Sint Jansbrug bezweek onder gewicht van Ada's aanhangers Sandor kan niet alleen blijven LEIDERDORPS VERLEDEN INBEELD GEBRACHT hond zoekt; huis LEIDEN OMGEVING CeidaeSoutmii ZATERDAG 1 DECEMBER 1985 PAGIW EIDE Bruggen in oorlogstijd Landmeter Jacob van Banchem tekende in 1592 het in 1574 gemaakte bolwerk voor de Witte Poort; de rechtse molen behoorde toe aan de familie van Rembrandt. Hoewel de rubriek Over- Bruggen drie weken ge leden officieel werd af gesloten. wordt, om ont wenningsverschijnselen te voorkomen, een klei ne serie verhalen die een sterke verwantschap met bruggen hebben, ge publiceerd. Schrijver is ook nu de heer P.J.M. de Baar van het Gemeente archief en de eindredac tie is in handen van Kees van Herpen. Al vanaf de oertijd hebben de mensen hun woonplaatsen zo goed mogelijk beveiligd tegen wilde dieren en tegen vijan dig gezinde soortgenoten. Een van de methoden was het gra ven van een sloot of gracht om de woonplaats heen en het maken van een houten brug die opgehaald kon worden. Van het oudste Leiden weten we helaas onvoldoende om ons een helder beeld te kun nen vormen hoe dat er uit ge zien heeft. Vaak wordt veron dersteld dat de eerste stads gracht pas in 1204 gegraven is in verband met de burgeroor log tussen gravin Ada van Holland met haar man Lode- wijk van Loon en de oom van Ada, de latere graaf Willem I. Behalve de bebouwing aan de Breestraat was er in Leiden nog niet veel te zien. De Burcht was als het ware een eilandje, afgesloten van het Waardeiland door de Burcht- gracht tussen Oude en Nieu we Rijn (op de plaats van het Van der Sterrepad). Tijdens die burgeroorlog vluchtte gra vin Ada naar de Burcht en de vijand sloeg het beleg voor de „stad". De toen wellicht nog niet al te brede nieuwe gracht werd met rijshout en veldge was gedempt, waarna de ge vechten in de stad en rond de Burcht al snel uitliepen op een massale vlucht van de aanhangers van Ada naar het noorden, waarbij door het grote aantal vluchtende solda ten de St. Jansbrug instortte. Een volgende strijd waarbij Leiden betrokken was, volgde in 1420. Opnieuw was dit een burgeroorlog, nu tussen gra vin Jacoba van Beyeren en haar oom Jan van Beyeren. Na een vrij kort beleg moest de stad op 17 augustus 1420 Jan van Beyeren als heerser erkennen. Opnieuw was een burgeroorlog de oorzaak van gevechtshandelingen in 1481. Als uitvloeisel van de Hoekse en Kabeljauwse twisten pleeg- .de een aantal uit de stad ver dreven Hoeken onder leiding van de broers Willem en Hen drik Willemszonen een aan slag op de stad. Voor maar liefst 6000 Rijns gulden had den zij de Utrechtse edellie den (of roofridders zo men wil) Reynier, de heer van Broeckhuysen, en Hendrick van Zuylen van Nijevelt be reid gevonden troepen te werven. De geworven manschappen verzamelden zich op Sint An- toniusdag (17 januari) 1481 te Utrecht. In een donkere nacht verscheen het legertje voor de stadsmuur en zette de ladders op het ijs van de stadssingel tussen de Mare- poort en Rijnsburgerpoort (la ter Blauwepoort). De eersten die op de muur kwamen, Ty- man Roelofsz., Claes Clock en Tyman Heynricxsz, staken een schildwacht neer en over meesterden de zwakke bezet tingen van de stadspoorten. Om ongeveer 7 uur in de morgen van zaterdag 20 janu ari 1481 was de stad veroverd. De opgehaalde bruggen had den dus niet geholpen. Na de inname werd de stad versterkt en onder meer een blokhuis bij de Heimanswete ring ('s Molenaarsbrug) in Oudshoorn gebouwd. De graaf van Holland, Maximili- aan