B
RAMPEN KRIJGEN VEEL PUBLICITEIT, MAAR ELDERS VALLEN MEER DODEN
Als er ergens een vliegtuig neerstort Krijgt dat in de media
aandacht en dat wil nogal eens leiden tot paniekerige read
Een risicoman op de tv zou echter kunnen uitleggen dat het i
verkeer veel meer slachtoffers eist, om van roken niet te
ken.
ZATERDAG 7 SEPTEMBER
MAASTRICHT Hoewel er
nog een vol kwartaal valt te
gaan, hebben tweeëntwintig
vliegtuigrampen dit jaar al
een tol van zeventienhonderd
doden geëist. Aanleiding tot
zorgelijk gekrab achter het
oor bij menigeen die voorne
mens was lijf en leden aan het
aërodynamische vernuft van
de reisindustrie toe te vertrou
wen. Vooral onder de ouderen
die in het naseizoen achter de
trekvogels aan het zuiden ple
gen op te zoeken, heerst onbe
hagen. Wat zou de risicoman
op de televisie tegen hen zeg
gen, nadat de weerman met
veel geschuif van wolken over
de buis de wenselijkheid van
een zonnevleugje had onder
streept Zo'n risicoman in het
NOS-journaal bestaat nog niet,
maar hij zou er moeten ko
men, vindt prof. Harry Struy-
ker Boudier, hoogleraar in de
farmacologie aan de Rijksuni
versiteit Limburg. Letterlijk:
„Net zo goed als veel dagbla
den en het televisiejournaal
een meteoroloog hebben voor
de weersvoorspelling, zouden
ze een epidemioloog moeten
hebben die het rampennieuws
kan interpreteren".
Wat zou de risicoman zeggen over
de golf van rampspoed die de bur
gerluchtvaart in 1985 getroffen
heeft „Als je de krantekoppen ziet
en al die verhalen leest, lijkt het
natuurlijk een afschuwelijke zaak",
preludeert de hoogleraar. „Dan
krijg je de begrijpelijke reactie van
mensen die hun vliegticket afbe
stellen en gedurende enige tijd
want de angst ebt altijd weer
weg niet door de lucht durven
reizen. Begrijp me goed: het is ook
verschrikkelijk. Maar de risico-
man Die zou ongeveer het vol
gende praatje houden. Gemiddeld
komen er per jaar bij vliegtuigon
gelukken negenhonderd mensen
om het leven. Dit jaar zijn het er al
zeventienhonderd; dat wordt dus
waarschijnlijk twee maal zoveel als
in andere jaren, hetgeen een rela
tieve risicofactor oplevert van
twee".
Maar de absolute risicofactor is veel
belangrijker, zou de denkbeeldige
risicoman volgens prof. Struyker
Boudier op de televisie uitleggen.
Hij zou zeggen: „Gemiddeld ver
liest jaarlijks een op de miljoen
luchtreizigers het leven. Dit jaar
zijn het er twee op de miljoen. En
dat is nog steeds een heel lage risi
cograad. Vergelijk het maar met
ons wegverkeer. Daar vindt jaar
lijks een op de zesduizend automo
bilisten de dood. De man die op
grond van het grote aantal lucht-
rampen dit jaar besluit niet het
vliegtuig te nemen, maar met de
auto naar Spanje te gaan, loopt dus
al voordat hij de grens is gepas
seerd, een veel groter risico dan
wanneer hij was gaan vliegen. Zo
zou het risicopraatje op de tv onge
veer luiden".
Actuele rampspoed
De om zich heen grijpende ge
slachtsziekte aids, nog zo'n actuele
rampspoed waarvan de media bol
staan. Wat zou het risicopraatje
daarover zeggen „Er zou op gewe
zen worden", improviseert de
hoogleraar, „dat ér blijkens analyse
van de getallen in een stad als New
York per dag een aids-dode valt.
