Bruggen: Geliefde inspiratiebron
voor schilders, tekenaars en fotografen
De stoelendani
rond ontwerp-
van Rietveld
Beheerder wil asiel
leeg hebben bij vertrek
hond
zoekt:
huis
LEIDEN OMGEVING
CctdaeSommtl
ZATERDAG 23 NOVEMBER 1985 PAGIN^jp)
Al heel wat eeuwen geleden
voelden mensen de behoefte
om bruggen, al dan niet als
hoofdmotief, af te beelden in
tekeningen, gravures, etsen,
schilderijen enz. Vele bruggen
waarvan we nu met de beste
wil van de wereld geen voor
stelling meer zouden kunnen
maken, zijn op die manier
voor ons oog te halen. Grote
bruggen, kleine bruggen, hou
ten bruggen, stenen bruggen,
bruggen in dichtbevolkte ste
den en in uitgestorven stre
ken, allerlei soorten zijn voor
ons nu nog te aanschouwen.
Het beste voorbeeld daarvan
was de in augustus in de
Waag gehouden tentoonstel
ling „De Leidse Bruggen".
Dat timmerlieden en architec
ten bruggen tekenden,
spreekt vanzelf - het was ten
slotte hun brood. De op
drachtgevers hadden graag
iets voor ogen om te kunnen
oordelen, vooral als er keuze
uit meerdere mogelijkheden
was. Een enkele keer moest
er zelfs een model, een soort
maquette, komen, en bijvoor
beeld in het Gemenelandshuis
van Rijnland. Breestraat 59,
worden nog heel wat van die
modellen bewaard. Voor de
tekenaars en schilders was er
echter een minder duidelijke
reden om een brug als hoofd
motief voor een kunstwerk te
kiezen. Waarschijnlijk ging er
van die oer-Hollandse bouw
werken zo'n inspiratie uit. dat
zij meteen naar hun pen of
penseel grepen.
Vele bekende kunstenaars
hebben dan ook Leidse brug
gen in beeld gebracht. Een
heel vroeg voorbeeld is een
schilderij van de St. Jeroens-
brug over de Vliet op een
schilderij uit mogelijk 1607
van Isaac Claesz. Swanen-
burch, voorstellende het was
sen van de vachten en het
sorteren van de wol in de tex
tielindustrie, en een ongeï
dentificeerde brug op een
schilderij van dezelfde schil
der. voorstellende het ploten
en kammen van de wol. Beide
schilderijen zijn in De Laken
hal te bewonderen. Na Swa-
nenburch werden schilderijen
gemaakt van de Visbrug door
Hendrick van der Burgh, van
de Vlietbrug door Jan Steen,
van de. Hartebrug door Jan
van der Heijden, om er slechts
enkele uit een heel lange rij
te noemen. In de achttiende
eeuw met zijn zeer grote be
langstelling voor het topogra
fische gezicht zijn schitteren
de tekeningen door bekende
artiesten als Jan de Beijer,
Paulus Constantijn la Fargue
en zijn broers, Joannes Jaco
bus Bijlaerd, en zelfs een ama
teur als Jacob Timmermans,
voor rijke opdrachtgevers of
zichzelf gemaakt.
Is het met die voorgeschiede
nis niet haast vanzelfspre
kend dat toen de fotografie
tot volle ontwikkeling geko
men was, ook foto's van de ei
gen omgeving aftrek vonden?
Zoals de portretfotografie een
hoge vlucht nam en het zich
laten vereeuwigen op een an
dere manier dan door de dure
portretschilderkunst voor
vele wat minder gegoede bur
gers mogelijk maakte, zo
groeide ook de belangstelling
voor topografische gezichten.
Van de oudste foto's zijn er
echter niet veel overgebleven,
vooral omdat het procédé van
die foto's maar primitief was.
Een van de allereerste foto's die
Rapenburg (links) voor. De foto
Die allereerste „daguerroty-
piën", al snel na 1839 ook
naar Nederland overgewaaid,
hadden als bezwaar dat ze
uniek waren. Er was dus geen
negatief dat in principe einde
loos vaak weer afgedrukt kan
worden.
