„Nederlandse valutamarkt is een farce"
Voor
aandeel
houders
breken
gouden
tijden
aan
Verdwalen
geen kunst in
verzekerings-
land
£aidóc@ou*cmt
ZATERDAG 19 OKTOBER 1985
DEN HAAG - De verzekerings
maatschappijen weten het altijd
mooi te brengen:
„Verzeker je goed, een veilig ge
voel".
„Twee Plus Polis, voor ieder die
zich verantwoordelijk voelt voor de
ander(en)".
„Lage premie, goede service, vlotte
afwerking".
Wie zich echter zonder gids in verzeke-
ringsland begeeft, loopt snel het risico te
verdwalen. Ons land telt niet minder
dan zeshonderd schadeverzekerings
maatschappijen en ongeveer zestig be
drijven die zich bezighouden met de
verschillende vormen van levensverze
keringen. Is het daarom vreemd dat
sommige mensen door de bomen het
bos niet meer zien en niet eens weten,
waarvoor zij wel en waarvoor zij niet
zijn verzekerd? Er zijn in het algemeen
geen grote verschillen tussen de basis
voorwaarden van de verzekeringen van
de verschillende maatschappijen. Maar
iedereen verpakt zijn produkt in een an
der jasje. Wie uit dat aanbod een juiste
keuze wil maken, doet er het beste aan
een erkend assurantie-tussenpersoon in
de arm te nemen, luidt het advies van
de heer H. van Ronkel, adjuncthoofd
van het Bureau Voorlichting Verzeke
ring in Den Haag (Bureau Voorlichting
Verzekering, Postbus 990, 2501 CZ Den
Haag).
De vakbekwaamheid van de tussenper
sonen is in Nederland bij wet geregeld.
De Wet op de Assurantiebemiddeling
stelt strenge eisen aan de opleiding van
al diegenen, die in verzekeringen hande
len. Want daarover kan geen twijfel be
staan: het afsluiten van een verzekering
is een puur commerciële transactie. Je
koopt het recht op een uitkering in die
gevallen, waarin de polis voorziet. Wie
meer wil, zal daar ook voor moeten be
talen. Het is het werk van de tussenper
soon, aldus Van Ronkel, om zijn cliënt
te helpen bij het vaststellen van het juis
te verzekeringspakket.
„Je zült moeten bekijken en rekenen.
Natuurlijk is de hoogte van de premie
van belang. Maar het is geen automatis
me dat de verzekering met de hoogste
premie voor iedereen de beste is. De
consument moet nagaan welke voor
waarden voor hem het gunstigste zijn.
Dat hangt er onder meer van af hoeveel
geld in hjet gezinsbudget beschikbaar is
voor verzekeringen. Je kunt je in Neder
land tegen vrijwel elk risico indekken.
Maar wie kan dat betalen? Je kunt ook
grote eigen risico's nemen. Dat verlaagt
de premie aanzienlijk. Maar kun je, als
de nood aan de man komt, op korte ter
mijn het benodigde bedrag vrijmaken?
Je kunt niet zeggen: daarop moet ieder
een letten bij het afsluiten van een ver
zekering. Elk geval is anders".
Toch zijn er wel wat algemene richtlij
nen te geven, die onder meer ook zijn
terug te vinden in het door het Bureau
Voorlichting Verzekering uitgegeven
boekje „Gezin en verzekering". In voor
iedereen begrijpelijk Nederlands wordt
daarin uitleg gegeven over onder meer
de organisatie van het verzekeringsbe
drijf, de informatie- en klachteninstan
ties, aansprakelijkheid, rechtsbijstand en
de uiteenlopende verzekeringsmogelijk
heden.
Zo zal een gemiddeld gezin in elk geval
een aansprakelijkheids-, inboedel-, op-
i de meeste gevallen ook een
ing hebben. Voor auto's en
moeten aparte aansprake
lijkheidsverzekeringen worden afgeslo
ten. En wie op vakantie gaat sluit na
tuurlijk een reisverzekering.
