Omwegen
Jan Castelein weet wat
zingen is: vijftig jaar
op het Hartebrugkoor
Ik heb dit dorp zien uitgroeien'
CetdócSotwant
Dierenweide
Rnsthout
duurder
WASSENAARS GEMEENTESECRETARIS VERTREKT
-tEIDEN omgeving
L 14
DINSDAG 1 OKTOBER 1985 PAGINA 15
Op mijn omwegen door stad en land 8
kom ik graag mensen tegen U kunt j^HL
mij telefonisch of schriftelijk vertellen
wie u graag in deze rubriek zou willen B
tegenkomen. Ik ben bereikbaar via 071 HK ÏmNÊÊÊÊÊ
- 12 22 44 op toestel 10. Hoor Ton Pirtcrs
TerMerk waardig
izen
•nf>De Haarlemmer begreep er
uok niets van. Hij moest
voor de kantonrechter ver-
Rijksweg 4 bij Lelden had
Gescheurd. Het proces ver
baal repte zelfs over 180 ki
lometer per uur. „Maar ik
sta ik hier als onschuldig
jjjj. man", zo liet hij rechter
>ce- ^an der Wille niet begrij-
iiet Pen^ weten. Hij was nooit
aangehouden. „Ik heb he-
st lemaal geen BMW. Zelfs
st-_ geen auto. Ik heb wel een
jjp rijbewijs, maar ik heb nog
ak_ nooit de extase mogen voe-
rjn_ len om 180 kilometer te rij-
j|j; den". Dat was nu merk-
waardig, want volgens de
Mes a8ent die hem had aange-
Ujt houden, had de nu onbe-
jjg. kende in extase verkeren-
jjg. de automobilist verklaard
n0_ „dat hij even wilde uitpro-
,uj. beren hoe hard die auto
aar nou kon" Raar, gaf de
kantonrechter toe. Want
agenten vragen toch altijd
even naar het rijbewijs van
((automobilisten die te hard
jijden. „Misschien worden
er dubbele rijbewijzen uit-
?geven", suggereerde de
aarlemmer, waarop de
techter hem gerust stelde
piet de mededeling dat er
geen kwartetspellen van
die dingen werden uitgege
ven. Hij vond de zaak
'merkwaardig genoeg om
hem aan te houden en de
agent eens te horen. „Die
wil ik ook wel eens horen",
klonk het nu zelfverzekerd
voor de balie. De Haarlem
mer rook dat hij verwar
ring had gesticht in het ge
rechtelijk apparaat. Hij
;ooide er nog een schepje
•ovenop door te vragen
hoe dat zat met een schade
vergoeding als hij straks
nog een keer moest terug
komen. Hij had een drukke
baïfn als grafisch ontwer
per en dit grapje kostte
hem toch de nodige tijd.
„Dat moet u dan maar
even navragen", zei de
rechter. Waarna de Haar
lemmer weer op de tribune
plaats nam en geïnteres
seerd de volgende zaak
volgde. Zo druk had hij het
kennelijk ook weer niet.
Toevallig
Leidenaar had in
Noordwijk geparkeerd op
het trottoir. „Klopt", gaf hij
ruiterlijk toe. Maar hij had
daarvoor een dringende re
den. Hij werkte bij een be
drijfje dat alarminstallaties
installeerde en repareerde.
En nu had er een klant ge
beld omdat de alarminstal
latie van zijn winkel per
abuis was gaan loeien. „Dat
gaf een enorme geluidso
verlast, dus daar moest snel
wat aan gebeuren. En er
was geen parkeerplek in de
buurt, dus heb ik hem op
de stoep gezet". Om de
rechter te overtuigen had
hij een verklaring van de
winkelier meegenomen,
die het verhaal bevestigde.
Ook het alarminstallatiebe
drijfje had een verklaring
opgesteld waarin het voor
„ónze medewerker" werd
opgenomen. Het laatste
epistel was overigens on
dertekend door de ver
dachte zelf, zo constateerde
rechter Van der Wille op
merkzaam. De beide ver
klaringen naast elkaar leg
gend kwam hij bovendien
tot de ontdekking dat ze op
dezelfde typemachine wa
ren getikt. „Die zelfde ha
perende A", mompelde hij
als een volleerd detective.
