„De mensen zijn je snel vergeten „Het trainen is niet voor niets geweest 4 jassen/rotsen finale' HILBERT VAN DER DUIM: THERESE WILMINK: 11 Spandoek - Êcidóc Qowuvnt' ZATERDAG 23 NOVEMBER 1985 EMMEN - Het pad van een top sporter gaat niet oyer rozen. Hil- bert van der Duim kan daar over meepraten. Financieel is de 27-jari- ge Heerenvener van zijn roemruch te schaatsperiode weinig wijzer ge worden en ook in maatschappelijk opzicht heeft de ex-wereldkam pioen bij de allrounders zich moei zaam een weg gebaand. Na een ja renlange periode van sollicitaties is hij er eindelijk in geslaagd een baan in het onderwijs te vinden. Van der Duim werkt nu enkele maan den in Emmen aan het instituut voor kort middelbaar onderwijs De Flint, waar hij 23 uur per week les geeft. Van der Duim, actief bij het marathonschaat- sen en - hoewel hij niet in de kernploeg is opgenomen - wellicht toch weer deel nemer aan de Nederlandse kampioen schappen langebaan, over zijn eerste er varingen en de vergankelijkheid van de roem van een topsporter. Twee korte telefoontjes en op het eerste moment suis je voor je gevoel van het ene uiterste naar het andere. Na het kor te zakelijke „Nee, meneer Van der Duim is niet aanwezig en we hebben hier de af spraak gemaakt, dat we zijn privénum- mer aan niemand doorgeven", van de koppige telefoniste van De Flint waan je je even in de wereld van VIP's en top sporters. Amper twee minuten later klinkt daarentegen aan de Heerenveense kant van de draad vriendelijk: „Zou je zo goed willen zijn om over vijf minuten terug te bellen? Hilbert brengt juist even de kleine naar bed". Alledaagser kan het welhaast niet. Top sporters zijn ook maar gewone mensen, realiseer je je ineens weer. Of kunnen het in elk geval zijn. Hilbert van der Duim is het klaarblijkelijk. De volgende middag is hij wel present op het Emmer instituut voor kort middelbaar onder wijs. Niets doet vermoeden dat de in het handvaardigheidslokaal zittende leer kracht persoonlijke en maatschappelijke begeleiding ook maar iets te maken heeft met de tweevoudige wereldkampioen all round schaatsen, die zelfs in staat bleek zoiets nietigs als vogelpoep tot het ni veau van wereldnieuws te verheffen. Zijn sportschoenen zouden een aanwij zing kunnen vormen, maar de dagen dat leerkrachten in kostuum verschijnen, zijn sinds geruime tijd voorbij. Oh ja", reageert Hilbert van der Duim, als de kennelijk aan hem voorbij gegane afspraken inzake privacy-bescherming te berde worden gebracht. Bijna veront schuldigend stelt hij: „Ik weet daar niets van, hoor. Ik sta weliswaar niet onder mijn eigen naam in het telefoonboek, maar ik heb echt geen geheim nummer. Ik moet daar echter wel aan toevoegen, dat alleen intimi mijn nummer uit het telefoonboek kunnen vissen. Je hebt wel eens van die mensen, die je, overigens met de beste bedoelingen, bellen, maar daar staat mijn hoofd niet altijd naar. Het zal hier echter wel de regel zijn". Logisch Dat is het dus niet, want nog dezelfde middag en ook de volgende dag worden moeiteloos privénummers van enkele van Hilberts collegae aan de openbaar heid prijs gegeven. Voor het overige lijkt Hilbert van der Duim nauwelijks een uitzonderingspositie in te nemen. „Ik krijg eigenlijk maar moeilijk hoogte van mijn collegae", aldus Hilbert van der Duim. „Ik heb echter de indruk, dat ze me gewoon behandelen als alle anderen. Dat is natuurlijk ook logisch, want per slot van rekening ben ik niet als topspor ter binnengehaald, maar