Een bijzondere categorie verzekeringen
vormen de levensverzekeringen: een
overeenkomst waarbij een maatschappij
bij overlijden of na een afgesproken aan
tal jaren een geldelijke uitkering doet.
Volgens mr. P. A. Nouwen, directeur
van Nationale Nederlanden te Rotter
dam, constateren de grote verzekerings
maatschappijen een groeiende belang
stelling voor deze vorm van verzekeren.
Een ontwikkeling die waarschijnlijk alles
te maken heeft met de vrees, dat in de
toekomst nog meer op de aow zal wor
den gekort.
Waar voor schadeverzekeringen geldt
dat de consument beter niet over een
nacht ijs kan gaan, is dat helemaal van
toepassing op de levensverzekeringen,
waar men meestal voor een periode van
twintig tot dertig jaar aan vast zit.
Begin dit jaar is een prospectus versche
nen met tal van wetenswaardigheden
over levensverzekeringen. Aan de bro
chure is meegewerkt door de ministeries
van financiën en economische zaken, de
Consumentenbond, het Konsumenten
Kontakt, de Unie van Assurantie-tussen
personen en de Nederlandse Vereniging
van Levensverzekeraars. Verplichte lec
tuur voor iedereen, die overweegt een le
vensverzekering aan te gaan.
JOS TIMMERS
Het boekje van het Bureau Voorlichting
Verzekering. In voor iedereen begrijpelijk
Nederlands wordt daarin informatie ge
geven over allerlei kanten van het verze-
keringsgebeuren.
DEN HAAG - De sterke stijging
van de aandelenkoersen die de
Amsterdamse effectenbeurs sinds
1982 heeft beleefd, is de afgelopen
maanden afgevlakt. De juichkreten
op de beursvloer over het zoveelste
gebroken record zijn verstomd met
de perikelen rond de dollar, de on
zekerheid van Wall Street vanwege
het begrotingstekort en het trage
economische herstel in de VS, ter
wijl in eigen land ondernemend
Nederland zich afwachtend opstelt
met de kamerverkiezingen in zicht.
Van een ingezakte markt is echter geen
sprake. De beurs geeft geen krimp, want
de prima halfjaarcijfers en de goede
vooruitzichten van de meeste Neder
landse ondernemingen hebben het koers-
peil en de beursomzet overeind gehou
den. De omzetten stijgen nog steeds en
als de voortekenen ons niet bedriegen,
gaan de aandelenkoersen in de nabije
toekomst weer crescendo.
Beurskoersen worden namelijk bepaald
op basis van verwèchte ontwikkelingen
en die zien er momenteel niet gek uit.
De rente en inflatie dalen verder, de fi
nanciering van het overheidstekort geeft
geen problemen en de burgers krijgen
wat meer koopkracht. Van het meeste
belang is evenwel dat de bedrijfswinsten
dit jaar tien tot vijftien procent verder
toenemen, terwijl 1984 en 1983 ook al
beter zijn geweest dan de voorgaande ja
ren. Als gevolg van de goede gang van
zaken hebben de ondernemingen hun li-
quiditeits- en vermogenspositie specta
culair kunnen verbeteren. Aan het einde
van het eerste kwartaal van dit jaar had
den 250 grote Nederlandse ondernemin
gen voor meer dan 22 miljard gulden di
rect aan liquide middelen beschikbaar
tegen 13,8 miljard eind 1984.
Door de lage winsten gedurende de eco
nomische recessie in de jaren zeventig
viel er voor de aandeelhouder weinig te
verdienen. Hogere winsten betekenen
echter stijgende koersen op de beurs en
hogere dividenden. Bovendien kunnen
de bedrijven via aandelenemissies weer
nieuw vermogen aantrekken. Van posi
tieve invloed op het beursklimaat is ook,
dat Nederland vergeleken met het bui
tenland een lage koers/winstverhouding
heeft.
Aandelen
Als gevolg van de goede gang van zaken
heeft het bedrijfsleven vorig jaar een
rendement op het eigen vermogen ge
boekt, dat enkele procenten boven het
rendement op eerste klas obligaties lag.
