Fiat-topman
Agnelli:
Het gezicht
van Italië
naie
Pikante details uit 's lands
verleden blijven in nevelen gehuld
'ficidóc Qowuvnt
fi
Giganten
Clan
FAMILIEBEDRIJF CONTROLEERT DE ITALIAANSE ECONOMIE
Geld
Macht
Robots
Edoardo ii
Stamboom
ONDANKS EERDERE OPENBAARHEID OVERHEIDSARCHIEVEN
Verklaring
Afweging
ZATERDAG 19 OKTOBER 1985
terug
of
ze
ROME - De door de hele autowe-
jreld begluurde vrijage tussen Fiat
en Ford zal niet tot een huwelijk
leiden. Met een zekere droefheid
hebben beide partijen daarvan vo
rige week officieel kennis gegeven.
Het verstandshuwelijk is afgelast,
de trouwkaarten zijn verscheurd.
De reden daarvan is ook bekend
geworden. De twee pasten niet zo
goed bij elkaar, in die zin dat geen
van beide bedrijven de ander de
eerste plaats gunde. „We zijn alle
bei te trots", verklaarde Fiat-presi
dent Gianni Agnelli (spreek uit:
anjellie) dezer dagen in Detroit.
In deze stad, hoofdstad van het ïmpe-
rium van General-Motors, was Agnelli
j overigens om in plaats van met Ford,
jeen zakelijke verhouding aan te gaan
met GM. (Aspirant) partners worden nu
I eenmaal snel ingeruild in het zakenle
ven. Maar de overeenkomst met GM is
maar een kleintje en heeft „slechts" be
trekking op robots, vrachtwagens en
vliegtuigen. Niet op personenauto's waar
het met Ford juist om te doen was.
Fiat en Ford zijn dus te trots voor een
fusie. Dat is niet eens zo heel verwon
derlijk want beide zijn in wezen nog tra
ditionele familiebedrijven, met zoveel
eergevoel als in het moderne manage
ment maar kan. Via de beheersmaat-
schappij IFI is Agnelli de familie die bij
Fiat aan de touwtjes trekt, al bijna vijf
entachtig jaar.
>chel-
ït de
en te
land.
per-
e ge-
poly-
±ool
voor
nuts-
een j
C-
een
in
het
geldt
aart-
erg?
op-
Dat
uden
igens
:t bi-
toe
g je
van
gene
ilijk.
zijn.
staat
hier
Dat
om-
Wij
)r de
teurs
iging
ge-
„Er
men
t de
tend
s op
acht
dan
ook
Pak-
Multinational Fiat zet dit jaar voor on-
I geveer vijftig miljard gulden om en ver-
I schaft werk aan tweehonderddertigdui-
l zend personen (de omzetcurve stijgt, die
van het personeel daalt). De produktie
j van personenauto's vormt de helft van
j Fiats activiteiten. De rest bestaat uit de
vervaardiging van vrachtwagens, tracto-
ren, vliegtuigen en verder houdt het con-
l cern zich bezig met voetbal (Juventus),
J kranten (La Stampa), telecommunicatie,
I staal, robots, vakantieoorden, chemie en
j nog een aantal activiteiten die variëren
van verzekeringen tot supermarkten.
De Agnelli's mogen zich dus met recht
giganten in het Italiaanse economische
leven noemen. „De Agnelli's vormen
I geen familie, maar een economie", zo
schrijft de journalist Italo Pietra in zijn
zojuist gepubliceerde boek „De drie Ag
nelli's". De familie controleert het groot
ste particuliere concern van Italië. Al-
leen het IRI, een conglomeraat van
overheidsondernemingen, is in Italië
groter. Fiat verhoudt zich tot Italië als
Philips tot Nederland, als Ford tot Ame
rika, als (eens) Krupp tot Duitsland.
De machtige Agnelli-clan wordt geleid
door Gianni (65), de „presidente" van
het IFI en Fiat. Zijn jongere broer Um-
berto behoort ook tot de top van Fiat en
is voorbestemd binnenkort zijn broer in
de voorzittersstoel op te volgen. Zus Su
zan na is weliswaar slechts aandeelhoud
ster van IFI, maar daarnaast is zij on
derminister van Buitenlandse Zaken, se
nator voor de Republikeinse Partij (een
buitenlandse
zaken en een
succesvol
schrijfster.
gezelschap van verlichte conservatieven,
waartoe ook Gianni behoort) en boven
dien succesvol romanschrijfster. Om de
familieboom te completeren: Gianni's
zoon Eduardo en Umberto's zoon Gio
vanni, bezoeken beiden „goede" scholen
in de VS. Zij worden klaargestoomd
voor het „grote werk".