Naar het schijnt zijn de eerste
foto's in Leiden volgens dit
procédé gemaakt door Leen-
dert Springer, die de kost ver
diende als miniatuurschilder,
tekenmeester, lithograaf enz.,
vermoedelijk vanaf 1855. Van
zijn werk als fotograaf is ech
ter niet veel bekend. Of
schoon het een probleem is
om foto's te dateren, vooral
als er absoluut geen houvast is
aan de omgeving, schijnt de
oudste foto die Leiden als on
derwerp heeft te zijn een da-
guerrotypie van het Rapen
burg met de Academie en de
Nonnenbrug. Deze is gemaakt
door Ad. Braun, een fotograaf
uit Dornach in de Elzas en
zou dateren uit 1858. In ieder
geval zeker van vóór 1860,
want toen verdween de ster
renwacht van het dak van de
Acrdemie. Deze foto. bewaard
in de collectie Bodel Nijenhuis
in de Universiteitsbibliotheek,
is door Herman Kleibrink
sterk uitvergroot, waarbij de
scherpte amper terugliep.
Negatief
Nadat in 1859 door W. Fox
Talbot een methode gevonden
was om met behulp van een
negatief op glas elk gewenst
aantal afdrukken te maken,
nam de fotografie een steeds
grotere vlucht. In Leiden was
wel de bekendste fotograaf Is
rael David Kiek, die zich in
1855 hier vestigde. Hij maakte
vrijwel uitsluitend portretten,
en blijkbaar zo goed dat voor
al studenten, vaak boven hun
theewater, niet schroomden
om hem bij nacht en ontij uit
zijn bed te halen om van hen
een „kiekje" te laten maken.
Hij was een van de eerste
Leidse beroepsfotografen.
Vooral in het begin deden alle
fotografen iets anders als hun
hoofdberoep. Zo was Abra
ham Alexander Regensburg
een tandmeester die zelfs aan
de Universiteit gestudeerd
had, en Joseph Hartog Klok
was winkelier. Toevallig wa
ren zij alle drie joden.
Abraham Korenhoff was
eerst winkelier en huisverver
tot hij zich na 1870 alleen aan
de fotografie kon wijden. Ook
de bekendste Leidse fotograaf
Jan Goedeljee was toen hij in
1865 op 41-jarige leeftijd met
de fotografie begon een gewo
ne boekbinder. Sinds 1877
was hij bovendien directeur
der Leidsche Begrafenis-Ver-
eeniging en als zodanig was
hij bij de Leidenaars haast be
kender dan als fotograaf. Ook
was hij meteen vanaf de op
richting van de Drie October-
vereeniging in 1886 tot aan
zijn dood op 16 oktober 1905
penningmeester daarvan.
Toch is deze Jan Goedeljee,
later met zijn zoon Johannes,
de bekendste vastlegger van
de straatbeelden van het Lei
den van zijn tijd geworden.
Ofschoon zijn belangstelling
niet^op de eerste plaats uit
ging naar bruggen, heeft hij
er desondanks heel wat vast
gelegd. Ook daarvoor had hij
blijkbaar wel aftrek. Om het
zijn klanten wat gemakkelij
ker te maken liet hij kort na
1880 een Catalogus van Land-
Stad- en Zeegezichten in
druk verschijnen. Daar kon
men uitzoeken wat van zijn
gading was en meestal tegen
de prijs van een gulden nabe
stellen. Van de bruggen was
er geen aparte rubriek; deze
moesten onder de straten,
grachten, markten en diverse
andere rubrieken gezocht
worden. Op hoeveel van zijn
ongeveer 3000 bewaard, geble
ven glasnegatieven bruggen
staan afgebeeld, valt niet te
zeggen, maar het zijn er veel.
De grote dempingswoede
barstte pas rond 1870 goed los
en Goedeljee is de enige die
de vaak niet eens bijster inte
ressante grachten voor het
nageslacht bewaard heeft.
