n enri van Vredenburch: een zondagskind in de diplomatie ier gidsen het spoor an Dominicus Een dubbelganger voor Bertrande (Elke anderhalve seconde Peest iemand een Penguin DE KEER BOEKEN fieidaeSoiwant VRIJDAG 6 SEPTEMBER 1985 PAGINA 11 teleurgesteld was jonk- mr. Hendrik Frederik iewijk Karei van Vreden- h toen hij besloot om, als ;r ooit toe zou komen de nneringen aan zijn ambte- loopbaan te boek te stel- daaraan als titel te geven: n Haag antwoordt niet", geschiedde in de lente van Hij was toen 42 jaar en in ivia gedelegeerde van het rbestuur in Nederlands met de waardigheid en r van minister, rst moeizaam en frustre- verliepen tussen de :e en tweede politionele de onderhandelingen de op Java uitgeroepen ubliek Indonesië. Vreden- ter rfh zette al zijn diplomatie- d cPn juridische bekwaamhe- appliin, maar zag het spel toch t hof°ren gaan. Want de poli- 9rin<P troefkaarten zaten bij de inpartij. Niet alleen bij de ubliek zelve, maar ook bij (vals spelende) allerminst iraal te achten commissie goede diensten, die door ferenigde Naties derwaarts gezonden. En aan het te- pel van Den Haag bleven i|| elijkheid, vaste lijn en Éll tuigde inzet ontbreken. IIP 6a* Batavia wel ant- m "d. maar meestal te laat en ïn volledig van instructie, was allemaal wel te begrij- De regering zat moeilijk J verkiezingen op komst, I forse oppositie tegen elk leven aan Indonesische ei- Jhr. Van Vredenburch staat de pers te woord aan boord van het transportschip Renville, dat de Amerikaanse regering ter beschikking had gesteld voor besprekingen tussen Nederland en Indone sië over een bestand. sen en zóveel andere proble men, dat Indië zo'n beetje „er bij" werd gedaan Wankelmoe digheid, traagheid, draaihar- tigheid, het gemis aan priori- op 1 juli '48 opgelucht naar een teit: Vredenburch en hij nieuwe post in zijn boeiende niet alleen vond ze onver- loopbaan, die sterk afwisse- dragelijk en vertrok dan ook lend bleef tot het einde toe. Een internationale betrekking in Tanger ditmaal: administra teur van Spaanse, Franse, Ma rokkaanse en nog vele andere belangen. Hij bleef er drie jaar, een voor treffelijk beschreven hoofd stuk in zijn onlangs versche nen memoires, die de ooit door hem voorgenomen titel zijn blijven dragen. Misschien niet helemaal terecht. Want van de einde 1981 in Zwitserland over leden auteur mag men eerder zeggen, dat hij een zeer succes vol zondagskind in de diplo matie is geweest, die met en in Den Haag meer aangename dan onplezierige contacten heeft onderhouden, ook al vond hij het er wat „provinci aal". Acht voornamen Hij begon er in 1932 zijn loop baan aan de kabinetsafdeling op het departement van Bui tenlandse Zaken, zou daar nog enkele malen in steeds belang rijker functies terugkeren, maar zwierf meestentijds de wereld rond: Hamburg, Bue nos Aires, Londen (1940-1942, met een aanvankelijk inter mezzo als regeringscommissa ris voor de Nederlandse oor logsvluchtelingen in Frankrijk en Spanje), Washington, Cara cas, San Francisco, Batavia, Tanger, Parijs (ook als plaats vervangend secretaris-gene raal van de NAVO), opnieuw Londen namens de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en tenslotte ambassa- deursposten in Bonn (1959- 1962) en Rome (benevens Mal ta) tot 31 oktober 1970, toen hij 65 werd. Hij was geboren in Wenen en daar oorspronkelijk met acht voornamen opgetuigd, vier in het Duits en vier bijzonder: Rosarius, Caspar, Melchior en Baltasar. Heinrich etc. werd Hendrik in 1928, en het kwar tet