Bedankjes
-brengen
clubs
problemen
finale
John Fredrikstadt
bijna kwart eeuw
een „cijferofiel"
'Ccidóc Qowuvnt
Traditie
'den de
\cht er,
'.eggen,
BUSSUM - John Fredrikstadt (52)
(is ambtenaar in Bussum. Zijn goed
jbetaalde hobby is in opdracht van
Studio Sport en vaderlandse kran
ten alle cijfers van het betaalde
jvoetbal bijhouden, een indrukwek
kende klus, waarmee hij inmiddels
leen kleine kwart eeuw doende is.
Aanleiding voor een gesprek met
de man achter de cijfertjes. Een
|monoloog.
,Je staat er versteld van hoe gek mensen
zijn op cijfers. Vóór Nederland - België
'toos ik samen met Mart Smeets de huis-
«amervraag voor Studio Sport. Het
vcrd: wanneer scoorde België voor het
(laatst op Nederlandse bodem?. Mart las
'm tijdens de aankondiging van de re
portage voor. 's Avonds om een uur of
|iien stond de telefoon in de studio rood
gloeiend. Heinze Bakker, die avond
eindredacteur, werd er helemaal ge
stoord van. Laat al die mensen morgen
ochtend maar met Smeets bellen, zei hij.
Èonder iets ten nadele van de anderen te
willen zeggen, maar met Mart kan ik
luren praten. Net zo gek van cijfers als
ik. Idolaat van vooral Amerikaanse
sporten en in de Verenigde Staten wordt
elke beweging in getallen uitgedrukt. Wij
(mogen daar wel eens een voorbeeld aan
;nemen. Zondag keek ik naar de samen
vatting van PSV - Feyenoord en zei ik
(tegen m'n vrouw: Waarom laten ze niet
zo af en toe statistieken door het beeld
lopen? Zo vaak tegen elkaar gespeeld,
zoveel doelpunten, zoveel strafschoppen.
iDenk erom dat de mensen daarin zijn
[geïnteresseerd. Ooit ben ik 's nachts om
een uur of één uit m'n bed gebeld door
(een man, die hoorbaar een feestje aan
(het vieren was. Meneer Fredrikstadt, zei
Ihij, we zitten hier bij elkaar met twaalf
flessen cognac en hebben een wedden
schap afgesloten over de vraag hoe groot
het transferbedrag was waarvoor Johan
Neeskens destijds overging van RCH
naar Ajax? Ik gaf 'm het antwoord,
(125.000 gulden, en hij beloofde me één
Ivan de twaalf flessen. Die ik trouwens
Inooit heb gezien. En ik hoop ook nooit
weer voor zo'n vraag wakker te worden
jgemaakt, maar m'n interesse voor de cij
fertjes heeft er niet onder geleden".
Nooit ziek
„Vierentwintig jaar ben ik nu met dit
werk bezig en in al die tijd heb ik nooit
één weekeinde overgeslagen. Nooit ziek
op bed als er wordt gevoetbald. Geen
tijd voor. Ik zou ziek worden als ik m'n
administratie niét zou kunnen bijhou
den. Momenten van vertwijfeling ken ik
niet. Het Nederlandse voetbal zit in een
diep dal, zeggen ze. Het gaat volledig
langs mij heen. Voor mij tellen de doel
punten, de gele kaarten. Niet het niveau
van de wedstrijd.'
j Ik bel regelmatig met clubs om ze te tip-
j pen dat de scheidsrechter die hen is toe-
gewezen z'n twee- of driehonderdste
wedstrijd fluit. Kunnen ze, heel attent,
even een bloemetje in huis halen. Ik heb
ook wel contact met scheidsrechters.
Vaste klant is Jan Keizer. Wil op de
hoogte blijven van z'n eigen statistieken.
