^Zoetemelk kan nog jaren mee Elinault onulairder lan ooit Nederlandse renners redeliik tevreden - MAANDAG 22 JULI 1985 PAGINA 9 EIDSE VERZORGER COCK VAN LEEUWEN: plaats i 99 Op de twaalf plaats in het alge- [en klassement heeft Zoetemelk in onheid afscheid ge- van de Tour de Zijn vijftiende was de laatste. „Ze- weten", zei hij zon- een zweempje aarze- in zijn stem gister- iag op de Champs in Parijs. „Ik heb 'nu echt genoeg van. was mooi, maar het a'slde is nu gekomen". Zoetemelk wordt 3 de- Iber 39 jaar. Hij stapt voor j één seizoen op de race- s. Hij heeft ploegleider i Raas inmiddels de verze- I in kleinere etappewed- jen, één of twee klassie- (5, het Nederlands kampi- Joop Zoetemelk werd wegens ziin grote verdiensten voor de wielersport op het podium geroepen, waar Bernard Hinault de Nederlander feliciteerde. oenschap en om afscheid te nemen van het publiek in de nationale reeks criteriums. Zo had hij dit jaar al willen indelen, maar de overwin ning in de Tirreno-Adriatico en uitstekende prestaties in onder meer de Ronde van Romandie zetten Raas er toe de veteraan om te praten voor de Ronde van Frank rijk. Joop heeft er geen spijt van te zijn gezwicht. „Het ging beter dan ik verwachtte. Ik kon ontspannen meerijden en ik heb het zo zuinig moge lijk gedaan. Het aanklampen ging uitstekend, iets extra's zat er niet in. Moeilijke da gen heb ik niet gehad, alleen op de Aubisque voelde ik de jaren heel erg in mijn benen. Verder ben ik geen enkele keer leeg geweest". Waar Zoetemelk op zijn leeftijd wel heel moe van werd, was de drukte om de koers heen. Nooit was het zo'n chaos als dit jaar. Zoetemelk: „Al die mensen die op je af kwamen. Ik zal blij zijn als ik daar vanaf ben. Ik was net Japie in een kistje." Vijftien starts in de Tour, vijftien keer aan de eind streep in Parijs. Eén keer ge wonnen (1980), zes keer tweede, drie keer niet bij de eerste vijf, tien etappezeges, 22 gele truien, weinig ren ners hebben zo'n staat van dienst. De Belg Lucien van Impe reed als enige eveneens vijftien Ronden van Frank rijk uit. Joop kwam in het bezit van vele records. „Dat zegt mij allemaal niets", maakte hij duidelijk. Geen afscheid Volgens Cock van Leeuwen uit Leiden, vele jaren de per soonlijke verzorger van Zoe temelk, zou Joop nog geen afscheid behoeven te nemen. „Hij kan nog jaren verder als hij wil. Als ik hem toch bezig zie aan zijn fiets, met ver snellingen voor een tijdrit, het bestuderen van het par koers, dan zeg' ik: jij hoeft niet te stoppen". Zoetemelk is een andere me ning toegedaan: „Ik heb me voorbereid op mijn afscheid. Ik wil er nu echt mee ophou den. Volgend jaar nog een af- bouwseizoen en dan ga ik mij aan mijn gezin wijden. Ik ga goedmaken, dat ik zo lang en zo veel van huis ben geweest. Vergeet niet, dat ik sinds 1970 seizoenen heb gemaakt van februari tot oktober". In Parijs verklaarde Neder lands populairste en bekend ste renner aller tijden niet op te zien tegen de tijd, waarin hij niet meer fietst. „Ik zie die dag al jaren aankomen, ik ben er goed op voorbereid. Het lijkt me een heerlijke tijd. Weg uit de wielersport, iets totaal anders doen. Na volgend jaar ziet de wieler- wereld mij niet meer terug". 'TCSBsmm rs In de winter seden hield het blad Ët Inter" een enque- ler het Franse p,u- Naar welke Franse gaat uw sympathie iÜ6 Procent koos voor EO-ard Hinault, 22 pro- wa?oor L3111"6111 Fignon, ew*aar procent noemde adiojmen van Pascal Si- |n4Ó en Charly Mottet. 