Nadat in 1914 het bedrijf van
Goedeljee door een latere ei
genaar geliquideerd was en de
glasnegatieven bij het Ge
meentearchief terechtkwa
men, was er geen fotograaf
meer die erg veel aandacht
aan straatgezichten schonk.
A.J. van der Stok althans was
in zijn beginperiode niet met
een daarin geïnteresseerd, al
veranderde dat allengs toen
de persfotografie opkwam.
Eerst werden de foto's in de
kranten eens in de paar dagen
op een apart vel bijgeleverd,
maar al spoedig verbeterde
het drukproces zodanig dat
foto's op elke plaats in de
krant afgedrukt konden wor
den. Als persfotograaf die en-
passant het straatbeeld vast
legde heeft Van der Stok zijn
sporen wel verdiend. Bekende
Hoewel de rubriek Over-
Bruggen vorige week of
ficieel werd afgesloten,
wordt, om ontwennings
verschijnselen te voorko
men, vandaag gestart
met een kleine serie ver
halen die een sterke ver
wantschap met bruggen
hebben. Schrijver is ook
nu de heer P.J.M. de
Baar van het Gemeente
archief en de eindredac
tie is in handen van
Kees van Herpen.
namen kwamen later op: Van
Vliet, Bleuzé (thans Holvast).
Van der Horst, om er maar
enkele van te noemen. Hoe
veel vaak schitterende foto's
deze professionele fotografen
ook van meest verdwijnende
stadsgezichten gemaakt heb
ben, voor geen van allen gold
dat ze een speciale belangstel
ling voor bruggen hadden.
Amateurs
Al in de twintiger en dertiger
jaren nam de amateurfotogra
fie een grote vlucht en zoals
vaak bij haast „gedreven"
liefhebbers bereikte de kwali
teit van de foto's van de bes
ten een niveau dat niet onder
deed voor professionele foto
grafen. Een van die amateurs
was Willem Johannes Kret.
In september 1922 begon hij
met zijn zelfgebouwde camera
overal plaatjes te schieten.
Vaak waren het sfeerfoto's,
zoals van illuminaties, foto's
bij mistig weer, mooie bloe
men in een vaas, een merk
waardige boom enz. Zijn
vrouw en hond Juno zijn tal
loze malen vereeuwigd. Het
belang van die foto's is nu
niet meer zo groot, maar hij
fotografeerde ook honderden
stadsgezichten in Leiden, Ga
meren, Niewaal. Assen. Zalt-
bommel, Amersfoort, Volen-
dam enz.
Wanneer men zijn buitenge
woon nauwkeurig bijgehou-
De Uiterstegrachtbrug over de gelijknamige gracht aan de
Oude Rijn werd door Jan Goedeljee zo gefotografeerd, dat de
kerk van O.L.V. ten Hemelopneming (De Zon, of de Mon Père)
er mooi op kwam te staan.
den inhoudsopgave van de
collectie glasnegatieven en la
ter ook filmnegatieven door
leest, valt op dat hij vaak „ge
grepen" werd door een be
paald onderwerp. Of dat uit
hemzelf kwam of dat anderen
hem daartoe inspireerden, is
niet bekend, maar opeens fo
tografeerde hij in de loop van
enkele maanden tientallen
voordeuren (vooral op het Ra
penburg), molens, raadhuizen,
hofjes en ook bruggen. Vooral
in 1934 maakte hij tientallen
foto's van bruggen; haast geen
enkele brug in de binnenstad
werd overgeslagen. De kwali
teit van de glasnegatieven is
helaas niet altijd optimaal ge
bleven. maar er zijn toch heel
wat unieke foto's bij van goe
de kwaltieit. Bovendien is het
geweldig dat hij van iedere
foto de datum van opname, de
kwaliteit van de film. de slui
tertijd en de weersgesteldheid
vastlegde. Zijn glasnegatieven
zijn na zijn dood op 18 sep
tember 1967 naar het Ge
meentearchief overgebracht.