Persoonlijk beleef ik het meeste plezier
aan het volgen van de schaduw-schut-
ters, de jongens die de beslissende passes
hebben gegeven. Toen ik daarmee be
gon, dacht ik: wat een afschuwelijke
klus, maar nu zou ik het niet meer wil
len missen. Een voorzet is vaak mooier
dan een doelpunt".
Sneeuwbaleffect
„Ja, het is één groot sneeuwbaleffect, dat
mag je wel zeggen. Vierentwintig jaar ge
leden heel onschuldig begonnen bij de
keeper van Blauw Wit, Barry van der
Voort, een kameraad van mij. Barry
hoefde zelden naar het net. Dat bracht
me op het idee om hem met andere
doelverdedigers te gaan vergelijken. Piet
Lagarde bleek nog minder ballen om de
oren te krijgen, Barry was een goede
tweede. Na de keepers kwamen de doel
punten, toen de uit het veld gestuurde
spelers, de toeschouwersaantallen en ga
zo maar door".
„Nee, m'n familie heeft nooit gezegd:
Waar ben jij nu in vredesnaam mee be
zig? Iedereen vond het gezellig. Veel bel
letjes en zo. Maar al die cijfers, wat
moest ik er eigenlijk mee? Dus de Tele
graaf gebeld. Twee dagen later stonden
ze afgedrukt en dat deed me toch wel
iets, want ieder mens is eerzuchtig. Toen
ik vijf jaar bezig was, kwam de grote
klap: Theo Koomen haalde me in het ra
dioprogramma Goal. Fredrikstadt mocht
voor het eerst iets vertellen over z'n cij
fers. Later volgde „Sportief zijn, beter
worden" op radio Veronica. Een pro
gramma van Frits Barend en Henk van
Dorp. Die jongens wilden altijd alles an
ders dan anderen, dus werd de naam
van columnist Nico Scheepmaker veran
derd in Ivo Vettewinke) en heette ik op
de piratenzender Frits Slootenkroost.
Met dubbel o, dat moest vooral".
„Scheepmaker was ook al zo'n cijfero
fiel. Vreselijk geïnteresseerd in het verle
den. Hij schreef ooit een column over de
Nederlandse voetballers, die in hun le
ven één interland hebben gespeeld. Ik
maakte hem er op attent dat hij in zijn
opsomming de namen Mertens en
Schumpf was vergeten. Een week later
kwam hij er in de krant op terug: Hoe
kon hij zo vreselijk stom zijn om Mer
tens en Schumpf te vergeten. Mertens en
Schumpf, of all people".
„Scheepmaker kon zich ook een paar
kolommen lang kwaad maken over de
vraag hoeveel toeschouwers er exact in
het Olympisch Stadion kunnen. Het gek
ke is dat ik me uitgerekend daarover
nooit echt druk heb kunnen maken.
Toeschouwersaantallen, daar is altijd al
mee gerotzooid. Er zijn een paar clubs
die precies zijn. Feyenoord, Groningen.
Maar (le meeste steken een natte vinger
in de lucht. Natuurlijk vind ik dat niet
prettig, maar ik besef dat ik daar toch
niets aan kan veranderen. Het zij zo. Als
ik maar precies weet hoeveel doelpunten
er in een weekeinde zijn bijgekomen.
Wat dat betreft kan ik gerust zijn, fouten
komen in mijn administratie niet voor.
Ik heb betrouwbare correspondenten en
kan goed tellen. Heb veel aanbiedingen
mogen ontvangen van computerfabri
kanten, maar ik heb altijd de boot afge
houden. De gedachte dat je de stekker
uit het stopcontact trapt en alles kwijt
bent".