als leerkracht. Als het goed is moet ik ook als zodanig worden beoordeeld". Met betrekking tot zijn leerlingen heeft Hilbert van der Duim een duidelijker beeld. Hij verwondert zich nog steeds weieens over de reacties van de aan hem toevertrouwde jongens en meisjes. „In het begin gniffelden ze alleen maar wat, viel het woord „vogelpoep" wel eens en kwamen er reacties als: „Goh, ik dacht altijd dat hij veel groter zou zijn". Maar dat is nu wel voorbij", aldus Hilbert van der Duim. „Toch merkje in gesprekken, dat ze vaak nog rare voorstellingen heb ben van een wereldkampioen schaatsen. Zo dachten de meesten, dat ik in de een of andere luxe bungalow zou wonen in de nieuwe woonwijk De Rietlanden. Ze vonden het maar vreemd, dat ik voor die 23 lesuren steeds van Heerenveen naar Emmen kom. Velen verkeren in de veronderstelling, dat door die titels, het regelmatig weer in het nieuws verschij nen en het hebben van sponsors, het geld met bakken tegelijk binnen kwam. „Zo lang je je met je sport bezig houdt mag je van geluk spreken, dat je je van de sponsorgelden kunt redden. Op het moment dat je met de topsport stopt, merk je pijlsnel dat niet alleen roem een uiterst betrekkelijke zaak is, maar dat je daarnaast alle jaren ook op de maat schappelijke ladder stil bent blijven staan. Het enige voordeel, dat ik mo menteel heb, is dat ik soms wat gemak kelijker een ingang kan vinden bij be drijven, waar we onze cursisten graag stage willen laten lopen. Maar daar heb je het ook wel mee gezegd". Begeleiding Niettemin zou Hilbert van der Duim toch weer voor de topsportbeoefening kiezen, als hij alles nog een keer mocht overdoen. „Ik ben niet zo teleurgesteld, want ik heb altijd voor ogen gehouden dat je zo weer vergeten bent", aldus Hil bert van der Düim. „Met de wetenschap die ik nu heb, zou ik echter wel meer aandacht proberen te schenken aan de maatschappelijke kant van de zaak. Ge lukkig zijn er nu ook bepaalde tenden- zen binnen de KNSB, die er op wijzen, dat daar in de toekomst beter op gelet gaat worden. Dat wordt hoog tijd, want die begeleiding stelt tot op heden niets voor". Dat was overigens voör Hilbert van der Duim niet de oorzaak van de omme zwaai naar het marathonschaatsen. Hoe wel hij na de WK in Hamar in februari van dit jaar nog te kennen had gegeven wel zin te hebben in een volgend jaar all-round schaatsen, was de belangstel ling voor de marathon al lange tijd aan wezig. „Na die WK kreeg ik van een sponsor een aanbieding voor het mara thonrijden en na de Elfstedentocht kwa men er nog een stuk of vier", vertelt Hil bert van der Duim. „Ik kwam tot de slotsom, dat het toch wel erg moeilijk zou worden mijn nieuwe baan in Em men te combineren met het lidmaat schap van de kernploeg. In de herfst word je dan acht weken achter elkaar in Heerenveen verwacht. Er zijn verplichte trainingskampen en dan al die toernooi en. Dat kun je gewoon niet maken. Ik train nu ook zo'n twee tot drie uur per dag, maar dat kan ik zelf helemaal bepa len. Ik heb met niemand rekening te houden. Daar komt nog eens bij, dat ik met betrekking tot het all-roundrijden, natuurlijk alles al een keer heb meege maakt. Het wordt dan elk jaar moeilij ker om ie' weer helemaal op te laden. Marathon is iets nieuws voor mij, het vormt weèr een echte uitdaging". Afgeknapt Hilbert van der Duim heeft na de zo mervakantie nu nog een schooljaar uit zicht op een baan. Wat daarna komt is Hilbert van der Duim denkt eraan zijn ervaringen als