Nu eerst even iets over de geschiedenis
van het Agnelli-imperium, om dan te
eindigen met Gianni, de „machtigste
man van Italië".
Fiat (de letters staan - vertaald - voor:
Italiaanse Fabriek van Automobielen in
Turijn) is in 1899 opgericht door Gio
vanni Agnelli, een bemiddelde cavalle-
rieofficier met-niets-om-handen en acht
anderen. Als een van de weinigen geloof
de Giovanni in de gouden toekomst van
de auto. Al na enkele jaren werkte hij
zijn partners eruit en Fiat zou vanaf dat
moment een synoniem zijn voor Agnelli.
Er werd enorm veel geld verdiend in de
oorlogen die Italië deze eeuw voerde (in
Noord-Afrika, tijdens de Eerste Wereld
oorlog, in Oost-Afrika, Spanje, de Bal
kan, in de Tweede Wereldoorlog). Gio
vanni Agnelli was (gewoon) een voor
treffelijk vaderlander (ongeacht het re
giem in Rome) en leverde mitrailleurs,
pantserwagens en bommenwerpers op
bestelling. Een oorlog is toch al een
groot kwaad, laten we dan tenminste
proberen er beter van te worden, zo
luidde zijn filosofie. Giovanni was een
overtuigd fascist, maar dat is iets waar
voor geen enkele Italiaan zich schaamt.
Dus namen de geallieerden hem na de
oorlog zijn bedrijf af, maar slechts voor
korte tijd, want „vrij" Italië had mensen
als Agnelli hard nodig tegen het opko-
Giovanni Agnelli, de topman van Fiat,
die zo opmerkelijk graag in de krant
komt.
mend communisme.
Giovanni's zoon Eduardo was inmiddels
verongelukt en de teleurgestelde en ver
sleten oprichter Giovanni - droeg het
stuur van Fiat in 1946 over aan zijn be
drijfsleider Valetta (die dictator Mussoli
ni als dank voor bewezen diensten mi
nister had willen maken). Valetta regeer
de het familiebedrijf totdat Giovanni's
kleinzoon, playboy Gianni, twintig jaar
later oud (en vooral wijs) genoeg was.
Deze Gianni Agnelli staat nu al bijna
twintig jaar aan het hoofd van de Fiat
familie, en hoe. In Amerika is hij het
gezicht van Italië, het voorbeeld van de
succesvolle, Westeuropese ondernemer,
kortom een van de zeer weinige zaken
lieden uit de Oude Wereld naar wie ze
daarginds in de Nieuwe Wereld bereid
zijn te luisteren.
In Italië kiest het publiek hem en de
paus jaarlijks tot de machtigste mensen
van het land. Een man als Gianni Agnel
li heeft veel meer invloed dan de presi
dent of de premier. De Italianen weten
dat (en laten de politici dus maar rustig
aanmodderen). Gianni Agnelli beseft dat
zelf ook en dit maakt hem (althans voor
een nuchtere Nederlander) ook tot een
af en toe nogal irritante figuur op het
openbare Italiaanse toneel. De bereid
heid waarmee hij zich laat citeren en in
terviewen op radio en tv, in de dag- en
weekbladen, wordt alleen geëvenaard
door enkele lichte politici, voor wie deze
publiciteit nu eenmaal eten en drinken is
en die dus niet zonder kunnen.
Federico Fellini (een groot kenner van
uiterlijk- en innerlijkheden) zegt dat Gi
anni Agnelli alles weg heeft van een ech
te koning. Hij is majestueus, gedistin
geerd, elegant. Agnelli's grote concur
rent, De Benedetti (van Olivetti), noemt
hem zelfs een „geboren koning". Maar
het grote publiek noemt Gianni Agnelli
„avvocato", naar de rechtenstudie die
hij niet zonder pijn heeft afgemaakt. In
derdaad, „avvocati" (advocaten) zijn er
in Italië bijna net zoveel als lantaarnpa
len, maar als in de media gesproken
wordt over „l'avvocato" dan hebben ze
het altijd over Gianni Agnelli.
