„De oorlogsfilm die een begin maakt aan alle oorlogsfilms" NEDERLANDSE FILM OVER KOREA: Een jeugdig Koreaantje speelt de rol van een jongetje met shell-shock dat, verborgen in een hol in de grond, samen met zijn zusje probeert de oorlog te overleven een gigantisch succes, dan krijg je bij een tweede film misschien iets verkrampts. Ik kan nu veel meer relativeren. Deze film betekent in eerste instantie ontzet tend veel voor Henk Bos zelf. Hij heeft er jaren aan gewerkt om hem van de grond te krijgen. Ik ben geboren toen die Korea-oorlog al, een jaar aan de gang was. En later op school kwam je in de geschiedenisles met een beetje geluk tot 1945. Zeker niet verder. Dus ik wist er niets van. Ik heb me er in verdiept. Boe ken van Paul van 't Veer en anderen ge lezen. Ervaringen van soldaten in die oorlog. En ik ben het een beetje gaan be grijpen. Ook al omdat ik tijdens de Is- raël-oorlog later ook het idee had: daar moeten we heen, we moeten die Israëli's helpen". Schiermonnikoog Ook Henk Bos calculeerde de problemen bij voorbaat in: „Al had je drieduizend Koreaanse figuranten op Schiermonnik oog gehad, dan had je die film daar nog niet kunnen draaien. Cannon wilde eerst dat ik naar de Filipijnen ging, maar ik heb de baas, Menahem Golan, met foto boeken in de hand uitgelegd dat dat in de verste verte niet op Korea lijkt. Hij had dat snel door. Golan heeft trouwens toch een hoop van Cannons normale ei senpakket als financier laten vallen. Hij bepaalt normaliter de regisseur, wie de montage doet, wie de muziek enzovoort. Ik herinner me het festival in Cannes. De twee grote juristen van Cannon lig gen op bed in een suite in het hotel, dus ik ging er maar bij liggen. Dat kan niet, riepen ze, toen ze mijn veranderingen in het standaard-contract zagen. Dan komt er geen film, zei ik. Op dat moment komt Menahem Golan langs. Kijk eens wat deze Nederlandse meneer wil, zegt een van die advocaten. Golan kijkt in het contract en roept: Okay, sign it. Te kenen. Die Golan en zijn collega Globus zijn net kwikzilver, ze nemen ontzettend snel beslissingen. Ze komen over als ker misklanten, maar ze hebben wèl een goe de smaak. Ze weten best dat ze af en toe rotzooi moeten maken om het geld voor andere dingen te verdienen. Hun maat schappij is inmiddels gigantisch gewor den. Maar ze beslissen alles nog zelf. Ze hebben onder meer een hele serie „rea ders" (beoordelaars van manuscripten) in dienst. Zo kreeg ik via de post mijn script voor Field of Honour terug van een juffrouw met de mededeling: Hierin zijn we niet geïnteresseerd. Terwijl de film al in produktie was. Van een andere dramaturge kwam via de telex een aan tal veranderingen in scènes en dialogen over. Golan had ze ook op zijn telex ge zien. Ik kreeg hitr meteen een telefoon tje van hem: „Je verandert geen wóórd in het originele script". „Dat script is destijds ook gelezen door de mensen van de Amerikaanse Alan Ladd Studio's. Die wilden 't kopen voor vijfhonderdduizend dollar, maar dan moest ik hard weglopen. Ze wilden er Vietnam van maken in plaats van Ko rea. Nou is vijfhonderdduizend dollar een heel bedrag. Ik sla me absoluut niet op de borst dat ik nee heb gezegd. Ik heb er even heel diep over gedacht, je zal zo'n bedrag toch maar. even in je zak ste ken. Maar, dacht ik daarna, als 't hun dat waard is, is 't mij dat ook waard. Nee, ik maak Field of Honour zelf. Op mijn eigen voorwaarden". ER 19 UN CHON (ZUID-KOREA) - Tien kilometer van de grens met Noord-Korea: De geweerschoten en de mitrailleursalvo's weerkaat sen langs de bergwanden rond de vallei. Op de weg hiernaartoe zijn we ettelijke „road-blocks" met mi litairen en versperringen gepas seerd. De soldaten - met opval lend glanzend gepoetste koppelrie men - kijken argwanend elke auto binnen die passeert. Langs de weg bermen staan grote en kleine rots blokken opgestapeld. De reden wordt ons later verteld: Mocht Noord-Korea Zuid-Korea binnen vallen dan worden onmiddellijk al die rotsblokken omgekanteld. Een ideale wegversperring. Het klinkt allemaal irreëel, maar de schoten zijn werkelijk genoeg. v „Het Zuidkoreaanse Zesde Leger. Dat is aan het oefenen, want er wordt binnen- ikort een schutterscompetitie gehouden I tussen