finale 'erf :d« is'! Na PPR zoekt Loei Van Duijn het religieuze in de politiek ia' >oi ■Ccidóc Somant ,,De bijbel staat vol met groene boodschappen" di Del van Duijn doet opnieuw van zich spreken. Na zijn ovotijd, kabouterschap, rellen in de Amsterdamse meenteraad en zelf verkozen eenzaamheid in het Groningse ilderland is hij „ouder maar wijzer" teruggekeerd in de ederlandse hoofdstad. Begin deze week boog hij zich na diep inzen over de robuuste typemachine om zijn „beste vrienden vriendinnen" van de PPR te laten weten dat hij na twaalf en n halfjaar zijn lidmaatschap opzegt. Van Duijn: „In de PPR is tjesaan een anti-religieuze stemming gaan heersen. Daar ik me niet meer bij thuis. Want zonder besef van het Idelijke kom je er ook in de politiek niet". Een gesprek over ligie, indianen, bomen en Europese politiek. [STERDAM - Geen hardhouten s boven de deur van Van Duijns leerkamer, wel ligt een kabouter >m achterover op het bureau. Het Edgemutste mannetje kijkt glimla- ^nd naar zijn „geestelijke vader" die welijks door de tijd lijkt te zijn aan- lakt. De baard mag dan iets grijzen, glazen in de dienstfiets op de gekrom- ■Miieus zijn wat dikker geworden, maar ^^^■der straalt Roel van Duijn ondanks n 42 jaren nog steeds jeugdig éian uit. ^BMppend op zijn gezondheidszolen, rnblad met theemuts in de hand zegt „Ik houd van gedaanteverwisselin- n, dat houdt me jong. Je moet niet ng'zijn opnieuw te beginnen". verht, nieuw begin dus voor Roel van ®iijn. Een begin met een sterk religieus honde|t)C ditmaal. De laatste jaren ging hij nzen t^s meer op zoek naar zoa]s hij dat ^^cnhjdrukt, „de samenhang tussen de mens iphouq de natuur, tussen de mens en de kos- •n bij )s" £n a| zoekende merkte Van Duijn V i hij steeds losser kwam te staan van hele n eigen partij. Sterker nog, in de PPR de vJrd zelfs een beetje lacherig over hem iaar liaan. en ho(e zijn me te zweverig gaan vinden en ar al* kreeg het gevoel tot een verdrukte e[ï,L Mnderheid te behoren", zegt Van Duijn c' ït spijt in zijn stem. „Terwijl ik steeds lapp'J ter ben gaan zoeken naar mijn spiri- rondh&]e bron, ontwikkelde de PPR zich in „Dat fo tegengestelde richting. Op het partij- JOhg^ngres in 1983 klpnk hier en daar ge- de kit in de zaal toen ik beweerde dat de komt jn zjjn denken wel degelijk terug- e din^t naar die talentvolle timmerman uit nbegin van de jaartelling. Dat is heel rzjem^enend voor de veranderende sfeer in ri gaan partij. Het bevestigde mijn vrees dat hoe 'een taboe op de religie in het alge- n dat ven en het christendom in het bijzon- en, ïeq- jn onze partij gevaren is", nagas als ii socia iggelmee cl ijk e .^hjh^lde PPR van de jaren zeventig voelde F .in Duijn zich nog wel goed thuis. „De J-n PJnij is tenslotte uit katholieke kringen P tstaan, al hadden wij een wat andere *"rank op religie dan de gevestigde confes- 'ev"5nj»nele partijen. Wij gebruikten religie Vehn' insPirat'ehron, niet als leverancier °n politieke denkbeelden of dogma's. W religieuze denken werd gecombi- h hV<er<^ met P°htiek handelen. En niet cn DO^tsappjg maar tegen het systeem van Duijn vertaalde dat denken, ,tMtak tot ongenoegen van de overige ^^^cties in de Amsterdamse gemeente- ^^ïd, op een geheel eigen wijze. Hij in plsaakte de kabouter tot bijna religieus ijn gembool van dienstbaarheid aan de na- religieur. „Het moet choquerend zijn ge lest dat een raadslid zich meer verbon- pier m voelde met kabouters dan met men- ct allo, maar zo lag het wel". In de raads- tels ncal las Van Duijn voor uit de sprookjes kt, mn Piggelmee om het belang van een het Rrantwoord milieubeleid te onderstre- behah. Als wethouder beijverde hij zich de vrior het verkrijgen van macro-biotisch iet opedsel in de bio-industriële keuken van >udent gemeentehuis. Nog ludieker was zijn ertuigïn tuintjes op autodaken aan te leggen ken. zo een heus auto-park te scheppen in -A Plfcderland. juardit symbool van de kabouter heeft in- iddels echter afgedaan, er zijn nieuwe KAi Duijn in de rol van wethouder: „Biologisch-dynamische melk moet!". beelden voor in de plaats gekomen. „De kabouter heeft zijn functie gehad", zegt Van Duijn, wijzend op de puntmuts-in- ruste. „Nu zou een kabouterbeweging al leen maar vervreemdend werken en een sprookjessfeer oproepen. Dat is dan een vlucht uit de chemische werkelijkheid en daar voel ik niets voor. We moeten toch logische oplossingen vinden voor de mi lieuproblemen van deze tijd. Al voltrekt zich bij mij wel een