De avvocato doet uitspraken over de
Formule I (Agnelli is ook eigenaar van
Ferrari); de avvocato verschilt van me
ning met Michel Platini (Agnelli's best
betaalde werknemer) over de juiste tac
tiek voor aanstaande zondag; de avvoca
to draagt een pull-over zonder mouwen
en modeontwerpers en publiek passen
zich aan; de avvocato waarschuwt de re
gering en „Rome" voelt zich onbehaag
lijk; de avvocato voorziet een herstel
van de economie en de beurs van Mi
laan reageert enthousiast; de avvocato
tekent een handelsakkoord in het Krem
lin en „Italië opent zijn poorten naar het
Oosten"; de avvocato prijst de vakbewe
ging en de vakbondsleiders gruwen.
Kortom de advocaat heeft altijd het bes
te met Italië voor.
Ondertussen heeft de advocaat Gianni
Fiat toch maar gemaakt tot het best
draaiende autobedrijf van Europa (en
Juventus tot de beste voetbalclub). En
dat succes is niet zomaar komen aan
waaien. Fiat heeft gebloed en zelfs op de
rand van de afgrond gebalanceerd tij
dens'de grote stakingen in de herfst van
1980 toen het ging om de keuze tussen
handkracht en automatisering. Gianni
won en heeft sinsdien met een tempo
van tien tot twaalf procent per jaar zijn
werknemers vervangen door robots die
harder en beter werken. Fiat is nu voor
vele concurrenten een voorbeeld van
produktieautomatisering.
In Italië wordt een familiebedrijf (on
danks de regels van moderne bedrijfs
voering) vaak nog beheerst door beginse
len van erfrecht, verwantschap en nepo
tisme. Ook bij Fiat is dat in zekere zin
het geval. Dat die familietraditie zo'n
manager heeft kunnen voortbrengen als
Gianni Agnelli is dan ook iets bijzon
ders. Gianni's vader, Edoardo I, was uit
heel ander hout gesneden en ook het
hoofd van zoonlief, troonpretendent
Edoardo II, lijkt meer naar „la Juve" en
het voetballen te staan. Een probleempje
voor de familie?
Voorlopig heeft Fiat andere, belangrijke
re zaken aan zijn hoofd, De vraag is of
het concern om in 1999 haar eeuwfeest
te kunnen vieren zich te koop moet aan
bieden (aan een grotere concurrent) of
zelf een (kleinere of gelijkwaardige) con
current moet opkopen. „Wij zijn niet te
koop", zei de kleine Fiat dezer dagen te
gen de grote Ford. Maar dat kan altijd
nog veranderen. Want de autowereld
staat de komende jaren voor een revolu
tie. De „avvocato" heeft het zelf gezegd.
CEES MANDERS
DEN HAAG - De staatscommissie
die enkele jaren geleden het oor
logsverleden van Pieter Menten on
derzocht, heeft dank zij het toeval
en een stel „oude rotten" de feiten
op tafel weten te krijgen. „Dat is
dus niet de manier", vindt de di
recteur van het Rijksarchief in Den
Haag, mr. A. E. M. Ribberink. Het
archiëfapparaat moet beter ge
stroomlijnd worden en ook gemak
kelijker toegankelijk worden ge
maakt. Mede met dat doel voor
ogen heeft minister Brinkman
(WVC) onlangs een nota naar de
Tweede Kamer gestuurd, waarin
hij voorstelt de termijn van open
baarmaking van overheidsarchie
ven te verkorten van vijftig naar
twintig jaar.
Het gaat daarbij uiteraard niet om over
heidsstukken waar iedereen te allen tijde
al over kan beschikken, zoals verslagen
van kamerdebatten, maar om interne ge
gevens van allerlei overheidsorganen die
niet onmiddellijk openbaar mogen wor
den. Te denken is onder meer aan brief
wisselingen tussen ministers onderling of
tussen ministers en ondernemingen, ver
slagen van geheime besprekingen in de
top van een departement, interne stuk
ken van overheidsbedrijven zoals de NS
of de KLM, enzovoorts. Die voorgestel
de termijn van twintig jaar is voorlopig
wel genoeg, vindt rijksarchivaris Ribbe
rink: „In een directievergadering bij
voorbeeld moeten de mensen tot op ze
kere hoogte uit hun nek kunnen kletsen,
zonder daarvoor na vijf jaar al aan de
schandpaal genageld te worden".
