Plastic geld
verovert
de wereld
STAANDE
JEUGDLONEN
AL IN DE TOP 40?
Echte automatisering bij banken moet nog komen
Databank
hangt
prijskaartje
aan
informatie
Ook
Dracula is
dol op
geld uit
de muur
foidóc (Sowuvnt
'£aidóa(Bow^ant•
orzitter
groette,
m had
ik een
[eerlen,
s afge-
eer ge-
toorde
dagen
en, ha
uur
lijven.
t door
pbaan
akken
ook
zijn
direc-
dagje
isioen
dus.
ze
wilde
vaars,
igdui-
En
•zegd:
burg.
ik ge
is
Hol-
waar
nnen
van
van
ook
;ntie.
takte
ofele
mo-
rska-
de
te
u hij
Etalageruiten van benzinepompen,
restaurants en reisbureaus groeien
dicht met stickers en affiches die
vertellen op hoe veel verschillende
manieren betaald kan worden. Por
tefeuilles van steeds meer zakenlie
den staan stijf van de „credit
cards", al dan niet goudomrand,
die behalve een vleugje status een
schijnbaar onbegrensde krediet
waardigheid beloven. Het plastic
geld verovert de wereld.
Want welke gefortuneerde zakenman
heeft nog geen creditcard? In Amerika
wordt er al wat meesmuilend gedaan
over de heren die in Carlton of Hilton
hun hotelrekeningen „cash" moeten be
talen. „Credit, or the green stuff?" is een
steeds vaker gehoorde vraag aan recep
tiebalies. Met ruim driehonderd miljoen
kaarthouders en een omzet van jaarlijks
drie biljoen gulden (drieduizend keer
een miljard) is de creditcard in de VS ge
meengoed geworden.
„Nederland hobbelt daar een beetje ach
teraan en dat komt hoofdzakelijk door
dat het betalingsverkeer hier is ingericht
met gratis bank- en girocheques", meent
directeur Goldberg van Eurocard Neder
land. Wat niet wegneemt dat de Neder
landse inhaalmanoeuvre indrukwekkend
snel verloopt. Zeven jaar geleden nog
een vrij onbekend verschijnsel, zijn er
nu ruim tweehonderdduizend kaarthou
ders in Nederland, liefst zeventigduizend
meer dan een jaar geleden.
Eurocard Nederland, een intiatief van de
gezamenlijke Nederlandse banken en de
RPS/Postgiro, boekte dit jaar de grootste
relatieve toename van het aantal aange
sloten kaarthouders, namelijk ruim ze
ventig procent. Na American Express
(honderdduizend leden) is Eurocard met
72.000 kaarthouders nu de grootste in
Nederland.
„Dat gerommel met betaal- en giroche
ques is duidelijk op zijn retour", zo ver
klaart adjunct-directeur Goldberg van
Eurocard Nederland glimlachend het
succes van het plastic geld. „Als je be
denkt dat het chequeverkeer toch een
vrij omslachtige manier van betalen is,
dat je er buiten Europa nauwelijks mee
terecht kunt en dat elke cheque voor de
banken aan afhandelingskosten al ruim
een gulden kost, dan kom je tol de con
clusie dat we met cheques het tijdperk
van het elektronisch betalingsverkeer
niet binnen zullen gaan".
Point of sale
Goldberg doelt op nieuwe mogelijkhe
den voor „point of sale"-verkopen die
technisch al binnen bereik liggen. Bij de
kassa in de supermarkt, de benzinepomp
of in de bedrijfskantine wordt dan afge
rekend door simpelweg een plastic be
taalkaart met geheugenchip of magneet
strip door een gleuf te halen. De kassa
verrekent de aankoop automatisch met
de bankrekening van de kaarthouder of
brengt het bedrag in mindering op het
„tegoed" dat elektronisch op de kaart ge
stort is.
Commercieel directeur mr. C. Stal van
Eurocard vult aan: „Dat wordt echt de
volgende stap. Voor wereldwijd gebruik
en de grotere aankopen zul je zien dat de
creditcard, het kopen op krediet, steeds
meer terrein wint. Ih Nederland zelf
maakt het nieuwe digitale datanet van
de PTT een systeem mogelijk waarbij je
ook met een debetcard kunt werken: de
aankopen worden dan dus onmiddellijk
van je bankrekening afgeschreven".