De verdachte begon wat
onzeker te worden bij zo
veel scherpzinningheid. Hij
had de verklaring van de
winkelier wel getypt, maar
de handtekening was toch
echt van de Noordwijkse
middenstander. Voordat de
rechter kon gaan twijfelen
of hij echt wel storings
monteur was, klonk er
plotseling een snerpend ge
piep door de rechtszaal.
Haastig zette de verdachte
zijn pieper uit. Kennelijk
was er ergens weer een
alarminstallatie per abuis
gaan loeien. „Da's nou ook
toevallig", glimlachte de
rechter. „Een filmregisseur
had dat niet beter kunnen
bedenken". Hii wilde de
verdachte nog één keer het
vuur na aan de schenen
leggen: „In een eerdere
verklaring zegt u dat u wat
moest afleveren bij die
zaak". „Klopt", gaf de ver
dachte wederom ruiterlijk
toe. „Maar toen ik op weg
was om wat af te leveren,
was net die alarminstallatie
afgegaan". Tegen zo veel
toeval konden rechter en
officier van justitie niet
meer op. De Leidenaar
kreeg „schuldig zonder
straf" te horen.
PAUL VAN DER BIJL
„JAN MET DE PAPIEREN BUIK" HEEFT
GELOVIG VEEL RAMPSPOEDEN OVERLEEFD
LEIDSCHENDAM De
dierenweide in Park Rust-
hout aan de Van Ruysdael-
laan in Leidschendam gaat
ruim 79.000 gulden kosten.
Dat is bijna 15.000 gulden
meer dan oorspronkelijk was
geraamd. Oorzaak is dat het
niet is gelukt om werklozen
in te schaken voor de aanleg
ervan. In het werklozenbe-
stand. bij de afdeling sociale
zaken is weliswaar gezocht
naar jongere werklozen maar
de weinige kandidaten die
aan de eisen voldeden ble
ken spoedig kans te hebben
op werk. De 10.000 gulden
die het ministerie van Wel
zijn, Volksgezondheid en
Cultuur in het vooruitzicht
heeft gesteld, blijft beschik
baar mits het geld snel wordt
besteed. Volgens directeur
Hoogendoorn van gemeente
werken kost de exploitatie
van de dierenweide de ge
meente niet veel extra. In
Rusthout, De Heuvel en bij
het raadhuis worden ganzen
en zwanen al gevoed met
mais en oud brood dat ten
laste komt van „onderhoud"
Plantsoenen. Gras en hooi
voor schapen en geiten komt
van grasland in eigendom
van de gemeente. Vrijwilli
gers van de Werkgroep Leid-
schendamse Plantsoenwacht
en de Lagere Tuinbouw
school zorgen voor het be
heer, de verzorging van de
dieren, ontvangst van school
klassen en eventuele evene
menten. De Plantsoenen
dienst houdt toezicht op de
dagelijkse gang van zaken.
De deur stond wagen
wijd open, met de gast
heer grijnzend in de ope
ning. Even dacht ik nog,
toen ik bijna al die ste
nen trappen in het resi-
dentie-achtige gebouw
tot drie hoog gevorderd
was: wie zet er nou in
hemelsnaam zo keihard
z'n radio aan als je be
zoek krijgt? Vestibule;
met in de midden een
laag tafeltje waar je om
heen moest lopen. Dan
de grote woonkamer,
comfortabel paradijs
voor één alleen, met in
de hoek de bron van een
zangrecital. Het was een
niet meer courant type
bandrecorder. Formida
bel, wat een stem! Een
tenor met een fors volu
me, een edel timbre, als
van sandelhout. Onmis
kenbaar „The Holy City"
was het dat er klonk;
eens het wereldnummer
van mister Adams, met
dat onvergetelijke re
frein „Jerusalem, Je-
rüüüsalem", in opera-En
gels.
De grijns van Jan Castelein
was een brede glimlach ge
worden en hij keek me
scherp aan: „Weet je wie dit
zingt, zeg, wat? Weet je wie
dit is?" „Het is klasse", zei ik,
„maar wel mooi ook. Ik zou
het niet weten. Is het mis
schien Joseph Schmidt?" „Ha
ha", reageerde Castelein vro
lijk, „nee meneer, dat ben
ik!" „Nou nou, het is prach
tig", zei ik. Castelein weer:
„Ja, daar ben ik wel een
beetje trots op. En dan die
prachtige orgelbegeleiding
van Bram «Martijn, een man
die z'n leven lang steenpuis
ten en veel pijn heeft gehad.