1 dide reacties van het p mtsk gemeten dienen n. cijfers al weer bijge- te worden, want «.3rd Hinault is popu- ie M»r dan ooit. Op de «JHps Elysees kreeg de gistermiddag ova- toejuichingen. Het 'ilsof de mensen zich st waren van het his- Zweh moment, de egali- tcj van het record van p^til en Merckx. 18.5 |0S 'ar als Parijs zich in de Klaslw van Eiffeltoren en Aa«f de Triomphe opmaakt Tourwinnaar te huldi- comt er iets feestelijks ■3° Je karavaan. Op de ere- °0 f zitten de dames ge- ,t herv°l6ens de laatste Parij- lieuwde, en de heren in kos- van fijne snit. Bernard woont 500 kilometer Mig(it mondaine Parijs van daan. En hij wil het ook zo houden. Zijn wereld is com pleet anders en het defile, dat gistermiddag op de Champs Elysees voor hem werd gehou den, zal waarschijnlijk het laatste zijn in zijn leven. Hinault stopt op 14 november 1986, het volgend jaar op zijn verjaardag, en wij zullen hem ons herinneren als de kam pioen die van zijn generatie met de meeste cc.'s gemonteerd was, hetgeen hem in staat stel de op zijn werkelijke top hele etappes praktisch alleen op kop te rijden. Die tijd ligt in middels, dat is in de voorbije weken gebleken, een heel eind achter ons. Zijn vijfde zege is waarlijk niet de briljantste, maar dat weet Hinault als be kwaam analyticus zelf ook wel. Hij, de perfekt gepro grammeerde professional, heeft in feite één essentiële fout gemaakt. Dat was op de twaalfde dag op weg naar Avoriaz, toen hij zich door de aanhoudende minachting van Laurent Fignon in de media liet verleiden tot een aktie die hij tevoren in het scenario van zijn overigens subliem geregis seerde en uitgewogen Tour geenszins had opgenomen. Ge durende meer dan twee uur verdedigde de Breton aan de zijde van Herrera zijn stelling, dat hij echt nog wel kan klim men. Het was voor een 30-jari- ge een uitputtende slag, die amper een minuutje winst op leverde. Kostbaar Deze onbezonnen aktie en na dien de val in St. Etienne maakten hem in de Pyreneeën kwetsbaar. De vermoeidheid had zich van hem meester ge maakt en zelfs bij deze uitzon derlijke atleet bleken de woor den van Joop Zoetemelk aar dig te kloppen: „Als je de 30 gepasseerd bent, recupereer je niet meer". Zo diende Hinault, op de rand van zijn ontluiste ring akterend, naar middelen te grijpen, die hij vroeger zelf verafschuwde. De combine, het samenzweren met de con currentie. En: het indringend tot de orde roepen van de Amerikaan Lemond, die te laat besefte dat hij de Ronde op een been zelf had kunnen winnen. En dit alles geschiedde in een Tour, waarin Goddet en Levi- tan een (te) zwaar accent op het tijdrijden hadden gelegd. Wie de complete coureur op de Champs in het licht van de Bernard Hinault (rechts) en Greg Lemond samen op het podium. De ploeg Köchli mag tevreden zijn over het resultaat. Wftn^ schijnwerpers wenst te zien, zal ook de gevraagde inspan ningen zorgvuldig moeten af wegen. 