Zes gele kaarten
„Laatst werd scheidsrechter Bannet in
Langs de Lijn geïnterviewd door Felix
Meurders, omdat hij in één wedstrijd zes
gele kaarten had getrokken. Hoeveel
wedstrijden hebt u in de eredivisie geflo
ten, vroeg Meurders. Bannet wist het
niet. Ik heb onmiddellijk gebeld en nog
tijdens het interview kon Meurders de
scheidsrechter meneer Bannet vertellen
dat het er acht waren. Volgens mij kan
geen computer daar tegenop. Ik lever
nog altijd aan de Telegraaf, maar ook
aan het AD, de Volkskrant, veel regiona
le kranten, Studio Sport en m'n cijfers
zijn ook in boekvorm verschenen".
„Bang om ondergesneeuwd te raken ben
ik niet. Eigenlijk heb ik het minder
moeilijk dan vroeger. Toen waren er Ze
ventig betaalde clubs, nu nog zeven
endertig. Bovendien heb ik hulp
m'n zoon. Hij maakt de standen voor
Studio Sport. Ik werk nu negen jaar voor
Studio Sport. Het begon met een tele
foontje van Bob Spaak, de chef van
toen. Hij wilde me hebben voor het pro
gramma Vijf over vijf. Dat programma
is al lang verdwenen, maar Fredrikstadt
zit er nog. Elke zondagmiddag. Vroeger
John Fredrikstadt: „Het zal me een zorg zijn dat het Nederlandse voetbal in een dal zit".
in een kleine ruimte, die als kast had
dienst gedaan. Tegenwoordig in een
knots van een kantoor. Radiootje en
boekhouding naast me, telefoon voor
me. Vanaf half drie pak ik de gegevens
via Langs de Lijn en om kwart over vier
voorden de dertig correspondenten in het
land gebeld. Ik verwacht dat er akelig
precies wordt gewerkt, want dat doe ik
zelf ook. Ik kan absoluut niet tegen non
chalance. Trek desnoods alles drie keer
na. M'n vrouw zegt wel eens dat ik over
drijf. Het heeft ook te maken met een
dosis onzekerheid. Kijk altijd twee keer
of ik de deur wel achter me op slot heb
gedaan".
Voor schut
„Ik ben ook wel eens voor schut gegaan.
Na FC Den Bosch - PEC Zwolle, een in
haalwedstrijd op een woensdagavond. Ik
volgde die wedstrijd via Teletekst. Vol
gens mijn informatie was het 0-0 geble
ven. Toch even bellen met Den Bosch.
Voor de gele kaarten. Kreeg ik een man
aan de lijn, die zei: Bent u meer geïnte
resseerd in de kaarten dan in de doel
punten? Het bleek dat Gillhaus in de
slotfase twee keer had gescoord, om
kwart voor elf kwam Teletekst met het
herstel. Zo'n blunder, daar ben ik niet zo
lekker mee".
„Het meest opvallende van dit seizoen
vind ik het grote aantal gemiste straf
schoppen. Van de 32 penalty's werden er
in deeredivisie twaalf gemist. Had de
interland tegen de Belgen door straf
schoppen beslist moeten worden, dan
waren we dus ook nooit in Mexico geko
men. Niet naar Mexico, kansloos in de
Europa-Cuptoernooien, het Nederlandse
voetbal zit in een dal. Maar dat zal mij
eerlijk gezegd een zorg zijn. Als het maar
niet te gek wordt, als er maar niet al te
veel mensen uit de stadions wegblijven.
W£nt dan is het natuurlijk gepiept, ook
met Fredrikstadt".
BERT DIJKSTRA
GA I"!
DEN HAAG - Direct na de uit
schakeling van het Nederlands
voetbalelftal door België ontkenden
bestuurders van de KNVB de vrees
dat het voetballen nog meer van
zijn aantrekkingskracht op de
jeugd zou verliezen, met alle gevol
gen voor de voetbalclubs vandien.
Twee dagen later maakte de ge
meente Rotterdam bekend dat 32
sportvelden moeten worden geslo
ten vanwege teruglopende ledenbe
standen.
