De simpele
nuchterheid
van mevrouw
Havermans
„Glamour en
beauty zijn
verschillende
dingen"
FRANCES BREMER
OP STAP MET BURGEMEESTERSVROUW
De Haagse burgemeestersvrouw onderhoudt zich met
dames in het Hofje van Wouw.
Mevrouw
Havermans, de
nieuwbakken first
lady van de
residentie, ziet het
ambt van haar man
als het management
over het bedrijf dat
gemeente heet.
DEN HAAG - Mevrouw Marga-
retha Maria Rinalda Havermans-
Veenma (49) is de vrouw van de
nieuwe burgemeester van Den
Haag. Daar moeten we maar niet
al te veel drukte over maken, zegt
ze. Want de nieuwbakken first lady
van de residentie ziet het ambt van
haar man als het management over
het bedrijf dat gemeente heet. Zij
heeft daarin gewoon een functie.
Niets meer en niets minder. Zij
doet wat ze kan. Zo simpel ligt dat.
„Hartstikke leuk!" omschrijft de in het
blauw gestoken mevrouw Havermans
vergenoegd de eerste drie weken in Den
Haag. Met kordate stap baant de burge
meestersvrouw zich een weg door het
drukke verkeer van de Haagse binnen
stad. Alsof ze niet nog in Doetinchem
woont. Alsof de Achterhoek niet heel
wat rustiger is. Alsof ze als Haagse dame
voor de zoveelste keer een aardige wan
deling langs de Haagse hofjes maakt.
Mevrouw Havermans: „Ik kom tijd te
kort. We doen zo veel nieuwe indrukken
op. Neem alleen al het aanbod van de
theaters. De Achterhoek is ook wel ac
tief. maar het is allemaal wat minder. En
als er iets te doen valt. dan zul je zien:
die avond kun je net niet. Mijn man en
ik zeggen hier wel eens legen elkaar: een
dag zou 48 uur moeten duren".
Routineus
Bepaald routineus ontwijkt mevrouw
Havermans de zoveelste Haagse honde
drol op het trottoir. Den Haag is ook wel
goed voor de kinderen. Na elf jaar Doe
tinchem kan een nieuwe omgeving heus
geen kwaad. Susan (16) en Ad-Jan (13)
gaan na de herfstvakantie hier naar
school. De twee oudsten, Karolien (24)
en Liset (22), studeren in Utrecht. Tot
de herfstvakantie pendelt de familie Ha
vermans nog op en neer. Het huis in
Doetinchem is al verkocht; het wachten
is nu slechts op het vertrek van de fami
lie Schols uit de ambtswoning aan de
Haagse KJatteweg. Mevrouw heeft wel
zin in Den Haag. En hondepoep, ach die
ligt in Doetinchem ook op straat.
Eerste stop: het Heilige Geesthoije. Hier
wonen dank zij de zegeningen van de re
novatie dertig dames in gemoedelijke
huisjes bijeen. Mevrouw Havermans po
seert voor de fotograaf en kwijt zich uit
muntend van haar taak: Het Praatje Met
De Burgerij. Mevrouw Havermans: „Ik
heb belangstelling voor het wel en wee
van mijn stad. Dat hoort, vind ik. Als
een Hagenaar in het zonnetje wordt ge
zet. dan wil ik daar bij zijn. Maar ik ben
niet het type dat graag op elke receptie
een nieuw toilet draagt. Ik stel me voor
dat ik dikwijls de wijken intrek. Naar
mensen die al jaren keihard werken voor
het een of ander. Die hebben waardering
nodig; net als u en ik. Een schouderklop
je vindt iedereen fijn. Er wordt gauw ge
zegd: ach dat doet ze uit hoofde van
haar functie. Maar ik méén het!"
Doener
Zeer bedankt voor de aardige rondlei
ding. Wij moeten door. Want mevrouw
Havermans heeft over een half uur een
andere afspraak. Ze is, net als haar man
trouwens, een doener. De first lady doet
aan tennis, hockey, fietsen en wandelen.
Maar ook theater en concerten vindt ze
heerlijk. Dat actieve karakter levert met
de kinderen wel problemen op. Want die
zijn jong en die willen vaak gewoon lek
ker nietsdoen. Begrijpelijk. Maar toch.