159,5 Kilometer tijdrij den plus de 73 kilometer per ploeg verstoort het evenwicht in het proces, dat de allroun- der naar het podium leidt. So listische inspanningen behoren weliswaar tot het gangbare wedstrijdgebeuren, de invloed ervan is echter buiten de oevers getreden. Want zonder het tijdrijden zou het eindklas sement van de Tour er als volgt uitzien: 1. Herrera, 2. Delgado op 16 sec., 3. Lemond op 2 min. 28, 4. Parra op 2 min. 52, 5. Roche op 4 min. 22, 6. Chozas op 4 min. 27, 7. Kelly op 4.32, 8. Hinault op 4.47, 9. Millar op 6.21, 10. Winnen op 6.55, 11. Anderson op 7.38, 12. Ruttimann op 7.58, 13. Zoete melk op 8.41. Bekoeld Het hoeft geen betoog dat de 72e Tour in de tijdritten is be slist, de discipline, waarin vooral Peter Winnen, Herrera, Delgado en Parra geslachtof ferd werden. Zij verloren allen meer dan een kwartier. Mis schien heeft gaandeweg de grote invloed van dit vrij kli nische gebeuren waarin de chronometers de enige taal spreken, het enthousiasme be koeld. Er waren geen heroi- sche vluchten over duizenden meters hoge rotsen in de dun ne lucht te aanschouwen. De invloed van het gebergte was, ondanks het tot de verbeelding sprekende klauterwerk op de Aubisque, relatief gering, om dat de mannen met aanvals- mogelijkheden of met Hinault in de slag zaten, of al in de sla gregens en de kou van het voorjaar al een deel van hun vermogen op de Koppenberg, de Cipressa of op de stenen bij Roubaix hadden verbruikt. Nog eenmaal werd dus voor Bernard Hinault op 1 de Champs Elysees de rode loper uitgelegd. Het pluche van de invloedrijken. Zijn 191e prof zege en de tonelen die zich er omheen afspeelden, zal ook de doorgaans nuchtere Fransman niet zo snel vergeten. Hinault staat al met een been in zijn nieuwe leven, dat gewijd zal zijn aan landbouw en veeteelt, zoals zijn grootouders het de den. In Frankrijk zal hij ook na deze Tour maar sporadisch zijn gezicht tonen. De fiscus is er de oorzaak van, dat veel Franse supporters deze zomer in het circus van de criteriums tevergeefs naar de gele trui zullen uitkijken. Hinault haalt liever een stapeltje dollars op in Colorado. „In Frankrijk rijd ik immers van elke 100 meter er 75 voor de fiscus, en dat kan ik zo langzamerhand niet meer verwerken". Het zijn de luxe zorgen van een hereboer uit Bretagne. Cr ipverARlJS Het meren- PR0:,ei van dg Nederlandse KRaelnemers aan de 72e lijnde van Frankrijk Nwsieft Parijs met een blij 3M tevreden gevoel aan /iiitge) horizon zien opdoe- nws. en. Over vermoeidheid Nws°erd door de uitrijders Nws.et meer gesproken. De •<c1|4iners wisten immers, na het einde van de 1. pieflt m iws sbur °n3erGeon een nieuwe mara- moet worden gere- lange keten der Korte wed- waarin de in- jS c<f*nn*n6en *n Tour te worden gemaakt, Parijs gaven de Ne- Ntten Irlandse uitrijders com- 3. opeentaar op hun eigen c^jjjjpstaties: ^OO^arten Ducrot: „In de pe- »de voor de Tour reed ik I NOSet goed. Ik zag het somber 9-3®. Ineens was mijn vorm er. Ochte Het ging zo goed, dat het leidde tot een etappezege, een rode trui en de bergklimmer- strui. Wat mij verbaasde, was de enorme belangstelling voor de Tour. In het voorjaar reed ik verschillende keren zeker zo goed, maar toen is dat iedereen ontgaan". Adri van Houwelingen: „Per soonlijk heb ik mijn taken naar behoren kunnen uitvoe ren. Dat onze kopmannen Kuiper en Van Vliet niet goed reden, daar kon ik niets aan doen. De laatste week hoopte ik op een succesje in een etappe. Dat bleek niet eenvoudig". Jan van Houwelingen: „Ik ben blij dat dit rondje afgelo pen is. Het is altijd moeilijk koersen zonder een echte kopman. Wat de tijdritten be trof, was ik kansloos zonder het peperdure, specifieke ma teriaal. Buiten dat geloof ik ook dat mijn tijd een beetje voorbij is". Johan Lammerts: „Gelukkig kon ik me in de twintigste etappe revancheren voor mijn nederlaag in de tiende rit tegen die Pedersen. An ders was ik met een katterig gevoel thuisgekomen. Ik