van Rosarius en de Drieko ningen liet hij toén schrappen. Zijn moeder was een Italiaanse Duchi di San Valentino e Mar- chesi di Bugano. Zijn vader werd, na in 1927 als gezant in Brussel te zijn over leden, betrokken bij de ge ruchtmakende affaire, waarin de Haagse hoofdcommissaris Van 't Sant, de mysterieuze Elisabeth le Roi en koningin Wilhelmina hoofdrollen speel den. kortom de kwestie rond de fabuleuze „zoon van prins Hendrik". Geen wonder dat Vredenburch in 1940 in Lon den op Van 't Sants verzoek om medewerking heeft geant woord, dat, als 's lands belang dat eiste „hij zelfs wel met de duivel wilde samenwerken". Vredenburchs memoires, door Chris A.J.van Koppen pers klaar gemaakt en uitstekend van toelichtende noten voor zien, tellen talrijke boeiende beschrijvingen van mensen, si tuaties, sferen en landen. In zijn voorwoord schetst André Spoor hem als een uitzonder lijk man, een kosmopolitische grand seigneur, met een zeer snel en voortreffelijk functio nerend brein, tot scherpe ana lyse en creatieve synthese in staat, bovendien tot „briljant radicalisme" geneigd. punt „Ik Èen niet stoïcijns van aard en mijn kookpunt was in die dagen laag", zegt Vredenburch van zichzelf in zijn Londense tijd, ongeduldig van nature. Zijn carrière weerspiegelt dat ongeduld: hij zat nooit lang op eenzelfde stoel. Zijn boek ge tuigt nog van een andere ka raktertrek: gevoel voor ironie en humor, een eigenschap die hij ook in anderen het meest waardeerde en door een reeks anecdotes onderstreept. Het uitvoerigst is zijn geschrift (ruim 200 van de 570 pagina's) over de krap vijftien maanden waarin hij als direct betrokke ne op het Indonesische theater mede het spel bepaalde. Zeker was hij over deze periode zelf het minst gelukkig, maar er blijkbaar het best over gedocu menteerd gebleven, en aldus draagt dit deel van zijn werk het meest tot de algemene ge schiedschrijving bij. Daaraan gaan ook bladzijden vooraf die de sfeer van een familie-al bum ademen, ervaringen die allereerst voor vrouw en kin deren lijken te zijn vastgelegd. Op zijn best als verteller is Vredenburch over zijn entree op het Plein in 1932, over Tan ger en Adenauers Bonn, over Sardinië en de rest van histo risch Italië. En telkens op nieuw over de vele mensen, vaak interessante, die hij in zijn leven en werk heeft ont moet en gewaardeerd. Natuurlijk hielp hem het sa- voir vivre van huis uit, telg van welgestelde adel als zove- len in de toenmalige diploma tieke dienst, waar het vanzelf sprekend werd geacht dat men uit eigen middelen fors bij droeg in de kosten, die door de officiële bezoldiging slechts ten dele werden gedekt. Wei nigen konden het Henri van Vredenburch nazeggen, dat hij het over „oom Herman" had als het om de geduchte oud minister Van Karnebeek ging. Voor dit zondagskind beteken de „van huis uit" dan ook een familie, die al sinds vele gene raties in Rijswijk de buitens Steenvoorde, Overvoorde en De Voorde bezat. Het siert hem dat hij in vaderlandse dienst ruimschoots het formaat heeft getoond waartoe adel verplicht. JAN ONSTENK „Den Haag antwoordt niet". Herinneringen van jhr.mr. H.F.L.K. van Vredenburch. Uitg. Martinus Nijhoff, Lei den. Prijs ƒ59,50. Ier de naam van wijlen de |Sju£maarse leraar Jo Domini- ïtent geeft Gottmer in Haarlem tiefi reeks reisgidsen uit, waar- icatl een nieuwe generatie >en irijvende en fotograferende JStabetrotters haar krachten jn ing beproeven. Dat blijft een srg fhelijk karwei. De opdracht Dm objectieve informatie