Bedankjes -brengen clubs problemen finale John Fredrikstadt bijna kwart eeuw een „cijferofiel" 'Ccidóc Qowuvnt Traditie 'den de \cht er, '.eggen, BUSSUM - John Fredrikstadt (52) (is ambtenaar in Bussum. Zijn goed jbetaalde hobby is in opdracht van Studio Sport en vaderlandse kran ten alle cijfers van het betaalde jvoetbal bijhouden, een indrukwek kende klus, waarmee hij inmiddels leen kleine kwart eeuw doende is. Aanleiding voor een gesprek met de man achter de cijfertjes. Een |monoloog. ,Je staat er versteld van hoe gek mensen zijn op cijfers. Vóór Nederland - België 'toos ik samen met Mart Smeets de huis- «amervraag voor Studio Sport. Het vcrd: wanneer scoorde België voor het (laatst op Nederlandse bodem?. Mart las 'm tijdens de aankondiging van de re portage voor. 's Avonds om een uur of |iien stond de telefoon in de studio rood gloeiend. Heinze Bakker, die avond eindredacteur, werd er helemaal ge stoord van. Laat al die mensen morgen ochtend maar met Smeets bellen, zei hij. Èonder iets ten nadele van de anderen te willen zeggen, maar met Mart kan ik luren praten. Net zo gek van cijfers als ik. Idolaat van vooral Amerikaanse sporten en in de Verenigde Staten wordt elke beweging in getallen uitgedrukt. Wij (mogen daar wel eens een voorbeeld aan ;nemen. Zondag keek ik naar de samen vatting van PSV - Feyenoord en zei ik (tegen m'n vrouw: Waarom laten ze niet zo af en toe statistieken door het beeld lopen? Zo vaak tegen elkaar gespeeld, zoveel doelpunten, zoveel strafschoppen. iDenk erom dat de mensen daarin zijn [geïnteresseerd. Ooit ben ik 's nachts om een uur of één uit m'n bed gebeld door (een man, die hoorbaar een feestje aan (het vieren was. Meneer Fredrikstadt, zei Ihij, we zitten hier bij elkaar met twaalf flessen cognac en hebben een wedden schap afgesloten over de vraag hoe groot het transferbedrag was waarvoor Johan Neeskens destijds overging van RCH naar Ajax? Ik gaf 'm het antwoord, (125.000 gulden, en hij beloofde me één Ivan de twaalf flessen. Die ik trouwens Inooit heb gezien. En ik hoop ook nooit weer voor zo'n vraag wakker te worden jgemaakt, maar m'n interesse voor de cij fertjes heeft er niet onder geleden". Nooit ziek „Vierentwintig jaar ben ik nu met dit werk bezig en in al die tijd heb ik nooit één weekeinde overgeslagen. Nooit ziek op bed als er wordt gevoetbald. Geen tijd voor. Ik zou ziek worden als ik m'n administratie niét zou kunnen bijhou den. Momenten van vertwijfeling ken ik niet. Het Nederlandse voetbal zit in een diep dal, zeggen ze. Het gaat volledig langs mij heen. Voor mij tellen de doel punten, de gele kaarten. Niet het niveau van de wedstrijd.' j Ik bel regelmatig met clubs om ze te tip- j pen dat de scheidsrechter die hen is toe- gewezen z'n twee- of driehonderdste wedstrijd fluit. Kunnen ze, heel attent, even een bloemetje in huis halen. Ik heb ook wel contact met scheidsrechters. Vaste klant is Jan Keizer. Wil op de hoogte blijven van z'n eigen statistieken. Persoonlijk beleef ik het meeste plezier aan het volgen van de schaduw-schut- ters, de jongens die de beslissende passes hebben gegeven. Toen ik daarmee be gon, dacht ik: wat een afschuwelijke klus, maar nu zou ik het niet meer wil len missen. Een voorzet is vaak mooier dan een doelpunt". Sneeuwbaleffect „Ja, het is één groot sneeuwbaleffect, dat mag je wel zeggen. Vierentwintig jaar ge leden heel onschuldig begonnen bij de keeper van Blauw Wit, Barry van der Voort, een kameraad van mij. Barry hoefde zelden naar het net. Dat bracht me op het idee om hem met andere doelverdedigers te gaan vergelijken. Piet Lagarde bleek nog minder ballen om de oren te krijgen, Barry was een goede tweede. Na de keepers kwamen de doel punten, toen de uit het veld gestuurde spelers, de toeschouwersaantallen