De oorzaken van de problemen, waar
mee steeds meer sportverenigingen
- zowel in de zaal als buiten - te ma
ken krijgen, lopen nogal uiteen, zo blijkt
uit onderzoeken die over dit onderwerp
de laatste tijd met de regelmaat van de
klok verschijnen. Veranderende sportie
ve interesses, teruglopende inkomens,
verminderende overheidssubsidies en
dalende geboortecijfers betekenen voor
menige club de doodsteek. Het precieze
aantal sportvelden dat als gevolg daar
van in Nederland moet verdwijnen valt
thans niet te becijferen.
De meest recente gegevens van het Soci
aal en Cultureel Planbureau (SCP) wij
zen uit dat in zijn algemeenheid onge
veer 67 procent van de bevolking tussen
zes en 79 jaar sportieve activiteiten ont
plooit. De meest beoefende sporten zijn
zwemmen, fietsen en wandelen, wat
voor een belangrijk deel het gevolg is
van de populariteit van deze bewegings
vormen onder ouderen. Populaire sport
en bij jongeren zijn nog altijd voetbal,
schaatsen en gymnastiek.
Verenigingen zien met lede ogen hoe
steeds meer mensen de voorkeur geven
aan het onafhankelijk beoefenen van
sporten als hardlopen (trimmen), fietsen,
-tennissen en plankzeilen. Voordeel is,
dat je geen wedstrijdverplichtingen hebt,
je kunt het doen wanneer je wilt en als
het even meezit met wie je wilt. Sporten
met een hoge verenigingsgraad als voet
bal, gymnastiek en handbal zijn het kind
van de rekening.
Ontkerkelijking
Werkloosheid en ontkerkelijking blijken
volgens het Sociaal en Cultureel Planbu
reau niet van invloed op de deelname
aan sport. Werklozen doen zelfs minder
aan sport dan werkenden en dat ligt. aan
„de afwijkende samenstelling van deze
groep. Mensen met een baan en mensen
zonder baan met dezelfde opleiding
doen even veel aan sport".
„Dat ontkerkelijking niet langer van in
vloed is, betekent wel dat er inmiddels
in protestants-christelijke kring het een
en ander is veranderd. Deze categorie
liep voorheen bij sportdeelname altijd
achter bij katholieken en niet-kerkelij-
ken", aldus onderzoeker drs. L. Schoon-
derwoerd van het planbureau.
Anders is het gesteld met de gevolgen
van inkomensontwikkelingen. Het mi
nisterie van WVC zegt dat weliswaar het
totaal aantal sporters gelijk blijft, maar
het aantal sporters dat meer dan een
sport bedrijft, loopt door dalende inko
mens terug. Met name in de lagere inko
mensgroepen dreigen veel opzeggingen
van lidmaatschappen. Ook hiervan pro
fiteren de goedkope, ongeorganiseerde
sporten.
In het boekje „Zuinig met Sport", een
leidraad van WVC voor sportorganisa
ties en gemeenten, staat dat georgani
seerde sporters vorig jaar gemiddeld 156
gulden aan contributie uitgaven en 207
gulden aan bijkomende kosten. De onge
organiseerden besteedden er gemiddeld
tweehonderd gulden aan.
Bedankjes
Een opvallend gegeven in het
WVC-boekje is de inhoud van de be
dankbriefjes die aan de sportverenigin
gen worden gezonden: „Voor de opzeg
ging geeft 45 procent als belangrijkste ar
gument tijdgebrek. Een derde noemt
vermindering van interesse, 22 procent
stelt onvoldoende prestaties van de vere
niging verantwoordelijk. Slechts een op
de zeven noemt de kosten als motief
voor het bedanken".
Het argument tijdgebrek lijkt in tegen
spraak met het gegeven van arbeidstijd
verkorting (atv). Het Sociaal en Cultu
reel Planbureau stelt echter dat de in
vloed van dit fenomeen tot op heden
niet kan worden vastgesteld. „De gege
vens wijzen erop dat de vorm waarin
atv wordt gegoten van grote invloed zal
zijn. Hele en halve vrije dagen zullen, in
tegenstelling tot elke dag een beetje min
der de sportieve activiteiten ten goede
komen", aldus Schoonderwoerd van het
planbureau.