Daarmee was het vorig jaar voor het
eerst in jaren, dat beleggen in aandelen
aantrekkelijker werd dan in obligaties.
De omzetten op de beurs weerspiegelen
dat beeld. In 1984 bedroeg de totale om-
zet op de effectenbeurs ruim 151 miljard
gulden, 22 procent hoger dan in 1983.
Voor het eerst sinds 1978 lag daarbij het
accent meer op de aandelen dan op de
obligaties. Gedurende de eerste helft van
dit jaar is dat beeld gehandhaafd: toene
mende omzetten, met het zwaartepunt
op de aandelensector. De totale omzet in
dat halfjaar bedroeg 96,4 miljard gulden
(1984: 78,7 miljard), waarvan 56 procent
de neiging vertoont op de zaken vooruit
te lopen, ziet het er dus niet slecht uit
voor aandeelhouders. Gaan we op een
voorspelling af van prof. dr. J. van
Duijn, directeur beleggingsresearch van
de Robecogroep en hoogleraar bedrijfs
kunde in Delft, dan is dit nog voorzich
tig uitgedrukt.
Op een vorig jaar gehouden symposium
wees Van Duijn op het misverstand bij
veel beleggers dat aandelen inflatiebe-
stendig zijn. Volgens de Robeco-direc-
teur bestaat er echter juist een directe re
latie tussen lage inflatie en stijgende aan
delenkoersen. Hij riep daarbij de periode
tussen 1952 en 1963 in herinnering. De
eerste naoorlogse periode van geringe in
flatie en precies in die tijd verviervou
digde het koerspeil. Van Duijn sloot zijn
rede destijds af met het uitspreken van
de verwachting dat het beleggen in aan
delen aantrekkelijk zou blijven, indien
de inflatie in 1985 onder de vijf procent
zou blijven. Inmiddels weten we (tot nog
toe) dat de inflatie over heel 1985 zeer
ruim onder de vijf procent is gebleven.
Bovendien maakte „Brussel" vorige
week bekend dat Nederland in 1986 kan
rekenen op de laagste inflatie van alle
EG-landen: 1 procent. Voorwaar, gou
den tijden voor aandeelhouders.
De befaamde Amerikaanse beursanalist
Henry Kaufmann deed alweer bijna
twee jaar geleden een dergelijke voor
spelling. Tijdens het vijftigjarig jubileum
van het beleggingsfonds Robeco voor
spelde hij dat de beurswaarde van aan
delen tegen het eind van deze eeuw ruim
verdubbeld zou zijn. De beurswaarde
van aandelen zou per jaar circa acht pro
cent groeien, waarvan een kleine drie
procent ten gevolge van reële groei en de
rest als gevolg van lage inflatie.
HENK ENGELENBURG
AMSTERDAM - Snelle paniekbe-
stendige jongens aan telefoons en
beeldschermen. Valutahandelaren,
oftewel arbitrageanten spelen Risk,
schuiven met miljoenen dollars.
Echte dollars. Nemen razendsnel
beslissingen. Meestal goede beslis
singen, ondanks de onvoorspel
baarheid van de dollarkoers. Een
gesprek met een arbitrageant van
de Amro-bank in Amsterdam. „Ik
kan u met de beste wil van de we
reld niet voorspellen wat de dollar
gaat doen".
„One yours", klinkt het onschuldig. Een
tje voor jou, het lijkt wel of er zojuist ge
nereus een pilsje geoffreerd is. „Maar het
betekent wel", zo legt J. Swart, arbitrage
ant van de Amro-bank uit, „dat je ie
mand zojuist een miljoen dollars ver
kocht hebt". Miljoenen dollars verande
ren in een mum van tijd van eigenaar.
En Nederland mag de cent dan hebben
afgeschaft, de valutahandelaren doen het
niet eens zozeer met centen, maar meer
in duizendsten van centen; 50/60 bete
kent in het jargon bijvoorbeeld 2,9950
bieden en 2,9960 laten. Omdat het om
zoveel dollars gaat, kan er desondanks
een niet onaardige winst mee behaald
worden.