zekere' verglijding van het rationele naar het religieuze". Niet dat Van Duijn de politiek heeft af gezworen. Hij is nog steeds medewerker namens het Groen Akkoord in het Euro pese parlement. Daar strijdt hij zoals hij zegt „vóór en tegen de Europese eenwor ding". Van Duijn: „De Europese ge meenschap is nog een zeer milieu-onbe wuste club. In het belang van een ge meenschappelijke markt worden onze bossen, kleine boeren en het milieu op geofferd. Als Denemarken bijvoorbeeld bier in blik wil verbieden, dan mag dat niet omdat anders de vrije concurrentie in het gedrang komt. Als Duitsland strenge eisen wil stellen aan de zuivering van uitlaatgassen dan kan dat niet, om dat dergelijke maatregelen alleen geza menlijk worden genomen". Renaissance Meer bevrediging vindt Van Duijn in Rechts: Uiteindelijk zullen we misschien zoiets beleven als de renaissance van de spirituele politiek". Links: Roel van Duijn als student: „Ik geloofde toen niet in onstoffelijke verklaringen". het Groen Platform, dat onlangs in Am sterdam is opgericht. In deze club van „ideeënmannetjes, vrijdenkers, politici, partijlozen en religieuzen" worden vol gens Van Duijn de fundamenten gelegd voor een nieuwe integratie van politiek en religie. Uiteindelijk, zo speculeert de ex-kabouter, kan de „groene beweging" hem nog wel eens op een verkiesbare plaats in de gemeenteraad en bij de lan delijke verkiezingen brengen. Maar dat is nog toekomstmuziek. Eerst wil hij zich bezinnen op de rol van het levens mysterie in de politiek. In het Groen Platform beginnen christe nen, antroposofen, boeddhisten, en „praktische politici" hun vergaderingen met meditatie, gebed of stilte. Van Duijn: „Zo kom je tot veel zinvollere ge sprekken. Verder is het Platform nog een broedplaats van ideeën. Zoeken zeg maar naar de betekenis van het leven hier op aarde, in het licht van de dood". Ajs dat allemaal wat is uitgekristalliseerd wil het Groen Platform deelnemen aan de gemeenteraadsverkiezingen van Am sterdam in een Groen Progressief Ak koord van PPR. EVP, PSP en CPN. Van Duijn: „Ik denk dat partijlozen zoals ik beter een brug kunnen slaan tussen de verschillende progressieve fracties dan mensen die binnen benauwde partijka ders opereren. Uiteindelijk zullen we wellicht zoiets beleven als een renaissan ce van de spirituele politiek". Heilig moeten Van Duijn ziet het als een heilig moeten dat geloofsovertuiging en politiek de handen ineen slaan en tot een vruchtba re samenwerking komen. „Politiek is macht. Het is het brandpunt van invloe den waar beslissingen worden genomen die soms van levensbelang zijn. Het is dus naar mijn gevoel onverantwoorde lijk die twee gebieden zo te scheiden. Als je alleen maar met religie bezig bent zonder dat je dat verbindt aan het dage lijkse leven, kan dat een vlucht worden uit de werkelijkheid. Aan de andere kant vervluchtigt de inhoud zo gemakkelijk als je alleen maar politieke zetten be raamt". Met enig afgrijzen beoordeelt Van Duijn nog steeds het politieke spel zoals dat vandaag de dag in Nederland gespeeld wordt. Ondanks de toegenomen belang stelling voor de milieuproblemen maken de grote partijen nog steeds de handen vuil. „Met machtsspelletjes redden we de wereld niet", verzucht Van Duijn. „Het is juist de oorzaak van veel ellende die we hebben opgeroepen. Menselijk heid, solidariteit en de betrokkenheid bij deze planeet is toch uiteindelijk het eni ge waarmee we verder komen? De con fessionele partijen van dit moment lij den aan het misverstand dat je uit een gesloten christelijke overtuiging onmid dellijk politieke conclusies kunt trekken. Maar het is zoeken geblazen in het le ven. De bijbel als uitgangspunt nemen en zeggen: daar legitimeren wij ons be leid mee, dat is niet de weg die ik zou willen volgen". Bijbel En toch is de bijbel een belangrijke in spiratiebron voor Van Duijn en de groe ne beweging in het algemeen. „De bijbel staat vol met groene boodschappen. De kern van de leer van Jezus zoals ik het begrijp is dat je liefde hebt voor het le ven en voor de schepping. En ook in het Oude Testament vind je grondslagen voor ecologische bewustwording. God sluit een verbond met Noach om de die ren te redden". Glimlacht: „Wist je dat een regenboog aan de hemel een teken is van dat verbond, dat God met al het vlees van de aarde gesloten heeft?". De natuur zëlf heeft Van Duijn uiteinde lijk op het religieuze spoor gebracht, zo vertelt hij. „In het begin van mijn pro- votijd