schaatser en als leerkracht te combineren en zich bijvoorbeeld te gaan toeleggen op de begeleiding van de jonge talentvolle schaatsers. Maar een ding is zeker: niet voor de KNSBwant hij is afgeknapt op de schaatsbond. een uiterst onzekere aangelegenheid. Hij sluit niet bij voorbaat de mogelijkheid uit, dat hij dan zijn ervaringen als schaatser en als leerkracht wellicht zal combineren en zich bijvoorbeeld zal gaan toeleggen op de begeleiding van de jonge talentvolle schaatsers. In welke vorm is voor hem nog een groot vraagte ken. Een ding is echter zeker. De KNSB zal niet op zijn diensten hoeven te reke nen. Afgezien van wat er zich al die tijd tussen hem als schaatser en de KNSB heeft afgespeeld, is hij inmiddels aardig op de schaatsbond afgeknapt. Hilbert van der Duim stelt: „Er is op een gege ven moment een plan geweest om de schaatssport te stimuleren. Het promo ten van de sport zou zich met name moeten richten op de werklozen, jonge ren, huisvrouwen en gehandicapten. Dat leek me wel wat, maar het geheel ging niet door, omdat er een gebrek was aan vertrouwen in mijn capaciteiten. Ik ben inmiddels tot de conclusie gekomen dat ik best van alles voor de schaatssport wil doen, maar nooit zo, dat ik directe ver antwoording aan het KNSB-bestuur schuldig ben. Ik ben er van overtuigd, dat het nooit zou kunnen klikken tussen een vent van 27 met progressieve ideeën en een stelletje conservatieve gepensio neerde bestuurders. Die zien je gewoon als een snotneus, ook al hebben ze op schaatsgebied niet eens zoveel meege maakt als jij. Daarvoor is de generatiek loof gewoon te groot. Ik zeg het niet uit wrok, maar uit ervaring". PETER VAN PUTTEN KAMPEN - „Waar doe ik het ei genlijk allemaal voor?". In de ruim vijf jaar dat zij (met sportcentrum Papendal als thuishaven) turnt op nationaal topniveau is die vraag enkele keren bij haar opgekomen. Het antwoord op die vraag heeft Thérèse Wilmink uit Kampen in middels gekregen: zij heeft leken en deskundigen verbaasd met haar 32e plaats tijdens de wereldkampi oenschappen turnen in Montreal. Een voor een Westeuropees meisje ongekend goede prestatie, die haar het prettige gevoel heeft gegeven toch niet voor niets dertig uur per week te hebben getraind. Maar op de vraag of zij zal doorgaan, heeft ze het antwoord nog niet gevon den. gaan, mis je dat nooit?". Ik moet tijd antwoorden dat ik het niet weet. Ik weet niet wat ik mis, omdat ik nog nooit ben uit geweest. Je moet voor deze sport veel opzij schuiven, maar aan de andere kantRusland, Roemenië, Zweden, Tsjechoslowakije, Canada, je kunt het zo gek niet bedenken of ik ben er geweest. Ik had het toch niet graag allemaal wil len missen. Uitgaan kan altijd nog". Met haar voortreffelijke turnen in Mon treal bezorgde ze bondstrainer Hans van Zetten het mooiste afscheidsgeschenk dat hij zich maar kon wensen. Ruim vijf jaar was Van Zetten de steun en toever laat van Wilmink. Totdat het KNGV ingreep. Hans van Zetten kreeg in Cana da te horen dat hij plaats moet maken voor Ronald Walter van de katholieke turnbond. Die wisseling van de wacht is voor Thérèse Wilmink een van de rede nen een slag om de arm te houden waar het gaat om de nabije toekomst. Door gaan met topturnen of stoppen, de Kam per havo-scholiere kan en wil de knoop niet doorhakken, voordat ze antwoord heeft gekregen op brandende vragen. Zo als: wat verandert er op Papendal als Ronald Walter op de stoel van Hans van Zetten gaat zitten? Of: stelt het KNGV