van Habsburg, aartsher tog van Oostenrijk en later keizer, begon onderhandelin gen. maar de opstandelingen wilden zich niet voetstoots overgeven. Een leger onder Jan van Ranst, markgraaf van Antwerpen, werd naar Leiden gestuurd. Een aanval op het blokhuis te Oudshoorn mislukte, maar een stormloop op een blokhuis aan de Haag- weg slaagde wel. Omdat Maximiliaan de verbinding tussen Utrecht en Leiden be dreigde. trok Reynier van Broeckhuysen zich terug naar Montfoort, daarmee Leiden onbeschermd achterlatend. De Leidse Hoeken bleef dan ook niets anders over dan op 17 april 1481 te Leiderdorp de sleutels van de stad nederig aan Maximiliaan aan te bie den. Spaanse troepen Ook in de volgende oorlog kwamen de bruggen over de Leidse stadssingels er redelijk van af. Op 31 oktober 1573 sloegen Spaanse troepen het beleg voor Leiden. In novem ber werd de taktiek van de verschroeide aarde toegepast op de naaste omgeving van de stad. Dit gebied werd steeds uitgebreider; zo werd eind ja nuari 1574 overgegaan tot het verwoesten van de kastelen Steneveld en Zijlhof met de tussenliggende brug over de Zijl, de Zijlbrug, die later Spanjaardsbrug ging heten. De brug over de Rijn in Lei derdorp werd door de •Span jaarden zelf gesloopt en de Poelbrug (in de Rijnsburger- weg waar deze de Poelwete ring kruist) en de Kwaakbrug (over de Mare aan de Haar lemmerweg tussen de Kwaak- laan en Broekweg) werden opgenomen in schansen, waardoor hun bestaan erg on zeker werd. Leiden verwijderde zelf de brug voor de Koepoort en be gon voor de Witte Poort een bolwerk op te werpen. De Spanjaarden zagen dat niet graag en wierpen een schans op bij de brug in de Haagweg over de Boshuizer wetering. Van daar konden ze de Witte Poort goed beschieten, het geen weinig comfortabel was voor de grondwerkers daar en wellicht ook voor de brug over de Witte Singel. Zo werd een reactie van de Leidenaars uitgelokt: op 29 juli 1574 de den ze een uitval. De schans werd veroverd en ongeveer 60 man van de vijand gedood, waartegen slechts het verlies van de vrijbuiter-aanvoerder Mees Havicxsz. stond. Na het afdruipen van de Spanjaarden op 3 oktober 1574 zullen de vernietigde of beschadigde bruggen wel snel hersteld zijn; de Koepoortsbrug werd in 1576 herbouwd. Het jaar 1672 staat bekend als het Rampjaar. Zonder veel te genstand te ondervinden stootten de Franse troepen door tot Utrecht. Holland werd echter beschermd door zijn waterlinie en ook al werd een dorp als Zwammerdam door de Fransen vrijwel vol ledig platgebrand en uitge moord, veel verder kwamen ze niet. Ook in Leiden werd iedereen met een schok wak ker. De stadsverdediging was nooit het sterkste punt ge weest en nu gilde iedereen in paniek om versterking. Voor al de hoek bij de Zijlpoort was uiterst kwetsbaar. Het bol werk daar werd vergroot en opgehoogd, alle bebouwing dicht rond de stad werd plat geslagen, honderden bomen gekapt, palissaden opgericht, extra deuren in de stadspoor ten gemaakt, kanonnen tus sen met aarde gevulde schanskorven opgesteld enz. Omdat de tuinen buiten het Herenpoortje kaalgeslagen waren, deed dit toch geen dienst meer en werd de brug ervoor veiligheidshalve opge ruimd. Nadat in 1673 de kan sen keerden en de Fransen moesten afdruipen, heeft het nog de nodige tijd geduurd voor de brug herbouwd werd. Hierna duurde het meer dan een eeuw voor militaire acties het leven in Leiden sterk be ïnvloedden. Nadat in januari 1795 zonder bloedvergieten de Bataafsche Revolutie ook in