Sint Jansbrug bezweek onder
gewicht van Ada's aanhangers
Sandor kan niet alleen blijven
LEIDERDORPS
VERLEDEN
INBEELD
GEBRACHT
hond
zoekt;
huis
LEIDEN OMGEVING
CeidaeSoutmii
ZATERDAG 1 DECEMBER 1985 PAGIW EIDE
Bruggen in
oorlogstijd
Landmeter Jacob van Banchem tekende
in 1592 het in 1574 gemaakte bolwerk
voor de Witte Poort; de rechtse molen
behoorde toe aan de familie van Rembrandt.
Hoewel de rubriek Over-
Bruggen drie weken ge
leden officieel werd af
gesloten. wordt, om ont
wenningsverschijnselen
te voorkomen, een klei
ne serie verhalen die een
sterke verwantschap
met bruggen hebben, ge
publiceerd. Schrijver is
ook nu de heer P.J.M. de
Baar van het Gemeente
archief en de eindredac
tie is in handen van
Kees van Herpen.
Al vanaf de oertijd hebben de
mensen hun woonplaatsen zo
goed mogelijk beveiligd tegen
wilde dieren en tegen vijan
dig gezinde soortgenoten. Een
van de methoden was het gra
ven van een sloot of gracht
om de woonplaats heen en het
maken van een houten brug
die opgehaald kon worden.
Van het oudste Leiden weten
we helaas onvoldoende om
ons een helder beeld te kun
nen vormen hoe dat er uit ge
zien heeft. Vaak wordt veron
dersteld dat de eerste stads
gracht pas in 1204 gegraven is
in verband met de burgeroor
log tussen gravin Ada van
Holland met haar man Lode-
wijk van Loon en de oom van
Ada, de latere graaf Willem I.
Behalve de bebouwing aan de
Breestraat was er in Leiden
nog niet veel te zien. De
Burcht was als het ware een
eilandje, afgesloten van het
Waardeiland door de Burcht-
gracht tussen Oude en Nieu
we Rijn (op de plaats van het
Van der Sterrepad). Tijdens
die burgeroorlog vluchtte gra
vin Ada naar de Burcht en de
vijand sloeg het beleg voor de
„stad". De toen wellicht nog
niet al te brede nieuwe gracht
werd met rijshout en veldge
was gedempt, waarna de ge
vechten in de stad en rond de
Burcht al snel uitliepen op
een massale vlucht van de
aanhangers van Ada naar het
noorden, waarbij door het
grote aantal vluchtende solda
ten de St. Jansbrug instortte.
Een volgende strijd waarbij
Leiden betrokken was, volgde
in 1420. Opnieuw was dit een
burgeroorlog, nu tussen gra
vin Jacoba van Beyeren en
haar oom Jan van Beyeren.
Na een vrij kort beleg moest
de stad op 17 augustus 1420
Jan van Beyeren als heerser
erkennen. Opnieuw was een
burgeroorlog de oorzaak van
gevechtshandelingen in 1481.
Als uitvloeisel van de Hoekse
en Kabeljauwse twisten pleeg-
.de een aantal uit de stad ver
dreven Hoeken onder leiding
van de broers Willem en Hen
drik Willemszonen een aan
slag op de stad. Voor maar
liefst 6000 Rijns gulden had
den zij de Utrechtse edellie
den (of roofridders zo men
wil) Reynier, de heer van
Broeckhuysen, en Hendrick
van Zuylen van Nijevelt be
reid gevonden troepen te
werven.
De geworven manschappen
verzamelden zich op Sint An-
toniusdag (17 januari) 1481 te
Utrecht. In een donkere
nacht verscheen het legertje
voor de stadsmuur en zette de
ladders op het ijs van de
stadssingel tussen de Mare-
poort en Rijnsburgerpoort (la
ter Blauwepoort). De eersten
die op de muur kwamen, Ty-
man Roelofsz., Claes Clock en
Tyman Heynricxsz, staken
een schildwacht neer en over
meesterden de zwakke bezet
tingen van de stadspoorten.
Om ongeveer 7 uur in de
morgen van zaterdag 20 janu
ari 1481 was de stad veroverd.
De opgehaalde bruggen had
den dus niet geholpen.