Maar eerst is het aan de creditcard om
Nederland te veroveren. Want de markt
De heren Goldberg rechtsen Stal: „Het gerommel met betaal- en girocheques is duidelijk op zijn retour
(sedert juni vorig jaar in Nederland), Eu
rocard, American Express en Diners
Club te beluisteren, om maar een paar
organisaties te noemen. In hun steeds
fellere advertentiecampagnes wordt niet
meer alleen gemikt op de „happy few",
maar ook steeds meer op de „iets beter
gesitueerde burger". Met name Visa
(twintigduizend leden) verstrekt al cre
ditcards aan mensen met een inkomen
van iets meer dan modaal. Ook het sjie-
kere American Express en de Diners
Club hebben hun kredietwaardigheidsei-
sen iets versoepeld. Daarnaast komen er
ook creditcards op de markt waarmee de
de snobs onder de superrijken zich van
de massa kunnen onderscheiden, zoals
de anders gekleurde Platinum-card van
American Express en de Premier-card
van Visa.
Wat de opmars van de kredietkaart nog
verder kan versnellen is de autorisatiete
lefoon, een vrij eenvoudige vinding
waarmee bijvoorbeeld een hotelier, res
tauranthouder of autoverhuurder in en
kele minuten kan nagaan of de klant die
met een plastic kaart zwaait, nog wel
voldoende geld op zijn bankrekening
heeft. Stal: „Het probleem in Nederland
is, dat er geen wetgeving is tegen het
misbruik van deze betaalmiddelen.
Maar door bij elke aankoop het tegoed
te checken kan fraude vrij gemakkelijk
bestreden worden".
Soms, zo moeten de creditcard-organisa
ties erkennen, wordt een kaarthouder
zijn schijnbaar onbegrensde rijkdom te
veel. De „carditis" slaat dan toe; de ge-
1 vreesde ziekte waarbij de kaarthouder de
meest onbezonnen aankopen doet in de
veronderstelling dat het allemaal niets
meer kost. Goldberg, grinnikend: „In
Amerika zijn er zelfs klinieken waarbij
plastic kaartjes met veel ceremonieel
worden doorgeknipt om de kaarthouders
te laten afkicken. Maar eerlijk waar: ik
heb nog maar één klant gehad tegen wie
ik moest zeggen: joh, lever die kaart nou
maar weer in
PAUL KOOPMAN
BANENVERLIES VALT NOG MEE, MAAR:
UTRECHT - Het spookbeeld van
het „onbemande" bankkantoor is
nu wel verdwenen. Maar toch
staan er grote veranderingen voor
de deur: Computerterminals die
bankpersoneel overbodig maken,
het op grote schaal „thuisbankie
ren", geldautomaten, het Nationaal
Betalings Circuit (NBC) en credit-
en plastic cards. Dat alles heeft ge
volgen voor de werkgelegenheid, zo
meent drs. Wim van Gelder, auto
matiseringsdeskundige van de
Dienstenbond FNV en lid van het
Bondsbestuur.
In 1979 kwam de FNV met een alarme
rend rapport waarin stond dat de auto
matisering in het bankwezen wel eens
twintig tot dertig procent van de banen
zou kunnen kosten. Zo erg is het niet ge
worden. Bij de ABN en de Amro-bank
loopt de werkgelegenheid wel iets terug,
maar niet veel en van gedwongen ontsla
gen was niet of nauwelijks sprake. Bij de
Rabo-bank en de NMB zijn er zelfs hele
maal geen banen verloren gegaan. Van
Gelder legt uit waarom niet: „In de eer
ste plaats hebben arbeidstijdverkorting
en deeltijdarbeid ervoor gezorgd dat er
minder banenverlies optrad. In de twee
de plaats is de automatisering toch min
der snel gegaan dan wij dachten. En in
de derde plaats heeft automatisering de
banken de kans gegeven nieuwe activi
teiten te ontplooien, zoals reizen en ver
zekeringen. Dat betekent overigens weer
wel dat in die sector het aantal banen te
rugloopt".