de diverse legeronderdelen", ver- itelt de Nederlandse filmproducent en ex- 'ournalist Henk Bos wat spijtig. Want Idie schoten zitten hem dwars. Hij is (naar Korea getrokken met een complete filmploeg voor zijn film Field of Ho nour, een door hem geproduceerde en door Cannon-film gefinancierde speel film over een Nederlands bataljon vrij willigers tijdens de Koreaanse oorlog. Die begon in 1950, eindigde in 1953 met een wapenstilstand en anno 1985 is de vrede tussen beide delen van het Oost- aziatische schiereiland nog altijd geen feit. Integendeel. Je voelt je - met voortdurend militairen in je gezichtsveld of binnen gehoorsafstand - bijna oor logscorrespondent. De werkelijkheid zit de fictie in de weg. Want elke keer als er geschoten wordt moet Hans Scheepma ker, regisseur van Field of Honour, terug naar af. Hij draait zijn film met direct I geluid en zou toch echt graag een tweede speelfilm maken (eerste: Moord in Exta- Si ze) in plaats van een oorlogsdocumentai- 2e I rc. Het zit niet bepaald mee in Korea. Field of Honour is een in diverse op zichten bijzonder project. Uitgangspunt ooo - 's ^el ver^aal van een Nederlandse ser- geant uit Tilburg die 21 dagen op het toilet I s'a8ve'd heeft gelegen. Henk Bos kende ie deu' dat verhaal al uit de tijd dat hij zelf als kamer vrijwilliger tekende om in het leger van kapel, de Verenigde Naties te vechten tegen de arium. Noord-Koreanen en Chinezen die het Zuiden waren binnengevallen. Later las ih ij het relaas nog eens uitgebreid in kranten. Het werd de basis voor een sce- nario dat hij samen met Felix Thijssen schreef. Een scenario dat sterk beïnvloed is door zijn eigen ervaringen in Korea en die van zijn toenmalige commandant 000,- Peet van Haalem, die als adviseur van woon. 1 de produktie trouwens mee is naar het zij.m. vroegere slagveld. „Field of Honour >rioop moet een authentieke oorlogsfilm wor- 1.jkeu- den", zegt Bos. „Niet zoals Coppola's :l Ge- Apocalypse Now. een oorlogsfilm die een eind moet maken aan alle oorlogs- a film, maar misschien wel de oorlogsfilm die een begin moet maken aan alle oor- logsfilms. Want er is nog nauwelijks een echte oorlogsfilm geweest. Het is een harde film. maar ook een romantische film. Er zit een „love story" in tussen die sergeant en een Koreaanse boerin die '7 6151 ook tussen de strijdende partijen is be- 49 land en zich in een hol in de grond, sa- 'im1; men met haar door een shell-shock cata- tonisch verkrampte broertje in leven probeert te houden. En er zitten wel de- gelijk momenten m om te lachen. Het geeft de oorlog weer zoals ik hem beleefd 9 heb en zoals velen .die door de eeuwen ■1 heen beleefd zullen hebben, denk ik. De hoofdfiguur is wat de Grieken „de dra- ^"1 kentand" noemen, de pure soldaat. En D die figuur is weer gebaseerd op mijn 4 commandant van toen. Peet van Haal- cm, die indertijd al legendarisch was. Het is het verhaal van een overlevings- lEN strijd van één man. Het is niet de oorlog in de traditionele zin, met valse heroïek ride vil] en patriottisme en het wordt evenmin e garaj een pamflet tegen de oorlog". entral« toilet! 55 m2| ;euken| leedkal ligbad i: vastJ )egelijl Dpleve 0.- k.M Doodsnood Henk Bos heeft bij Field of Honour een nogal unieke positie. Hij is producent, normaliter „de man op de achtergrond van een speelfilm", maar tegelijkertijd uitvoerend producent die zich met alle mogelijke organisatorische problemen ter plekke bemoeit en schrijver van het verhaal. Regisseur Hans Scheepmaker zal later zeggen: „Het zou belachelijk zijn om te stellen dat dit voor honderd procent mijn film is. Ik maak de film, maar het is in de eerste plaats de film van Henk Bos". Bos fungeert tevens zo'n beetje als adviseur. Als een acteur de set op komt met een bajonet in z'n koppel, corrigeert hij: „Wanneer je een bajonet bij je hebt, moet je ook een ge weer dragen. Als dat in die scène toeval lig niet kan. moet je die bajonet ook wegdoen". We praten met hem over zijn motieven om indertijd dienst te nemen als vrijwilliger. Henk Bos: „Die motie ven hepen over het algemeen sterk uit een. Van puur idealisme tot zucht naar avontuur en opportunisme. Ik moest in dienst, maar ik wilde niet. Ik had geen enkele zin om in