Maar hij was een groot orga
nist. Dit hier is in 1956 in de
Hartebrugkerk opgenomen,
op een heel oude bandrecor
der met enkelspoor. Een
band van een uur, met m'n
vader toen 70 en mij
erop. Vader had een fantasti
sche stem, onvergelijkelijk.
Dat zingen is een echte fami
liekwaal. Ik heb hier weieens
een loodgieter gehad die de
Holy City hoorde en niet wil
de geloven dat ik het was.
Nou, ik leverde het bewijs; ik
ging naast de recorder staan
en zong het „live" mee. De
man stond perplex". Nog
voordat hij Jan s zegelring
kon kussen werd de gieter,
na betaling, de deur uitge
werkt.
Viering
Deze Jan J.M. Castelein (69)
nu is een halve eeuw lang lid
van het parochieel zangkoor
„St.Caecilia" van de Harte
brugkerk in Leiden. Al zijn
verdiensten, ook die als be
stuurslid van het koor, zullen
komende zondag gememo
reerd worden. Eerst is er om
kwart voor elf een plechtige
hoogmis, geconcelebreerd
door twee Franciscaanse
broers van de heer Castelein
(wiens aspiraties om zelf ook
minderbroeder te worden
eens voortijdig werden afge
broken), en opgeluisterd door
de uitvoering van de Missa
Brevis in B.dur van Jos-
.Haydn onder leiding van or
ganist-directeur Jan Schmitz,
met medewerking van de
Engelse trompetist Malcolm
Morton en de sopraan Betty
Schmidt-Castelein, een in de
Bondsrepubliek wonend
nichtje van Jan. Daarna
krijgt Jan Castelein het „op
z'n zenuwen", tijdens een
hem aangeboden receptie in
de befaamde Romanuszaal
(achter de kerk). Hij vreesde
nu al: „Het zal wel druk wor
den zondag".
„Toen ik 19 was, kwam ik op
het koor. Ik was lid van het
Jong Collectanten College,
knapen die 's zondags met de
hengel, het fluwelen collecte
zakje met een belletje eraan,
de gelovige rijen langs gin
gen teneinde de opleidings-
kosten der priesterstudenten
te kunnen bestrijden. Nou,
rond '35 veranderde dat.
Toen kwamen de houten
bakjes met de drie gleufjes:
voor Kerk, Armen en Studie
fonds. Ons „college" werd
opgeheven en de pastoor stel
de voor, dat we maar moes
ten gaan zingen. Ik was de
enige van de twaalf die aan
de oproep gehoor gaf. Later
heb ik zanglessen gevolgd bij
Toonkunst aan het Rapen
burg; ook Jo Kortmann, de
door de muzikale wol geverf
de toenmalige muziekrecen-
sente van de Leidse Courant
heeft me erg veel bijge
bracht".
Minderbroeders
Jan Castelein stamt uit een
Jan Castelein veert op bij „Tl
„Franciscaanse" familie:
„Moeder had drie broers die
minderbroeder waren: de
drie beroemde kopstukken
Sloots ofm. Zelf heb ik een
moeilijke maar leuke jeugd
gehad in het grote huis op de
Oude Rijn; ik kom uit een
nest met dertien kinderen.
Twee broers van mij werden
ook Franciscaan. Ik bedoel:
het had niet anders gekund.
De Heer heeft onder ons
huisgehouden". Het was bij
de Leidse Casteleins een
klein-Assisië waar broeder
Frans met succes om zich
heen greep als een deemoedi
ge Baghwan.
Daar stond Jan dan in het
mannenkoor. „Als tweede te-
Holy City".
nor; de minst bezette man
nenstemmen in elk koor. Ty
pisch is dat. je hebt volop
eerste tenoren en baritons,
maar tweede tenoren ho
maar. En ik ben solist ge
weest, m'n leven lang prak
tisch. Vokaal gezien is dat er
een beetje vanaf nu. Gast-so-
list ja, hier en daar. Dat komt
nog wel voor. Zelfs in Duits
land, als ik logeer bij mijn
broer in Duitsland die in de
buurt van het Schwarzwald
drie kerken te verzorgen
heeft. Of tijdens een ouder
wets Lof in Marlot, eens per
jaar. Ik zing ook nog wel 's
zondagsavonds in het Lof in
de „Lodewijk", bij pastoor
Vreeburg. Daar zong ik eens
het Ave Maria van Hubert
Cuypers. Na afloop kwam er
een dame op me af en die zei:
„Wat leuk, dat u het Ave Ma
ria van mijn grootvader heeft
gezongen".