en ga zo maar door". „Nee, m'n familie heeft nooit gezegd: Waar ben jij nu in vredesnaam mee be zig? Iedereen vond het gezellig. Veel bel letjes en zo. Maar al die cijfers, wat moest ik er eigenlijk mee? Dus de Tele graaf gebeld. Twee dagen later stonden ze afgedrukt en dat deed me toch wel iets, want ieder mens is eerzuchtig. Toen ik vijf jaar bezig was, kwam de grote klap: Theo Koomen haalde me in het ra dioprogramma Goal. Fredrikstadt mocht voor het eerst iets vertellen over z'n cij fers. Later volgde „Sportief zijn, beter worden" op radio Veronica. Een pro gramma van Frits Barend en Henk van Dorp. Die jongens wilden altijd alles an ders dan anderen, dus werd de naam van columnist Nico Scheepmaker veran derd in Ivo Vettewinke) en heette ik op de piratenzender Frits Slootenkroost. Met dubbel o, dat moest vooral". „Scheepmaker was ook al zo'n cijfero fiel. Vreselijk geïnteresseerd in het verle den. Hij schreef ooit een column over de Nederlandse voetballers, die in hun le ven één interland hebben gespeeld. Ik maakte hem er op attent dat hij in zijn opsomming de namen Mertens en Schumpf was vergeten. Een week later kwam hij er in de krant op terug: Hoe kon hij zo vreselijk stom zijn om Mer tens en Schumpf te vergeten. Mertens en Schumpf, of all people". „Scheepmaker kon zich ook een paar kolommen lang kwaad maken over de vraag hoeveel toeschouwers er exact in het Olympisch Stadion kunnen. Het gek ke is dat ik me uitgerekend daarover nooit echt druk heb kunnen maken. Toeschouwersaantallen, daar is altijd al mee gerotzooid. Er zijn een paar clubs die precies zijn. Feyenoord, Groningen. Maar (le meeste steken een natte vinger in de lucht. Natuurlijk vind ik dat niet prettig, maar ik besef dat ik daar toch niets aan kan veranderen. Het zij zo. Als ik maar precies weet hoeveel doelpunten er in een weekeinde zijn bijgekomen. Wat dat betreft kan ik gerust zijn, fouten komen in mijn administratie niet voor. Ik heb betrouwbare correspondenten en kan goed tellen. Heb veel aanbiedingen mogen ontvangen van computerfabri kanten, maar ik heb altijd de boot afge houden. De gedachte dat je de stekker uit het stopcontact trapt en alles kwijt bent". Zes gele kaarten „Laatst werd scheidsrechter Bannet in Langs de Lijn geïnterviewd door Felix Meurders, omdat hij in één wedstrijd zes gele kaarten had getrokken. Hoeveel wedstrijden hebt u in de eredivisie geflo ten, vroeg Meurders. Bannet wist het niet. Ik heb onmiddellijk gebeld en nog tijdens het interview kon Meurders de scheidsrechter meneer Bannet vertellen dat het er acht waren. Volgens mij kan geen computer daar tegenop. Ik lever nog altijd aan de Telegraaf, maar ook aan het AD, de Volkskrant, veel regiona le kranten, Studio Sport en m'n cijfers zijn ook in boekvorm verschenen". „Bang om ondergesneeuwd te raken ben ik niet. Eigenlijk heb ik het minder moeilijk dan vroeger. Toen waren er Ze ventig betaalde clubs, nu nog zeven endertig. Bovendien heb ik hulp m'n zoon. Hij maakt de standen voor Studio Sport. Ik werk nu negen jaar voor Studio Sport. Het begon met een tele foontje van Bob Spaak, de chef van toen. Hij wilde me hebben voor het pro gramma Vijf over vijf. Dat programma is al lang verdwenen, maar Fredrikstadt zit er nog. Elke zondagmiddag. Vroeger John Fredrikstadt: „Het zal me een zorg zijn dat het Nederlandse voetbal in een dal zit". in een kleine ruimte, die als kast had dienst gedaan. Tegenwoordig in een knots van een kantoor. Radiootje en boekhouding naast me, telefoon voor me. Vanaf half drie pak ik de gegevens via Langs de Lijn en om kwart over vier voorden de dertig correspondenten in het land gebeld. Ik verwacht dat er akelig precies wordt gewerkt, want dat doe ik zelf ook. Ik kan absoluut niet tegen non chalance. Trek desnoods