te ren met een persoonlijk tin- fet i De beoogde doelgroep be- amtat daarbij uit toeristen, itroiar dat zijn nu eenmaal ui- s. Ikt subjectieve mensen, met o| uiteenlopende interesse- aatireri en reiservaring. n het voorlichten van zo n mengd gezelschap blijkt ___8n op twee klippen te kun- asn stranden. Enerzijds een euterige verteltrant, waarbij lezer als een soort onmon- wordt toegesproken. An- rzijds de veronderstelde bdzaak van volledigheid, die li resulteren in een overstel pende opsomming van al dan niet belangrijke feitjes en weetjes. Het gulden midden zou met name kunnen worden bereikt door te informeren aan de hand van in flink formaat dui delijk afgedrukte plattegron den, waarop eventueel ook een aanbevolen route bijvoorbeeld in rood is aangegeven. Dat voorkomt eindeloze beschrij vingen van linksaf, rechtsaf, rechtdoor en weer even terug. Maar in dat opzicht zijn de vier onlangs verschenen delen in de reeks (nog) niet hand zaam, al is er verder veel goeds van te zeggen. Het gaat allereerst om Zuid Spanje (256 blz), met name Andalusië. Daar vinden we Granada, Cordoba en Sevilla, waarover Ben van Wakeren boeiend weet uit te pakken, terwijl ook de Costa del Sol, de Costa del Almeria en de Costa Blanca een beurt krijgen. Goed is hier eveneens het stuk meer algemene, ook histori sche informatie. Herman Beliën is rondgetrok ken door en langs Eifel/Moe zel (251 blz) en betrekt daar gelukkig ook uitgebreid de drie bezienswaardige steden bij die de grenzen van de streek markeren: Aken. Keu len en Trier, compleet met het rijke erfdeel van de Romei nen. Ad van Bentum schreef een aardige gids over het boeiende Champagne (188 blz), met top pers als Reims, Troyes en Ver dun. al zouden we bij de slag velden liever niet de opmer king „toeristische rondreizen" hebben gelezen. Moet men hier niet eerder in verbijsterde stilte pelgrimeren? Tenslotte slaan helaas kneute righeid en volledigheidsneuro se het hardst toe in de gids die Karin Schaedtler aan Het Hart van Engeland (276 blz) heeft gewijd. Een interessant gebied, met Oxford en Cambridge, Stratford, Coventry, de Cots- wolds. maar daarover hier te vens veel overtollig gebabbel. Overigens is ook deze gids. zo als de drie andere, rijk met zwart-wit foto's geïllustreerd. JAN ONSTENK Dominicus Reeks: Zuid Spanje, Eifel/Moezel, Cham pagne, Het hart van Enge land. Uitg.Gottmer, 23,95 per deel. - H(Van onze correspondent Roger Simons) )NDEN In Groot- tittannië is tegenwoor- e geen enkele politieke r beurtenis meer hele- aal rond zonder dat ze )rdt geanalyseerd in een 'enguin Special". Deze eciale uitgaven van inguin Books verschij- in al sinds augustus 37. Het is gebruikelijk rgelijke actuele Specials tend snel te laten schrij ft en op de markt te (engen. Michael Crick, ft verslaggever van het mmerciële tv-kanaal tannel Four, is momenr el recordhouder. Van n hand zijn verschenen t Special: „Militant" en icargill and the Miners" 'anirthur Scargill en de :ra<jjnwerkers). Toen deze boAtste titel uitkwam, was laai langdurige Britse mijn- i rfking nauwelijks een idefcand voorbij, tmc resjick werkt momenteel aan kWh nieuwe Penguin Special, ie lfcnaal gewijd aan Eddie vanah, een in Engeland zeer is kende uitgever van huis- niftn-huisbladen. Shah die het it I 1983 hevig aan de stok verheg met de grafische bon- caft, is van plan komende len- een modern nationaal dag- id te lanceren. De antieke gbnten van Londens Fleet betreet zien de gok van Shah mnft grote angst tegemoet. Een lanek