Leiden tot een politieke om wenteling geleid had, kwa men al spoedig Franse troe pen binnen Leiden. Er was hier een militair hospitaal, in het Pesthuis en het (latere) Invaliedenhuis op de Middel weg, en daar bliezen honder den Fransen en enige bij de mislukte invasie bij Alkmaar in 1799 krijgsgevangen geno men Engelsen en Russen de laatste adem uit zelfs enke le krijgsgevangen Spanjaar den kwamen hier aan hun eind. Op 20 april 1813 was er een oproer tegen Napoleon, waar bij de lijsten van de gehate In 1766 stelde Simon Fokke zich voor dat het ontzet van Leiden er zo uitgezien zou kunnen heb ben. Daardoor is de gravure als pure fanta sie herken baar: de geu zen kwamen niet over een ophaalbrug de stad binnen. II.KT GïrTZ^T VA3C I.KLTJMfiK. ->-2 1.5Y*. conscriptie (dienstplicht) ver scheurd werden en enkele gendarmes doodgeschoten. Kort daarop wisten Franse troepen uit Den Haag door de Koepoort binnen te komen en schoten op alles wat bewoog, oproerkraaier of niet. Als af schrikmiddel werden op 20 april vier personen op de vest bij de Hogewoerdspoort gefu silleerd. Het definitieve ver trek van de Fransen vond pas plaats op 17 november 1813, waarna op 18 november de oranjeklanten weer aan de macht kwamen. De Fransen uit de hospitalen werden zo spoedig mogelijk de stad uit gestuurd, nadat men hen op de Visbrug „Oranje boven" had laten roepen (al konden sommigen dat niet over hun tong krijgen). Terwijl een plaats als Woerden nog gerui me tijd door de Fransen bezet gehouden en uitgeplunderd werd, kwam Leiden er gena dig van af, al waren van 24 tot 26 november uit vrees voor een Franse aanval de poorten gesloten en de brug gen opgehaald. Nadat op 28 november de eerste kozakken Leiden binnentrokken, was het gevaar geweken. Overi gens misdroegen die Russen zich dusdanig dat de Fransen daarbij vergeleken altijd aar dige jongens geweest waren. Duitsers Na die nare tijd leefde Neder land meer dan een eeuw in vrede. De ophaalbruggen over de stadssingels werden na 1816 (op de Morspoortbrug na) geleidelijk aan veranderd in vaste bruggen, zodat een ver dediging van de stad weinig zinvol meer zou zijn. Toch dachten de Duitse strategen in de Tweede Wereldoorlog daar anders over. Omdat iedere Duitse soldaat bereid moest zijn voor zijn Führer .en het Duizendjarige Rijk voor iede re vierkante meter te vechten en desnoods te sneuvelen, diende ook Leiden in een ves ting te veranderen. Behalve tankgrachten en loopgraven buiten de singels werden ook de bruggen over de singels als barrière ingericht. De meeste werden ondermijnd om in dien nodig opgeblazen te kun nen worden, terwijl andere, zoals de Koepoortsbrug en de Vreewijkbrug. met zware be tonnen en ijzeren versperrin gen, de zogenaamde asperges, volledig afgesloten werden. De kleinste bruggen werden geheel gesloopt. Als het hierbij gebleven was, zou de ellende nog wel mee gevallen zijn. Maar door het transport van VI en V2-ra- ketten per spoor viel de aan dacht van de geallieerden op de spoorbruggen. Op 12 janua ri 1945 werden de spoorbrug gen in Warmond en bij De Vink gebombardeerd, zonder veel resultaat. Op 23 januari vielen bij een aanval op de spoorbrug over het Rijn- Schiekanaal 16 bommen, die allemaal ontploften; doden of gewonden waren er niet te betreuren, maar er was wel schade aan de huizen in de buurt. Vanwege het slechte resultaat werd op 3 februari opnieuw een aanval op deze brug uitgevoerd, maar weer was het resultaat slecht. Daar om was het op 5 februari scheepsrecht: opnieuw schade aan de huizen aan de Mel- chior Treublaan en veel ge sneuvelde ruiten. Volgens de politie zou één persoon ge wond geraakt zijn en de spoorbrug scheen ontzet te zijn. Er waren drie blindgan gers, die op 7 februari om 2 uur tot ontploffing gebracht werden, waarbij op bevel van de politie de in de gevarenzo ne liggende huizen ontruimd moesten worden. Op dezelfde 6 februari, vond om 11.30 uur een aanval op de spoorbrug bij De Vink plaats, waarbij 4 doden en 9 gewon den vielen. Het resultaat was verder blijkbaar maar pover, want door sabotage moest ge probeerd worden de brug ver der te beschadigen, hetgeen de Wehrmacht aanleiding gaf een spertijd van 18.00-6.00 uur in te voeren. De RAF gooide op 15 maart nog maar eens een lading bommen op de brug. Aangezien het traject Den Haag - Leiden al weer op 17 september met electrische treinen te berijden was, zal het resultaat weer niet van doorslaggevende aard geweest zijn. De Duitsers deden het wat dat betreft heel wat gründlicher. Op 12 februari 1945 werd door de Wehrmacht de tram- brug over de Trekvliet tussen de Zoeterwoudseweg en het Delftse jaagpad door middel van springstof vernield. Ove rigens was de brug zo netjes opgeblazen dat hij toch nog vrij gemakkelijk hersteld kon worden; al op 25 juni kon de Blauwe Tram de dienst her vatten. Nog vele andere brug gen werden ondermijnd, maar in enkele gevallen hebben brugwachters of verzetsmen sen niet zonder gevaar de springladingen verwijderd en vervangen door zakjes zand of dergelijke. Nu had de genie van de Bin nenlandse Strijdkrachten wel alle materialen voor het slaan van noodbruggen in gereed heid, zoals schuiten die als pontons zouden moeten die nen. Er was al rekening ge houden met de mogelijkheid dat de verbinding tussen Hoge en Lage Rijndijk verbroken zou worden, en daarom lag bij de Spanjaardbrug, die in de laatste fase van de oorlog steeds opgehaald bleef, en de Wilhelminabrug al materiaal gereed. Het is echter onge bruikt gebleven. De meeste bruggen werden na de oorlog weer snel herbouwd. De anderhalf jaar oude San- dor, een zwarte bastaard her der, is een probleemklantje. Het is weliswaar een erge lie ve zachtaardige hond, maar hij heeft één probleem en dat is dat hij niet alleen thuis kan blijven. De hond werd al drie keer in een gezin geplaatst en ook was hij reeds een keer onderwerp van gesprek in deze rubriek. Helaas is Sandor weer terug in het asiel aan het Besjes laantje. De asielbeheerder (dat was toen nog Wil Tiele) had het nog zo gezegd tegen de nieuwe eigenaar van Sandor. „Hij kan echt niet alleen thuis blijven, want hij sloopt de boel". De meneer uit Leid- schendam, want die nam San dor de laatste keer mee, knik te. „Ja, ja dat komt wel goed. Ik laat hem heus niet alleen thuis". Nee nee, behalve dan die ene keer, want daarna bracht de meneer uit Leid- schendam Sandor weer terug naar het asiel. Hij was toch op weg naar de meubelzaak in Leiderdorp om een nieuw bankstel aan te schaffen. Maar daar zit Sandor nu. Voor de derde keer terug in het hok. Wat nu Een nieuwe baas natuurlijk. Maar dan één met een boerderij of een an dere plek waar Sandor los op het erf kan lopen of bij ie mand die een hok buiten r Wekelijks verschijnt in de Leidse Courant de rubriek „Hond zoekt huis". In deze rubriek wordt een hond (of soms ook wel een kat) beschreven die in het asiel ver blijft om daar een zekere dood tegemoet te gaan... ten zij het dier een goed tehuis vindt. De in de rubriek be schreven