Het aantal slachtoffers van roken is
vele rftalen groter. In Amerika ko
men per dag drie jumbojets vol pas
sagiers om het leven door roken,
maar dat lees je nooit in de krant.
Aids is een onbekende ziekte, dat
wel. En we weten niet hoe hij zich
zal ontwikkelen. Wanneer hij de
vorm van een epidemie zou aanne
men, ja, dan zou er een echte basis
zijn voor angst. Maar op het ogen
blik is de kans te sterven aan aids
in absolute termen gesproken ta
melijk gering. Voor de bevolking in
zijn totaliteit geldt dat dit risico ge
lijk staat aan het gevaar door de
bliksem getroffen te worden: 6,3 op
de schaal van veiligheidsgr^adeen-
heden. Het risico te sterven aan
een bijensteek is nog kleiner 6,7
op de schaal maar de kans het
leven te laten bij een vliegramp
5,9 op de schaal is toch weer
ietsje groter dan de mogelijkheid te
sterven aan aids.
De schaal van veiligheidsgraadeen
heden, af te korten tot VGE. Een
totaal nieuw begrip. Hulpstuk bij
uitstek van de toekomstige risico-
man, zoals de schaal van Beaufort
weermannen helpt windkrachten
uit te drukken of de schaal van
Richter geologen in staat stelt de
hevigheid van aardbevingen in een
cijfer te vangen. Daarover straks
meer. Eerst nog even een ander
voorbeeld van de wijze waarop een
risicoman naar het model van prof.
Struyker Boudier benarde gemoe
deren zou kunnen sussen. Dood
door narcose, ook zo'n schrikbeeld
dat regelmatig in de krantekolom
men wordt uitgemeten. „Ik heb
niet de exacte getallen", speculeert
de hoogleraar, „maar ik denk dat
het risico om door narcose te ster
ven in dezelfde orde ligt als de
kans dat een niet-rokende vrouw
onder de 25 jaar overlijdt aan het
gebruik van de pil; 4,4 op de VGE-
schaal. Anders gezegd: als voetgan
ger deelnemen aan het verkeer is
onveiliger. Dat zou ik, wanneer ik
risicoman was, een bange patiënt in
overweging geven".
Antwoord op de angst
Prof. Struyker Boudier heeft mee
gewerkt aan een boek dat „Risico's
meten" is genaamd. De andere
schrijvers van dit zojuist versche
nen „antwoord op de angst voor
een technologische cultuur" (zo
luidt de ondertitel) zijn de Duitse
hoogleraar in de medicijnen Klaus
Heilmann en de Amerikaanse pro
fessor in de fysiologie en de bio
techniek John Urquhart. Deze laat
ste komt tijdens het interview on
verhoeds binnenvallen; hij geniet
op het ogenblik een sabbatjaar en
brengt dat deels door aan de Rijks
universiteit Limburg. Waarom zo
veel hooggeleerde belangstelling
voor risico's dat er een boek uit ge
boren werd „Omdat we datgene
wat nu nog behoort tot het domein
van de angst willen overbrengen
naar het domein van de rede", zegt
Urquhart die eigenlijk de geestelij
ke vader van de risicoman is. „Ik
werd in de jaren zeventig op mijn
vakgebied geconfronteerd met de
angst die er leeft voor nieuwe ont
wikkelingen toen we een nieuwe
medicijn uitbrachten. Er bleek een
klein risico aan vast te zitten, maar
hoewel de gevolgen te verwaarlo
zen waren, bliezen de kranten het
enorm op. Ongeveer gelijktijdig
hield Lord Rothschild, de toenmali
ge wetenschappelijke adviseur van
de Britse regering, een lezing voor
de BBC waarin hij een voorstel
deed te komen tot een gemakkelijk
hanteerbare risicoschaal. Zo vatte
bij mij het idee post me met deze
materie bezig te gaan houden".
