderjarigen (die dus bij een refe rendum niet mee mogen doen) dan wordt duidelijk hoeveel inspanning er nodig is een volksstemming tot een succes te ma ken. Of, om met Biesheuvel te spreken: men zal zich dan ook wel twee keer be denken voor men eraan begint. DICK VAN RIETSCHOTEN dieL kost de doorgewinterde skiërs veel zweet om, tranen om in de winterdag in optimale friditie de skipistes op te kunnen. Rechtge- de sportmensen trainen tevoren flink, in tijdens hun wintersportvakantie op tijd ir bed en matigen het gebruik van alcohol „Drank maakt lichtzinnig en kwets- zo luidt de kop boven een artikel van Van Roselaar in het laatste nummer van Magazine, het blad van de Nederlandse Vereniging. illusie dat je beter af bent door weinig of teen alcohol té gebruiken is wreed verstoord oor een onderzoek aan de Rijksuniversiteit Limburg. Dat onderzoek wees uit dat alcohol en slecht slapen de kans op skiletsel verla gen. Dus bedrink je aan de Glühwein en stort je vervolgens op de lange latten in de richting van het dal. De kans dat het goed afloopt is groot. De leden van de skiverenigingen trekken de schouders op. Zij scharen zich liever achter het artikel in het bondsblad. gen lartj twijil igrijki len. E zou iï -m -m )EN HAAG Uit de teekproef van de onder- Dekers drs. Lex Bouter n prof.dr. Paul Knip- ïhild blijkt dat niet-drin- ers twee keer zoveel aaians op skiletsel hebben en eJs de regelmatige inne- eeft uiers. „Laat de mensen de chrijiak alsjeblieft niet om- braaien. Het is echt niet dat je je vol moet gieten Idschifo geen skiletsel op te lo- ar Skileraar Luc Jon- iilTte!er Zutphen rekent nale jezelf onder de catego- en n]e rustige skiërs. Dat wil n bijjggen redelijk, getraind iljoerïi alcohol met mate. Hij titel it vraagtekens bij de uit- m tepmst van het onderzoek. iani?!k ga ervan uit dat je sbeelt)or alc°h°teebruik veel valt. Als je goed geslapen en weinig ■etikj geen alcohol hebt ge- heb je een veel hetrotere kans dat je op de bliift". bnker kan zich helemaal oplborstellen dat de meeste on- blukken gebeuren op de vier- op ffi of vijfde dag tussen twee en >11; vier uur. „Dat is logisch. Het duidt op vermoeidheid. Bijna negentig procent van de skiërs verricht de rest van het jaar geen zware lichamelijke ar beid. De eerste dag maken ze gebruik van hun reserve. De tweede dag zitten ze al met flinke spierpijn. De spieren herstellen zich echter gedu rende de tijd dat je niet skiet. Als je veel aan sport doet, is dat herstel sneller dan wan neer je niet getraind bent. Is dat gek? Je haalt het toch ook niet in je hoofd om ineens een hele dag te gaan voetballen? Daar moet je het wel mee ver gelijken". De skileraar zal weinig moeite doen om z'n leerlingen weg te houden bij de alcohol. „Inte gendeel, de meesten laten hun leerlingen een borreltje drin ken. Dat verlaagt lekker de angstdrempel en brengt de le raar op goede voet met de hut- tenwaard. Commercieel gezien is dat wel begrijpelijk. Maar na nóg een paar borreltjes neig je er al gauw toe om met grote snelheid naar beneden te sui zen. Je wilt in snelheid niet voor de anderen onderdoen. En zelfs een matige snelheid is al hard. Rij maar eens met veertig kilometer per uur te- een een boom. Dan heb ie de auto goed in elkaar zitten". Toch doet het pijn als je leest dat sporters niet een verlaagd risico hebben. De skileraar: „Dat is natuurlijk ook erg sub jectief. Een goed getrainde skiër gaat harder en komt op een gegeven moment op het zelfde risico-niveau als de minder getrainde skiërs, die minder hard gaan maar een borreltje op hebben". „Als je dat onderzoek letterlijk zou nemen, dan zou je kunnen zeggen dat je in het verkeer ook zou moeten drinken. Dan