een kazerne soldaatje te spelen. De Nederlandse overheid ad verteerde zich in die tijd blauw: „Kom naar Korea". Daar was ik weliswaar niet zo van onder de indruk, maar ik dacht: als je geen soldaatje wilt spelen, kun je het beter echt zijn. En er waren meer Henk Bos (links), producent van Field of Honour en zelf Korea-veteraan: „Ik had die oorlog nooit willen missen". motieven. Ook een algemene onvrede die mannen van die leeftijd vaker heb ben. Het klinkt voor een hoop mensen misschien gek, maar ik had die oorlog niet willen missen. Dat besefte ik toen al. Hoe afschuwelijk 't ook was. Luister naar de verhalen van Peet van Haalem. Het is net of je een man van 61 over zijn eerste liefde hoort praten. Een eerste liefde is een unieke, pure en heel emo tionele belevenis. Dat besef je pas later. En op heel jonge leeftijd zo'n oorlog meemaken is precies hetzelfde. Goed, een oorlog is hard en wreed. Maar voor iemand die er in zit, is er meer. Voor hem is 't een confrontatie met zichzelf, een kamaraderie die heel uniek kan zijn, heel veel galgenhumor, doodsnood. Een samenbundeling van hele heftige emo ties - en dat besef ik omdat ik 't meege maakt heb - die je in het dagelijkse le ven, het „normale" leven, nooit of zel den meemaakt. Het is heel moeilijk te begrijpen voor wie dat niet zelfheeft on dervonden". Geboorte „Ik heb er ook nooit met mijn vrouw over gepraat. Die wilde er jarenlang niks van weten. Toen ik aan het script bezig was, werd dat opeens weer actueel. Ze heeft dat scenario gelezen en ze heeft er bij gehuild. Ze besefte opeens dat ik daar een deel van ben. Ze wilde toen weten „waarom", maar ik kon die emoties niet duidelijk maken. Ik ben bij de geboorte van onze beide kinderen geweest. Vooral bij de eerste waren mijn emoties nog heftiger dan bij de tweede. Wat jij daar hebt meegemaakt, heb ik gezegd, óók op de grens van leven en dood maar dan in positieve zin want je geeft leven, zijn emoties die-je mij nooit duidelijk kunt maken. Ik zat erbij, maar die kosmos van gevoelens die een vrouw ondergaat is uniek. Vandaar dat een hoop vrouwen het zalig vinden om een tweede, of een derde kind te krijgen. Ondanks de angst voor de pijn en de ellende en de opvoe ding. Daar is het mee vergelijkbaar. Die emoties kan een vrouw ook niet duide lijk maken aan een andere vrouw die nooit een kind heeft gehad. En zo kun je als man die in de oorlog heeft gezeten, niet duidelijk maken wat dat betekent. De afschuw ervoor, maar ook de fasci natie. Oorlog is een heel fascinerend be drijf. Ik heb me zelf er op betrapt toen, na een nachtelijke aanval: Uitgeput val je neer, je hebt geen vocht meer in je li chaam, je slaapt in waar je ligt en als je wakker wordt denk je: „Als dat maar nooit weer gebeurt". Maar tegelijkertijd denk je: „Hoe zou 't de volgende keer zijn". Dat dubbele gevoel". Budweiser De opnamen vinden precies plaats in het gebied waar indertijd de hevigste ge vechten aan het slot van de Koreaanse oorlog plaats vonden. Eén scène speelt zich af op het erf van een boerenhuisje annex winkeltje, waar een trotse Kore aanse eigenaar almaar handen loopt te schudden. Terwijl een Koreaans acteur met filmbloed uit zijn mondhoeken ge duldig minutenlang doodstil op de grond ligt („Thank you, Mr. Chung" roep re gisseur Scheepmaker diverse malen) kijk ik het huisje binnen: de zijwand is afge plakt met kartonnen waarin het Ameri kaanse Budweiser bier heeft gezeten, de slaapkamer is een soort hol met een stukje zeil waarop dunne matrassen lig- Speciaal voor de film is een dorpje in Koreaanse stijl anno jaren vijftig nagebouwd: huisjes met rieten daken zoals je ze niet meer ziet. gen. Verderop zal de volgende scène worden „geschoten". Het dorpje ligt er bij alsof de bewoners inderdaad haastig voor het oorlogsgeweld zijn gevlucht. Knap Koreaans decorwerk. Zo knap dat producent Bos vertelt: „Enige Koreanen die dit voor het eerst zagen, kregen tra nen in hun ogen. Een sentimentele her innering, want dit soort dorpjes bestaat niet meer. Op een gegeven ogenblik, in de opbouwperiode na de Korea-oorlog, werd verordonneerd dat er geen rieten daken meer gebruikt mochten worden. Zonde". Een volgende scène vindt hoog tegen de bergwand plaats. Dus