Er bestaan, aldus de redenering
van prof. Urquhart, enige risico's
waaraan de nieuwsmedia veel aan
dacht besteden, maar die bij
zorgvuldige analyse van de fei
ten heel klein blijken te zijn in
vergelijking met andere risico's. De
angst voor dergelijke betrekkelijk
geringe risico's berust ten dele op
twee factoren. In de eerste plaats
missen we een maatgevoel voor ri
sico's doordat er geen algemeen
aanvaarde maatstaf bestaat zoals de
gulden voor geld en de kilo voor
gewichten. In de tweede plaats
leidt de manier waarop de nieuws
media omspringen met informatie
vaak tot angst en paniek. „Veertien
mensen sterven aan mysterieuze
ziekte", melden het journaal en de
kranten. „Wat is de inhoud van
zo'n bericht anders dan dat er veer
tien slachtoffers waren scham
pert prof. Struyker Boudier. „We
krijgen geen enkel inzicht in hoe
veel mensen in gevaar waren, hoe
veel er helemaal niet ziek werden".
Misleidend
De Maastrichtse hoogleraar heeft
er de term „slachtofferjournalis-
tiek" voor bedacht. Om aan te to
nen hoe misleidend die kan zijn,
komt hij met een krantekop waarin
staat dat het verkeer in het Pink-
sterweekeinde veertien doden
heeft geëist. Rekent voor: „Gemid
deld vallen er zes verkeersdoden
per dag in Nederland. Voor de drie
dagen van het Pinksterweekeinde
betekent dat achttien doden. Maar
in de weekends vallen er meer ver
keersdoden dan door de week. Als
je het ^helemaal ^nauwkeurig becij
Prof. Struyker Boudier (links) en prof. J. Urquhart: „Veertien verkeers
slachtoffers in een Pinksterweekeinde is weinig, want volgens de statistie
ken kan men er drieëntwintig verwachten. De krantekoppen zouden dan
moeten luiden: Veilig Pinksterweekeinde; negen levens gespaard".
fert, kom je voor het Pinkster
weekeinde uit op een te verwach
ten aantal van drieëntwintig do
den. Het waren er veertien. Feite
lijk had die krantekop dus moeten
luiden: veilig Pinksterweekeinde;
negen levens gespaard".
De conclusie doet prof. Struyker
Boudier lichtelijk uit de slof schie
ten. „Deze slachtoffergerichte jour
nalistiek laat ons zitten met een
vage angst voor zaken als in
willekeurige volgorde de bom,
vliegtuigongelukken, loodvergifti-
ging, kankerverwekkende stoffen
in het voedsel, verontreinigde bo
dem, luchtvervuiling, misvormde
baby's, ontploffing van chemische
fabrieken, aids, radio-activiteit,
dioxine, kwik in vissen, het inhale
ren van andermans sigaretterook
en ga zo maar door. Uiteraard is
onze risicoschaal op zich niet vol
doende om onredelijke mensen te
veranderen in redelijke, maar een
duidelijke risicoschaal als onder
deel van onze gewone spreektaal
kan zeker bijdragen tot een ver
mindering van de manipulaties die
onredelijke lieden uitvoeren langs
de weg van bangmakerij en herge
bruik van misleidende statistieken.
Zonder de schaal van Richter zou
den we gedwongen zijn de kracht
van een aardbeving af te leiden uit
zoiets als de grootte van een kran
tekop. Voor risico's geldt hetzelfde.
Deze manier van manipuleren met
nieuws lijkt op de slager die met
zijn duim drukt op de weegschaal
waarop hij de biefstuk afweegt".
Risicofoto
Hoe kwam de risicoschaal tot
stand Men kan zeggen dat de
sterfte aan verkeersongevallen in
Nederland zestien per honderddui
zend inwoners per jaar bedraagt.