Wie het over valutahandel heeft, praat
over de dollar. Want zo'n beetje alles in
de valutahandel wordt in dollars uitge
drukt. En de dollarkoers is tamelijk on
voorspelbaar, om het eens eufemistisch
te zeggen. Swart verhult dat ook niet, in
tegenstelling tot andere valutadeskundi
gen, die ontkennen dat het voorspellen
van de koers natte-vingerwerk is: „Van
de ene op de andere dag is de koers al
moeilijk te voorspellen. Ik kan u met de
beste wil van de wereld niet zeggen wat
de dollar gaat doen. Ja, nu de groei van
de Amerikaanse economie terugzakt en
de vijf belangrijkste westerse landen sa
men besloten hebben de koers te druk
ken, mag je aannemen dat de dollar zal
dalen. Maar zelfs dat is niet zeker".
Een koers van 3,90 gulden is te hoog en
een koers van 1,90 te laag, die stelling
wil Swart wel voor z'n rekening nemen.
Hij vertelt hoe het allemaal gegaan is
met de dollar: „Toen de dojlar twee gul
den deed wist je dat het te laag was. Hij
steeg langzaam naar 2,50, naar 2,80 en
dan zeg je: „Nou dat is een acceptabel
niveau". Maar opeens gaat de dollar nog
meer omhoog en komt op 3,25 gulden.
Dan denkt iedereen: „3,25, dat is toch
wel erg hoog zeg". En dan vliegt 'ie naar
3,90
Ondanks de onvoorspelbaarheid van de
dollarkoers zijn er toch mensen die met
Snelle paniekbestendige jongens spelen een spelletje Risk. Met miljoenen dollars.
allerlei economische statistieken model
len maken. Volgens Swart is de geloof
waardigheid van die modellen echter
niet al te groot. „De makers ervan slaan
regelmatig de plank mis". En spottend:
„Dan begint 't scherm te toeteren dat er
een belangrijk flash-bericht is waarin
voorspellingen over de koers staan. Nou,
die blijken Tater toch weer niet uit te ko
men".
Neus
„Het is allemaal een beetje de waan van
de dag. En die Amerikanen, soms krijg
je de indruk dat het net kleine kinderen
zijn, die overal op reageren. Het gaat al
lemaal zo verschrikkelijk wild. En dan
ben je toch gedwongen om mee te doen,
want in je eentje tegen de hele wereld,
dat kan natuurlijk niet. Je reageert op
wat anderen doen; op politieke en eco
nomische zaken, op rampen, op oorlo
gen. Maar als Reagan een smetje op z'n
neus heeft (een inmiddels verwijderd
kankergezwel) daalt de dollarkoers ook".
Swart geeft nog een voorbeeld: „Een
paar jaar geleden kwam het bericht dat
de Egyptische president Sadat neerge
schoten was. De dollar ging meteen twee
cent omhoog. Even later werd het be
richt door Egypte ontkend, wat tot ge
volg had dat de dollar weer twee cent
daalde. Toen uiteindelijk zijn dood ge
meld werd gebeurde er niets meer: de
beurs was murw gebeukt. Een tijdje te
rug werd in Hong Kong het gerucht ver
spreid dat Reagan in z'n slaap overleden
was. Dat bleek dus niet waar te zijn,
maar de dollarkoers kelderde wel".
Een aardige illustratie van de invloed
van wereldnieuws op de dollarkoers vor
men ook de activiteiten van de Russi
sche staatsbank. De Russen kopen of
verkopen soms honderden miljoenen
dollars. Dat gebeurde bijvoorbeeld toen
Andropov overleden was, wat het wes
ten op dat moment nog niet wist. Er was
in dat geval dus sprake van voorkennis.
Overigens durft Swart niet te zeggen of
de Sovjets deze activiteiten ontplooien
om de markt willens en wetens te ver
pesten.