Hier moet ook de bekende fo
tograaf Herman Kleibrink ge
noemd worden. Hoewel hij
van beroep fotograaf was bij
de Sterrenwacht, heeft vooral
het Leidse stadsgezicht hem
sterk geboeid. Dit moge wel
blijken uit de fraaie fotoboe
ken die van zijn werk uitge
geven zijn. Hoewel bruggen
bij hem geen uitgesproken be
langrijke rol spelen, heeft hij
heel wat inmiddels verdwe
nen bruggen op aan perfectie
grenzende wijze op zijn foto's
„meegenomen". Zoals Klei
brink zijn er wel meer be
roepsfotografen die voor hun
plezier ook stadsgezichten
vastlegden en nog steeds vast
leggen. Omdat hun werk niet
in ruime kring bekend is, met
name niet bij het Gemeente
archief, kan daar echter niets
over gezegd worden. Hoeveel
mensen beschikken niet over
stapels oude foto's, waar ver
der niemand iets van weet?
En waar dus voorlopig nie
mand iets aan .heeft?
Een wél met ere te vermelden
amateur die systematisch alle
Leidse bruggen op de gevoeli
ge plaat vastlegde was W. Va-
lentgoed. Toen hij in 1965 zijn
album met bruggenfoto's
maakte, was hij haast of net
gepensioneerd (geboren 28 de
cember 1901, overleden 22 no
vember 1980). zodat hij tijd
genoeg gehad zal hebben.
Toch zitten er al oudere foto's
van vóór 1965 verdwenen
bruggen in zijn nu in het Ge
meentearchief berustende al
bum, zodat hij met zijn hobby
al eerder begonnen moet zijn.
Zijn foto's zijn voor een ama
teur van prima kwaliteit.
Een volgende, professionele,
fotograaf die systematisch alle
bruggen gefotografeerd heeft
voor de dienst van Gemeente
werken was J.G.M. Diepstra
ten, die enige tijd nadien en
tot zijn lichamelijke toestand
dit niet meer toeliet aan het
Gemeentearchief verbonden
was. De meest recente brug-
genfotograaf is Wim van
Noort, die voor de Leidse
Courant er menigmaal op uit
trok om een foto van een wei
nig bekende brug te maken
als er geen geschikte oude af
beeldingen in het Gemeente
archief voorhanden waren.
Deze foto's werden geplaatst
bij de wekelijkse afleveringen
van de rubriek OverBruggen.
Directeur Hulshoff bij twee namaak-exemplaren de Rietvelds)-
„Ze verschillen niet van de originele stoelen, alleen in prijs"|
ITALIAANSE FABRIEK CONTRA HULSHOf
VOORSCHOTEN De
heer H. Ch. I. Hulshoff,
directeur van het gelijk
namige woninginrich
tingsconcern in Voorscho
ten, laat er geen misver
stand over bestaan. Hij zal
zich neerleggen bij de uit
spraak van de rechter in
het kort geding dat de Ita
liaanse meubelfabrikant
Cassina tegen zijn bedrijf
heeft aangespannen. Het
geding diende deze week
voor de Haagse recht
bank. Cassina heeft de
rechter in de arm geno
men om Hulshoff te
dwingen de verkoop van
de nagemaakte rood-blau
we leunstoel met gele en
zwarte accenten, naar het
ontwerp van Rietveld, te
staken. Hulshoff verwacht
dat de rechter Cassina in
het gelijk zal stellen en
voelt er weinig voor tegen
de uitspraak in hoger be
roep te gaan. „Ik geloof
niet dat het veel zin heeft.
We zijn een detailhandel-
bedrijf en geen advoca
tenkantoor". De rechter
vonnist op 27 november.
Cassina heeft als licentiehou
der het alleenrecht op de pro-
duktie en verkoop van de
Rietveldstoelen in de Lage
Landen. Het „zitmeubel" werd
aan het begin van deze eeuw
ontworpen door de beroemde
Nederlandse vormgever en ar
chitect Gerrit Rietveld. Het
meubelstuk wordt beschouwd
als een kunstwerk en is niet
echt geschikt om eens lekker
in onderuit te zakken.