Na de inname werd de stad
versterkt en onder meer een
blokhuis bij de Heimanswete
ring ('s Molenaarsbrug) in
Oudshoorn gebouwd. De
graaf van Holland, Maximili-
aan van Habsburg, aartsher
tog van Oostenrijk en later
keizer, begon onderhandelin
gen. maar de opstandelingen
wilden zich niet voetstoots
overgeven. Een leger onder
Jan van Ranst, markgraaf
van Antwerpen, werd naar
Leiden gestuurd. Een aanval
op het blokhuis te Oudshoorn
mislukte, maar een stormloop
op een blokhuis aan de Haag-
weg slaagde wel. Omdat
Maximiliaan de verbinding
tussen Utrecht en Leiden be
dreigde. trok Reynier van
Broeckhuysen zich terug naar
Montfoort, daarmee Leiden
onbeschermd achterlatend.
De Leidse Hoeken bleef dan
ook niets anders over dan op
17 april 1481 te Leiderdorp de
sleutels van de stad nederig
aan Maximiliaan aan te bie
den.
Spaanse troepen
Ook in de volgende oorlog
kwamen de bruggen over de
Leidse stadssingels er redelijk
van af. Op 31 oktober 1573
sloegen Spaanse troepen het
beleg voor Leiden. In novem
ber werd de taktiek van de
verschroeide aarde toegepast
op de naaste omgeving van de
stad. Dit gebied werd steeds
uitgebreider; zo werd eind ja
nuari 1574 overgegaan tot het
verwoesten van de kastelen
Steneveld en Zijlhof met de
tussenliggende brug over de
Zijl, de Zijlbrug, die later
Spanjaardsbrug ging heten.
De brug over de Rijn in Lei
derdorp werd door de •Span
jaarden zelf gesloopt en de
Poelbrug (in de Rijnsburger-
weg waar deze de Poelwete
ring kruist) en de Kwaakbrug
(over de Mare aan de Haar
lemmerweg tussen de Kwaak-
laan en Broekweg) werden
opgenomen in schansen,
waardoor hun bestaan erg on
zeker werd.
Leiden verwijderde zelf de
brug voor de Koepoort en be
gon voor de Witte Poort een
bolwerk op te werpen. De
Spanjaarden zagen dat niet
graag en wierpen een schans
op bij de brug in de Haagweg
over de Boshuizer wetering.
Van daar konden ze de Witte
Poort goed beschieten, het
geen weinig comfortabel was
voor de grondwerkers daar en
wellicht ook voor de brug
over de Witte Singel. Zo werd
een reactie van de Leidenaars
uitgelokt: op 29 juli 1574 de
den ze een uitval. De schans
werd veroverd en ongeveer
60 man van de vijand gedood,
waartegen slechts het verlies
van de vrijbuiter-aanvoerder
Mees Havicxsz. stond. Na het
afdruipen van de Spanjaarden
op 3 oktober 1574 zullen de
vernietigde of beschadigde
bruggen wel snel hersteld
zijn; de Koepoortsbrug werd
in 1576 herbouwd.
Het jaar 1672 staat bekend als
het Rampjaar. Zonder veel te
genstand te ondervinden
stootten de Franse troepen
door tot Utrecht. Holland
werd echter beschermd door
zijn waterlinie en ook al werd
een dorp als Zwammerdam
door de Fransen vrijwel vol
ledig platgebrand en uitge
moord, veel verder kwamen
ze niet. Ook in Leiden werd
iedereen met een schok wak
ker. De stadsverdediging was
nooit het sterkste punt ge
weest en nu gilde iedereen in
paniek om versterking. Voor
al de hoek bij de Zijlpoort was
uiterst kwetsbaar. Het bol
werk daar werd vergroot en
opgehoogd, alle bebouwing
dicht rond de stad werd plat
geslagen, honderden bomen
gekapt, palissaden opgericht,
extra deuren in de stadspoor
ten gemaakt, kanonnen tus
sen met aarde gevulde
schanskorven opgesteld enz.
Omdat de tuinen buiten het
Herenpoortje kaalgeslagen
waren, deed dit toch geen
dienst meer en werd de brug
ervoor veiligheidshalve opge
ruimd. Nadat in 1673 de kan
sen keerden en de Fransen
moesten afdruipen, heeft het
nog de nodige tijd geduurd
voor de brug herbouwd werd.