Liedjes die je niet meer
hoort. „Gekomen is uw lieve
Mei, Maria", „Sterre der
zee", „Maria, mild en mach
tig". Maar'waar is dat „Door
't exempel van de Tempel"
gebleven? De rijkdom van
een vervlogen repertoire, on
barmhartig afgebroken. Jan
Castelein kan er naar haken,
net zoals de ingekrompen,
maar nog vitale, groep die
een zondag wil afsluiten op
de manier die ze van kinds
been gewend waren: „Sub
tuum praesidium confugi-
mus, sancta Dei genitrix";
„Salve Mater misericordiae,
Mater Dei et Mater gratiae...,
sancte laetitiae. O Maria". En
er gaat geen zondagavond na
het lof voorbij, of pastoor
Vreeburg drukt Jan Caste
lein de hand: „Bedankt voor
uw zingen".
Gelouterd
Jan Castelein is ook een
schepsel Gods dat op sterven
na dood is geweest. Eigenlijk
is dit „niet voor de krant",
maar als het moet, nou alla.
„Toen ik 6 was, was ik
„dood". Ik werd getroffen
door buikvliesontsteking, en
daar was niets meer aan te
doen. Ik was opgegeven, en
de chirurg vertelde op een
gegeven ogenblik aan mijn
ouders: „Ik heb hem niet
kunnen redden, uw zoontje is
dood". De pols stond stil.
Maar er werden novenes ge
beden tot het heilig Paterke
van Hasselt, de dienaar Gods
Valentinus Packay, waarvan
een heeroom een reliquie op
me legde. Na hevige bidacties
werd ik beter. Het provincia-
laat der Franciscanen in
Weert vroeg om een dokters
verklaring. Die werd gege
ven door de chirurg die zelf
ongelovig was, maar direct
bereid toen hij hoorde dat
deze verklaring mede zou
kunnen.leiden tot een zalig
verklaring van Valentinus.
Onbegrijpelijk, dat deze min
derbroeder, die volgens mij
zijn invloed bij God heeft
aangewend, nog steeds niet
zalig is verklaard".
Jan Castelein heeft niet al
leen 50 jaar lang in koor tot
Gods eer en stichting der ge
lovigen gezongen, hij heeft
ook zowat alle lichamelijke
ongemakken van een sterve
ling ondervonden. Hij is ver
baasd, dat hij nog leeft. Ter
wijl hij nagenoeg niets doet
om die heilzame situatie te
bevorderen. God zegene de
greep. Tien jaar terug ont
ving hij de pauselijke onder
scheiding Pro Ecclesia we
gens zijn meer dan tien func
ties in kerkelijk en vereni
gingsleven. „Ik heb weieens
gezegd: ik ben gek geweest
om dat allemaal te doen. Ik
heb 100.000 gulden aan het
rad van avontuur bijeenge-
praat voor het missiewerk. Ik
zette me in voor de katholie
ke middenstand als penning
meester, landelijk en bisdom-
melijk. Maar het zingen hielp
me er bovenop. Ik heb in de
Hartebrug alleen al duizen
den loven gezongen: 's zon
dagsavonds en op de maan
dagavond hadden we elke
week een allerzielenlof, dins
dags een Antoniuslof en vrij
dags de Kruisweg. Doorgaans
met een paar zangers maar.
Vader en ik deden het in ons
eentje. Je had mensen die
zeiden: kom, we gaan naar
het Antoniuslof, naar het
concert van vader en zoon
Castelein. Ja, dat was een
mooie tijd. Naast een drukke
baan was een lof een enorme
ontspanning voor me".