De Tweede Kamer zal in februari 1986
praten over de ideeën van minister
Brinkman. De wijziging van de Archief
wet uit 1962 die de minister voorstaat, is
zeker niet overbodig. Ook de parlemen
taire enquêtecommissie die het RSV-
drama onderzocht, sprak na afloop van
„een gelukkig toeval" dat bepaalde in
formatie kon worden opgeduikeld. Rib
berink: „Wanneer je opgelucht adem
haalt als je het op je oude fiets gered
hebt en veilig thuis bent gekomen, dan
wordt het tijd dat je met die fiets naar
de fietsemaker gaat. Er is tegenwoordig
bij allerlei overheidsorganen een veel
snellere wisseling van vakpersoneel. Een
gemiddelde ambtenaar op een ministerie
weet niet wat zich daar vijf jaar eerder
heeft afgespeeld. Daarom is het noodza
kelijk dat de archieven eerder openbaar
worden, zodat informatie van vroeger
weer is terug te vinden".
Het Rijksarchief heeft in elke provincie
hoofdstad een vestiging. In Den Haag
bevindt zich echter de centrale behuizing
van het Algemeen Rijksarchief. In de
studiezaal van het gebouw zit de hoogle
raar uit India naast „Jan met de Pet die
niet meer heeft dan lagere school". De
laatste zal zich in veel gevallen bezig
houden met het uitzoeken van zijn
stamboom, „want wij hebben nu een
maal een onafwendbare neiging om kin
deren te krijgen, dood te gaan, enzo
voorts", hetgeen de nakomelingen weer
graag willen natrekken. Ook leden van
de honderden historische verenigingen
die ons land telt, bevolken de studiezaal.
Het Rijksarchief herbergt alle mogelijke
documenten, films en geluidsbanden uit
verleden tijden. Ribberink, zelf sinds
1949 werkzaam bij het Rijksarchief,
wijst in de kelder van het gebouw op en
kele eeuwenoude landkaarten. In totaal
beschikt het Archief over honderdtien
duizend kaarten en zeventig kilometer
archieven. Dikke stapels stukken van
particulieren (zoals oud-kamervoorzitter
dr. Anne Vondeling), van verschillende
grote bedrijven en instellingen en vooral
van de overheid en alle daaraan verbon
den organen en instanties.
Een van de redenen voor het verkorten
van de termijn waarop overheidsarchie
ven openbaar moeten worden gemaakt,
is de „politieke emancipatie van de bur
ger". Ribberink: „De burger moet kun
nen begrijpen hoe we hier gearriveerd
zijn. Het heden kan vaak pas begrepen
worden vanuit het verleden". Maar als
de burger pas na vijftig jaar kennis kan
nemen van tot dan toe geheime politieke
gegevens van destijds, zal hij daar wei
nig interesse meer voor hebben. Daarom
Mr. A. E. M. Ribberink: „Er zit een soort
natuurlijke zwakheid in de mens".
moet die .termijn korter, vindt minister
Brinkman. Toch gelooft Ribberink dat
het goed is dat er een tijd tussen blijft
zitten. „Er moet een beetje stof zijn
neergedaald voordat je in de zaken
duikt. Door het tijdsverloop ontstaat een
zekere overzichtelijkheid".
Ribberink gelooft niet dat het om demo
cratische redenen gewenst is die termijn
van twintig jaar nog verder te verkorten.
„Er zit een soort natuurlijke zwakheid in
de mens. Met die wetenschap in je ach
terhoofd kun je het maar beter op twin
tig jaar houden". In zijn nota schrijft
minister Brinkman dat archieven moe
ten worden overgedragen aan het Alge
meen Rijksarchief, „zodra ze hun admi
nistratieve functie verloren hebben". De
termijn van twintig jaar zal daarbij als
een uiterste gelden. Overigens worden de
notulen van de ministerraad nu al na
twintig jaar aan het Rijksarchief overge
dragen, waar ze op enkele uitzonderin
gen na toegankelijk zijn voor iedereen.
Levert die openbaarheid nu interessante
of pikante gegevens op uit vergaderingen
van de ministerraad van twee decennia
terug? De uitlatingen van Joseph Luns
rond de kwestie Nieuw-Guinea? De be
sprekingen in het kabinet over het huwe
lijk tussen kroonprinses Beatrix en Claus
von Amsberg? De kans daarop is be
perkt. Een klein deel van de gegevens in
het Rijksarchief is (nog lang) niet voor
iedereen beschikbaar. Aan het openbaar
maken van dit soort archieven zit name
lijk één wettelijke beperking: nog leven
de personen mogen er niet door .worden
geschaad. Wie een nog gesloten archief
wil inzien moet daarvoor een goed ge
motiveerd verzoek indienen. Bovendien
moet een verklaring worden onderte
kend dat er geen informatie naar buiten
wordt gebracht die schadelijk is voor
nog levende personen.