De Vereniging van Nederlandse Ge
meenten (VNG) heeft op basis van deze
ontwikkelingen haar conclusies getrok
ken. „Vooral door het afnemende ge
boortecijfer en de veranderende voor
keur voor individuele sporten hebben
we besloten gemeenten te informeren
over de consequenties", zegt J.J.G.M.
Roeffen van de VNG.
In de praktijk komt het er vooral op
neer dat voetbalvelden en soms ook
zwembaden moeten worden gesloten.
„Maar omdat het geen zoden aan de dijk
zou zetten als elke Vereniging een of
twee velden zou inleveren, dringen we er
bij veel gemeenten op aan over te gaan
tot fusering van clubs. Op die manier is
het mogelijk een heel complex met meer
velden vrij te krijgen", aldus Roeffen.
Een duidelijk voorbeeld van het toepas
sen van deze tactiek heeft de gemeente
Rotterdam onlangs geleverd. Daar zul
len door een herstructurering alle zeven
tien velden van het bijna onmetelijke ge
meentelijke sportcomlex Laag Zestien
hoven verdwijnen. Er is nog geen be
stemming voor gevonden. De VNG
denkt in dat soort gevallen aan de bouw
van bejaardenflats en aan woningen
voor een- en tweepersoonshuishoudens.
Niet te laat
Maar voor veel sportclubs hoeft het nog
niet te laat te zijn. Dat kan althans wor
den opgemaakt uit de suggesties die het
instituut voor sociaal-wetenschappelijk
onderzoek van de Katholieke Hoge
school Tilburg heeft vervat in een bro
chure. Oplossingen worden daar gezocht
in de sfeer van de contributieheffing, le
denwerving, sponsoring, zelfwerkzaam
heid en het sportaanbod.
Het instituut begint met de constatering
dat sportverenigingen steeds meer te ma
ken krijgen met bezuinigingen van over
heidswege. Negentig procent van al het
geld dat de overheid in de sport steekt,
gaat namelijk op aan subsidies op ac
commodaties en vooral de gestegen
energiekosten, materiaalkosten en perso
neelslasten hebben de exploitatieverlie
zen doen toenemen. Gemeenten die het
zelf al niet meer zo breed hebben, zijn
steeds meer geneigd het mes in de sport
sector te zetten.
De onderzoekers van de hogeschool ach
ten een contributieverhoging niet de
meest ideale oplossing, tenzij de vereni
ging de leden duidelijk kan maken waar
om die nodig is. Een verhoging kan ech
ter stuiten op het probleem van de da
lende koopkracht van huishoudens.
Beter zijn: een andëre inning van contri
buties, bij voorbeeld per jaar of half jaar
en toepassing van het profijtbeginsel.
Het aantal sporters valt
per tak als volgt in pro
centen onder te verde
len:
zwemmen 36,4
fietsen/wielrennen 28,5
wandelen 22,3
voetbal 11,6
schaatsen 11,3
„trimmen 9,6
."gymnastiek/turnen 9,3
tennis 8,5
badminton 6,9
tafeltennis 5,5
zeilen, roeien, kanoën,
surfen 10,5
volleybal 5,2
zaalvoetbal 4,1
paardrijden 3,6
vecht- of verdedigings-
sport 2,2
hockey 1,7
basketbal 1,6
handbal 1,3
korfbal 1*,2
atletiek 1,1
auto/motorsport 0,9
overige 8,8.
Wie meer gebruik maakt van de facilitei
ten, zoals leden van een selectieteam, be
taalt meer. Overigens blijken zaalsport
verenigingen voor bijna vijfenzestig pro
cent van hun inkomsten afhankelijk te
zijn van contributies, buitensportvereni
gingen voor vijfendertig procent.