Nooit honger
Hij is nog niet verteerd door
de greep van het leven, Jan
Castelein. Hij is nooit pater
geworden, maar is ook nooit
getrouwd. Daarom bleef er
wel wat tijd over. Hij kookt
voor zichzelf, maar heeft er
geen waardering voor: „Ik
heb nooit trek, laat staan
honger; ik vind er niks aan
om dat eten dat ik klaar
maak ook op te eten". Caste
lein ging liever tien jaar de
Spelers van Sint Vincent
(stedelijk toneel op basis van
de St. Vincentiusvereniging)
souffleren, of voerde als se
cretaris-penningmeester de
kas van de actie „Van nie
mand vóór iemand". Dat wa
ren dames die fraaie hand
werken maakten, welke
gandwerken dan werden
verkocht t.b.v. arme mensen
„die niet wisten waar het
vandaan kwam". „Ja, het
was een jachtig leven. En dat
gaat in je aard zitten. En al
die vergaderingen. Daar heb
ik nu zo'n grote hekel aan
hè".
„Jan met de papieren buik",
werd hij genoemd door zus
ter Sefarien, directrice van
het oude St. Elisabeth-zie-
kenhuis, waar hij vaak
„klant" was, sinds zijn buik-
vliesoperatie. De Heer heeft
gegeven, maar nog niet geno
men. En de stem zingt nog
voort, vrijwel moeiteloos.
Jan's solo klinkt nog slechts
voor weinigen, maar z'n hart
gaat dan wel open. Vijftig ja
ren zijn voorbij. Het was eer
gisteren Kerstmis en over
morgen is het weer zover.
Elk jaar is Jan Castelein bus
leider van de Haagse proces
sie naar Kevelaer. „Dan is
het zingen en bidden met de
mensen". „Ongelooflijk
mooi", zou Jan zeggen.
WASSENAAR Hij is
bepaald geen man van ui
tersten, Wassenaars ge
meentesecretaris A. Mig
hout. Of het nu gaat om
het bestellen van een kop
je thee bij de serveerda
mes van het raadhuis de
Paauw, of om het geven
van weerwoord aan bur
gers die denken dat hij
„wel even wat regelt".
Maar vooral is hij iemand
die veel plezier ontleent
aan gemeentefinanciën.
Mighout wordt binnenkort op
eervolle wijze ontslag verleend
op grond van de VUT-rege-
ling. Vijf jaar lang heeft de ge
meentesecretaris elke maand
tijdens de raadsvergadering
naast de burgemeester gezeten,
om af en toe onopvallend een
suggestie aan de burgervader
te doen of even een krabbeltje
op papier te zetten. Een ge
meentesecretaris is nu een
maal goed geïnformeerd, iets
dat zeker geldt voor secretaris
Mighout.
„Je ziet natuurlijk vrijwel al
les, alle hoofdlijnen op beslis
singsmomenten krijg je onder
ogen. Ik moet zeggen dat het
vanzelfsprekend is dat een ge
meentesecretaris goed op de
hoogte is. Anderzijds kreeg ik
vroeger als hoofd van de afde
ling financiën ook vrijwel alles
onder ogen. Want ook bijvoor
beeld een bestemmingsplan
heeft een financiële para
graaf". Hij zegt het met pret
lichtjes in de ogen, maar ook
met een zekere bedachtzaam
heid, die hem eigen lijkt.
Al in oktober 1945 kwam bij
de gemeente Wassenaar in
Beëdiging mr Ummels
WASSENAAR Mr J.M.W. Ummels wordt
vanavond door burgemeester drs. P.H.
Schoute beëdigd als (plaatsvervangend) ge
meentesecretaris van Wassenaar. Pas in de
cember zal hij officieel worden geïnstal
leerd als secretaris van deze gemeente. Re
den voor de spoedige beëdiging is het aantal
verlofdagen dat de in december officieel
vertrekkende gemeentesecretaris A. Mig
hout heeft. Deze neemt volgende week al af
scheid van de gemeenteraad en de bevol
king, en zal zijn taak daarna beëindigen. Of
ficieel blijft Mighout echter tot december
gemeentesecretaris, en omdat er volgens de
gemeentewet daarvan slechts één bij de ge
meente in functie mag zijn, is mr Ummels
tot die tijd plaatsvervangend gemeentese
cretaris. „Zodat hij wel onder allerhande
stukken zijn handtekening kan zetten", al
dus een woordvoerder van de gemeente Was
senaar. Mr. Ummels is 37 jaar oud, en was
tot voor kort plaatsvervangend chef van de
afdeling volkshuisvesting van de gemeente
Utrecht. Hij is getrouwd en heeft drie kinde
ren. Volgens de gemeentewet is hij verplicht
in Wassenaar te komen wonen, hetgeen zeer
spoedig zal gebeuren.
dienst. Eigenlijk bii toeval.