Omdat politieke en economische berich
ten zo belangrijk zijn, bereidt Swart zich
goed voor op alle berichten die de koer
sen kunnen beïnvloeden. Hij leest de
ochtendkranten, de berichten van het
persbureau Reuter, volgt het NOS-jour-
naal en krijgt ook informatie van de ei
gen Amro-bankmensen. Toch heeft hij
soms de indruk dat je ook overgeïnfor-
meerd kunt zijn, waardoor je gaat twijfe
len en niet snel beslissingen durft te ne
men. En snel besluiten nemen, daar gaat
het om in de valutahandql. Swart: „Snel
heid is cruciaal. De contante valutahan
del speelt letterlijk in seconden. Ik heb
wel eens een transactie afgesloten en drie
minuten later had ik daar al spijt van,
omdat het nóg beter had gekund, omdat
de koers van de munt-eenheid die ik net
verkocht had omhoog vloog".
koersverandering. Als de dollar vijf cent
stijgt of daalt bijvoorbeeld. En een enke
le keer vraag je je af: „Wat is hier aan de
hand?" Maar als je denkt: „Hier heb ik
geen kaas van gegeten", dan kun je je ri
sico beperken of uitsluiten. Je verkoopt
bijvoorbeeld een paar miljoen dollars,
maar koopt er weer evenveel terug.
Geen winst, maar ook geen verlies".
Swart gaat verder: „Je kan de plank
soms flink mis slaan, maar de kunst is
dan om niet te gaan zitten piekeren.
Niet zeggen: „Oh, had ik dat maar niet
gedaan", en 's avonds je zonden gaan
zitten overdenken. Nee, doe wel en zie
niet om. En je verlies kunnen nemen,
dat is ook belangrijk; niet proberen er
toch nog per se een winstje uit te slepen,
want dat kan soms averechts werken".
Risico's
„De bank loopt in het algemeen overi
gens niet zoveel risico's met de transac
ties. Sowieso niet, want de arbitragean
ten kopen en verkopen alleen geld als ze
daarmee winst denken te maken. En in
negenennegentig van de honderd geval
len gebeurt dat ook. Maar een im- of ex
porteur die op een gegeven moment een
goederentransactie afsluit zit vast aan de
koers van dat moment en die kan tegen
vallen".
„De Nederlandse valutamarkt is een far
ce", klinkt het ineens hard. Swart legt
uit: „Nederland reageert primair op
West-Duitsland. Ons land is natuurlijk
voor een groot deel afhankelijk Van de
Bondsrepubliek, kijk maar naar de ex
port. Als in Nederland het bankdisconto
(de rente) verlaagd of verhoogd is, heb
ben de Duitsers dat meestal een dag of
een halve dag eerder gedaan. En als de
dollar in West-Duitsland daalt, gaat 'ie
in Nederland ook omlaag".
Swart relativeert ten slotte niet alleen
het belang van de Nederlandse valuta
markt. Hij meldt ook dat valutahandela
ren voor een bank niet het grote geld
binnenbrengen. Rente geven en rente
krijgen levert de bank immers veel meer
op. „Een goeie valuta-arbitrageant
brengt vijf keer z'n salaris binnen, ja,
maar deze inkomsten vallen toch in 't
niet bij die van de rente".
Temidden van het ogenschijnlijk kille,
zakelijke cijferwerk valt een van Swarts
opmerkingen nogal op: Hij meldt dat de
telefoon voor valutahandelaren de meest
subtiele manier van communiceren is.
Het klinkt eerst cryptisch. Maar dan zegt
de hij: „Als iemand altijd onvriendelijk
is, kan ik me voorstellen dat een ander
zegt: Nee, ik bel toch iemand anders. En
als ik vriendelijk ben en ik bied 2,99
voor een dollar en die onvriendelijke
persoon 2,9910, misschien dat ik dan
toch die dollars krijg".
Gaan de koersen omhoog,
omlaagZekerheid heeft
geen enkele beursanalist,
maar de kans bestaat zeker
dat de koersen op de
effectenbeurs volgend jaar
weer stijgen en records
breken. Dan kunnen ook de
balonnen weer worden
opgelaten.