z'n topturnsters in staat de komende twee jaar aan buitenlandse invitatiewed- strijden mee te doen? Buitenland Wilmink: „Je moet voor deze sport vre selijk veel doen. Het is dus logisch dat je zo af en toe overweegt om er mee te stoppen. De WK heeft mij uiteraard een kick gegeven, maar toch ga ik niet nu al roepen, dat ik er tijdens de wereldkampi oenschappen van 1987 in Rotterdam bij zal zijn. Wordt er tegen mij gezegd: „Je moet twee jaar trainen, trainen en nog eens trainen voor die wedstrijd in Rot terdam", dan zeg ik: daar begin ik niet aan. Ik wil ook invitatiewedstrijden in het buitenland kunnen turnen, me me ten met de concurrentie. Wil het KNGV daarvoor geen geld beschikbaar stellen, dan zet ik er een punt achter". Het mag duidelijk zijn dat de titelstrijd binnen eigen landsgrenzen op Thérèse Wilmink geen overdreven grote aantrek kingskracht heeft. Sterker nog, ze verze kert nadrukkelijk liever in het buiten land tè turnen. „Bovendien heb ik al .twee wereldkampioenschappen meege maakt, voor mij is het allemaal niet zo bijzonder. Ik kan me voorstellen dat het KNGV reikhalzend naar 1987 uitkijkt, maar voor mij telt dat minder". Ook het argument dat een wereldkampi oenschap in eigen land het Nederlandse turnen, dus ook haar, een golf van publi citeit zal opleveren, maakt op de tengere 18-jarige Kamperse weinig indruk. „Ik sta echt niet om die extra aandacht te springen. De Nederlandse kranten schrijven toch altijd negatief over tur nen. Trainers worden afgekraakt, het KNGV aangevallen. In Montreal schreef De Volkskrant over mij: „Ze stond te wiebelen op de evenwichtsbalk en ver speelde daarmee haar kans om de finale te bereiken". Onzin dus. Ik bereikte wèl de finale". Ludiek De evenwichtsbalk stond in Montreal overigens centraal in een ludiek inci- Thérèse Wilmink, 32e tijdens de wereldkampioenschappen turnen in Montreal, een ongekend goede prestatie voor zen Westeuropees meisje. Maar of zij doorgaat met haar sport weet ze nog niet. dent. Tijdens het in-turnen merkte Wil mink dat de Cubanen de balk met natte doeken bevochtigden. De behandeling was in strijd met de reglementen en dus diende Hans van Zetten een protest in. Hij werd in het gelijk gesteld, met als ge volg dat de balk droog werd gemaakt en de Cubaantjes een voor een op de grond tuimelden. Wilmink: „Ik weet niet of ik last van dat water gehad zou hebben. Heb ik me ook niet druk om gemaakt. Het mocht niet, punt uit. De affaire heeft m'n concentratie geloof ik niet ver stoord. Zoals ik er ook niet op gelet heb of Carola Eenkhoorn last had van zenu wen. Ik was veel te nadrukkelijk met mezelf bezig. Ze schreven dat ik „nuch ter" was, maar dat vind ik zo'n stom woord. Ik toon geen emoties, laten we het daar maar op houden. Het moeilijk ste van het turnen is dat je jezelf elke keer weer moet opladen. Dat vergt veel concentratie en motivatie. Toch was het gezellig in Montreal". Haar moeder: „Je hebt dit keer voor het eerst niet gezegd datje het wel gezien had en eigenlijk wel naar huis wilde. Het moet inderdaad ge zellig zijn geweest". Het ontslag van Hans van Zetten heeft dus niet voor een domper gezorgd. „Wij wisten al twee maanden dat hij zou ver trekken, de klap kwam niet hard aan", zegt Thérèse. Wat niet wegneemt dat ze de gang van zaken betreurt. „Ik heb in die vijf jaar nooit moeilijkheden met hem gehad. Het is afwachten wat voor persoon je voor hem terugkrijgt". Thérè se Wilmink sprak Van Zettens opvolger Ronald Walter in