.Kloosters en
basilieken
schuilplaats
voor joden
final*
Kunstlenzen
■ÊeidócSoiwcMit-
DE ONDERGRONDSE VAN ASSISI
a
c
e zien.
:oop
tuss
Bove
lleerdo
Ka
de k<
zo
cht m(
zeke?
zien.
ku
die
jk vai
ns een
s.
een i
elder
omt
te*ik. i
Je.
is dt
an is
c
koi
1 de
im 21
erlicht
itie: S
echt.
,'ln Italië is, dank zij mensen zoals de franciscaner monnik Rufino Niccacci, tachtig procent van de joden gered, terwijl elders tachtig procent is omgekomen".
AMSTERDAM - Het Italiaanse
blad „Oggi" had er ooit een foto
van: Een Duitse kolonel die in de
jaren zestig terugkeert in de stad
waar hij tijdens de Tweede Wereld
oorlog commandant was en ont
vangen wordt door een juichende
menigte. Er zijn zelfs spandoeken
op die foto te zien: „Eviwa il colo-
nello". We hebben het over Assisi
en over kolonel Valentin Muller.
Op dit ogenblik wordt er zelfs over
gepraat een standbeeld voor hem
op te richten: „Voor de redder van
onze stad". Een Duitse kolonel als
redder van Assisi? Een merkwaar
dige zaak. Maar Assisi tijdens de
Tweede Wereldoorlog herbergde
meer fenomenen: Een franciscaner
monnik bijvoorbeeld, die in z'n
eentje het leven van een paar hón
derd Italiaanse joden redde.
ierde i
mt of
mier
34-29
I'
29-20
38 20*
res
e" op)
komt
ubriek
aange.
u wo;
woon
1972
verenij
verov
het!
"978. I
provii
wee
loor to
n vam
Mee
nogi
werd
van 1
;rige r
•ubriel
d'
Verborgen in kloosters, vermomd als
monniken in de basiliek van Sint Fran-
ciscus en uiteindelijk ondergedoken in
de clausula, het verboden deel van het
nonnenklooster van San Quirico, waar
zelfs een koosjere keuken voor hen werd
ingericht. Er zijn niet veel mensen die
dat weten. Eén die het wel wist-was de
Poolse oorlogscorrespondent Alexander
Ramati die in 1944 verbaasd de joodse
Italianen uit hun schuilplaatsen zag ko
men. En kennismaakte met die francis
caan, vader Rufino Niccacci. „Over u
zal ik een boek schrijven" beloofde hij.
Vele jaren later kwam dat boek. Een do
cumentaire roman die begin september
in Nederland bekroond werd met een
Anne-Frankprijs. Inmiddels heeft Rama
ti dat boek ook verfilmd. Eergisteren
vond in het Amsterdamse Tuschinski-
theater een speciale première plaats, ge
organiseerd door de joodse organisatie
B'nai Brith en onder beschermheerschap
van kardinaal Willebrands. Een gesprek
met Ramati in het Amsterdamse kan
toor van de firma Cannon, de producent
van zijn film.
Amsterdamse
Ramati is een kleine, grijze, levendige
man die voortdurend in zijn aktentas
duikt om de bewijzen te voorschijn të
toveren. Hij kent Nederland goed, is ge
trouwd met de van oorsprong Amster
damse Didi Sonnenfeld, die door zijn
toedoen later in Israël actrice werd. Zij
was in 1962 ook hier op de televisie te
zien in Ramati's regie van Toergenjevs
„Aan de vooravond" (met acteurs als
Ramses Shaffy, Cruys Voorbergh en
Willem Nijholt). Hoe kwam Ramati, ge
boren in Bresz (Brest-Litowsk), in Assisi
terecht? Ramati: „Het stuk Polen waar
ik woonde, kwam bij Rusland. Daar ben
ik onder generaal Wladislav Anders ge
komen die een leger van Poolse krijgsge
vangenen opzette. Met dat tweede Pool
se legerkorps ben ik meegetrokken als
oorlogscorrespondent. Zo ben ik ook in
Italië beland. Het was een ongelooflijke
ervaring toen ik daar de Italiaanse joden
uit hun schuilplaatsen zag komen. Ik
hoopte meteen dat er in Polen ook zulke
De nonnen van het klooster van San
Quirico hebben joden voor de Duitsers
verborgen gehouden en zelfs een koosjere
keuken voor hen ingericht.