honden zijn óf gevonden óf door hondenbezit ters naar het asiel gebracht. Ze worden om uiteenlopen de redenen afgestaan, vaak begrijpelijk, maar soms ook volslagen onzinnig. De in „Hond zoekt huis" beschreven dieren zijn alle goed gezond, hebben een wormenkuur ondergaan en zijn volledig ingeënt. Tegen betaling van circa 80 gulden (voor katten is dat 45 gulden) ten bate van zwerfdieren zijn ze af te halen. Adres: Nieuw Leids Dierenasiel, Besjeslaan 6b, Leiden. Tel.: 411670. Geo pend di. t/m vr. 10-12 en 14-16 uur. Zondag en maandag gesloten. heeft en daar Sandor tijdelijk in stopt als hij of zij het huis verlaat. Natuurlijk kunnen mensen die zeggen dat ze Sandor niet alleen zullen la ten zich ook nog melden, maar dan moeten ze hun be lofte wel nakomen. Sandor kan het niet aange daan worden opnieuw in het asiel terecht te komen. Want Sandor is echt een zeer lieve hond, die goed met mensen en kinderen kan opschieten. Ook tegenover jonge honden en poezen gedraagt Sandor zich vriendelijk. Wel heeft de bas taard herder veel beweging nodig. Rennen naast een fiet sende baas of los op het strand is echt noodzakelijk bij San dor. Sandor is, mede vanwege zijn leeftijd (hij is tenslotte pas anderhalf jaar), een nogal speelse hond en door veel te rennen raakt hij de nodige energie kwijt. Moor en Pink Voor de twee poezen van vo rige keer was niet veel animo. Er werd nauwelijks gebeld. Maar één van de twee, de zwarte, heeft een baas gevon den. Een meneer in Zoeter- woude nam hem mee. Pink, de rode poes, zit nog steeds in haar hok. Misschien dat er deze week nog een liefhebber een kijkje zou kunnen nemen in het asiel Sandor is een lieve hond, maar kan niet alleen thuis blijven. Uyl i henci De heer G. Mul in de oudheidkamer met het klompje van brugwachter van de voormalige Leiderdorpsebrug an S LEIDERDORP Wie in een paar stappen door de Leiderdorpse geschiedenis wil gaan moet binnenkort een bezoek brengen aan de zolder van cultureel centrum De Hollandsche Tuyn aan de Hoofdstraat 24, links van de ingang beginnen en rechts weer uitkomen. Dat is namelijk de opzet van de Leider- dorpse Oudheidkamer, die de gemeente volgt vanaf de prehistorie tot in de laatste eeuwen. De oud heidkamer wordt op vrij dag 13 december om 17.00 uur door burgemeester A.J.A.L. Bruggeman geo pend. De Leiderdorpse Kunstkring is verantwoordelijk voor het oudheidgebeuren in Leider dorp. Secretaris van de Kunst kring is gemeente-ambtenaar G. Mul, die tevens deel uit maakt van de afgesplitste Werkgroep Oudheidkamer Leiderdorp. „Nadat we de ge schikte ruimte hadden gevon den heeft het nog anderhalf jaar geduurd voordat we kon den openen", vertelt hij. Het plan voor de oudheidkamer ligt er zelfs al veel langer. Oorzaak van deze trage start is onder meer dat er diverse waardevolle goederen bij ver huizingen zijn zoekgeraakt toen ze in beheer waren bij de gemeente. Een koperen bord waarmee de dorpsomroeper tot 1946 rondging bijvoorbeeld, een griffelkoker en nog wat aardige zaken. „Laten we daar maar over ophouden", stelt de heer Mul, die wat al te vaak met deze vervelende vermis sing is geconfronteerd. „Het is jammer en ik hoop dat deze voorwerpen alsnog tevoor schijn komen, maar fataal is het ook niet We hebben aardi ge voorwerpen genoeg", vindt hij. Ruimte Op de zolderverdieping van de Hollandsche Tuyn met zijn schuine wanden is het een beetje woekeren met de ruim te, maar er is inmiddels een aardige collectie bijeen ge bracht. Wat er nog niet ligt is de gouden