„Deze stoelen verschillen niet
van de originele exemplaren",
zegt de directeur Hulshoff zon
der aarzeling terwijl hij „zijn"
modellen aanwijst. „Het enige
verschil is wellicht dat Cassina
2400 gulden voor een Riet
veldstoel rekent en wij 1195.
Ik heb zelfs het vermoeden
dat onze stoelen en die van
Cassina uit dezelfde stal ko
men. Onze stoelen komen van
de Italiaanse fabriek Steelline.
Dit bedrijf en Cassina maken
eld
echter zelf weinig eigen
dukten. Zij worden gro|
deels bevoorraad door i
aantal kleine fabrieken,
acht het niet uitgesloten i
zo'n fabriek aan zowel Stei
ne als aan Cassina deze^rVolg
Rietveldstoelen heeft gelev!
Zoiets komt wel meer voo^ggj
Cassina heeft ook in Italië
probeerd het alleenrecht freei
de produktie en verkoop >cie
de stoelen te claimen. Direnp
echter mislukt. Steelline IJlen
in de laars van Europa ei5eme
veel recht om Rietveldstoc. va
op de markt te brengen
Cassina; Het laatstgenoe£ent
bedrijf verloor in Italië 0 pe
proces, dat men over deze Ier k
had aangespannen. larbc
„Ik heb er bezwaar tegen|or j-,
een Italiaanse fabrikant 1;„
rechten voor een Nederlf
ontwerp koopt or
de verkoop te blokkeren,IOgSt€
deze manier blijft de RietNj dat
stoel alleen bereikbaar voogene
happy-few. Het spreekt
zich dat een ontwerp besef
ming geniet, zeker
ontwerper nog leeft. Maar™^*
gens de Nederlandse °r
wordt een ontwerp pas 1
jaar na het overlijden vu.
vormgever vrijgeven. Wat^
treft de Rietveldstoel beteP
dit dat Nederland nog 29
moet wachten voordat
stoel tegen een betaalbare
op de markt komt. Dat
te gek! En dan te bedei
dat dezelfde stoel in Italië
duizend gulden te koop
aangeboden", aldus de
Hulshoff is trouwens heleffltrek
niet zo te spreken over l uitg
concurrent Cassina. „Het |het h
beert alle goede modellerphen
de periode 1900-1915 op tgebie
sen. Die periode staat morten h
teel weer in de belangstel! hel
Het publiek voelt zich aajZegi
trokken door de sfeer vaier f
meubels uit die tijd, heel n. Ge
voudig en zonder franje. Chingi
na maakt het met zijn np
ling vrijwel onmogelijk <->"
soort meubels in te ko|_
Men blokkeert de zaak.
voortdurend bezig met
deren om zijn licensies tel
schermen. Rijk wordt i
niet van. Ik denk dat Ca^
die modellen gebruikt als j
voor de rest van zijn pro<
Weer woningen
in 't Lien
LEIDSCHENDAM De ge
meente Leidschendam heeft
de RK woningbouwvereniging
deze week een geldlening van
iets meer dan 12 miljoen gul
den verstrekt voor de bouw in
de tweede fase van 't Lien van
115 woningen, waarvan 64
eengezins- en 51 gestapelde
woningen. De huurprijs van
de woningen variërt tussen de
334 en 529 gulden. De bouw
vereniging gaat verder voor
ruim 2,5 miljoen gulden groot
onderhoud plegen aan 44 wo
ningen aan de Smidslaan en 54
aan de Zaagmolenstraat en
Maalderijstraat.
BURGERLIJKE
STAND
VALKENBURG Geboren:
Dennis, z.v. D.H. Hoek en J.
Guijt; Cornells Pieter Jacob,
z.v. J. Schoneveld en J.M. van
Duijn; Jan-Willem, z.v. J.W.
Haasnoot en C. van Duijn.
Overleden: M.J.J. Imthorn-
Zuurmond; J.P.E. Pallais; A.B.
Bol; C.A. Ouwersloot; A.H. ten
Haken-Vemout.