Maar men kan ook zeggen: het risi
co om in een jaar te sterven aan
een verkeersongeval, bedraagt een
op de zesduizend. Prof. Struyker
Boudier: „Het belangrijke element
is de eenvoud van de twee getallen
die dan worden gebruikt. Het lijkt
op de foto van een familiereünie. U
staat temidden van een groot aantal
personen die allemaal iets gemeen
hebben. De mensen op de foto zijn
allen lid van één familie. Precies zo
deelt iedereen in de risicofoto een
bepaalde activiteit. Het is geen foto
van iedereen die aan deze activiteit
deelneemt. Nee, op de foto staat het
aantal mensen dat deel moet ne
men om gemiddeld binnen een be
paalde hoeveelheid tijd een slacht
offer op te leveren. Met behulp van
logaritme vertalen we vervolgens
de risicofoto in cijfers die oplopen
van nul tot acht. Hoe lager het cij
fer, hoe groter het risico. Voor de
beklimming van de top van de
Mount Everest vinden we bij voor
beeld het getal 0,7. Uiterst riskant
dus, maar dat wisten we al. Voor
het gevaar van verdrinking door
een dijkbreuk in Nederland daar
entegen komen we uit op 7,0 het
geen betekent dat de Deltawerken
die kans wel erg klein hebben ge
maakt. Anders gezegd: op de risico-
foto van het verdrinken moeten
tien miljoen mensen staan om één
dode per jaar te krijgen, terwijl op
de risicofoto van de Mount Everest
vijf bergbeklimmers al genoeg ziin
om een slachtoffer op te leveren
Hantering van de VGE-schaal ij
die met het boek „Risico's mc^
zijn intrede heeft gedaan, biedtfc
helder, eenvoudig inzicht inj
mate en de aard van de gevi
waaraan het moderne leven
mens blootstelt. Neem onze
van voortbewegen. Dan blijkt i
torrijden op de schaal het mer
risico met zich mee te bren
(3,0), gevolgd door brommen
de auto (3,8), fietsen (4,4), en v*
gangers (4,7). In tegenstelling!
wat veel wordt gedacht, lcfi
voetgangers dus het minste gev|
maar hun risico in nog altijd gré
dan dat van de luchtreiziger v
veiligheidsgraad op de schaal fr
5,9 wordt gewaardeerd. Roken,!
is pas echt link. Bij één pakje b
dag wijst de schaal al 2,3 aan. O
risicofoto van de roker
slechts tweehonderd rokers te sl
om een dode per jaar op te levej
Men ziet: met behulp van de V&
schaal kan eigenlijk iedereen j:
eigen risicoman zijn.
„Alleen als we risico's in een i
gorde van belangrijkheid kun^
plaatsen", vat prof. Struyker A
dier samen, „is het mogelijk
verstandige discussie te vód 1
over de maatregelen en de kol
ter vermindering van risii j
Daarom stellen wij in ons
voor dat onze risicoschaal gebrti Li
gaat worden door de nieuwsmi
en door mensen die betrokken
bij beleidsbeslissingen aangaa f
risico's voor de gezondheid. Ui
aard zal het niet altijd mogelijk
de schaal te gebruiken, want
kunnen belangrijke gegevens t
een kwantitatieve benadering
breken. Maar in die gevallen is
van groot belang de bevolking i
te delen dat er nog niet voldoe
materiaal aanwezig is voor me!
of schatting van de mate van ri
en veiligheid. De bevolking 1
dan weten dat een oordeel ui?,
steld moet worden totdat er n*
informatie beschikbaar is. Een
bevredigende situatie welli
maar ze is zeker te verkiezen
ven het bombardement van
slachtoffergerichte journalistiek
nu gebruikelijk is. Systematisch
bruik van de risicoschaal zou
kwaliteit van de brede maatsch
pelijke discussie over de geva
van de moderne technologi*
maatschappijk duidelijk kun^^k
verbeteren". L~^
PIET SNOEI I