Hierna duurde het meer dan
een eeuw voor militaire acties
het leven in Leiden sterk be
ïnvloedden. Nadat in januari
1795 zonder bloedvergieten de
Bataafsche Revolutie ook in
Leiden tot een politieke om
wenteling geleid had, kwa
men al spoedig Franse troe
pen binnen Leiden. Er was
hier een militair hospitaal, in
het Pesthuis en het (latere)
Invaliedenhuis op de Middel
weg, en daar bliezen honder
den Fransen en enige bij de
mislukte invasie bij Alkmaar
in 1799 krijgsgevangen geno
men Engelsen en Russen de
laatste adem uit zelfs enke
le krijgsgevangen Spanjaar
den kwamen hier aan hun
eind.
Op 20 april 1813 was er een
oproer tegen Napoleon, waar
bij de lijsten van de gehate
In 1766 stelde
Simon Fokke
zich voor dat
het ontzet van
Leiden er zo
uitgezien zou
kunnen heb
ben. Daardoor
is de gravure
als pure fanta
sie herken
baar: de geu
zen kwamen
niet over een
ophaalbrug de
stad binnen.
II.KT GïrTZ^T VA3C I.KLTJMfiK. ->-2 1.5Y*.
conscriptie (dienstplicht) ver
scheurd werden en enkele
gendarmes doodgeschoten.
Kort daarop wisten Franse
troepen uit Den Haag door de
Koepoort binnen te komen en
schoten op alles wat bewoog,
oproerkraaier of niet. Als af
schrikmiddel werden op 20
april vier personen op de vest
bij de Hogewoerdspoort gefu
silleerd. Het definitieve ver
trek van de Fransen vond pas
plaats op 17 november 1813,
waarna op 18 november de
oranjeklanten weer aan de
macht kwamen. De Fransen
uit de hospitalen werden zo
spoedig mogelijk de stad uit
gestuurd, nadat men hen op
de Visbrug „Oranje boven"
had laten roepen (al konden
sommigen dat niet over hun
tong krijgen). Terwijl een
plaats als Woerden nog gerui
me tijd door de Fransen bezet
gehouden en uitgeplunderd
werd, kwam Leiden er gena
dig van af, al waren van 24
tot 26 november uit vrees
voor een Franse aanval de
poorten gesloten en de brug
gen opgehaald. Nadat op 28
november de eerste kozakken
Leiden binnentrokken, was
het gevaar geweken. Overi
gens misdroegen die Russen
zich dusdanig dat de Fransen
daarbij vergeleken altijd aar
dige jongens geweest waren.
Duitsers
Na die nare tijd leefde Neder
land meer dan een eeuw in
vrede. De ophaalbruggen over
de stadssingels werden na
1816 (op de Morspoortbrug na)
geleidelijk aan veranderd in
vaste bruggen, zodat een ver
dediging van de stad weinig
zinvol meer zou zijn. Toch
dachten de Duitse strategen in
de Tweede Wereldoorlog daar
anders over. Omdat iedere
Duitse soldaat bereid moest
zijn voor zijn Führer .en het
Duizendjarige Rijk voor iede
re vierkante meter te vechten
en desnoods te sneuvelen,
diende ook Leiden in een ves
ting te veranderen. Behalve
tankgrachten en loopgraven
buiten de singels werden ook
de bruggen over de singels als
barrière ingericht. De meeste
werden ondermijnd om in
dien nodig opgeblazen te kun
nen worden, terwijl andere,
zoals de Koepoortsbrug en de
Vreewijkbrug. met zware be
tonnen en ijzeren versperrin
gen, de zogenaamde asperges,
volledig afgesloten werden.
De kleinste bruggen werden
geheel gesloopt.
Als het hierbij gebleven was,
zou de ellende nog wel mee
gevallen zijn. Maar door het
transport van VI en V2-ra-
ketten per spoor viel de aan
dacht van de geallieerden op
de spoorbruggen. Op 12 janua
ri 1945 werden de spoorbrug
gen in Warmond en bij De
Vink gebombardeerd, zonder
veel resultaat. Op 23 januari
vielen bij een aanval op de
spoorbrug over het Rijn-
Schiekanaal 16 bommen, die
allemaal ontploften; doden of
gewonden waren er niet te
betreuren, maar er was wel
schade aan de huizen in de
buurt. Vanwege het slechte
resultaat werd op 3 februari
opnieuw een aanval op deze
brug uitgevoerd, maar weer
was het resultaat slecht. Daar
om was het op 5 februari
scheepsrecht: opnieuw schade
aan de huizen aan de Mel-
chior Treublaan en veel ge
sneuvelde ruiten. Volgens de
politie zou één persoon ge
wond geraakt zijn en de
spoorbrug scheen ontzet te
zijn. Er waren drie blindgan
gers, die op 7 februari om 2
uur tot ontploffing gebracht
werden, waarbij op bevel van
de politie de in de gevarenzo
ne liggende huizen ontruimd
moesten worden.