alles drie keer na. M'n vrouw zegt wel eens dat ik over drijf. Het heeft ook te maken met een dosis onzekerheid. Kijk altijd twee keer of ik de deur wel achter me op slot heb gedaan". Voor schut „Ik ben ook wel eens voor schut gegaan. Na FC Den Bosch - PEC Zwolle, een in haalwedstrijd op een woensdagavond. Ik volgde die wedstrijd via Teletekst. Vol gens mijn informatie was het 0-0 geble ven. Toch even bellen met Den Bosch. Voor de gele kaarten. Kreeg ik een man aan de lijn, die zei: Bent u meer geïnte resseerd in de kaarten dan in de doel punten? Het bleek dat Gillhaus in de slotfase twee keer had gescoord, om kwart voor elf kwam Teletekst met het herstel. Zo'n blunder, daar ben ik niet zo lekker mee". „Het meest opvallende van dit seizoen vind ik het grote aantal gemiste straf schoppen. Van de 32 penalty's werden er in deeredivisie twaalf gemist. Had de interland tegen de Belgen door straf schoppen beslist moeten worden, dan waren we dus ook nooit in Mexico geko men. Niet naar Mexico, kansloos in de Europa-Cuptoernooien, het Nederlandse voetbal zit in een dal. Maar dat zal mij eerlijk gezegd een zorg zijn. Als het maar niet te gek wordt, als er maar niet al te veel mensen uit de stadions wegblijven. W£nt dan is het natuurlijk gepiept, ook met Fredrikstadt". BERT DIJKSTRA GA I"! DEN HAAG - Direct na de uit schakeling van het Nederlands voetbalelftal door België ontkenden bestuurders van de KNVB de vrees dat het voetballen nog meer van zijn aantrekkingskracht op de jeugd zou verliezen, met alle gevol gen voor de voetbalclubs vandien. Twee dagen later maakte de ge meente Rotterdam bekend dat 32 sportvelden moeten worden geslo ten vanwege teruglopende ledenbe standen. De oorzaken van de problemen, waar mee steeds meer sportverenigingen - zowel in de zaal als buiten - te ma ken krijgen, lopen nogal uiteen, zo blijkt uit onderzoeken die over dit onderwerp de laatste tijd met de regelmaat van de klok verschijnen. Veranderende sportie ve interesses, teruglopende inkomens, verminderende overheidssubsidies en dalende geboortecijfers betekenen voor menige club de doodsteek. Het precieze aantal sportvelden dat als gevolg daar van in Nederland moet verdwijnen valt thans niet te becijferen. De meest recente gegevens van het Soci aal en Cultureel Planbureau (SCP) wij zen uit dat in zijn algemeenheid onge veer 67 procent van de bevolking tussen zes en 79 jaar sportieve activiteiten ont plooit. De meest beoefende sporten zijn zwemmen, fietsen en wandelen, wat voor een belangrijk deel het gevolg is van de populariteit van deze bewegings vormen onder ouderen. Populaire sport en bij jongeren zijn nog altijd voetbal, schaatsen en gymnastiek. Verenigingen zien met lede ogen hoe steeds meer mensen de voorkeur geven aan het onafhankelijk beoefenen van sporten als hardlopen (trimmen), fietsen, -tennissen en plankzeilen. Voordeel is, dat je geen wedstrijdverplichtingen hebt, je kunt het doen wanneer je wilt en als het even meezit met wie je wilt. Sporten met een hoge verenigingsgraad als voet bal, gymnastiek en handbal zijn het kind van de rekening. Ontkerkelijking Werkloosheid en ontkerkelijking blijken volgens het Sociaal en Cultureel Planbu reau niet van invloed op de deelname aan sport. Werklozen doen zelfs minder aan sport dan werkenden en dat ligt. aan „de afwijkende samenstelling van deze groep. Mensen met een baan en mensen zonder baan met dezelfde opleiding doen even veel aan sport". „Dat ontkerkelijking niet langer van in vloed is, betekent wel dat er inmiddels in protestants-christelijke kring het een en ander is veranderd. Deze categorie liep voorheen bij sportdeelname altijd achter bij katholieken en niet-kerkelij- ken", aldus onderzoeker drs. L. Schoon- derwoerd van het planbureau. Anders is het