„noble gentiles" (vrij vertaald: goede
niet-joden) waren die mijn moeder en
mijn broer opgevangen hadden. Er is ja
ren niets van dat boek gekomen. Ik heb
andere boeken geschreven over mijn ei
gen holocaust. Pas in 1972 ben ik terug
gekomen in Assisi en heb daar uitge
breid onderzoek verricht. Ik heb na heel
veel moeite vader Rufino weer gevon
den en hem meegenomen naar Israël
waar hij bij mij thuis zijn verhaal ver
teld heeft. De franciscanen hebben ove
rigens zelf een comité opgericht om al
die feiten te checken. Vandaar dat ik,
toen ik de film twee jaar geleden wilde
maken, toestemming heb gekregen op
alle plaatsen te filmen waar je anders
niet binnenkomt. Iets dat Zefirelli niet is
gelukt voor zijn film over het leven van
Franciscus van Assisi".
clmabue
Het merkwaardige van zijn film, The
Assisi Underground, is dat die bijna als
een sprookje aandoet ondanks de oorlog,
het levensgevaar en de wrijving tussen
SS en leger. Dat komt mede door de
schilderachtige lokaties in dat grote
openluchtmuseum dat Assisi heet.
Kloosters en kerken met de fresco's van
Giotto en Cimabue. Ramati: „Ik had die
film niet kunnen maken zonder Assist
en zonder de mensen in de stad. Ze heb
ben als dank de wereldpremière van de
film gekregen. Ik móest die film maken.
Uit dankbaarheid voor wat de katholie
ken in Italië voor de joden gedaan heb;
ben. Vader Rufino en bisschop Nicolini
(gespeeld door James Mason) zijn ere
burgers van Israél geworden, vader Rufi
no heeft de hoogste onderscheiding van
de staat gekregen die er voor een niet-
jood is: de eretitel „Righteous gentile"
(rechtvaardige goj). In Italié is tachtig
procent van de joden gered, terwijl el
ders tachtig procent omgekomen is. Dat
wordt wel eens vergeten. Ik neem in
mijn film geen standpunt in over de
houding van de paus in de Tweede We
reldoorlog. In mijn boek maak ik daar
wel opmerkingen over. Het is zeker geen
verdediging van de paus. Maar deze
mensen zijn helden geweest. Zo zocht
vader Rufino op zijn beurt weer een
drukker, Luigi Brizi, die tot dan toe al
leen reclamefolders en visitekaartjes
drukte en uiteindelijk duizenden valse
persoonsbewijzen maakte voor joden
overal in Italié".
Het persoonlijke verhaal van Ramati is
ten minste even bijzonder als het thema
van zijn film. Oorspronkelijk kreeg hij
een opleiding voor het theater in War
schau. Na de oorlog en het leger kwam
hij in Israël terecht, waar een vriend van
hem een film maakte. Daar zag hij op
straat een jonge vrouw die hem geschikt
leek voor een rol in die film. Het was de
Nederlandse Didi Sonnenfeld, als jong
meisje op het laatste schip met joodse
vluchtelingen Nederland ontvlucht en
via internering op het eiland Man in Is
raël gekomen. Ze trouwden in Neder
land, gingen naar Amerika waar Ramati
stage liep bij filmregisseur Elia Kazan,
afstudeerde aan het Film Department
van de universiteit van Californië,
UCLA, en voor toneel en tv ging regisse
ren. Onder contract bij maatschappij
CBS bracht hij een aantal toneelstukken
in beeld, waaronder Schnitzlers „Anato-
le" met nóg een Nederlander in de
hoofdrol, John van Dreelen. Ramati
kreeg het Amerikaanse staatsburger
schap, maar ruilde de Verenigde Staten
voor Israél en ging op uitnodiging colle
ges in film geven aan de universiteit van
Tel Aviv. Inmiddels woont hij in Mon-
treux, waar hij met zijn maatschappij
David Films hoopt ook zijn boek te ver
filmen over het lot van zigeuners in
Oost-Europa.