over die durver van Per- zdche afkomst zal zonder twij- isl goed verkopen. Penguin natoks brengt het op de markt :ld nd de tijd dat het eerste duimmer van Shahs nieuwe uingblad verschijnt. et J ;t jeruiteave datndat ae Penguin Pockets dit roelr hun gouden bestaansfeest t vferen de herdenking is indaag begonnen en duurt Georges Simenon, Luikse vader van de we reldwijd bekende detecti ve Maigret, is de vrucht baarste Penguin-auteur nog in leven. Tot op he den zijn 97 van zijn boe ken als Penguin-pockets verschenen. Het papier van de Pen guin-pockets wordt ex clusief vervaardigd voor de uitgever. Het heet Penguin Book Wove. Jaarlijks wordt voldoen de papier verbruikt om 900 Londense dubbeldek kers te vullen. 9 De Penguin-pocket die nog steeds het beste ver koopt is „The F-Plan Diet" door Audrey Ey- ton. Nadat dit boek in mei 1982 verschenen was, werd er in vier maanden een miljoen exemplaren van ver kocht. Geen enkel ander dieetboek in de Engelse taal geniet zoveel bijval. 0 Bij gelegenheid van zijn 90e verjaardag publi ceerde Penguin op 26 juli 1946 tien werken van George Bernard Shaw. Van elk boek werden honderdduizend exem plaren gedrukt. Het hele miljoen, verkocht voor een shilling per stuk, ging in minder dan 6 we ken van de hand. voort tot 5 november ver schijnt momenteel ondermeer een fraaie facsimile-heruitga ve van de eerste tien Pen guins. Ze zitten in een keurige doos en zijn vergezeld van een bloemlezing van persreacties, daterend uit de jaren 1935-36. Deze tien pockets werden op 30 juli 1935 voor het spotkoop je van sixpence of een halve shilling per exemplaar op de markt gebracht door de jonge uitgever Allen Lane. Sixpence (ongeveer 35 cent) kostte in die tijd ook een doosje met tien sigaretten. Voor een gebonden boek werd gemiddeld zeven en een halve shilling ge vraagd. Op 16 september 1560 werd te Artigat in de Franse Pyrene eën Arnaud du Tilh, alias Pan- sette (het buikje) opgehangen. Het schavot stond tegenover het huis waar hij zich vier jaar eerder bij de mooie, dertigjari ge Bertrande de Rols had aan gemeld als zijnde haar verlo ren gewaande echtgenoot Mar tin Guerre, die acht jaar tevo ren met de noorderzon was vertrokken. Een wonderlijke historie. Geloofde Bertrande echt dat de dubbelganger haar eigen Martin was? Zij leefde in elk geval jarenlang met hem samen en schonk hem twee dochters. Het dorp twijfelde, half om half, heilig ervan overtuigd dat Arnaud de echte Martin of een overigens ui terst welbespraakte en uitge slapen bedrieger was. De familie Guerre spande tenslot te een proces tegen hem aan. En tijdens de rechtshandelin gen keerde ineens ook de ech te Martin weer terqg, met één houten been, erfenis uit de slag bij Saint-Quentin, waar aan hij op 10 augustus 1557 aan Spaanse kant had deelgeno men. Du Tilh's huwelijksbedrog le verde stof voor een van de be roemdste Franse verhalen. Een Amerikaanse, Natalie Ze- mon Davis, heeft van en rond om de gebeurtenissen een voortreffelijke historische re constructie geschreven: „De terugkeer van Martin Guer re", boeiend, rijk gedocumen teerd, een aanwinst voor het genre, dat met onder meer Le Roy Ladurie's „Montaillou" een actuele bloei beleeft. JAN ONSTENK Natalie Zemon Davis: „De terugkeer van Martin Guer re". Uitgeverij Elsevier. Prijs ƒ29,50. Net zoals de Eddy Shah thans had koesterde Allen Lane ge durfde plannen: massaproduk- tie en -distributie van „intelli gente boeken voor intelligente mensen" tegen een prijs die ie dereen zich kon