gesteld met de gevolgen van inkomensontwikkelingen. Het mi nisterie van WVC zegt dat weliswaar het totaal aantal sporters gelijk blijft, maar het aantal sporters dat meer dan een sport bedrijft, loopt door dalende inko mens terug. Met name in de lagere inko mensgroepen dreigen veel opzeggingen van lidmaatschappen. Ook hiervan pro fiteren de goedkope, ongeorganiseerde sporten. In het boekje „Zuinig met Sport", een leidraad van WVC voor sportorganisa ties en gemeenten, staat dat georgani seerde sporters vorig jaar gemiddeld 156 gulden aan contributie uitgaven en 207 gulden aan bijkomende kosten. De onge organiseerden besteedden er gemiddeld tweehonderd gulden aan. Bedankjes Een opvallend gegeven in het WVC-boekje is de inhoud van de be dankbriefjes die aan de sportverenigin gen worden gezonden: „Voor de opzeg ging geeft 45 procent als belangrijkste ar gument tijdgebrek. Een derde noemt vermindering van interesse, 22 procent stelt onvoldoende prestaties van de vere niging verantwoordelijk. Slechts een op de zeven noemt de kosten als motief voor het bedanken". Het argument tijdgebrek lijkt in tegen spraak met het gegeven van arbeidstijd verkorting (atv). Het Sociaal en Cultu reel Planbureau stelt echter dat de in vloed van dit fenomeen tot op heden niet kan worden vastgesteld. „De gege vens wijzen erop dat de vorm waarin atv wordt gegoten van grote invloed zal zijn. Hele en halve vrije dagen zullen, in tegenstelling tot elke dag een beetje min der de sportieve activiteiten ten goede komen", aldus Schoonderwoerd van het planbureau. De Vereniging van Nederlandse Ge meenten (VNG) heeft op basis van deze ontwikkelingen haar conclusies getrok ken. „Vooral door het afnemende ge boortecijfer en de veranderende voor keur voor individuele sporten hebben we besloten gemeenten te informeren over de consequenties", zegt J.J.G.M. Roeffen van de VNG. In de praktijk komt het er vooral op neer dat voetbalvelden en soms ook zwembaden moeten worden gesloten. „Maar omdat het geen zoden aan de dijk zou zetten als elke Vereniging een of twee velden zou inleveren, dringen we er bij veel gemeenten op aan over te gaan tot fusering van clubs. Op die manier is het mogelijk een heel complex met meer velden vrij te krijgen", aldus Roeffen. Een duidelijk voorbeeld van het toepas sen van deze tactiek heeft de gemeente Rotterdam onlangs geleverd. Daar zul len door een herstructurering alle zeven tien velden van het bijna onmetelijke ge meentelijke sportcomlex Laag Zestien hoven verdwijnen. Er is nog geen be stemming voor gevonden. De VNG denkt in dat soort gevallen aan de bouw van bejaardenflats en aan woningen voor een- en tweepersoonshuishoudens. Niet te laat Maar voor veel sportclubs hoeft het nog niet te laat te zijn. Dat kan althans wor den opgemaakt uit de suggesties die het instituut voor sociaal-wetenschappelijk onderzoek van de Katholieke Hoge school Tilburg heeft vervat in een bro chure. Oplossingen worden daar gezocht in de sfeer van de contributieheffing, le denwerving, sponsoring, zelfwerkzaam heid en het sportaanbod. Het instituut begint met de constatering dat sportverenigingen steeds meer te ma ken krijgen met bezuinigingen van over heidswege. Negentig procent van al het geld dat de overheid in de sport steekt, gaat namelijk op aan subsidies op ac commodaties en vooral de gestegen energiekosten, materiaalkosten en perso neelslasten hebben de exploitatieverlie zen doen toenemen. Gemeenten die het zelf al niet meer zo breed hebben, zijn steeds meer geneigd het mes in de sport sector te zetten. De onderzoekers van de hogeschool ach ten een contributieverhoging niet de meest ideale oplossing, tenzij de vereni ging de leden duidelijk kan maken waar om die nodig is. Een verhoging kan ech ter stuiten op