„Ik vind", zegt mevrouw Havermans,
„dat je in het leven moet vechten. Vech
ten voor wat je waard bent. Ik herinner
me bepaalde spreuken van mijn vader
waarvan ik dacht: zo is het. Een belang
rijk deel van het leven hangt af van de
opvoeding. Daar moet je gebruik van
maken. Het ideaal van een gelukkige we
reld zullen we nooit bereiken. Ik heb
ook niet de pretentie om nu in Den
Haag een aandeel te kunnen leveren in
het geluk van de wereld. Maar vechten
moet. Ondanks het feit dat dat niet al
tijd tot resultaten leidt. En dat de in
spanningen van keihard werkende men
sen dikwijls nooit worden beloond".
Wij vervolgen de gemeentelijke route.
Langs de Heilige Drievuldighcidshuisjes
aan het Hoge Zand. Op naar de in 1647
door Cornelia van Wouw gestichte hof
voor oude vrouwen aan de Lange Bees
tenmarkt. Al die straatnamen! Mevrouw
Havermans zou de historie daarvan best
willen kennen. De vrouwelijke beheerder
zet voor een ogenblik de bezem aan de
kant en meldt dat de bewoners hun ko
peren deurbel dagelijks oppoetsen. Zozo.
En zo'n fraaie tuin! Den Haag glundert.
Gebrek aan ervaring; dat zullen ze haar
in Den Haag niet kunnen aanwrijven.
Zo'n 22 jaar is ze burgemeestersvrouw
in respectievelijk Pannerden. Druten en
Doetinchem. Mevrouw Havermans:
„Vanaf het moment dat we elkaar heb
ben leren kennen, heeft mijn man ge
zegd: ik wil burgemeester worden. Ik heb
altijd geweten waar ik aan toe was. Ik zie
deze functie als een mogelijkheid om
mezelf te ontplooien. Als ik niet zo
vroeg al burgemeestersvrouw was gewor
den en kinderen had gehad, dan was ik
in de politiek gegaan".
Mevrouw Havermans was in Doetin
chem onder meer voorzitter van het Co
mité Kinderpostzegels. Gevraagd naar
plaats antwoordt ze echter resoluiP°e' x
„Het vrouwenwerk. Wat de Haagteo
Vrouwenraad doet vind ik fantastisch"1"2
Daar wil ik me best voor inzetten". 'c twet
De burgemeestersvrouw is, in tegenstl w0'
ling tot haar man die CDA'er is, lid vf E
D'66. Ze vertelt dat haar man heel bT *.w?e
hoorlijk kan besturen, maar dat ze ni?cfnif>
zelden van mening verschillen. En ecf0an8
niet alleen vanuit haar vrouw-zijn. Mal
waarover de disputen gaan, dat hoeF noe
voor mevrouw Havermans niet in <jullen<
krant. nU c
Oh De vrouw van de nieuwe burgj^), F
meester. Lichte paniek. Decor vormt if
middels het Hooftshofje aan de Assere'
delftstraat. De vrouwelijke beheerdF1^ve
moet even haar handen wassen. Ofnd w
complimenten zit ze blijkbaar niet verl(.van 1
gen. Zorgen genoeg. Nee, er zijn ccpn e£r
geen lange wachtlijsten voor eventucfPrak<
bewoners. En nee, het chique interiefëse S
van de regentenkamer staat haar eige# "e'v
lijk niet erg aan. Ze houdt er niet vaFaan
Na een laatste inspectie staan wc we£aan
buiten. ,le
Mevrouw Havermans: „Ik ben ctPacl,v
nuchter mens. Het leven is eigenlijk her en
simpel. Ik ben niet trots of zo dat mei
sen mij zullen herkennen. Een stuk in <fc:
krant is aardig, maar volgende week nu 1
het weer vergeten. Gelukkig maar. Kaf"e n
ik tenminste enigszins anoniem door
stad lopen winkelen. Ik vind het heus a? ™e'
lemaal even leuk. Maar dat gedoe oP1"16'
het burgemeesterschap: het is veel sin
pelcr dan men denkt". an he
Den Haag mist. Maar de ogen van m|ot k^
vrouw Havermans zijn nog blauwer da 1°!
een zomerse hemel. Het
ARJEN SCHREUDöe fysi
FOTO'S: MILAN KONVALINtf^™
tenia:
DEN HAAG - Het licht valt dif
fuus door de grote, hoge ramen
van de ambtswoning van Mr. Paul
Bremer, de ambassadeur van Ame
rika, aan de Tobias Asserlaan 4.