Ramati: „De holocaust laat me niet
meer los. Misschien is het een soort del
ging van een schuldgevoel, omdat mijn
familie en ik wél overlevenden zijn. Al
die boeken zijn in feite documentaires
en - aangezien ik filmregisseur ben -
geschreven om ze zo te verfilmen. Ik
duik niet in gedachtenwerelden, ik ga
van feiten uit. Ik heb voor The Assisi
Underground al twee boeken verfilmd:
Beyond the Mountains en The Despera
te Ones. Er is interesse om van mijn ko
mende boek een mini-serie voor de tv te
maken en ik moet je verklappen dat er
van The Assisi Underground al een
mini-serie van vier uur bestaat die in
middels door veel landen is gekocht. Het
is een fantastische ervaring als je je eigen
werk werkelijkheid ziet worden in een
film. Ik heb zelf de Italiaanse acteurs ge
zocht die Engels spraken, want de film is
niet nagesynchroniseerd en dat is iets
bijzonders in Italië. In Nederland zag ik
De Citadel op de televisie en daarin
speelde Ben Cross. Ik wist meteen dat
hij vader Rufino moest spelen. Hij heeft
zich voor zijn rol twee weken lang in een
klooster ingeleefd. En een tonsuur laten
scheren. Met de rol van kolonel Müller,
de commandant van Assisi, had ik het
moeilijker. Ik wilde Maximilian Schell,
maar die had al uitgebreid laten weten
nóóit meer een „uniform-rol" te spelen.
Ik heb hem verteld wie die Müller was,
dat het een man was die misschien zelfs
wel wist wat er in de kloosters gebeurde,
maar niets deed. In elk geval een katho
lieke Duitser die het beste voor had met
de stad, die hij een „open stad" wilde la
ten blijven met een ziekenhuis voor de
gewonden. Maar het was een van de on
dergedoken joden, Paolo Jozsa, die Assi
si redde. Hij sprak Duits, leefde met val
se papieren in Assisi en werd nota bene
door Müller als tolk tussen hem en de
bevolking aangesteld. Die Jozsa heeft
een papier vervalst, vóórgetekend door
generaal Kesselring in Rome, waardoor
Assisi „open stad" bleef toen de Duit
sers moesten wegtrekken voor de opruk
kende geallieerde legers. Ik heb die Mül
ler nooit ontmoet. Hij is overleden kort
nadat hij door de bevolking van Assisi
als een held was ingehaald. Maar ik heb
wel zijn zoon gesproken. Die las het
script eri zei: „Hoe kan het dat ze mijn
vader een standbeeld willen geven als hij
niet de redder van Assisi was?". Ik heb
hem de bewijzen laten zien dat het nota
bene de joden zelf waren die voor dat
papier hebben gezorgd. Maar, zo vertel
de ik hem, zijn vader had misschien wel
iets vermoed. En daar heeft hij zich bij
neergelegd. Alles is op pure feiten geba
seerd".
Assisi is onmiskenbaar een mede-hoofd
persoon in Ramati's film. Wat dat be
treft doet de film meer dan enige recla
me-campagne. Na de beelden van The
Assisi Underground weet je dat Assisi in
elk geval op je lijstje moet voor de vol
gende reis naar Italië. Ramati: „Ik zal
nooit het moment vergeten dat ik daar
na alle voorbereidingen eindelijk stond.
Naast cameraman Giuseppe Rotunno,
die ook voor Fellini gewerkt heeft, om
de scène van de bevrijding te filmen. Ik
zie weer hoe alle joden uit hun schuil
plaatsen komen. En ik voelde weer dat
zelfde gevoel van hoop dat ik had als 21-
jarige jongen op die 17e juni 1944".
BERT JANSMA
Het boek van Ramati is onder de titel
,.De ondergrondse van Assisi" ook in Ne
derlandse vertaling verkrijgbaar (uitgave
Omega, Amsterdam).
priestc
loofd1
ilaan,
heers
60C
er wer
Een scène uit een oude B-film. Het laatste ver
band wordt weggenomen en onthult de tegen het
licht knipperende ogen van een knappe jongeman.
Dan de kreet: „Ik kan zien!". De dokter staat er
vergenoegd bij, de verloofde pinkt een traantje
weg. Dat soort scènes zie je niet meer, want het
buitengewone is gemeengoed geworden. Wie nu
door een kunstlens weer kan zien, komt niet in de
krant, maar krijgt hooguit een plaatsje in de statis
tiek.
Wat cijfers. Alleen al in de Verenigde
Staten liepen per 1 augustus 1982 ruim
■een miljoen mensen met een kunstlens
rond. Bij ongeveer de helft was die ope
ratie in het voorafgaande jaar verricht.
J. Paalman
Met andere woorden: het inzetten van
kunstlenzen is een nieuwe methode die
sterk in opkomst is. Ondertussen is
- ook in Nederland - zoveel ervaring
opgedaan dat men de balans kan opma
ken. Uit een recent artikel van de oog
arts P.A.M. Leonard in het Nederlands
Tijdschrift voor Geneeskunde werd dui
delijk dat de kunstlensoperatie eindelijk
volwassen is geworden. Vroeger werd hij
bij voorkeur bij ouderen ingeplant, nu
ook bij jonge mensen. Bovendien is de
kans op mislukking tot een aanvaardba
re drie procent gedaald (97% lukt dus
wel!).