het probleem van de da lende koopkracht van huishoudens. Beter zijn: een andëre inning van contri buties, bij voorbeeld per jaar of half jaar en toepassing van het profijtbeginsel. Het aantal sporters valt per tak als volgt in pro centen onder te verde len: zwemmen 36,4 fietsen/wielrennen 28,5 wandelen 22,3 voetbal 11,6 schaatsen 11,3 „trimmen 9,6 ."gymnastiek/turnen 9,3 tennis 8,5 badminton 6,9 tafeltennis 5,5 zeilen, roeien, kanoën, surfen 10,5 volleybal 5,2 zaalvoetbal 4,1 paardrijden 3,6 vecht- of verdedigings- sport 2,2 hockey 1,7 basketbal 1,6 handbal 1,3 korfbal 1*,2 atletiek 1,1 auto/motorsport 0,9 overige 8,8. Wie meer gebruik maakt van de facilitei ten, zoals leden van een selectieteam, be taalt meer. Overigens blijken zaalsport verenigingen voor bijna vijfenzestig pro cent van hun inkomsten afhankelijk te zijn van contributies, buitensportvereni gingen voor vijfendertig procent. In de brochure wordt vervolgens een in tensievere ledenwerving voorgesteld. Doordat clubs het steeds moeilijker krij gen met het aanwerven van jeugdleden (het geboortecijfer is sinds 1965 dalen de), luidt het advies de blik te richten op groepen die in aantal de afgelopen jaren zijn toegenomen: 65-plussers en etnische minderheden. Meer sporten De accommodatiekosten kunnen in de ogen van de onderzoekers het beste wor den gedrukt door in één club n^eer sport en aan te bieden. Te denken valt aan buitenverenigingen die 's zomers hun half verharde oefenvelden als tennisbaan exploiteren of zaalverenigingen die er na een statutenwijziging ook andere bin nensporten op na gaan houden. Acties tussendoor, zoals prestatielopen, toer nooien, bingo-avonden en rommelmark ten zijn ook nooit weg, aldus de brochu- Privatisering van onderhoud van sport accommodaties is volgens de brochure alleen aantrekkelijk als de zelfwerkzaam heid van de leden toeneemt. Een pro bleem bij de inzet van vrijwilligers is dat de bereidheid onder leden om voor de vereniging de handen uit de mouwen te steken er niet beter op wordt. De onder zoekers hebben de indruk dat wat dat beteft het enthousiasme bij meer ama teuristisch geleide verenigingen groter is dan bij zeer zakelijk gerunde clubs. ZATERDAG 7 DECEMBER 1985 Wat mij betreft zijn tradities er om te worden doorbroken. Niet alle. dat spreekt. Er zijn tenslotte ooji gp'ede ge bruiken. Dat laatste geldt bijvoorbeeld bepaald niet voor de gewoonte in Engeland de dranklokalen om elf uur 's avonds te sluiten. Dit gebruik stamt, heb ik me la ten vertellen, uit de vorige eeuw. Toen vond 's lands leiding, in die tijd waar schijnlijk nog conservatieverdan tegen woordig, dat de arbeider 's morgens zon der kater in de fabriek moest verschijnen om daar voor een hongerloontje naar de pijpen van de eigenaar te dansen. Dat gebeurt niet meer. Daarvoor hebben de vakbonden, tenslotte nadrukkelijk aanwezig in het Albion, wel gezorgd. Maar waar ze voor het in een andere kleur schilderen van een deurbel, al een staking op touw kunnen zetten, hebben de vakbonden tot dusver nog nimmer een poging gedaan om de kroeg op de hoek wat langer open te laten zijn. Tenzij ik slecht ben ingelicht en het bijvoorbeeld zo is dat de bond van cafépersoneel meer in de melk heeft te brokkelen dan de colle ga 's uit pakweg de staalindustrie. Maar ik dwaal een beetje af. Deze plek is bedoeld om iets over sport te zeggen. Daarvoor ben ik door de redactie inge huurd en daarom zal ik me van die taak kwijten. Slechts het woordje traditie bracht me even van het rechte spoor, maar brengt me tegelijkertijd weer terug. Goed, daar gaat-ie dan. De traditie wil dat deze kolom zich beperkt tot één on derwerp. Deze week echter sprong een aantal zaken zodanig in het oog. dat van deze gewoonte maar eens moet worden afgeweken. In chronolgische