Automatisering bij de banken kost dus
vrijwel geen banen, maar wel werk.
Met de balieterminal kan de klant zelf een aantal handelingen verrichten. Dat zal, al
dus de vakbonden, personeel overbodig maken.
Moet je daarom het automatiseren ach
terwege laten? Wim van Gelder: „Ik ben
geen bankdirecteur, maar we moeten
niet spastisch gaan doen over de ontwik
kelingen in de automatisering. Het is
heel logisch dat de banken gebruik ma
ken van de beschikbare technologie. Ik
vind de automatisering echter onaccep
tabel als die alleen bedoeld is om kosten
te besparen. Als automatisering ook leidt
tot een betere dienstverlening en betere
informatievoorziening en de gevolgen
vopr het personeel binnen de perken
blijven vind ik automatisering prima".
Om de gevolgen ervan een beetje in de
hand te houden wil de FNV dat er auto
matiseringscontracten komen. Daar
moet dan in komen te staan waarom de
bank een bepaalde keus heeft gemaakt,
welke alternatieven er waren, wat de ge
volgen zijn voor de werkgelegenheid en
de kwaliteit van de arbeid, welke eisen je
aan opleidingsprogramma's moet stellen
enzovoorts. Nu al zijn er afspraken dat
de banken de bonden en de onderne
mingsraad bij belangrijke besluiten over
automatisering tijdig moet informeren,
zodat de beslissingen nog te beïnvloeden
zijn.
De banken voeren aan dat ze wel mee
móeten doen met allerlei nieuwe vindin
gen, vanwege de binnenlandse concur
rentie. Van Gelder daarover: „Als de een
met iets nieuws komt meent de ander
ook te moeten. De bankbedrijven laten
zich leiden door de (binnenlandse) con
currentie. Maar de bedreiging door bui
tenlandse banken is veel groter. Kijk
naar de Chase Manhattan Bank in de VS
(de grootste bank ter wereld), die de Ne
derlandse Credietbank heeft overgeno
men en zo invloed in Nederland uitoe
fent. Bovendien: een geldautomaat bij
voorbeeld, waarbij je geld uit de muur
kunt trekken is mooi, maar de banken
moeten wel beseffen dat de klant dan
niet in het bankkantoor komt om bij
voorbeeld reizen of verzekeringen af te
sluiten. Op termijn kan de rentabiliteit
van die bankkantoren danig in gevaar
komen".
De banken stellen ook dat automatise
ring leidt tot een verbetering van de
kwaliteit van het werk. Geestdodende
arbeid zou door de computer worden
overgenomen. Van Gelder zet daar
vraagtekens bij. Hij denkt bijvoorbeeld
dat een grotere werkdruk kan onstaan,
juist doordat er minder mensen zijn. In
elk geval is het zo, dat de bank meer ho
ger geschoold personeel nodig heeft en
dat de laagste cao-groepen in de hoek
zitten waar de klappen vallen. „Functies
als die van data typistes verdwijnen en er
komen nieuwe, hogere functies bij, zoals
die van adviseurs".
Ondanks de vooralsnog meevallende ge
volgen voor het aantal bankbanen is
Van Gelder niet gerust op de toekomst.
„De echte automatisering moet namelijk
nog plaatsvinden", meldt hij. De ABN
en de Amro-bank zijn al bezig met balie-
terminals zodat de klant zelf een aantal
handelingen kan verrichten. Dat maakt
personeel overbodig. Over vijf jaar zijn
er, aldus Van Gelder, honderden com
puterterminals. Ook het Nationaal Beta
lings Circuit, dat een snellere en ge-
stroomlijnder betaling tussen banken en
cliènten mogelijk maakt, kost vermoede
lijk werk. En de geldautomaten, makke
lijk, maar van hetzelfde laken een pak.
Voor de cliènten is automatisering ech
ter prettig zou je zeggen; alles gaat welis
waar onpersoonlijker, maar vooral ook
sneller. Van Gelder: „Ja, de mensen heb
ben meer tijd gekregen, maar alles is er
toch op gericht om het allemaal zo snel
mogelijk te doen. Voor bejaarde mensen
echter, die niet zo makkelijk met de
nieuwe technologie omgaan, en voor
computer-analfabeten, is het allemaal
niet zo makkelijk. Die mensen kunnen
wel eens de dupe worden van al die
nieuwe dingen".