heb je meer kans een ongeluk te overleven, want dan ben je lekker ontspannen als je er gens tegenaan rijdt. Maar zo is het natuurlijk niet. Skiën is een snelheidssport. Een sport waarbij je je moet leren be heersen en waarbij je je con centratie niet mag inruilen voor overmoed". Kegel Dr. van Roselaar geeft Magazine een paar opzienba- Omdat alcoholgebruik ook lichtzinnig maakt, neemt r skiën grotere risico's dan verantwoord Is. Ski rende voorbeelden van lavelo ze skiërs, die het er goed heb ben afgebracht. Neem nu de vermiste skër, die na urenlang speurwerk door reddingsploe gen gevonden werd, bedolven onder de sneeuw. De man lag te snurken. Een kegel c) Standaard Uitgeverij, Antwerpen-Weesp. cohol kwam de redders tege moet. Bij het opstaan kon hij amper op de been blijven. En neem de uitspraak van dokter Gallob uit Karinthië, die schat dat dronkenschap in dertig procent van de zware ski-on gevallen de oorzaak is. De chi rurgen Beek en Frick uit Feld- kirch hebben vastgesteld dat rond 15 procent van alle na een ski-ongeluk opgenomen patiënten een alcoholpromilla ge hadden van 0,8. Bij 0,5 krijg je in Nederland al een rijver bod van acht uur. De toename van het aantal verongelukte skiërs, die te diep in het glaas je hebben gekeken, is volgens de Schweizerische Fachstelle für Alkoholfragen in Lausan ne onrustbarend. Noodzakelij ke chirurgische ingrepen moe ten regelmatig worden uitge steld omdat de skiërs beschon ken worden binnengebracht. Spieren Voor de verwerking van twee borrels heeft de lever onge veer twee uur nodig. Tijdens het skiën moeten de spieren arbeid verrichten, waarvoor suikers nodig zijn. De lever heeft ondermeer de functie suikerreservoir en kan als het nodig is suikers naar de spieren sturen. Maar als de le ver na een nacht doorzakken met de afbraak van alcohol bezig is, kan er onvoldoende suiker naar de spieren worden gestuurd. De skiër merkt dan dat hij sneller moe is dan hij gewend is. Dr. Van Roselaar waarschuwt ook voor het probleem van zuurstofgebrek. Iemand, die op grote hoogte prestaties levert en daarbij alconol gebruikt, zal later gewaarschuwd worden als hij zuurstofgebrek heeft. Roselaar: „Met andere woor den, de kans op een black-out wordt vergroot. Omdat alco holgebruik ook lichtzinnig maakt, neemt men bij het skiën grotere risico's dan ver antwoord is. Bij een promilla ge van 0,5 is dat risico twee keer zo groot; bij 0,8 promille drie keer zo groot en bij een promillage van van 1 is dat ri sico zeven keer het normale". Het is volgens Van Roselaar een misverstand dat sporters, die alcohol hebben gebruikt, meer ontspannen in de sneeuw smakken en daardoor minder snel iets breken. Van Roselaar: „Een skiër die alco hol heeft gebruikt, ontbreekt het tijdens een val aan de no dige reflexen, zoals snelle draaibewegingen of het afrol len van de schouder. Het komt dan vaak tot een zogenoemde passieve val, die in de sportge neeskunde zo gevreesd wordt, omdat de kans op extra zwaar letsel groter is". (ADVERTENTIE) Eerste Nederlandse MANNENBEURS in Haagse Houtrusthallen vrijdag 13 l/m zondag 22 december Video-presentatie Camel-trophy Grote modelspoorbaan, Kit Bolide, win een zeereis met zeilschip „De Eendracht". Maandblad Playboy is aanwezig met een aantal Bunnies. Verder sport, herenmode, hengelsport, postzegels, munten, bonsai ete. Zandvoort circuit Openingstijden van 12.00 tot 22.00 uur. Entree ƒ6.-; kinderen t/m 12 jaar en 65+ers ƒ3.