Het is tien uur 's morgens en een
beetje herfstig al in Den Haag. Bui
ten een glimp van een grasveld,
waarvoor de Engelsen zeggen een
eeuw nodig te hebben om het zo
fluwelig te krijgen.
De kamer is helder witte banken, veel
lichtblauw, grote blanke muurvlakken
rond een aquarel, een schilderij. Met uit
gestoken hand komt ze binnen voor een
kort gesprek: Mrs. Frances Winfield Bre
mer, gastvrouw. Ze past in de heldere,
klare omgeving: grijsblauwe rok tot op
de knie. witte bloes, lichtblauw openhan
gend vestje. Ze lijkt een jong meisje dat
net van de tennisbaan komt. hoewel ze
ouder moet zijn dan vijfentwintig jaar.
Ambassadeursvrouw zijn is niet elke dag
een champagne-ontbijt en 's avonds
smaragden om je hals hangen. „Het is
hard werken, een zware baan". Spreken
is zilver en zwijgen is goud. Niet voor je
beurt praten. Weten wat je zegt. Hoe
gaat ze om met de kunst der stilte? Een
open lach: „Moeilijk somsEr is in
haar leven weinig plaats voor privacy.
Straks zullen mode en verwante zaken
aan de orde komen, hoewel net wereldje
der couture niet haar grootste belangstel
ling heeft. Ze schrijft boeken. Een daar
van: „How to cope with his succes?"
(Hoe ga je om met zijn succes). Moeite
met het feit dat haar echtgenoot het
meest in de schijnwerper staat, heeft ze
niet. „In onze carrière zijn we een goed
team. Ik gun mijn man alle aandacht.
Als vrouw speel je daarop in, je helpt en
steunt hem waar je kunt. Zijn succes is
ons succes". Een volle lach nu. „We zijn
werkelijk een heel gelukkig mensen
paar". Mag dat in de krant? Ja. het mag!
„Een formule voor succes? Jezelf zijn, je
hoeft de show niet te stelen". Ze bedoelt
het woordje show niet letterlijk, maar
hel is wel verwant aan „mode-show".
Geven goede kleren zelfvertrouwen bij
het vervullen van de ,job?" Ja toch ze-
ker? „Ze helpen een handje, maar zelf
vertrouwen ligt dieper". Mevrouw Bre
mer heeft alleen nog wel wat moeite met
wat ze noemt „de Europese manier van
kleden".
Ladder
„Ik zal een voorbeeld geven. Laatst
maakten we een verrukkelijke zeiltocht
in Friesland. Ik had iets sportiefs aange
trokken, een lange, broek en een trui."
Maar alle anderen hadden zich mooi-
aangekleed, parels en zo; ik voelde me
echt uit de toon vallen. In Amerika zijn
we daar makkelijker in". Wat zou Mrs.
Bremer doen als op een receptie ,;pak-
kie-an-deftig" een kous opeens ging lad
deren? „Niets", zegt ze meteen. „De
pech negeren". Nog zo'n vraag: kan ze
in dezelfde jurk naar een avondfeest in
Den Haag, in Stockholm, in Londen?
„En of!", lacht ze. „Ik draag doodge-
"dal
ir da
Wat maakt mevrouw Bremer in Holland gelukkig? Lachend zegt ze: Wat me in elk land gelukkig zou maken.
Geluk zit van binnen. Als je het bezit, neem je het mee, naar welke plaats ter wereld ook".
Mrs. Bremer: „In onze carrière zijn we een goed team. Ik gun mijn man alle aandacht.
Als vrouw speel je daarop in, je helpt en steunt hem waar je kunt. Zijn succes is ons
succes".
woon dezelfde japon._in Den Haag twee
of meer keren. Je ziet tdduniet altijd de
zelfde mensen". Tijdens het%e$prek valt
het woord glamour. „Dat heeft voor mij
iets negatiefs", zegt ze vriendelijk. „Gla
mour en beauty zijn twee verschillende
dingen. Glamour houdt mensen op een
afstand; beauty komt ze tegemoet. Wat
iemand uitstraalt dat telt". Voor Mrs.
Bremer is contact met anderen, met
mensen die je nodig hebben, primair.
Niet voor niets gaf ze les in Afghanistan,
Noorwegen en Malawi.