munt, die onlangs door een jongen in Leiderdorp werd gevonden en door de ge meente is aangekocht. Deze „Triëns" uit de achtste eeuw heeft een waarde van enige duizenden guldens en er zal eerst een afdoende beveiliging moeten komen voordat de kostbare munt wordt geëxpo seerd. „De voorwerpen die er wel komen hebben eigenlijk alleen historische waarde", vertelt Mul. De prehistorie is vertegenwoordigd met in Lei derdorp gevonden stenen voorwerpen, zoals vuistbijlen, die in een vitrine zijn neerge legd. Ook zal aandacht worden geschonken aan de Romeinse tijd, de tijd dat de Romeinen hun vesting Matilo aan de oever van de Rijn bouwden. Op kaarten is te zien hoe het huidige Leiderdorp zijn vorm kreeg. Het begon allemaal nog zo mooi, in de tijd dat de ge meente zich uitstrekte over de halve Leidse binnenstad wat er achter lag. In de li der eeuwen werd Leiderdi echter door grote hongei broer Leiden (zie de hisl sche folder van Leiderdi achter de Rijn gedrukt. V( aardige voorwerpen zijn komstig uit recent verstre) eeuwen. Een dakpanvan voormalige dorpsschool voorbeeld, uit 1891 met naam „Willem van Heu: als inscriptie. „Toevallig dekte iemand dat er iets in graveerd stond. Normaal vo?r sproken gooi je een oude d 8eloot pan weg. Van Heusden £mt een bekende steenbakkerij 1 wort", Leiderdorp", licht de heer i !ns]vaa^c toe. 5r8de Jï ;n verras nationale anman u gen A-sj e kersvi Een zeer recente aanwinst jet kans] een grenspaal, gevonden bij A Achthovenerweg. De p jen nog geeft de grens met Koudeke ederland aan en vaag is het Leiderdoi bless se gemeentewapen er op te c derscheiden. Fraai is ook Grenspaal staf, die aan een oude bru| meester toebehoorde. „Die sl is ingesteld toen er een ke een enorme brand woedde Leiderdorp. Iedereen wou burgemeester, die bij de bra rondliep, spreken en in de chaos herkenbaar te m ken kreeg hij een staf waai een lantaarn werd gehangei De oudheidkamer beschi ook over een soortgelijke sl die werd gedragen door brandweercommandant, muren worden verder nog gesierd met vaandels van voorbeeld de christelijke ora jevereniging, dorpsgezichte oude ontwerpen van brugg en gebouwen en schoolpre ten. De vitrines bieden pla aan zaken zoals een oude fi schoolinkt en kapjes die de kinderen van het toenma ge weeshuis hebben toeb hoord. jaar g ,Er moet nog heel wat van dig dl soort materiaal onder de me jsJicol; sen zitten", veronderstelt M „Materiaal dat specifiek Li waa^ derdorps is, waar een verha speel) aan vastzit is altijd welkom vance De werkgroep is van plan collecties in de oudheidkam te laten wisselen, zodat de voor meerdere bezoeken inl ressant blijft. „In het Leidf dorpse gemeente-archief veel belangwekkend matei aal, je zou ook een speciale positie kunnen organiser met kaarten van het wate schap,-een tentoonstelling ov vroeger schoolleven", stelt heer Mul zich voor. De oudheidkamer zal voorl pig alleen op donderdag v 10.00 tot 12.00 uur en op zatf dag van 14.00 tot 16.00 uur g opend zijn. De entreeprijs draagt voor volwassenen gulden, voor kinderen v cent. De werkgroep zal werkzaamheden op den du I overdragen aan een Stichtii 1 die de verantwoordelijk!» op zich neemt. Het is nu al mogelijk donate te worden van de werkgro „Vrienden van de Oudheidk i mer Leiderdorp". Dat k 1 door tien gulden over te n> ken op postrekeningnumm Marine. 2729222ten name van 1 zooais I Kunstkring Leiderdorp, ond ondergi vermelding van „Oudheidk^

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1985 | | pagina 12