Op dezelfde 6 februari, vond
om 11.30 uur een aanval op de
spoorbrug bij De Vink plaats,
waarbij 4 doden en 9 gewon
den vielen. Het resultaat was
verder blijkbaar maar pover,
want door sabotage moest ge
probeerd worden de brug ver
der te beschadigen, hetgeen
de Wehrmacht aanleiding gaf
een spertijd van 18.00-6.00 uur
in te voeren. De RAF gooide
op 15 maart nog maar eens
een lading bommen op de
brug. Aangezien het traject
Den Haag - Leiden al weer op
17 september met electrische
treinen te berijden was, zal
het resultaat weer niet van
doorslaggevende aard geweest
zijn.
De Duitsers deden het wat dat
betreft heel wat gründlicher.
Op 12 februari 1945 werd
door de Wehrmacht de tram-
brug over de Trekvliet tussen
de Zoeterwoudseweg en het
Delftse jaagpad door middel
van springstof vernield. Ove
rigens was de brug zo netjes
opgeblazen dat hij toch nog
vrij gemakkelijk hersteld kon
worden; al op 25 juni kon de
Blauwe Tram de dienst her
vatten. Nog vele andere brug
gen werden ondermijnd, maar
in enkele gevallen hebben
brugwachters of verzetsmen
sen niet zonder gevaar de
springladingen verwijderd en
vervangen door zakjes zand of
dergelijke.
Nu had de genie van de Bin
nenlandse Strijdkrachten wel
alle materialen voor het slaan
van noodbruggen in gereed
heid, zoals schuiten die als
pontons zouden moeten die
nen. Er was al rekening ge
houden met de mogelijkheid
dat de verbinding tussen Hoge
en Lage Rijndijk verbroken
zou worden, en daarom lag bij
de Spanjaardbrug, die in de
laatste fase van de oorlog
steeds opgehaald bleef, en de
Wilhelminabrug al materiaal
gereed. Het is echter onge
bruikt gebleven. De meeste
bruggen werden na de oorlog
weer snel herbouwd.
De anderhalf jaar oude San-
dor, een zwarte bastaard her
der, is een probleemklantje.
Het is weliswaar een erge lie
ve zachtaardige hond, maar
hij heeft één probleem en dat
is dat hij niet alleen thuis kan
blijven. De hond werd al drie
keer in een gezin geplaatst en
ook was hij reeds een keer
onderwerp van gesprek in
deze rubriek.
Helaas is Sandor weer terug
in het asiel aan het Besjes
laantje. De asielbeheerder (dat
was toen nog Wil Tiele) had
het nog zo gezegd tegen de
nieuwe eigenaar van Sandor.
„Hij kan echt niet alleen thuis
blijven, want hij sloopt de
boel". De meneer uit Leid-
schendam, want die nam San
dor de laatste keer mee, knik
te. „Ja, ja dat komt wel goed.
Ik laat hem heus niet alleen
thuis". Nee nee, behalve dan
die ene keer, want daarna
bracht de meneer uit Leid-
schendam Sandor weer terug
naar het asiel. Hij was toch op
weg naar de meubelzaak in
Leiderdorp om een nieuw
bankstel aan te schaffen.
Maar daar zit Sandor nu.