In ondertrouw: H.A. Bos en
M.J. Westenberg; G.J. Schul-
dink en A. van den Eijkel.
Gehuwd: A.C. Ravensbergen
en M.A. Slootweg; R.E. Du-
mont en N.P. van der Zwart; G.
van Dijk en D.H. Ooms.
„Ik weet niet of het lukt, maar
ik hoop dat als ik hier vertrek
er geen dier meer in het asiel
zit". Dat is het laatste wat Wil
Tiele nog voor „zijn" Leids
dierenasiel wil doen. Zorgen
dat de hokken leeg en schoon
achter blijven. Tiele werd deze
week door de Leidse kanton
rechter ontslagen. Begin de
cember gaat hij met vakantie
om daarna het asiel definitief
de rug toe te keren.
Tiele en zijn gezin mogen van
de kantonrechter wel tot de
zomer van 1986 in hun huis
dat grenst aan het asiel, blij
ven wonen. Juist die omstan
digheid zorgt ervoor dat Tiele
het asiel leeg wil hebben. „Bij
ons ging het werk altijd door,
zeven dagen per week. Maar je
kan natuurlijk wel raden hoe
het gaat als ik niet meer in het
asiel mag komen, maar wel in
mijn huis mag blijven tot we
een andere woonruimte heb
ben gevonden. Zeker in het
weekend is dat een probleem
omdat dan mijn opvolger al
leen even komt om de beesten
eten te geven. Verder is er dan
niemand die naar de dieren
omkijkt. Als er 's avonds of
's nachts wat gebeurt, heeft
niemand het in de gaten. De
honden en katten zitten dan
uren alleen met alle mogelijke
gevolgen vandien. Zo zal het
echt zijn".
Tiele betwijfelt of zijn poging
het asiel leeg te krijgen, zal
lukken „maar ja, je moet het
toch zoveel mogelijk probe-
Wekelijk8 verschijnt in de Leidse Courant de rubriek
„Hond zoekt huis". In deze rubriek wordt een hond (of
soms ook wel een kat) beschreven die in het asiel ver
blijft om daar een zekere dood tegemoet te gaan... ten
zij het dier een goed tehuis vindt. De in de rubriek be
schreven honden zijn óf gevonden óf door hondenbezit
ters naar het asiel gebracht. Ze worden om uiteenlopen
de redenen afgestaan, vaak begrijpelijk, maar soms ook
volslagen onzinnig. De in „Hond zoekt huis" beschreven
dieren zijn alle goed gezond, hebben een wormenkuur
ondergaan en zijn volledig ingeënt. Tegen betaling van
circa 80 gulden (voor katten is dat 45 gulden) ten bate
van zwerfdieren zijn ze af te halen. Adres: Nieuw Leids
Dierenasiel, Besjeslaan 6b, Leiden. Tel.: 411670. Geo
pend di. t/m vr. 10-12 en 14-16 uur. Zondag en maandag
gesloten.
r
ren". In het asiel zitten mo
menteel twaalf honden en
veertig katten. Die laatste zijn
allemaal één jaar of oyder.
„Zeker die veertig poezen en
katers aan de man brengen zal
moeilijk lukken, maar met die
twaalf honden moet het toch
lukken", meent Tiele. Daarom
dit keer niet één hond in deze
kolommen, maar een kleine
opsomming om Tiele behulp
zaam te zijn.
Sorba (5) is een bastaard-bou
vier, die veel aandacht en
speelruimte nodig heeft. Kas-
mier (5) is een Afgaanse wind
hond met een wat moeilijk ka
rakter. Jonas (4) een bruine
herder, een lieve hond maar
wel erg waaks en hij laat niet
met zich sollen. Polly (6) is een
Pinkinees. Ook hij is waaks.
Tasja (2) is een Mechelse her
der, die niet waaks is, maar
wel moeite heeft met alleen
zijn en tenslotte Borge (1,5).
Dit betreft een bastaard van
een flink formaat.
Bobby
Bobby, de hond van vorige
week zit nog in het asiel. Nie
mand wilde deze bastaard ha-
zenwind in huis halen.