veroorloven. In de crisistijd van de jaren dertig was dat een gewaagde onderneming. Lane twijfelde geen ogenblik aan het welsla gen van zijn project; zijn con currenten daarentegen noem den het onpraktisch en onmo gelijk. In kiosken De eerste pockets werden niet alleen verkocht in boekwin kels, maar ook in krantenkios ken en door de goedkope wa renhuizen van Woolworths. Allen Lane kreeg praktisch onmiddellijk gelijk. Tot grote verbazing van journalisten, uitgevers en boekhandelaren verkocht hij in zes maanden zo'n miljoen Penguins. Deson danks viel het commercieel gezien niet direct mee. De uit geverij van Allen Lane wei gerde haar jongste produkt verder te financieren. Daarom werd op 15 januari 1936 door Allen Lane en zijn broers de onafhankelijke maatschappij Penguin Books Ltd. gesticht. De crypte van de Holy Trini- ty-kerk deed dienst als maga zijn, en ook de boekhouding was daar ondergebracht. Het personeel ondervond er veel last van doodkisten en grote horden muizen. De eerste Pen guins genoten een zekere be kendheid wegens hun vreem de geur en vaak voorkomende sporen van knaagtanden. Op 4 augustus 1937 werd te Harmondsworth, in Middlesex, de eerste steen gelegd van het gebouw dat nog steeds het ma gazijn van de uitgeverij is. Af gelopen jaar werden van daar uit niet minder dan 41 miljoe nen boeken verzonden. Ook tijdens de oorlogsjaren was de vraag niet te stuiten. Het geesteskind van Allen Lane had toen al navolgers. De eerste echte imitator was de Amerikaanse, in 1939 ge stichte uitgeverij Pocket Books Inc. Achterberg De vernieuwde reeks Syn these (de vernieuwing begon met een indringende analyse van „De Aanslag" van Harry Mulisch) wordt voortgezet met gen beschouwing over de dichter Gerrit Achterberg („De wereld van Gerrit Ach terberg"). Aan het eind van zijn boek komt de auteur. A. Middel dorp, met een korte beschou wing over biografische gege vens, waar hij niets mee te maken wil hebben. Het be kende noodlottige drama in Achterbergs leven vindt Middeldorp niet van belang voor zijn studie van diens poezie: „Waarom wil ik van die particuliere biografie van een dichter afblijven?" vraagt hij zich af. „Om het maatschappelijk verschijnsel van de steeds groeiende be lustheid op het schandeel voor de betrokkene veelal de ramp waarbij een onfrisse nieuwsgierigheid zich dan ook nog gaat aandienen als literaire belangstelling". Er is voor Middeldorp echter nog een belangrijker reden: „De biografisten menen het gedicht uit het leven van de dichter te kunnen verklaren; zij streven naar levensbe schrijvingen waarin de ver zen passen als psalmen in een preek. Maar zo simpel is het niet". Dat is natuurlijk voor een groot deel wel een gezonde opvatting, maar de Achter berg-literatuur van de laatste jaren heeft zoveel laten zien over details in de poezie van de man, die zo nauw verbon den zijn met het leven van de dichter (afgezien nog van de meest dramatische ge beurtenissen daarin), dat een dergelijke opstelling voor een beschouwer van Achterbergs werk wat twijfelachtig lijkt. Een lesje van Eco Umberto Eco, de auteur van het befaamde „De Naam van de Roos", heeft in 1977 een heel ander soort boek ge schreven: „Hoe schrijf ik een scriptie". Dat is dan de Ne derlandse titel van „Coiïie si fa una testa di laurea", dat in Italië naar verluidt be schouwd wordt als de ideale scriptie-hulp. Uitgeverij Bert Bakker heeft het laten verta len: meer dan 250 pagina's lang geeft Eco in dit boek les in het maken van een scrip