Zijn toenmalige chef Dij de ge
meente Stolwijk hem vertelde
dat in Wassenaar naar een me
dewerker bij de secretarie
werd gezocht. Dat bleek niet
geheel te kloppen, maar na
een telefoontje was de zaak al
gauw beklonken, vertelt Mig
hout. Op het moment van in
diensttreding had Wassenaar
21.000 inwoners, waarvoor 300
ambtenaren beschikbaar wa
ren. Nu wonen in deze foren
senplaats bijna 27.000 mensen,
en werken er meer dan 500
ambtenaren. „Je kunt dus ge
rust zeggen, dat ik Wassenaar
heb zien uitgroeien", dicteert
hij, ondertussen kalm roerend
in een kopje thee.
„Toen ik hier kwam werken
begon de polder achter de Van
Zuylen van Nijeveltstraat. Er
is daarna flink gebouwd". De
suggestie dat het bebouwen
van geheel Wassenaar-noord
wel aanleiding zal zijn geweest
voor felle discussies in de
toenmalige gemeenteraden,
wijst hij resoluut van de hand.
„Er is nooit als zodanig sprake
van geweest dat plannen aan
een zijden draad kwamen te
hangen. Er moest worden ge
bouwd voor de eigen inwo
ners, en dat gebeurde".
Dat gebeurde inderdaad, maar
ook kwamen in Wassenaar
mensen uit andere plaatsen
wonen. Een snelle berekening
van de gemeentesecretaris
leert dat slechts een kwart van
alle raadsleden van de ge
meente in Wassenaar zijn ge
boren. Of er veel is veranderd
in Wassenaar? „Alle achter
eenvolgende colleges hebben
ervoor gezorgd dat Wassenaar
nog steeds een woongemeente
is. We hebben eigenlijk slechts
één grote fabriek, die van zui-
velproducent Menken-Land-
bouw".
Iets dat zijn grote aandacht
nog steeds geniet, zijn de ge
meentelijke financiën. Voordat
hij tien jaar als hoofd van die
afdeling vol maakte, was hij
gemeente-ontvanger. Daar
voor heeft hij zich nog bezig
gehouden met de financiële
vergoedingen aan burgers die
schade hadden geleden door
de oorlogshandelingen van
Nazi-Duitsland. „Er waren
mensen die hadden schade
door dat gedoe met die VII's,
en natuurlijk waren er dege
nen die door de vordering van
hun huis, en dan met name
door inkwartiering, veel had
den verloren".
Regelen
Ook komen er geregeld bur
gers bij hem met de vraag of
hij bepaalde zaken niet in orde
kan maken. „Het komt voor",
merkt hij voorzichtig op, „dat
burgers willen dat je iets re
gelt. Ik heb altijd de gewoonte
gehad te zeggen: schrijf maar
een brief. En dan werd ge
woon de formele weg gevolgd.
Gerechtvaardige klachten vor
men een ander hoofdstuk,
daar werd voor zover mogelijk
door mij iets aan gedaan
De eerste week van oktober is
voor de scheidende gemeente
secretaris de laatste werk
week, waarin overigens waar
schijnlijk niet veel meer van
werken zal komen. Gisteren
heeft de gemeenteraad af-
De scheidende gemeentesecreti
scheid genomen, morgen is het
de beurt aan de ambtenaren
en vrijdag kan iedere burger
de gemeentesecretaris de hand
schudden. Wat daarna gaat ge
beuren, wil Mighout nog een
beetje voor zich houden. Wel
licht dat de tuin een keer een
grote beurt krijgt. Waarschijn
lijker nog is het dat, hij terug
keert in diverse maatschappe-
is van Wassenaar, A. Mighout.
lijke functies. „Ik heb al con
tacten gehad met mensen die
me graag willen voor enkele
verenigingen en stichtingen.
Dingen die ik vroeger, tot ik
gemeentesecretaris werd, ook
deed. Maar eerst ga ik genie
ten van november en decem
ber, en in het nieuwe jaar zien
we dan wel verder".
ROB PERIK