Voor de derde keer terug in
het hok. Wat nu Een nieuwe
baas natuurlijk. Maar dan één
met een boerderij of een an
dere plek waar Sandor los op
het erf kan lopen of bij ie
mand die een hok buiten
r
Wekelijks verschijnt in de Leidse Courant de rubriek
„Hond zoekt huis". In deze rubriek wordt een hond (of
soms ook wel een kat) beschreven die in het asiel ver
blijft om daar een zekere dood tegemoet te gaan... ten
zij het dier een goed tehuis vindt. De in de rubriek be
schreven honden zijn óf gevonden óf door hondenbezit
ters naar het asiel gebracht. Ze worden om uiteenlopen
de redenen afgestaan, vaak begrijpelijk, maar soms ook
volslagen onzinnig. De in „Hond zoekt huis" beschreven
dieren zijn alle goed gezond, hebben een wormenkuur
ondergaan en zijn volledig ingeënt. Tegen betaling van
circa 80 gulden (voor katten is dat 45 gulden) ten bate
van zwerfdieren zijn ze af te halen. Adres: Nieuw Leids
Dierenasiel, Besjeslaan 6b, Leiden. Tel.: 411670. Geo
pend di. t/m vr. 10-12 en 14-16 uur. Zondag en maandag
gesloten.
heeft en daar Sandor tijdelijk
in stopt als hij of zij het huis
verlaat. Natuurlijk kunnen
mensen die zeggen dat ze
Sandor niet alleen zullen la
ten zich ook nog melden,
maar dan moeten ze hun be
lofte wel nakomen.
Sandor kan het niet aange
daan worden opnieuw in het
asiel terecht te komen. Want
Sandor is echt een zeer lieve
hond, die goed met mensen en
kinderen kan opschieten. Ook
tegenover jonge honden en
poezen gedraagt Sandor zich
vriendelijk. Wel heeft de bas
taard herder veel beweging
nodig. Rennen naast een fiet
sende baas of los op het strand
is echt noodzakelijk bij San
dor. Sandor is, mede vanwege
zijn leeftijd (hij is tenslotte pas
anderhalf jaar), een nogal
speelse hond en door veel te
rennen raakt hij de nodige
energie kwijt.
Moor en Pink
Voor de twee poezen van vo
rige keer was niet veel animo.
Er werd nauwelijks gebeld.
Maar één van de twee, de
zwarte, heeft een baas gevon
den. Een meneer in Zoeter-
woude nam hem mee. Pink,
de rode poes, zit nog steeds in
haar hok. Misschien dat er
deze week nog een liefhebber
een kijkje zou kunnen nemen
in het asiel
Sandor is een lieve hond, maar kan niet alleen thuis blijven.
Uyl i
henci
De heer G. Mul in de oudheidkamer met het klompje van
brugwachter van de voormalige Leiderdorpsebrug
an S
LEIDERDORP Wie in
een paar stappen door de
Leiderdorpse geschiedenis
wil gaan moet binnenkort
een bezoek brengen aan
de zolder van cultureel
centrum De Hollandsche
Tuyn aan de Hoofdstraat
24, links van de ingang
beginnen en rechts weer
uitkomen. Dat is namelijk
de opzet van de Leider-
dorpse Oudheidkamer, die
de gemeente volgt vanaf
de prehistorie tot in de
laatste eeuwen. De oud
heidkamer wordt op vrij
dag 13 december om 17.00
uur door burgemeester
A.J.A.L. Bruggeman geo
pend.
De Leiderdorpse Kunstkring
is verantwoordelijk voor het
oudheidgebeuren in Leider
dorp. Secretaris van de Kunst
kring is gemeente-ambtenaar
G. Mul, die tevens deel uit
maakt van de afgesplitste
Werkgroep Oudheidkamer
Leiderdorp. „Nadat we de ge
schikte ruimte hadden gevon
den heeft het nog anderhalf
jaar geduurd voordat we kon
den openen", vertelt hij. Het
plan voor de oudheidkamer
ligt er zelfs al veel langer.
Oorzaak van deze trage start is
onder meer dat er diverse
waardevolle goederen bij ver
huizingen zijn zoekgeraakt
toen ze in beheer waren bij de
gemeente. Een koperen bord
waarmee de dorpsomroeper
tot 1946 rondging bijvoorbeeld,
een griffelkoker en nog wat
aardige zaken. „Laten we daar
maar over ophouden", stelt de
heer Mul, die wat al te vaak
met deze vervelende vermis
sing is geconfronteerd. „Het is
jammer en ik hoop dat deze
voorwerpen alsnog tevoor
schijn komen, maar fataal is
het ook niet We hebben aardi
ge voorwerpen genoeg", vindt
hij.
