Een vlucht
van
hagedissen
Nukkig
klimaat
jaagt
moderne
Noach
naar
Gran
Canaria
'CeicUcSoiruMit
WASPIK - Althans één Nederlan
der heeft kwaad de consequentie
getrokken uit de kuren van het kli
maat in de voorbije seizoenen en
gaat verkassen. Letterlijk te nemen,
dit laatste, want er komt veel glas
aan te pas. En ook alle hagedissen,
die plegen te wonen onder dat glas,
reizen mee. 23 oktober is de dag.
Dan propt Bert Langerwerf als een
eigentijdse Noach heel zijn levende
have in het vrachtruim van een
vliegtuig en ontstijgt hij de Maas-
klei van het Waspikse waar hij zijn
leven gesleten heeft, om te kijken
of het op een rotsige zuidhelling
van Gran Canaria beter lukken wil.
Duizend hagedissen in een vlieg
tuigbuik, jawel. De absoluut groot
ste verzameling ter wereld. De ste
wardessen zullen het bij die ge
dachte voelen kriebelen onder hun
rokken.
Ben Langerwerf - 41 jaar, getrouwd, zo
nen van 12 en 13 - is leraar natuurkun
de, hetgeen hem zou dienen te stempe
len tot een geduldig mens. En dat is hij
ook wel. Menigmaal heeft hij voor de
klas gestaan zonder zich te storen aan de
krekels in zijn haar die daar waren ach
tergebleven nadat hij zijn hagedissen
had gevoerd. Het gekriebel bracht hem
geenszins van zijn stuk. Maar van de
balsturigheid waarmee de afgelopen zo
mer hem bejegend heeft - de lente trou
wens ook; en de winter - is hij uit zijn
vel gesprongen. Zijn zachtmoedige, op
de manier van Sint Franciscus omkrulde
gezicht wordt hard wanneer hij vaststelt:
„In goede jaren had ik een oogst van
vijftien- tot zeventienduizend eitjes die
uitkwamen. Hier, het staat zelfs in dit
Engelse vakblad voor herpetologie. De
grootste nieuwe kweek, ooit ter wereld
gehaald. Herpetologie? Dat is de leer van
het kruipende gedierte. Maar dit jaar
zijn er misschien vierhonderd eitjes uit
gekomen. Je maakt enorme stookkosten
en wat hou je over? Dan gaat je enthou
siasme echt wel weg. Ik heb het hier nu
wel gezien. Ik wil naar een land waar ik
zeker ben van zon".
Nukkig
Nederland jaagt met zijn nukkige kli
maat een onovertroffen burger de deur
uit, dat staat vast. Bert Langerwerf be
hoort tot het zeldzame type mens dat
zich tussen neus en lippen door kan la
ten ontvallen; „Professor Darevsky uit
Leningrad, een goede vriend van me,
probeert me op Gran Canaria aan het
werk te krijgen met het kruisen van par-
thenogenese soorten, dat zijn soorten die
zich ongeslachtelijk voortplanten, zoals
de Armeense rotshagedis". Voorname
lijk op een keuterboer lijkt hij wanneer
hij achter zijn kruiwagen aan gaal, maar
zijn kennissenkring is hooggeleerd en
omspant de aardbol. Dertig professoren
uit Nederland, Belgié, Frankrijk, Duits
land, Spanje. Engeland. Zweden. Ameri
ka en Rusland hebben de president van
de Canarische Eilanden een schrijven
doen toekomen waarin ze hem verzoe
ken de hagedissenhobbyist uit Waspik
ruimhartig tnedewerking te verlenen.