Werken
Ze heeft Amerikaanse geschiedenis ge
studeerd. Momenteel is ze nog bezig de
enquête uit te werken, die is gehouden
oncfer Nederlandse vrouwen uit het ho
gere beroepsleven: managers, advocaten,
secretaressen, vrouwen op verantwoor
delijke posten. Het onderwerp: „Wat
doe je met de rest van je leven?" Op 18
maart 1985 bracht zij in de Haagse Pul-
chri Studio een discussie op gang over
problemen waarmee vrouwen in hun
werk te maken kunnen hebben: voelen
vrouwen zich achteruitgesteld, moeten
ze harder knokken voor hun broodje
dan mannen, ze voelen zich toch geen
martelaren? Het gehoor bestond uit
tweehonderd leden van het „Haagse
Vrouwennetwerk". Naar aanleiding van
een kranteartikel waarin aandacht werd
besteed aan haar lezing kreeg zij vijfhon
derd reacties uit het hele land. „Daarop
werden tientallen enquêtrices (questio
ners noemt zij ze) het land ingestuurd
met een aantal schriftelijk te beantwoor
den vragen. Daarin worden belangrijke
vraagstukken aan de orde gesteld, zoals t
bijvoorbeeld werkloosheid. Dit pro-'
bleem kennen we onder deze categorie
vrouwen in Amerika niet. Maar ik zit
met een moeilijkheid. Bij dit werk merk
ik dat ik de Nederlandse taal nog niet
goed genoeg beheers. Daarom zoek ik ie
mand die de essentie van de gegevens
goed kan interpreteren. Dan kan ik de
enquête bundelen". Haar gezichtsuit
drukking wisselt steeds als zij praat of
aandachtig luistert, maar haar handen
zijn niet opvallend beweeglijk. Ze houdt
ze bijna aldoor in de schoot. Ze heeft
een soort blijmoedige ernst en weet sim
pele onderwerpen steeds weer naar het
levensbeschouwelijke vlak te manoeu
vreren. Soms is haar reactie fris en snel
als bijvoorbeeld op de vraag wat wanho
pig belangrijk voor haar is. „Zoals voor
elke moeder: mijn gezin". En wat maakt
mrs. Bremer gelukkig. Wat maakt haar
in Holland gelukkig? Een lach breekt
door: „Wat me in elk land gelukkig zou
maken. Geluk zit van binnen. Als je het
bezit, neem je het mee, naar welke plaats
ter wereld ook. Ja toch?". Op de vraag
of iemand het geluk zelf kan creëren
volgt een korte stilte en dan, met enig
voorbehoud: „Ja, ik geloof wel dat je ge
luk zelf kunt creëren als je de omstan
digheden niet te veel tegen hebt. Je hebt
toch ook raltijd je religieuze gevoelens
nog. Ik ben een gelovig mens".
Schrijven
Van geluk gaat het gesprek over op
schrijven. „Het is een gave, net als schil
deren of muziek maken. Je kunt het of
je kunt het niet. Soms zijn er twee men-
i£cidóc0otncmtl
sen met hetzelfde talent. De een ontwil
kelt het, de ander laat het liggen. Mai kai
als je de aanleg eenmaal hebt, vind F w<
wel datje verplicht bent die te ontwikki-
len". Op stapel staat het boek: „Fro6
sea to shining sea". Dat klinkt poëtiscP 9'
„Het is ook poëtisch. Ik schrijf het nafrtJ£
aanleiding van een cursus die ik in janFP'
ari 1984 voor de Volksuniversiteit p h
Amsterdam heb gegeven. Een literait Sr
tour door Amerika gaat het wordeJwo
Wanneer het uitgegeven wordt is n<* Vl
niet bekend". f
In het kalme, ruime vertrek dat mi n<
soortgelijke kamers op een koele marmrdel
ren hal uitkomt, trekt geen opdringerig0
kleuraccent de aandacht. Frances Brj}k
mer zit rustig, is vriendelijk en ooi-
evenwichtig van geest. Ze lijkt haar l|t F
ven stevig in de hand te hebben. Va?™'
daar de vraag: „Is er nu niets waarvan01"
denkt: als ik hierin faal, is het met rttk a
gedaan?". Ze wikt en weegt, het hoolrde
een beetje naar achteren gebogen. Ze v?ro
best antwoorden, maar zoekt naar ee°'°
juiste formulering: „Ach ik denk dat afJe
je je houdt aan normaal menselijk faer
soen, als je de gevoelens van ande? z'
mensen niet kwetst, je eigenlijk de plan.t0(
niet zo gauw kunt misslaan". jn
TINY FRANCE-
FOTO'S: CEES VERKER