Montreal hooguit twee minuten. Hij feliciteerde haar met de 32e plaats. Tot een nadere kennismaking kwam het niet, omdat Nederlandse turnkampioene al haar tijd nodig had voor de trainingen en de wedstrijden. Wat haar (in vergelijking tot de WK van '83 in Boedapest) opviel in Montreal was het gebrek aan nieuwe elementen. „Iedereen turnde op safe. Voor de Rus sinnen stond voorop dat de wereldtitel gepakt moest worden. Ze wilden dus zo weinig mogelijk risico's nemen". Ook zonder die „nieuwe elementen" heeft de Sovjet-Unie een straatlengte voorsprong op met name de Westeuro- pese landen. Om de kloof niet nog veel groter te laten worden, heeft het KNGV, de Rus Orlov aangetrokken, die de Ne derlandse trainers naar een hoger niveau zal moeten tillen. Orlov krijgt vooral te maken met Ronald Walter, die in een eerste interview al heeft laten doorsche meren de sfeer op Papendal te willen aanpassen. „Dat kan geen kwaad, het mag best een beetje gezelliger worden", stelt Thérèse Wilmink zich positief op. Ook Walters voornemen om met een groep van twaalf meisjes naar de WK van Rotterdam te gaan toewerken („We moeten zorgen voor continuïteit") wordt door haar ondersteund: „Een bredere ba sis kan geen kwaad". Op een derde uit spraak van de nieuwe bondstrainer, „Ik wil een turnster niet op het hoogtepunt van haar carrière verliezen", laat Thérè se Wilmink een reactie achterwege. Zij is in topvorm, maar of ze doorgaat? BERT DIJKSTRA De uitschakeling van Oranje afgelopen woensdag betekent misschien nog wel de grootste klap voor de vaderlandse huis vlijt. Over de sportieve konsekwenties zal het Nederlandse voetballegioen bin nen afzienbare tijd wel zijn heengestapt. Alles went tenslotte. Ook het feit dat we voor de tweede achtereenvolgende keer schitteren door afwezigheid tijdens een Mundial. Daaruit kan ten overvloede worden afgeleid dat een tweede plaats niets, maar dan ook helemaal niets voorstelt. Vice-wereldkampioen noem den wij Oranje kozend na de optredens in West-Duitsland en Argentinië. Dat is inmiddels in de rest van de wereld totaal vergeten. De absentie van het Neder landse elftal is inmiddels al net zo nor maal als het ontbreken bij al die wereld- toernooien vóór 1974. Maar even terug naar de vaderlandse huisvlijt. Afgelopen woensdag was het Feyenoord-stadion bijna helemaal dicht geplakt met spandoeken. Ze hingen overal. Op het scorebord, over de hek ken, maar bovenal over de reclamebor den. Tot groot verdriet van de adver teerders. Want die betalen een flinke smak centen voor hun boodschap. En de interland in de Kuip was de laatste gele genheid dit seizoen om hun mededeling negentig minuten lang in de huiskamer te brengen. Nu kregen de zes miljoen kijkers overigens wel veel ludieker tek sten voorgeschoteld. En dan denk ik niet aan „Assen groet Oranje". Dat is veel te vaag. Er waren veel aansprekender boodschappen. Hoe moet dat nu verder met die creatie ve geesten? Die lieden, die vele avonden besteden aan het zo leesbaar mogelijk beschilderen van aan elkaar genaaide beddelakens. Voor die lui valt er ook een gat. Ze hoeven niet meer onder' het genot van een potje bier te brainstormen over een opvallende kreet. Want de re guliere televisie zal voorlopig geen uitge breide beelden meer uit de vaderlandse stadions in de huiskamer brengen. En op abonneetelevisie en FilmNet zijn nog maar weinig mensen aangesloten, zodat het ook nauwelijks de moeite loont om daar de vindingrijkheid voor aan te spreken. Nee, die