„Wanneer je dan informatie wordt ge
weigerd, kun je een bezwaar indienen bij
de minister en ten slotte bij de Raad van
State. Of je moet proberen via de Wet
Openbaarheid van Bestuur (WOB) infor
matie los te peuteren", suggereert Ribbe
rink.
Hij vindt het een goede zaak dat de wet
rekening houdt met de belangen van het
individu. „De integriteit, de onschend
baarheid van het individu is het begin
en het eind van de rechtsstaat". Met po
litici ligt dat een klein beetje anders.
Ribberink: „Die hebben ervoor gekozen
om het doelwit van rotte vruchten te
zijn. Als uit archieven blijkt dat een po
liticus zich sterk gemaakt heeft voor bij
voorbeeld vleesrijke maaltijden, dan zij
dat zo. Dat een politicus door openbaar
making van daden en uitspraken uit ver
vlogen tijden in de Tweede Kamer
wordt afgeslacht, is ook tot daar aan toe.
Maar het mag natuurlijk niet gebeuren
dat er volksgerichten tegen hem ont
staan, na het bekend worden van feiten
uit het verleden. Ik hoop dan ook dat
het politici voorzichtig maakt, dat de
openbaarheid van hun handelen wat eer
der om de hoek gluurt".
Ribberink vindt het belangrijk dat er in
een democratie een serieuze pers is. „In
Groot-Brittannié is de leugen rond het
torpederen van het Argentijnse schip
„Belgrano" tijdens de Falkland-oorlog in
de publiciteit gebracht door een ambte
naar. Maar houden de ambtenaren zich
stil, dan moet de pers die functie over
nemen. Er wordt veel te weinig gebruik
gemaakt van de mogelijkheid die de Wet
Openbaarheid van Bestuur biedt om aan
informatie te komen. Het klopt niet
wanneer politiek handelen in een demo
cratie niet openbaar wordt".
De WOB geeft de burger en dus ook de
pers de mogelijkheid aan informatie te
komen die niet direct openbaar is. Met
de Archiefwet ligt het volgens Ribberink
precies omgekeerd: in principe wordt al
les na twintig jaar openbaar, behoudens
enkele beperkende maatregelen die vrij
wel altijd neerkomen op het schaden
van individuen.
In het midden van de jaren vijftig werd
de sfeer in het Koninklijk Huis voor een
belangrijk deel beheerst door de „affaire
Greet Hofmans". Koningin Juliana had
de gebedsgenezeres Hofmans in de arm
genomen om haar dochter Marijke van
haar oogkwaal af te helpen. De koningin
kwam echter zelf onder grote invloed
van de pacifistische opvattingen van
Hofmans, met alle problemen van dien.
Die gebeurtenissen zijn uiteraard bespro
ken in het kabinet. Zijn de archieven
daarvan nu ook in'te zien?
Ribberink betwijfelt het. „Moeilijkheden
komen in de beste families voor. Poli
tiek handelen moet discutabel zijn, maar
dat betekent niet dat interne problemen
bekendgemaakt moeten worden. Er
moet in de maatschappij respect voor
het individu zijn. Of het nu gaat om ie
mand die zijn hele leven in de bajes
heeft gezeten of om iemand die hoge
functies heeft bekleed. Er is een span
ning tussen het openbaarheidsbeginsel
en iemands privacy".
De afweging tussen die twee wordt ge
maakt door de archivaris van het Rijks
archief. Een journalist kan menen dat
bepaalde politieke informatie naar bui
ten moet komen, ook al schaadt dat de
betrokken politicus. De archivaris zal
dan beslissen of die informatie in de pu
bliciteit mag worden gebracht. Ribbe
rink: „Wanneer een minister huwelijks-
of drankproblemen heeft, ga je je afvra
gen of dat op den duur allemaal naar
buiten moet worden gebracht. Een punt
van overweging is dan de mate waarin
die problemen zijn functioneren hebben
beïnvloed. Dat Nixon varkenstaai uit
sloeg in de besprekingen met zijn staf is
op de voorpagina's van alle Amerikaan
se kranten gekomen. Het is altijd weer
een afweging tussen het maatschappelijk
en het privébelang".
HUGO DE BRUIJNE