volgorde betrof dat Huub Rothengatter, Willy van de Kerk hof en Henk van Ettekoven. Even voor de niet-ingewijden: Rothengatter is reclame man, Van de Kerkhof stofzuiger en Van Ettekoven verkoopt zichzelf. Dit laatste probeerde de racer overigens ook. Hij liet een week geleden in een landelijke och tendblad een in koperdiepdruk vervaar digde advertentie opnemen, kosten 50.000 gulden. Rothengatter, niet zo bij ster succesvol in de Formule I, richtte daarmee een verzoek tot sponsoring aan een niet onbekende broodroosterfabriek. En om zijn verhaal kracht bij te zetten hadden slimme reclamejongens een boli de legen de achtergrond van de onder gaande zon geplaatst, waarboven de niet mis te verstane kreet Interesse meneer Philips?" werd afgedrukt. Om het geheel af te maken was de racewagen al voor zien van de naam van de aangesproken meneer. Ooit liet Rothengatter zijn bolide op Zandvoort oranje spuiten om sponsors te wijzen op de mogelijkheid hem te steu nen. Dat haalde toen weinig uit. Van daar dat de coureur deze inhaalmanoeu vre trachtte uit te halen. Onder het mot to: haal de publiciteit en je haalt de pu bliciteit. Het is een kwestie 'van investe ren. De eerste uitgave is Rothengatter overigens reeds vergoed. De benaderde meneer gaf hem te kennen de kosten van de advertentie voor zijn rekening te ne men. En mogelijk zou er nog iets moois opbloeien, werd er aan toegevoegd. Ik heb nu het donkerbruine vermoeden dat Rothengatter en de meneer onder één hoedje hebben gespeeld. Reclamejongens heten per definitie slim te zijn en deze formule kan wellicht worden geboek staafd in de categorie I met stip. Want wat gebeurde? De advertentie verscheen, trok de aandacht, leidde tot publikaties in andere bladen en krijgt waarschijnlijk nog een vervolg. Zo sla je een flink aan tal vliegén in één klap. Diezelfde meneer kwam overigens ook langs een andere weg in het nieuws. Een van zijn werknemers, voetballer Willy van de Kerkhof, had te kennen gegeven er even de brui' aan te willen geven. Voet balmoe, heette het. Nu wil het geval dat Willy veelal werd aangeduid met één van de produkten van de meneer: stofzuiger. Hij kopte, zwoegde en zwierf dat het een lieve lust was. Maar ook een stofzuiger houdt het eens voor gezien. Zelfs een van die meneer, die beter dan vroeger de kunst verstaat zijn artikelen zodanig te construeren dat de klant er lang tevreden mee kan zijn. Maar dan niet té lang. Zo lang met zo'n ding stofzuisen als Willy van de Kerkhof heeft gevoetbald is dan ook een illusie. Illusies heeft ook Henk van Ettekoven, de derde figurant in deze kolom, niet meer. Deze man uit de toch al wat belaste pro vincieplaats Ede bejegende een collega arbiter naar de smaak van de scheids- rechtersbaas (wiens naam ik om publici taire redenen hier niet zal noemen) iet wat onheus. Hij had die collega „niet mijn vriend" genoemd. Nou, dat was een nogal krasse uitspraak. En daar diende onverwijld tegen te wor den opgetreden. Van Ettekoven werd ge schorst door de scheidsrecht ersbaas en verkondigde toen aan iedereen die het maar wilde weten dat hij waarschijnlijk een punt achter zijn arbitrale activiteiten zou zetten. Dat leverde publiciteit op, veel publiciteit. En meer doordat hij ver volgens ook nog eens gespeelde aarzeling in de strijd wierp. Maar kennelijk begrijpt ook een voetbal scheidsrechter dat een citroen ooit eens volledig is uitgeknepen. En dan maakt hij bekend dat hij gewoon doorgaat met fluiten. En dan zijn we weer terug bij de kop boven deze kolom. Het is ook tradi tie dat een arbiter eerst stampij maakt, dat nog een beetje aandikt en vervolgens bakzeil haalt. Kijk, aan die traditie mag van mij ook een eind worden gemaakt. BUYS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1985 | | pagina 25