Ruimte
Op de zolderverdieping van de
Hollandsche Tuyn met zijn
schuine wanden is het een
beetje woekeren met de ruim
te, maar er is inmiddels een
aardige collectie bijeen ge
bracht. Wat er nog niet ligt is
de gouden munt, die onlangs
door een jongen in Leiderdorp
werd gevonden en door de ge
meente is aangekocht. Deze
„Triëns" uit de achtste eeuw
heeft een waarde van enige
duizenden guldens en er zal
eerst een afdoende beveiliging
moeten komen voordat de
kostbare munt wordt geëxpo
seerd. „De voorwerpen die er
wel komen hebben eigenlijk
alleen historische waarde",
vertelt Mul. De prehistorie is
vertegenwoordigd met in Lei
derdorp gevonden stenen
voorwerpen, zoals vuistbijlen,
die in een vitrine zijn neerge
legd. Ook zal aandacht worden
geschonken aan de Romeinse
tijd, de tijd dat de Romeinen
hun vesting Matilo aan de
oever van de Rijn bouwden.
Op kaarten is te zien hoe het
huidige Leiderdorp zijn vorm
kreeg. Het begon allemaal nog
zo mooi, in de tijd dat de ge
meente zich uitstrekte over de
halve Leidse binnenstad
wat er achter lag. In de li
der eeuwen werd Leiderdi
echter door grote hongei
broer Leiden (zie de hisl
sche folder van Leiderdi
achter de Rijn gedrukt. V(
aardige voorwerpen zijn
komstig uit recent verstre)
eeuwen. Een dakpanvan
voormalige dorpsschool
voorbeeld, uit 1891 met
naam „Willem van Heu:
als inscriptie. „Toevallig
dekte iemand dat er iets in
graveerd stond. Normaal vo?r
sproken gooi je een oude d 8eloot
pan weg. Van Heusden £mt
een bekende steenbakkerij 1 wort",
Leiderdorp", licht de heer i !ns]vaa^c
toe. 5r8de Jï
;n verras
nationale
anman u
gen A-sj
e kersvi
Een zeer recente aanwinst jet kans]
een grenspaal, gevonden bij A
Achthovenerweg. De p jen nog
geeft de grens met Koudeke ederland
aan en vaag is het Leiderdoi bless
se gemeentewapen er op te c
derscheiden. Fraai is ook
Grenspaal
staf, die aan een oude bru|
meester toebehoorde. „Die sl
is ingesteld toen er een ke
een enorme brand woedde
Leiderdorp. Iedereen wou
burgemeester, die bij de bra
rondliep, spreken en
in de chaos herkenbaar te m
ken kreeg hij een staf waai
een lantaarn werd gehangei
De oudheidkamer beschi
ook over een soortgelijke sl
die werd gedragen door
brandweercommandant,
muren worden verder nog
gesierd met vaandels van
voorbeeld de christelijke ora
jevereniging, dorpsgezichte
oude ontwerpen van brugg
en gebouwen en schoolpre
ten. De vitrines bieden pla
aan zaken zoals een oude fi
schoolinkt en kapjes die
de kinderen van het toenma
ge weeshuis hebben toeb
hoord.
jaar g
,Er moet nog heel wat van dig dl
soort materiaal onder de me jsJicol;
sen zitten", veronderstelt M
„Materiaal dat specifiek Li waa^
derdorps is, waar een verha speel)
aan vastzit is altijd welkom vance
De werkgroep is van plan
collecties in de oudheidkam
te laten wisselen, zodat de
voor meerdere bezoeken inl
ressant blijft. „In het Leidf
dorpse gemeente-archief
veel belangwekkend matei
aal, je zou ook een speciale
positie kunnen organiser
met kaarten van het wate
schap,-een tentoonstelling ov
vroeger schoolleven", stelt
heer Mul zich voor.
De oudheidkamer zal voorl
pig alleen op donderdag v
10.00 tot 12.00 uur en op zatf
dag van 14.00 tot 16.00 uur g
opend zijn. De entreeprijs
draagt voor volwassenen
gulden, voor kinderen v
cent. De werkgroep zal
werkzaamheden op den du I
overdragen aan een Stichtii 1
die de verantwoordelijk!»
op zich neemt.
Het is nu al mogelijk donate
te worden van de werkgro
„Vrienden van de Oudheidk i
mer Leiderdorp". Dat k 1
door tien gulden over te n>
ken op postrekeningnumm Marine.
2729222ten name van 1 zooais I
Kunstkring Leiderdorp, ond ondergi
vermelding van „Oudheidk^