Reizen we even met het licht het oog in.
Het eerste dat we tegenkomen is het
hoornvlies. Vervolgens dringt het licht
door een gat in de iris het oog binnen.
Achter de pupil ligt de lens die het licht
scherp op het netvlies projecteert. Het
netvlies seint het beeld door naar de her
senen en pas dan zien wij. Wordt het
signaal op deze route onderbroken dan
ben je blind. Een veel voorkomende oor
zaak van blindheid is een vertroebeling
van de lens, alias cataract, alias grauwe
staar.
Wat de oorzaak daarvan is weet nie
mand. Veroudering van de lens-eiwitten,
zegt men. Maar dat verklaart ook niet
veel. Suikerziekte kan trouwens ook
grauwe staar veroorzaken. Zeker is dat
elk jaar een op de vijfhonderd Nederlan
ders er last van krijgt. Reken maar uit
hoeveel blinden er in Nederland zouden
rondlopen als men daar niets tegen deed.
Werd men voor 1900 blind door grauwe
staar? Welnee. Al vijftienhonderd jaar
geleden praktizeerde de Indiase oogarts
al de zogenaamde staarstreek. Dat ging
- houdt u vast - zo. Met een gloeiende
koperdraad stak hij in het oog en drukte
vervolgens de lens uit zijn kapsel. De re
sultaten schenen niet eens tegen te val
len. Tegenwoordig gaat dat iets gecivili-
seerder, maar de bezwaren zijn dezelfde
gebleven: zonder lens is het moeilijk
Plexiglas
Tijdens de oorlog kwam men er achter
dat het oog plexiglas goed kan verdra
gen; piloten met dat soort splinters in de
ogen leverden het bewijs. De oogarts
Ridley maakte van deze wetenschap ge
bruik en zette in 1948 de eerste kunst
lens van plexiglas in. Toch is de operatie
pas de laatste jaren echt gemeengoed ge
worden. Voor die vertraging zijn twee
redenen te verzinnen. Ten eerste zijn er
twee manieren om een kunstlens in
planten. En ten tweede: er zijn mis
schien wel honderd verschillende kunst
lenzen. Elk jaar komen er tien bij en valt
een onbekend aantal in ongenade. Door
dat alles duurde het lang voordat oogart
sen kijk kregen op de verdiensten van de
verschillende methodes.
De makkelijkste methode, waarbij de
lens met kapsel en al wordt weggehaald,
blijkt helaas de meeste bezwaren op te
leveren. Maar dan, waar moet de nieuwe
lens komen? Niet in het kapsel, want dat
is weg. Er zit dan niets anders op dan de
lens elders - tussen hoornvlies en iris,
of anders aan de iris zelf - vast te ma
ken (iris: u weet wel, het deel van het
oog dat blauw, bruin of groen is). Beide
mogelijkheden hebben het bezwaar dat
ze ofwel nogal wat complicaties veroor
zaken, ofwel niet onbeperkt blijven zit
ten. Niets voor jonge mensen dus.
Gepeuter
Het ligt voor de hand om de kunstlens
op de vrijgekomen plaats in te planten.
I Maar ja, dat blijkt weer net de moeilijk
ste manier te zijn. De grote Nederlandse
pionier Binkhorst begon daar al in 1968
mee, maar nog steeds beschikken niet
alle Nederlandse oogartsen over de vaar
digheid om via exact gepeuter de lens te
verwijderen en tegelijkertijd het kapsel
intact te laten. De voordelen zijn evi
dent. De nieuwe lens komt op een na
tuurlijke plaats aan het kapsel te hangen
en drukt niet irritant op andere oog
weefsels. Bovendien gaat er dan niets
van de vulling van het oog, het glas-
vocht, verloren. Glasvochtverlies, zo
blijkt nu, is een belangrijke oorzaak voor
het ontstaan van ernstige complicaties.
Door deze tweede en moeilijkere metho
de worden mislukkingen bij een gezond
(niet aan andere ziekten lijdend) oog te
ruggebracht tot twee a drie procent.
„Voor een oogarts in een niet-acade-
misch ziekenhuis", schrijft Leonard,
„kan zo een weinig benijdenswaardige
positie ontstaan: met de ene methode
kan hij relatief weinig bieden aan patiën
ten met een te verwachten lange levens
duur, terwijl hij voor de andere methode
nog de nodige ervaring mist".