geloofde ik niet in onstoffelijke verklaringen. Zeg maar dat ik afgeknapt was op mijn opvoeding, die nogal zwe- ZATERDAG21 SEPTEMBER 1985 verig theosofisch was. Maar ik was me er wel van bewust dat we radicaal moes ten ingrijpen om ecologische rampen te voorkomen. Geleidelijk ben ik me zo doende meer gaan verdiepen in de geest van de natuur, de aard van de natuur. Ik kwam bijvoorbeeld bij de heilige Fran- ciscus van Assisi terecht. Die praatte met de vogels en de bomen. Hij wilde de natuur niet onderwerpen, maar er deel van uitmaken. Daar voel ik me heel ver bonden mee". Gesprekken metbomen Zo'n houding, weet Van Duijn uit eigen ervaring, schept een speciale relatie met de wereld om je heen. Wat partijgenoten nogal eens tot onderdrukt gegrinnik bracht, waren Van Duijns verhalen over zijn gesprekken met natuurwezens, be richten over onderaardse krachten en andere mystieke zaken. Vooral met bo men heeft Van Duijn iets bijzonders. Vertelt: „Bomen zijn wezens die heel goed kunnen bemiddelen tussen de mens en de natuur. Ook in de stad lukt ze dat nog, daar heb ik grote bewonde ring voor. Zelfs op drukke verkeerspun ten kunnen eenzame bomen zich nog aardig handhaven en een grote zeggings kracht houden". „Hele boeken van mij komen uit bo men. Ik raak graag in gedachten in een boom. Dan concentreer ik me op een boom en dan ga ik er binnen, als klein mannetje. Wat ik dan zie is prachtig, een bron van inspiratie. Zonder bomen zou den we het niet klaarspelen. In een stad zonder bomen heerst een grafkelder stemming, een abstracte sfeer. Dat is ook het moeilijke in Brussel, waar ik vier dagen in de week werk. In die stad zijn vrijwel alle bomen gekapt. Het is een stad zonder wortels, zonder zuivere lucht, zonder leven. Het contact met de aarde is weg". Calvijn Andere inspiratiebronnen die Van Duijn de laatste tijd in toenemende mate aan spreken: Calvijn en de oude indianen. Het lijkt nogal een grote sprong van de anarchistische (provo)denkers Kopotkin en Bakoenin naar het Hollandse calvi nisme, maar zo moeten we dat niet be grijpen, bezweert Van Duijn. „Calvijn had iets vrij autoritairs en patriarchaals: de mens als kroon van Gods schepping, heer en meester over moeder aarde. Dat stuit me nog steeds tegen de borst. Maar het calvinisme heeft ook positieve ele menten, zoals het geloof in soevereiniteit in eigen kring dat door Abraham Kuyper is ontwikkeld. Dat is toch in feite de ba sis voor de decentralisatiegedachte ge weest? Ook het sobere. Wees zuinig met het goede der aarde heeft Calvijn ge zegd". Grinnikt: „Daar zit toch iets in". Over indianen: „Wat mij aanspreekt in hun gedachte is dat de mens zonder die ren een vervreemd en eenzaam wezen is. Dat bomen niet te koop zijn, omdat ze de geest van de voorvaderen en de her inneringen herbergen. Dat indianenbe- wustzijn is eigenlijk de enige manier waarop je de milieuproblematiek te lijf kunt gaan. Nu is er een veel te groot ge loof in technische oplossingen, terwijl de mentale basis voor die technische oplos singen vrijwel ontbreekt. Het gaat er niet om dat we als gekken waterzuiveringsin stallaties aanleggen, maar dat we vol res pect en liefde met de natuur omgaan. Dan komen de technische oplossingen vanzelf'. Laconiek Al met al is Roel van Duijn met het ver glijden der jaren, en misschien wel door zijn gesprekken met het groen in Gro ningen en Amsterdam, wat „milder" en „laconieker" geworden. Gooide hij in de woelige jaren zestig nog rookbommen naar de gouden koets, vandaag de dag beziet hij Prinsjesdag met een geamu seerde afstandelijkheid. Van Duijn: „Ik zie Beatrix en Claus niet meer als tegen standers. Ze spelen hun spel beter dan ik toen ooit voor mogelijk heb gehouden". Tijdens een congres van houthandelaren in Limburg drukte Van Duijn Claus de hand. „Toen heb ik gezegd: vroeger moest ik niets van u weten, maar ik heb toch wel waardering gekregen voor de manier waarop u werkt". Het interview met Van Duijn loopt ten einde, de pot thee in grootmoeders thee muts is afgekoeld. Morgen spoedt hij zich weer per openbaar vervoer naar Brussel om te discussiëren over het Eu ropees milieubeleid. „Schrijf maar dat ik me veel beter voel", zegt Van Duijn in de deuropening. „Ik heb dat provoge- voel van destijds een beetje teruggekre gen. Net als toen ben ik weer een politi cus zonder partij en een gelovige zonder kerk. En dat bevalt me eigenlijk prima".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1985 | | pagina 23