MARTIN VOORN
ZATERDAG 19 OKTOBER 1985
DEN HAAG - Wil je weten of je
buurman kredietwaardig is? Raad
pleeg de databank van Dongel-
mans „Creditel" in Viditel. Wil je
weten of over een of ander weten
schappelijk onderwerp onderzoek
wordt gepleegd om dubbel werk te
voorkomen? In de databank is het
te vinden. Welke minister heeft bij
welke gelegenheid „hete bliksem"
gezegd? Parac, het informatiesy
steem van de Tweede Kamer weet
het. Informatie blijkt economische
waarde te hebben. Als die maar
snel en efficiënt is op te hoesten.
Met een databank kan dat.
In het dagelijks leven begint langzaam
maar zeker de databank zijn intrede te
doen. Het wordt hoe langer hoe meer
een kwestie van slecht management om
zonder goede informatie beslissingen te
nemen. Die beslissingen moeten boven
dien steeds sneller worden genomen,
want tijd is geld. Databanken, wat zijn
dat eigenlijk?
Eerst een wat algemene definitie: een da
tabank is een op afstand te raadplegen,
computergestuurd naslagwerk. De be
heerder van de databank wordt „host"
genoemd, zoals een bibliotheek dat is
van een verzameling boeken. Iedere be
zitter van een (huis)computer kan zich
bij deze host abonneren. De vergelijking
met boeken gaat voor een groot deel op:
wil je iets weten, dan is het op te zoeken.
Maar dan beginnen meteen ook de pro
blemen: waar zoek je het op. Wie heeft
over dit of dat onderwerp iets geschre
ven en waar zijn de cijfers daarover te
vinden?
Een voorbeeld uit de praktijk: wat is er
geschreven over de Mourides, de boe
renbevolking van Senegal met betrek
king tot het zendingswerk en de missie.
Onwaarschijnlijk dat over dit onderwerp
complete boeken zijn geschreven. Maar
wellicht wel artikelen in vaktijdschriften,
hetgeen het zoeken ernaar bepaald niet
vereenvoudigt. De computer van de host
brengt uitkomst. Met behulp van een
paar steekwoorden als religion, islam,
mourid en mission rollen binnen enkele
seconden sterk ingedikte samenvattingen
uit twaalf tijdschriften over het beeld
scherm. In het Engels, want in dit geval
werd gebruik gemaakt van een Ameri
kaanse databank via Dialog, de host. De
transatlantische verbinding loopt via
Amsterdam en wel voor de kosten van
een (inter)lokaal telefoongesprek. Uit de
opsomming van die twaalf artikelen kan
dan een keuze worden gemaakt of des
noods kunnen ze allemaal worden be
steld. On line, dat wil zeggen tijdens een
rechtstreekse sessie met de computer of
wel als afdruk die per post wordt toege
stuurd. Het klinkt simpel genoeg.
Alleen blijkt in de praktijk iedere host
zijn eigen zoeksysteem erop na te hou
den. Kennis van zaken is dus onontbeer
lijk voor het raadplegen van een data
bank. Een heel regiment indexen en ge
bruiksaanwijzingen duiden daar ook op.
Hoe moet je nu op zoek naar de gewen
ste informatie, afgezien van de techni
sche aspecten. De praktijk loopt het
weer synchroon met het boek. In welke
bibliotheek (lees „host") moet je zoeken.
En naar welk boek (lees databank). Bij
de databank komt daar nog het pro
bleem bij hoe snel je de gewenste infor
matie kunt vinden. Elke computermi
nuut kost immers tijd, al valt het in de
praktijk wel mee: drie tot zeven gulden
per minuut. In het geval van de Mouri
des heeft het pakweg 24 gulden gekost,
voor velen heel wat minder dan een
treinretourtje naar het Tropenmuseum
in Amsterdam. Toch is het nog wel even
wennen dat voor informatie moet wor
den ^betaald. Maar net zo goed als een
abonnement op een bibliotheek geld
kost - immers, geschoold personeel
zorgt niet alleen voor het beheer, maar
helpt eveneens met de zoektocht door de
media - leven de databanken niet van
de lucht. Door de gigantische hoeveel
heid gegevens echter, kunnen databan
ken voor vrijwel iedereen van nut zijn.