met ac teurs en de zware camera's jezelf een weg banen tegen de rotsige wanden op. Al eerder zijn er door de Koreaanse technici bunkers gebouwd en loopgraven gemaakt. Ze zitten om praktische rede nen lager dan de bunkers tijdens de oor log en ze zullen er nog maar een paar weken staan, want aan het slot van de opnamen worden ze door de Koreaanse „pyrotechnici" opgeblazen. In de tussen tijd meldt zich een zeer echte kolonel van het Zesde Koreaanse Leger om zich op de hoogte te stellen van de vorderin gen van de „bevrijders van toen". De produktie krijgt materieel alle medewer king van het Koreaanse leger, want de aanwezigheid van een aantal porlogsve- teranen is niet aan de autoriteiten voor bij gegaan. Henk Bos zal alleen een nieu we afspraak met de generaal van het le ger moeten maken („dan neem ik Peet van Haalem in uniform wel mee" zegt hij) over het schieten. Want er is belooia dat ze in dit gebied in verband met de filmopnamen een vredige stilte zouden betrachten. Mr. kim Met die vredige stilte wil het even later weer niet lukken. Maar de oqrzaak ligt dichter bij huis. De Koreaanse acteur Mr. Kim (in Nederland te zien geweest in de Koreaanse film A Bell for Nirwa na) zit in een ligstoel te wachten op de volgende opname. Hij spreekt geen En gels en verveelt zich op de set. Opeens heeft hij een karabijn in zijn handen, te gen de bergwand staat een blikje en Mr. Kim begint te schieten. Met scherp. Si mon van Collem, met een Koreaanse vi- deoploeg aanwezig namens de TROS, sommeert de cameramensen tot actie. De aanwezige Koreaanse special-effect- mensen willen het er meteen dik op leg gen. Ze brengen, op een paar gammele kistjes, een mitrailleur voor de heer Kim in stelling. Die gaat er achter liggen en start een oorverdovend salvo in de rich ting van het nietige blikje. Uit de verte schalt de stem van regisseur Scheepma ker kwaad: „Nou zijn ze aan de ene kant net opgehouden met schieten en nu be ginnen jullie". Dat verstaat Mr. Kim ui teraard niet, maar Henk Bos komt tus senbeide: „Die man is hier een ster, die kan ik dat nu niet verbieden waar al die Koreanen bij zijn want dat zou een on gelooflijk gezichtsverlies voor hem bete kenen". Dat probleem heeft zich trou wens eerder ook voorgedaan. Regisseur Scheepmaker: „Ik ben echt niet zo'n driftkikker, maar af en toe roep ik wel eens „shit", of ik sta even hartgrondig te schelden. Dat is bij ons normaal. Maar de Koreaanse „crew" dacht meteen met een gek te maken te hebben. Een regis seur mag zich hier nooit kwaad maken. Dat zou gezichtsverlies betekenen. Een regisseur zit achterover in zijn stoel en geeft aanwijzingen. Als er geschreeuwd moet worden geeft hij een wenk aan twee assistenten die dat voor hem doen. Zelf schreeuwen, nooit. Dus ze keken gek op van mij". Communicatie Het zijn wat mini-probleempjes. De filmploeg staat dagelijks voor hetere vu ren. De communicatie is het allergroot ste probleem. Scheepmaker: „Natuurlijk weet je dat er bij een film in zo'n ver land problemen komen. Dat calculeer je in. Maar de taalproblemen zijn me toch wel erg tegengevallen. Wat je vaak leest, dat Engels de tweede taal in Zuid-Korea zou zijn, daar klopt dus niets van. Je moet voortdurend met tolken werken. Wij hebben er twee, maar dan krijg je wéér problemen: Ik geef beiden dezelfde boodschap in het Engels, die geven zij weer door aan de twee groepen Koreaan se figuranten en dan blijkt dat die alle- twee iets anders gaan doen. Het scenario heb ik vier jaar geleden ter kennismaking van Henk Bos te lezen ge kregen. Het trok me ontzettend aan, maar ik zou er niet voor in aanmerking komen. Ik zou Moord in Extaze gaan doen, dat vond ik wel aardig, maar dit leek me toch meer. We zijn aan Moord in Extaze begonnen en tijdens die sa menwerking groeide toch het idee dat ik deze film ook zou doen. Prachtig na tuurlijk, want je weet het in Nederland: je maakt een film en dan val je als regis seur meteen in een groot gat. Mijn eerste speelfilm was nou niet zo'n groot succes. Dat vind je op dat moment verschrikke lijk, maar als ik terugkijk is het toch niet zo'n slechte ervaring. Is je eerste film 'ëeidóe 6ou4a/nt

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1985 | | pagina 9