tie, speciaal voor wat meer gevorderden: „Het hoe en waarom van de doctoraals criptie" of „Hoe stel ik een werkschema op" of „Hoe maak ik een kaartsysteem". Je kunt er je voordeel mee doen. volgens de uitgever vooral als je student bent in de Letteren, Sociale Weten schappen, Rechten of Filoso fie. Vertalers Yound Boeke en Patty Krone hebben de Itali aanse situaties uit de origine le studie een beetje naar onze wereld omgewerkt. Afscheid „Een afscheid" heet een nieuwe verhalenbundel, waarin veertien, tot dusver nog niet gepubliceerde ver halen van evenveel Neder landse auteurs bijeen zijn ge bracht door Albert Donk. Het komt erop neer, dat deze sa mensteller een aantal auteurs om een verhaal verzocht dat als thema zou hebben: „af scheid nemen..." Door de me dewerkers is dat heel recht lijnig uitgevoerd. allerlei soorten van afscheid komen aan de orde op allerlei ma nieren: droevig en leuk, ab surd of realistisch. Onder de deelnemende auteurs: Han nes Meinkema, Herman Pie- ter de Boer, Ben Borgart, Jan Willem Holsbergen. Verras send is het niet! Herinneringen Rico Bulthuis, die vele jaren deel uitmaakte van het Haag se kunstleven, waar hij in een van de Haagse dagbladen dan ook verslag van aflegde, heeft een autobiografisch verslag te boek gesteld. Het gaat om de periode na de be vrijding, die de auteur „gril lig" noemt. Het boek heet „De koorddansers en andere herinneringen" en het wordt verder getypeerd als een ver slag van „De wereld van de Haagse kunstenaars kort na de bevrijding. Ontmoetingen met Jan Arends, Bordewijk, Bloem, Marja, Vestdijk en anderen de mensen die de legendarische uitgever Stols om zich heen verzamelde". Veel anecdotes, waarbij met M.van Amerongen Het matrassengraf Heine's sterfbed 1848-1856 N ij Open Domein/1 een groot genoegen (dat de schrijver nogal nadrukkelijk ten toon spreidt) vele kroeg en sociëteitsgebeurtenissen breed worden uitgemeten, wat niet altijd zo noodzake lijk lijkt. Bulthuis spreekt tussen neus en lippen heel wat waarde-oordelen over collega-auteurs uit. Heiiie Onder de merkwaardige titel „Het matrassengraf" is er een bijzonder prettige biografie verschenen door M. van Amerongen, waarin hij zich bepaalt tot de laatste acht jaar van Heines leven. „Hei ne's sterfbed" luidt de tweede titel van het boek dan ook. De grote Duitse dichter Hei ne verbleef zijn laatste jaren in Parijs, waar hij in 1848 aan een geheimzinnige ziekte be gon te lijden, die hem tot aan zijn dood in 1856 het leven onmogelijk zou maken. Die acht jaar zijn „legendarisch" geworden: „De gehele Franse en Duitse intelligentsia van die tijd maakte een pelgrima ge naar de duistere bovenka mer in de Rue d'Amsterdam. Daar trof zij de beroemde dichter, uiterlijk een uitge teerd toonbeeld van ellende, geestelijk echter even fris als in zijn beste jaren". In deze tijd schreef Heine „zijn meest mannelijke proza en zijn flonkerendste gedichten". Van Amerongen heeft heel wat materiaal over Heine verwerkt in zijn boekje, waarin hij heel veel onthul lende, treffende en ook bitte re anecdotes vermeldt. Aan het slot brengt hij verslag uit van zijn bezoek aan Heines graf op het Parijse kerkhof van Montmartre, waar hij zich laat fotograferen naast de sokkel met de buste van de dichter, die het graf siert. Hij is er getuige van hoe een jongeman het in steen gegra veerde gedicht nauwkeurig overschrijft en hij noteert dan de ondertekening van dat beroemde vers („Wo?"): „Enri Einé, romantique de- froqué". Van Amerongen be sluit