In de brochure wordt vervolgens een in
tensievere ledenwerving voorgesteld.
Doordat clubs het steeds moeilijker krij
gen met het aanwerven van jeugdleden
(het geboortecijfer is sinds 1965 dalen
de), luidt het advies de blik te richten op
groepen die in aantal de afgelopen jaren
zijn toegenomen: 65-plussers en etnische
minderheden.
Meer sporten
De accommodatiekosten kunnen in de
ogen van de onderzoekers het beste wor
den gedrukt door in één club n^eer sport
en aan te bieden. Te denken valt aan
buitenverenigingen die 's zomers hun
half verharde oefenvelden als tennisbaan
exploiteren of zaalverenigingen die er na
een statutenwijziging ook andere bin
nensporten op na gaan houden. Acties
tussendoor, zoals prestatielopen, toer
nooien, bingo-avonden en rommelmark
ten zijn ook nooit weg, aldus de brochu-
Privatisering van onderhoud van sport
accommodaties is volgens de brochure
alleen aantrekkelijk als de zelfwerkzaam
heid van de leden toeneemt. Een pro
bleem bij de inzet van vrijwilligers is dat
de bereidheid onder leden om voor de
vereniging de handen uit de mouwen te
steken er niet beter op wordt. De onder
zoekers hebben de indruk dat wat dat
beteft het enthousiasme bij meer ama
teuristisch geleide verenigingen groter is
dan bij zeer zakelijk gerunde clubs.
ZATERDAG 7 DECEMBER 1985
Wat mij betreft zijn tradities er om te
worden doorbroken. Niet alle. dat
spreekt. Er zijn tenslotte ooji gp'ede ge
bruiken.
Dat laatste geldt bijvoorbeeld bepaald
niet voor de gewoonte in Engeland de
dranklokalen om elf uur 's avonds te
sluiten. Dit gebruik stamt, heb ik me la
ten vertellen, uit de vorige eeuw. Toen
vond 's lands leiding, in die tijd waar
schijnlijk nog conservatieverdan tegen
woordig, dat de arbeider 's morgens zon
der kater in de fabriek moest verschijnen
om daar voor een hongerloontje naar de
pijpen van de eigenaar te dansen.
Dat gebeurt niet meer. Daarvoor hebben
de vakbonden, tenslotte nadrukkelijk
aanwezig in het Albion, wel gezorgd.
Maar waar ze voor het in een andere
kleur schilderen van een deurbel, al een
staking op touw kunnen zetten, hebben
de vakbonden tot dusver nog nimmer een
poging gedaan om de kroeg op de hoek
wat langer open te laten zijn. Tenzij ik
slecht ben ingelicht en het bijvoorbeeld zo
is dat de bond van cafépersoneel meer in
de melk heeft te brokkelen dan de colle
ga 's uit pakweg de staalindustrie.
Maar ik dwaal een beetje af. Deze plek is
bedoeld om iets over sport te zeggen.
Daarvoor ben ik door de redactie inge
huurd en daarom zal ik me van die taak
kwijten. Slechts het woordje traditie
bracht me even van het rechte spoor,
maar brengt me tegelijkertijd weer terug.
Goed, daar gaat-ie dan. De traditie wil
dat deze kolom zich beperkt tot één on
derwerp. Deze week echter sprong een
aantal zaken zodanig in het oog. dat van
deze gewoonte maar eens moet worden
afgeweken.
In chronolgische volgorde betrof dat
Huub Rothengatter, Willy van de Kerk
hof en Henk van Ettekoven. Even voor de
niet-ingewijden: Rothengatter is reclame
man, Van de Kerkhof stofzuiger en Van
Ettekoven verkoopt zichzelf. Dit laatste
probeerde de racer overigens ook. Hij liet
een week geleden in een landelijke och
tendblad een in koperdiepdruk vervaar
digde advertentie opnemen, kosten
50.000 gulden. Rothengatter, niet zo bij
ster succesvol in de Formule I, richtte
daarmee een verzoek tot sponsoring aan
een niet onbekende broodroosterfabriek.