-. voor het hele gezin DEN HAAG De studies die de afgelopen maanden zijn verricht naar arbeids tijdverkorting (atv) heb ben uitgewezen wat ei genlijk al vóór de aanvang werd voorspeld: werkge vers en bonden komen er geen stap verder mee. De conclusies zijn zo vaag of lopen zozeer uiteen, dat zowel voor- als tegenstan ders van korter werken er nu hun voordeel mee pro beren te doen. Intussen raakt atv onmiskenbaar verder op een dood spoor. In 1982 werd het inmiddels beroemde en beruchte ak koord in de Stichting van de Arbeid afgesloten, met als doel versterking van de redement- spositie van het bedrijfsleven en bestrijding van de werk loosheid, alsmede herverdeling van arbeid via korter werken. In de daarop volgende cao onderhandelingen werden ta melijk snel akkoorden geslo ten waarbij de prijscompensa tie van de werknemers voor dit doel werd ingezet. Dit leid de tot de invoering van de 38- urige werkweek, maar de loonmatiging bleek toch de be langrijkste bijdrage te leveren aan de gezondmaking van de Nederlandse bedrijven. De tweede stap op weg naar herverdeling van arbeid werd voor de vakbeweging een ver dere werktijdverkorting tot 36 uur. Daarnaast vroegen de bonden, verwijzend naar de produktiviteitsgroei van de be drijven, om loonsverhogingen. Zij vonden echter de werkge vers op hun weg. Die verzet ten zich steeds harder tegen arbeidstijdverkorting en de re alisatie van de 36-urige werk week. Om het cao-overleg niet volle dig te laten klappen, werden her en der afspraken gemaakt om eerst maar eens te bestude ren hoe de eerste deel van ar beidstijdverkorting in de prak tijk heeft uitgewerkt. Dergelij ke overeenkomsten, die tot op luchting van een ieder werden afgesloten, bleken echter niet veel meer te zijn dan uitstel van executie van de arbeids tijdverkorting. Overigens kon men het in de sector kleinme- taal na een principe-akkoord over het onderzoek niet eens worden over de aanpak van de studie. Bij het concern Akzo liepen de bonden weg tijdens de voorbesprekingen van de studie. Voor zover wel werd gestudeerd, druppelen nu we kelijks de onderzoeksresulta ten binnen. Open deuren De studie bij Philips wees deze week uit dat een 36-urige werkweek zelfmoord zou zijn. Een ander onderzoek naar de mogelijkheden in de metaal- en electrotechnische industrie dat begin deze week werd ge publiceerd, bevatte zoveel open deuren dat het spontaan werd omarmd door zowel bon den als werkgevers. Allen zei den zich te kunnen plaatsen achter de inhoud van het rap port, maar de conclusies die een ieder er aan verbond lo pen zo uiteen dat de partijen verder dan ooit uit elkaar zijn komen te liggen. Voorman Ter Hart van de me taalwerkgevers concludeerde dat verdere arbeidstijdverkor ting meer uitzondering dan re gel moet zijn, terwijl onder handelaar Rijkse van de In dustriebond FNV aan de hand van hetzelfde onderzoek juist het tegenovergestelde vaststel de: voor iedereen atv, zij het op verschillende momenten en in verschillende vormen. De onderzoekers van Beren schot, van de katholieke Hoge school Tilburg en van de In dustriebond FNV die zich be zig hebben gehouden met de evaluatie van de eerste atv- golf, stellen los van elkaar dat hun onderzoeken repre sentatief noch wetenschappe lijk onderbouwd zijn. Daar door is een algemeen oordeel over korter werken als middel ter bestrijding van de werk loosheid nog moeilijker te ge ven. Langere termijn Uit de onderzoeken blijkt wel onmiskenbaar dat atv tot nu toe vooralsnog nauwelijks uit- Scholing breiding van de werkgelegen- heid heeft opgeleverd. Dat kan wel het geval zijn op de wat langere termijn, als de econo mie verder aantrekt. Voorspel lingen van het Centraal Plan bureau wijzen ook in die rich ting. De werkgevers ontkomen er dan immers niet aan meer mensen aan te nemen, omdat het huidige veelal krappe per soneelsbestand de werkzaam heden niet meer aan zal kun- werkroosters, coördinatie, overleg