dan met: „Als u in Parijs bent en u hebt toevallig een begonia bij u, vergeet dan niet hem een bezoek te bren gen." je Melgers heet „Spaanse fu rie" en het bevat twintig kor te verhalen, die vrijwel steeds eenzelfde wat gefor ceerde sfeer hebben. Het gaat Aafje Melgers kennelijk om de vele bizarre verschijnings vormen waarin affectie of liefde zich kan verstoppen, en dat levert soms een kleine aardige vondst op. Maar de herhaling en de steeds weer gelijke manier waarop zo'n verhaal zich ontwikkelt, roept bij het lezen van dit boekje al te gauw een be hoorlijke dosis verveling op, terwijl dat in deze furieuze gebeurtenissen nou net voor komen moest worden. Veelal is een meisje dat Aafje heet de hoofdpersoon van het ver haal en vaak vertelt dat meisje dan allerlei gebeurte nissen, die zich in haar leven hebben afgespeeld, voorna melijk omdat ze met sex te maken hadden. Dus lees je over kerels die aan de rand van het bos hun broek lieten zakken, toen ze langs fietste, of jongens die al dan niet handig of leuk versierpogin gen ondernemen. Allerlei an dere rare vogels moeten de verhalen wat oppeppen, van daar veel exhibitionisen, prostituees, nachtclubeige naars, porno-boeren, en nog meer van dat soort lieden (in dat rijtje staat bij Aafje Mel gers ook nog schaamteloos: „vrachtwagenchauffeurs", waarmee ze wel om moeilijk heden moet smeken met een bepaalde groep van de be roepsbevolking). Spaanse furie Furie Het verhalendebuut van Aaf- Aafje Melgc-n Handke De Arbeiderspers brengt een herdruk van het bekende verhaal „De korte brief bij het lange afscheid" van Peter Handke, de bekende Duitse auteur, van wie erg veel in Nederland werd vertaald. Deze herdruk dient mogelijk mede als een-soort begelei ding van de eerste uitgave van een tot dusver nog niet in het Nederlands uitgegeven verhaal van Peter Handke: „De Chinees van de smart". Hoofdpersoon daarin is een leraar oude talen, die ge scheiden van vrouw en kin deren woont in Salzburg. Hij werkt niet meer en Handke volgt hem in een fase van PETER HANDKE De Chinees van de smart zijn leven, waarin hij door een paar gebeurtenissen tot nieuwe inzichten tracht te komen en tot een nieuw le vensgevoel. „Een typisch Handkeboek", vermeldt de uitgever, vanwege de symbo len en rituelen, die een heel opvallende rol spelen in dit verhaal, dat in 1983 in Duits land uitkwam en nu vertaald is door Hans Hom. In deze rubriek genoemde en besproken boeken: A. Middeldorp: „De wereld van Gerrit Achterberg"; Syn these-reeks, De Arbeiders pers. Prijs ƒ26,50. Umberto Eco: „Hoe schrif ik een scriptie"; uitg. Bert Bak ker. Prijs ƒ29,90. „Een afscheid", nieuwe ver halen van Hannes Meinke ma, Maurits Mok, Herman Pieter de Boer, e.a., samenge steld door Albert Donk. Uitg. Unieboek-Agathon, Weesp. Prijs ƒ24,50. Rico Butlhuis: „De koorddan sers en andere herinnerin gen"; Uitg. Nijgh-belletrie. Prijs ƒ28,50. Martin van Amerongen: „Het Matrassengraf"; Uitgave in reeks „Open Domein", De Arbeiderspers. Prijs 42,50. Aafje Melgers; „Spaanse fu- rie"-verhalen. Uitgave Tho mas Rap. Prijs 22,50. Peter Handke: „De korte brief bij het lange afscheid" 24,50) en „De Chinees van de smart" 29,50). Uitgaven van De Arbeiderspers. (ADVERTENTIE) BOEKHANDEL LEIDEN - LEIDERDORP OEGSTGEEST KATWIJK VOORSCHOTEN All# op deze pagina besproken boeken zijn bij ons direkt lever baar. óf vla onze TERMINAL t# bestellen en dan binnen drie da gen verkrijgbaar.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1985 | | pagina 11