En om zijn verhaal kracht bij te zetten
hadden slimme reclamejongens een boli
de legen de achtergrond van de onder
gaande zon geplaatst, waarboven de niet
mis te verstane kreet Interesse meneer
Philips?" werd afgedrukt. Om het geheel
af te maken was de racewagen al voor
zien van de naam van de aangesproken
meneer.
Ooit liet Rothengatter zijn bolide op
Zandvoort oranje spuiten om sponsors te
wijzen op de mogelijkheid hem te steu
nen. Dat haalde toen weinig uit. Van
daar dat de coureur deze inhaalmanoeu
vre trachtte uit te halen. Onder het mot
to: haal de publiciteit en je haalt de pu
bliciteit. Het is een kwestie 'van investe
ren. De eerste uitgave is Rothengatter
overigens reeds vergoed. De benaderde
meneer gaf hem te kennen de kosten van
de advertentie voor zijn rekening te ne
men. En mogelijk zou er nog iets moois
opbloeien, werd er aan toegevoegd.
Ik heb nu het donkerbruine vermoeden
dat Rothengatter en de meneer onder één
hoedje hebben gespeeld. Reclamejongens
heten per definitie slim te zijn en deze
formule kan wellicht worden geboek
staafd in de categorie I met stip. Want
wat gebeurde? De advertentie verscheen,
trok de aandacht, leidde tot publikaties
in andere bladen en krijgt waarschijnlijk
nog een vervolg. Zo sla je een flink aan
tal vliegén in één klap.
Diezelfde meneer kwam overigens ook
langs een andere weg in het nieuws. Een
van zijn werknemers, voetballer Willy
van de Kerkhof, had te kennen gegeven
er even de brui' aan te willen geven. Voet
balmoe, heette het. Nu wil het geval dat
Willy veelal werd aangeduid met één van
de produkten van de meneer: stofzuiger.
Hij kopte, zwoegde en zwierf dat het een
lieve lust was.
Maar ook een stofzuiger houdt het eens
voor gezien. Zelfs een van die meneer,
die beter dan vroeger de kunst verstaat
zijn artikelen zodanig te construeren dat
de klant er lang tevreden mee kan zijn.
Maar dan niet té lang. Zo lang met zo'n
ding stofzuisen als Willy van de Kerkhof
heeft gevoetbald is dan ook een illusie.
Illusies heeft ook Henk van Ettekoven, de
derde figurant in deze kolom, niet meer.
Deze man uit de toch al wat belaste pro
vincieplaats Ede bejegende een collega
arbiter naar de smaak van de scheids-
rechtersbaas (wiens naam ik om publici
taire redenen hier niet zal noemen) iet
wat onheus. Hij had die collega „niet
mijn vriend" genoemd.
Nou, dat was een nogal krasse uitspraak.
En daar diende onverwijld tegen te wor
den opgetreden. Van Ettekoven werd ge
schorst door de scheidsrecht ersbaas en
verkondigde toen aan iedereen die het
maar wilde weten dat hij waarschijnlijk
een punt achter zijn arbitrale activiteiten
zou zetten. Dat leverde publiciteit op,
veel publiciteit. En meer doordat hij ver
volgens ook nog eens gespeelde aarzeling
in de strijd wierp.
Maar kennelijk begrijpt ook een voetbal
scheidsrechter dat een citroen ooit eens
volledig is uitgeknepen. En dan maakt
hij bekend dat hij gewoon doorgaat met
fluiten. En dan zijn we weer terug bij de
kop boven deze kolom. Het is ook tradi
tie dat een arbiter eerst stampij maakt,
dat nog een beetje aandikt en vervolgens
bakzeil haalt. Kijk, aan die traditie mag
van mij ook een eind worden gemaakt.
BUYS