Maar de zon krijgt Bert Langerwerf op
Gran Canaria gratis en zon, daar draait
het bij hagedissen om. Ontdekkingen
dienaangaande hebben de leraar natuur
kunde dan ook zijn wetenschappelijke
faam bezorgd. „Ik heb sinds. 1970, toen
het allemaal begon, echt wel pioniers
werk gedaan. Want hagedissen kweken,
dat lukte haast nooit. Je kon de diertjes
hoogstens in leven houden. In de zuide
lijke landen zie je hagedissen veel in de
zon zitten. Met behulp van de ultravio
lette stralen in het zonlicht maken ze vi
tamine D3 aan. Nou, die UV-stralen
krijg je niet met een gloeilamp en je
krijgt ze ook niet onder glas. Dus gaan
de dieren lijden aan kalkgebrek, omdat
ze niet voldoende vitamine D3 hebben
om de kalk uit hun voedsel op te ne
men. De eitjes worden te zwak en ko
men niet uit. Of ze komen wel uit, maar
dan zijn de skeletjes van de nieuwe
kweek te zwak".
Glas, geen glas
LfiÜ Hoe hij dat ontdekte? „Gewoon, door te
kijken en notities te maken. Niemand
had er nog ooit aan gedacht, maar als je
ziet dat eitjes onder het glas vandaan
wel uitkomen, dan ga je piekeren: glas,
geen glas, en dan kom je als leraar na
tuurkunde uiteindelijk op het idee dat
het ultraviolette licht een rol moet spe
len. Wanneer je vervolgens ter vervan
ging de vitamine D3 door het voedsel en
het drinkwater doet, blijk je uit de pro
blemen te zijn". Maar nog iets anders
ontdekte Langerwerf dat zou bijdragen
tot zijn wereldfaam. „Ik heb ontdekt dat
bij een aantal soorten hagedissen het ge
slacht bepaald wordt door de tempera-
BIJ DE FOTO'S:
Boven: Een unieke
foto van een
paartje uiterst
zeldzame Oman-
hagedissen. De
soort dreigt uit te
sterven door de
'steeds grotere
droogte hun land
van herkomst: de
Arabische
Emiraten. Dank
zij vakkundig
kweken heeft
Langerwerf er nu
echter
vierentwintig in
zijn terrarium.
Rechts: Wat de
dieren van
Langerwerf, zoals
deze
halsbandleguaan,
nodig hebben is
zon en die schijnt
in Nederland
onvoldoende.
Links: Duizend
van deze kleine
hagedissen
worden straks in
de buik van een
vliegtuig
overgevlogen naar
het warme zuiden.
Onder: Het gezin
Langerwerf dat de
wijk neemt naar
Gran Canaria.
Van links naar
rechts: Zoon
A leks is, vader
Bert, moeder
Hester en zoon
Tim.
tuur waaraan het broedsel is blootge
steld. Een temperatuur van 28 graden
geeft mannetjes, een temperatuur van 25
tot 26 graden geeft vrouwtjes. Een biolo
gische verklaring daarvoor heb ik nog
niet. Dat ga ik op Gran Canaria verder
uitzoeken. Maar het is een feit en tot
nog toe had niemand het ooit ontdekt".
Interessant, zo'n ontdekking. Maar be
langrijk? „Ik denk van wel. Kijk, in de
natuur kruipen er zowel mannetjes als
vrouwtjes uit de eitjes omdat de tempe
ratuur er het hele etmaal door wisselt.
Maar in universitaire of particuliere
kweekbakken placht men een constante
temperatuur aan te houden en dat was
levensgevaarlijk voor de soort, want er
kwamen alleen maar mannetjes of alleen
maar vrouwtjes bij. Nu weet iedereen
tenminste dat de temperatuur een paar
graden moet schommelen. Of neem de
zeeschildpadden in Suriname waarvoor
dezelfde eigenaardigheid geldt. Men is
daar bezig de eieren kunstmatig uit te
broeden om de bedreigde soort te be
schermen tegen eierenrapers. Nou, dan
is het belangrijk om te weten dat je de
temperatuur moet laten schommelen,
want anders krijg je louter mannetjes en
werk je het uitsterven van de soort juist
in de hand".
Dank zij dit soort vondsten heeft Lan
gerwerf zijn liefhebberij kunnen opkrik
ken tot een wetenschappelijk niveau van
eenzame hoogte. Toen professor Zwart
onlangs zijn leerstoel in de diergenees
kunde aan de Universiteit van Utrecht
aanvaardde, blies hij luid de loftrompet
over het hobbyisme van Langerwerf.