en het „gelijkzetten van de klokken". In de meeste gevallen is men na uren en da gen van puzzelen tot de con clusie gekomen dat de klok het beste maar helemaal stil kan worden gezet. Iedereen een dagje vrij en op de overige dagen maar wat harder wer ken want, dezelfde hoeveel heid werk moet nu in kortere tijd klaar. Vooral uit kostenoverwegin gen (de aanhoudende dreiging van looneisen), maar ook uit twijfel over de duur van het economisch herstel en het ge brek aan geschoold personeel om opengevallen plaatsen op te vullen, vindt er nauwelijks of geen herbezetting plaats. De extra vrije tijd die men heeft gekregen betekent dus met name een verhoging van de werkdruk, vooral bij het ka der. Geen wonder dat het mid delbaar en hoger personeel weinig trek meer heeft in een nog kortere werkweek. Met name deze groep moet gewoon in minder tijd harder werken. Het pre duktiepersoneel heeft over het algemeen minder problemen, maar dat is op een punt aangeland dat men liever weer eens een salarisverho ging heeft dan meer vrije tijd. Maar, zo verweren de werkge vers zich, als de bonden weige ren te betalen voor korter werk en die kans zit er dik in .dan zullen de bedrijven met hogere kosten worden op gezadeld. En dat heeft weer alle mogelijke negatieve gevol gen voor werkgelegenheid en concurrentiepositie. Dat is het paard achter de wagen span- De rapporten verwijten de werkgevers dat zij niet erg creatief met de arbeidstijdver korting zijn omgesprongen. In de meeste bedrijven is gekozen voor collectieve roostervrije dagen rond Kerst en met car naval. Dit heeft tot gevolg dan in veel bedrijven de bedrijfs tijd verkort is. In de praktijk blijken de aanbevelingen van werkgevers en bonden, te we ten differentiatie in arbeids tijdverkorting en verlenging van de bedrijfstijd, met voeten getreden. Minste weerstand weerstand, r verwonderlijk niet. Loop een drijf binnen e soneelchef na, van atv en er vloed va laar helemaal is deze keuze willekeurig be- i vraag de per- ïaar de invoering er volgt een stort- moeilijkheden bij Alles wijst er dan ook op dat een akkoord over verdere ver korting van de werkweek er voorlopig niet in zeil zitten. De toename van de werkgelegen heid zal dan voort moeten ko men uit verder economisch herstel en het aantrekken van de markt. De afname van de werkloosheid van de afgelo pen tijd met zo'n vierduizend mensen per maand, is ook vrij wel geheel aan dat herstel te wijten. Niet aan de arbeidstijd verkorting, niet aan vut-rege- lingen en ook niet aan de sti mulering van deeltijdwerk. De sociale partners zien in dat het wapen van de arbeidstijd verkorting zijn kracht aan het verliezen is. Het algemeen herstel zorgt voor meer banen, maar die leiden alleen tot een daling van de werkloosheid als er voldoende geschoold perso neel tegenover staat. Met deze constatering in het achter hoofd werd vorige week vrij dag dan ook in de Stichting van de Arbeid afgesproken dat daadwerkelijk een begin zal worden gemaakt met de om-, her- en bijscholing van wer kenden en werklozen. Met name de grote groep van 260.000 langdurige werklozen, die nog niet profiteren van het aantrekken van de economie, kan alleen via scholing nog aan werk geholpen worden. De overheid heeft toegezegd hiervoor geld uit te trekken. Pas als dit ambitieuze plan is gerealiseerd kan verdere ar beidstijdverkorting met volle dige herbezetting een grotere kans van slagen krijgen. De werkgevers kunnen zich dan in ieder geval niet meer ver schuilen achter de knelpunten op de arbeidsmarkt, als gevolg van het ontbreken van vol doende geschoold personeel. MARGA RIJERSE

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1985 | | pagina 5