voetbalsupporters gaan weer naar andere wegen zoeken om hun ener gie kwijt te raken. Het is te hopen dat die activiteiten ook weer een voorname lijk ludiek karakter zullen hebben. Eén ding vond ik wel aardig van een volledig bespandoekt stadion. De bordenboeren vissen op die manier achter het net. De dubieuze figuren, die onmiddellijk in ac tie komen als bekend wordt dat een sportgebeurtenis op de buis komt. Zij pakten naar mijn smaak te veel graantjes mee met hun wat bedenkelijke handel en kunnen nu ook bij de pakken gaan neerzitten. En hun aandacht mogelijk richten op andere sportgebeurtenissen. De bordjes werden dus afgelopen woens dag niet verhangen, doordat de Belgen hun tickets voor Mexico zeker stelden. En terecht. Al was het alleen maar van wege het pokerspelletje dat onze bonds coach Leo Beenhakker ten beste heeft gegeven rond de beslissende derby der Lage Landen. Die meer een confrontatie der Lage Driften werd als gevolg van het bijna kinderlijke spelletje van Beenhak ker en Michels, die hun opstelling zo lang mogelijk geheim hielden. Dat was een mooi voorbeeld van onzekerheid verpakt in een tactisch woordensteek spel. Van Loen als troef uitspelen en daarmee Grün in de rol van joker ma noeuvreren. Wat zal die Grün de afgelo pen dagen een wereldtijd hebben gehad. Want wat was er schamper gedaan over de slanke Waal, nadat hij in Brussel als een vreemde eend in de bijt had rondge lopen nadat Kieft van het tapijt was ge zonden. Maar hoe vernietigend was zijn wraak, dat uitgerekend hij als wisselspe ler zijn ploeg naar Mexico had gekopt. Grün en Thys, zij waren degenen die het meest content konden zijn met de afloop in de Kuip. De gemoedelijke Thys had het spelletje poker gewonnen van de psycholoog-van-de-koude-grond Been hakker. Thys kan daarmee als een van de meest succesvolle bondscoaches uit de historie worden beschouwd. Die eens te meer en nu wellicht definitief heeft af gerekend met het volslagen misplaatste superioriteitsgevoel van Nederlanders ten opzichte van Belgen. Die met hun voetbaltriomf veel hebben gerepareerd van het imago-verlies, dat de recente cri minele escapades van onder meer de Bende van Nijvel heeft teweeggebracht. De Club van Thys heeft de spot over weglopende en de andere kant opkijken de leden van de rijkswacht even doen verstommen. Dat is goed voor het gevoel van eigen waarde van de Belgen, dat traditiege trouw toch al wat minnetjes afstak te genover de bluf van hun Noorderburen. Voorlopig moeten mannen als Beenhak ker hun mond maar even houden. Want de minst belangrijke functie in ons va derlandse voetbal is vanaf afgelopen woensdag toch wel die van bondscoach. Het zou mij niet verbazen als binnen kort weer berichten gaan circuleren over clubs die hengelen naar de voorlopig overbodige bondscoach. Dat ging met Michels vorig jaar precies hetzelfde. Die had nog niet zijn intrek genomen in Zeist of hij klaagde al over gebrek aan contacten met de praktijk. Let op: Beenhakker maakt zijn eenjarige contract waarschijnlijk ook niet af. Hij heeft één nadeel: hij is een Nederlandse 'voetbaltrainer. En dat is tegenwoordig net zo'n aanbeveling als de baan als coach van het team van Malta, Cyprus of Liechtenstein. Dus Beenhakker kan zijn borst nat maken. Ik denk ondertussen al vast na over de tekst voor een spandoek. Om straks in Mexico op te hangen als Belgié zijn eer ste wedstrijd speelt. BUYS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1985 | | pagina 23