„Bezien wij het aantal bedreigde dier
soorten waarmee thans gekweekt kan
worden", zei hij in zijn inaugurale rede,
„dan zien we dat dit hoofdzakelijk het
werk is van particulieren als hij".
Doorzonbehuinkjes
De tuin achter de eenvoudige woning te
Waspik vertoont al sporen van de nade
rende verscheping, maar lijkt deson
danks op een Madurodam van glas. In
hun doorzonbehuizinkjes liggen de dui
zend hagedissen, vertegenwoordigers
van zeventig soorten uit Europa, Cen-
traal-Azié, het Midden-Oosten en
Noord-Afrika, voornamelijk te luieren.
Een ervan zit met trage kauwbewegingen
een jonge muis te vermalen. Voorts
wordt de sfeer bepaald door het gesjirp
van de honderdduizenden krekels in be
tonnen bakken die de hagedissen tot
voedsel moeten dienen. Vrij van enige
griezel is het allemaal niet. Mag dat zo
maar. in een achtertuin? Weer krijgt het
gezicht van Langerwerf dat harde. „Nog
wel. Net zoals je een aquarium mag heb
ben. Maar ja, we vormen een kleine
groep. Er zijn misschien vijfduizend ter
rariumhouders in Nederland en zo'n
minderheicf is een gemakkelijk doelwit
nu het beleid er duidelijk op is gericht
het houden van exotische dieren hele
maal te gaan verbieden. Nog even en er
zijn alleen honden, katten en cavia's toe
gestaan. Dan krijgen we dus nog meer
mensen die uit yerveling treinen gaan
vernielen. Is dat wat we willen?"
Als het houden van een terrarium zoveel
mooi om naar te kijken. Een levend
schilderijtje".
De studietijd als kamerbewoner in Am
sterdam bood weinig ruimte voor het
uitbreiden van de hobby. Maar toen hij
eenmaal leraar was en een eigen huis
had, werd het Langerwerf ernst. „Ik ben
begonnen in deze eerste kas hier. Met
een stuk of twintig diertjes. De gewone
Europese hagedis. Meegebracht van va
kanties in Frankrijk en Joegoslavië". In-
middels"7 „Inmiddels heb ik hier de zeld
zaamste hagedissen ter wereld. Nu ik op
het punt sta uit Nederland te vertrekken,
durf ik daar eindelijk voor uit te komen,
maar tot nu toe heb ik altijd mijn mond
gehouden. Want als je ze gaat opnoe
men, heb je kans op inbrekers. Jazeker,
sommige hagedissen zijn net zo zeld
zaam als een Rembrandt. Hier, de
Oman-hagedis. Die komt voor in de
Arabische Emiraten. Maar omdat het
klimaat daar steeds droger wordt, heb
ben biologen er in de loop van een eeuw
slechts een twintigtal van te pakken kun
nen krijgen en ze hadden er nog ver
schillende expedities voor nodig ook. Ik
ben eraan gekomen via een Duitse bio
loog die mij goed kent en die mij in
staat achtte er verder mee te kweken.
Nou, dat is gelukt, want ik heb er al vie
rentwintig. Het bewijst dat het altijd nog
zó kan als de natuur het laat afweten".
De brughagedis, nog zo'n zeldzaamheid
waarop inbrekers eventueel zouden tip
pelen. Een regelrechte afstammeling van
de dinosaurus. In de zeventig miljoen
jaar van zijn bestaan nauwelijks van
vorm en gedrag veranderd. Een levend
fossiel, uitsluitend te vinden op een ei
landje bij Nieuw-Zeeland en in een Was
pikse achtertuin. Langerwerf hoopt er
onder de zon van Gran Canaria verder
mee te kunnen kweken. „Het is de enige
manier om deze reptielen voor de ko
mende generaties te redden. Zodat onze
kindskinderen de dieren later ook nog
kunnen zien. Wanneer het in de natuur
niet kan, dan maar in gevangenschap.