Veel gebruikers drukken de kosten. Ze
ven gulden per minuut is dan vrijwel
niets meer voor op maat gesneden infor
matie.
LUUD VAN DER HAM
DEN HAAG - Zelfs Dracula maakt
gebruik van de 24-uurs service van
de Nutsspaarbank. Nadat deze lu
gubere graaf 's nachts uit zijn graf
tombe is verrezen, verlaat hij zijn
kasteel om zich naar een filiaal van
deze bank te begeven, waar zich een
geldautomaat bevindt. Nadat hij
met zijn pasje contanten heeft opge-
Niet alleen tijdens kantooruren,
ar ook in het nachtelijk duister,
kan dank zij de automaat geld wor
den opgenomen.
nomen, snelt Graaf Dracula naar de
dichtstbijzijnde snackcar, waar hij
aan het angstige meisje achter de
toonbank vraagt: „Heeft u voor mij
een broodje bloedworst?".
Het loopt dus goed af, zowel met
het meisje als met de op geld en
bloed beluste graaf. Gelukkig is dit
maar een reclamefilmpje, waarmee
de Nutsspaarbank vorig jaar in de
bioscoop het fenomeen „geldauto
maat" onder de aandacht van het
publiek bracht.
Nederland telt momenteel circa zes
tig geldautomaten. De eerste kwam
er in 1982. Dag en nacht, op werk-
of weekenddag, kan iedereen die in
het bezit is van een speciaal pasje
bij bepaalde filialen van enkele ban
ken „geld uit de muur halen". Via
simpele drukken op de knop krijgt
men van de automaat geld, mits het
saldo op de bankrekening toerei
kend is. Het totaal aantal gebruikers
van deze nieuwe manier van geld
incasseren in ons land is vooralsnog
niet bekend. De Nutsspaarbank
's-Gravenhage telt in elk geval
10.000 cliènten die van deze extra
service gebruik maken, zegt de heer
P.A. Besuijen van de betreffende
bank. Hij signaleert in zijn werkge
bied Den Haag, Leiden en Zoeter-
meer een toenemende animo voor
„geld uit de muur". Deze geauto
matiseerde manier van geld opne
men omschrijft de heer Besuijen
zelfs als een „kassucces". „Men
stond eerst een beetje huiverig te
genover deze manier van automati
seren, maar er is een steeds grotere
groep mensen die het gaat aanspre
ken. Er komen nu maandelijks zo'n
drie- tot vierhonderd nieuwe klan
ten bij".
Gebruikers van de geldautomaat
zijn al lang het eerste bezwaar ver
geten dat er geen menselijk contact
meer zou zijn. Daarvoor in de
plaats is nu een hoge mate van pri
vacy gekomen. Niét langer kan een
lange rij wachtenden achter dè geld-
opnemer meeluisteren als er over
zijn rekeningbedrag of het ontbre
ken ervan wordt gesproken. Andere
banken hebben inmiddels het voor
beeld van de Nutsspaarbank ge
volgd; zij introduceerden eveneens
de geldautomaat of staan op het
punt dit te doen. De PTT begint in
het tweede kwartaal van het vol
gend jaar met een proef in de regio
Tilburg/Eindhoven. Hoewel landen
als Zweden, Engeland en België al
jaren positieve ervaringen met dit
systeem hebben, willen de vader
landse geldbewaarders zelf ervaren
hoe de Nederlanders op deze nieu
we verworvenheid reageren. Een
woordvoerder van de PTT over het
waarom van deze voorzichtigheid:
„Het post- en bankgirale systeem in
Nederland is zo ingeburgerd dat de
behoefte aan andere manieren om
te betalen minder groot is". De
Nutsspaarbank 's-Gravenhage heeft
echter geen verder bewijs van het
succes nodig: medio '86 staan er in
deze regio twintig van die appara
ten.
TOM VAN RIJSWIJK