Dat is altijd nog beter dan een skeletje in
een museum of een plaatje in een ency
clopedie".
Gran Canaria. Een zuidhelling bij het
dorpje Gaidar, spiegelend in de lauwe
zee. Nooit meer het spookbeeld van de
klimatologische grillen waarmee Neder
land zo kwistig is. Langerwerf gruwt in
zijn baard als hij eraan terugdenkt. „De
afgelopen drie jaar zijn april en mei tel
kens te regenachtig, te koud en te weinig
zonnig geweest. Dat is juist de paartijd
van de dieren. Veel minder eieren dus.
Maar de laatste winter deed de deur
dicht. Twee periodes met strenge vorst
en daartussen een warme periode. Voor
al in de tweede vorstperiode zijn er veel
dieren gestorven. Ze waren tijdens de
tussenliggende warme periode uit hun
dekking - zand, spleten - omhoog ge
komen en niet bijtijds teruggekropen.
Dan kun je gaan rapen en de vuilniszak
erbij halen. Ik had het niet meer. Vroe
ger sjouwde ik die loodzware glazen bak
ken naar binnen en weer naar buiten.
Maar ik word ook een dagje ouder. En
ik pas ervoor om zoveel werk, zoveel
zorg en onderzoek nog een keer in één
winter kapot te zien gaan".
Baan opgezegd dus, huis verkocht,
spaarvarken omgekeerd. Vaarwel tante
Ursula, Bert Langerwerf gaat naar Cana
ria. Het hoofd bonkend van grote plan
nen. Een uitgestrekt reptielenpark moet
er op zijn zuidhelling komen. Op de
kaart heeft hij in de buurt van Lanzarote
nog een paar kleine, onbewoonde eiland
jes ontdekt. Waarom daarvan niet een
miniatuur Galapagos gemaakt voor reu-
ze-zeeschildpadden? „Per jaar komen er
een miljoen toeristen naar de Canarische
Eilanden", dagdroomt Langerwerf. „Als
een bepaald percentage daarvan mijn
reptielenpark bezoekt, moet het te doen
zijn. Okee, misschien is het de crisis van
de middelbare leeftijd. Je komt op een
punt waar je jezelf af gaat vragen: wat
heb ik gepresteerd? En dan denk ik: als
ik op mijn vijfenzestigste kan zeggen dat
ik die dierentuin op Gran Canaria heb
gemaakt, dat ik heb bijgedragen aan het
behoud van de natuur door het kweken
van bedreigde dieren, dat er bovendien
drie soorten bestaan die door mijn toe
doen niet zijn uitgestorven, dan heb ik
meer gepresteerd dan ik in het onderwijs
ooit had kunnen presteren".
PIET SNOEREN
Foto's: CEES VERKERK
zin geeft aan het leven, kan Langerwerf
dan misschien uitleggen wat het leuke is
van hagedissen? Anders geformuleerd:
duizend hagedissen in een achtertuin, de
monnikenarbeid die eraan vastzit, het
trauma van vuilniszakken vol dode dier
tjes na een slechte winter óf zomer, de
vlucht - met achterlating van een solide
baan - naar Gran Canaria, moet daar
geen milde vorm van krankzinnigheid
achter steken? De vraag ontlokt hem een
droge lach. „Ach, anderen hebben het
zelfde met voetballen en dat zou ik weer
geen minuut uithouden. Kijk, ik ben
hier opgegroeid in het dorp. Dicht bij de
natuur. Als kind zag je al die kleine
beestjes al. Dat geeft een andere band
dan wanneer je met dieren kennis maakt
via de dierentuin. Stadsmensen zijn in
dat opzicht meer gefrustreerd. Je ging als
kind stekelbaarsjes vangen. Daar zat dan
wel eens een salamander tussen. Of een
enkel hagedisje. En dan zie je al heel
gauw dat je eigenlijk een brokje natuur
bij elkaar hebt: wat zand, blaadjes, tak
jes, steentjes en daar zo'n roofdiertje in,
samen met zijn prooidiertjes. Dat is