heb twee kansen op persoonlijke successen gehad. Niet gek, want in deze Tour moest ik als knecht fungeren. De laat ste week heeft veel goedge maakt voor wat een slechte Tour voor onze ploeg leek te worden". Henk Lubberding: „Ik heb een goede Tour achter de rug. Dat ik niet op de voor grond ben getreden, maakte mij persoonlijk niets uit. Ook mijn eindklassering was on belangrijk. Het was zinloos bij vijf minten achterstand mezelf stuk te rijden. Ik heb gewerkt voor onze kopman-, nen Vanderaerden en An derson. In die situatie een etappe winnen in een peloton van 180 renners was bijna onmogelijk". Nooit vereeten Henri Manders: „Deze Tour zal ik nooit meer vergeten. Een dag nadat ik dacht dat de Tour voor mij afgelopen was, won ik zo maar de etap pe door de „Hel van het Noorden". Ik ga nu meer verdienen in de criteriums, al zal ik er heus niet rijk van worden". Jacques van Meer: „Dit was mijn eerste Tour en ik heb Parijs gehaald. Dat was alles. Ik heb ook de Ronde van Ita lië uitgereden. De Giro sla ik persoonlijk hoger aan. Italië is voor mij het paradijs voor de wielrenner. De ambiance is beter. In de Tour heb ik me meer een reclame-object dan een sportman gevoeld". Jelle Nijdam: „Parijs halen leek voor mij onmogelijk. Toch ben ik het hooggebergte goed doorgekomen. Dat ik beetje anoniem ben gebleven, kan' net zo goed gezegd wor den van acht renners van Peter Post". Peter Pieters: „Het viel mij allemaal niet mee. De Tour was lastig. Met ongelooflijk veel publieiteit er om heen. Ik verkeerde niet in omstan digheden goed te presteren. De eerste week moest ik steeds wachten op achterge bleven Spanjaarden en de ge vallen Rodriguez. Toen ik de gelegenheid kreeg af en toe mee te sprinten, stond ik er helemaal alleen voor." Pech Adri van der Poel: „Ik was een van de drie renners in onze ploeg van wie een etap pezege werd verwacht. In de tweede etappe werd ik 200 meter voor de eindstreep te ruggepakt. Dat kwam omdat mijn medevluchter Bagot, die ik gemakkelijk kon hebben in de sprint, een lekkfe band had gekregen. Pech. Om te winnen moet je een beetje geluk hebben. Dat was er niet voor mij. Het leven gaat gewoon verder. De Tour is voor mij niet van levensbe lang. Als ploeg hebben we het toch heel goed gedaan met ritzeges voor Manders, Ducrot en Solleveld". Steven Rooks: „In de Pyre neeën reed ik een stuk beter dan in de Alpen. Na de Dauphiné, waarin ik super was, verwachtte ik veel van de Tour. Te veel waarschijn lijk. De scherpte was eraf. Dat kwam misschien, omdat ik tussen de Dauphiné en de Tour geen etappekoers meer reed. Trainen in de Arden nen was achteraf gezien niet zo' n goed idee van mij". Theo de Rooy: „De etappe van Ducrot had ik kunnen winnen. Mijn pech was, dat hij niet teruggepakt werd. Verder heb ik gewerkt voor anderen. De resultaten vielen soms tegen, maar ik zie niet om in wrok. In andere wed strijden was het resultaat vaak wel góed. Ik kan nie mand fouten aanwrijven, want ik maak zelf ook fouten genoeg". Gerrit Solleveld: „Een beter resultaat dan Parijs halen met een etappezege op zak, had ik me niet kunnen in denken. Tegen de bergen heb ik hoog opgezien, maar ik ben er goed tegenop gereden. Nu moet er maar een klein feest gebouwd worden". Gerard Veldscholten: „De Tour is voor mij niet gewor den, wat ik er van had ver wacht. Er waren dagen dat ik goed reed, soms ging het ook heel slecht. Over mijn eind klassering ben ik ontevreden. Ik had een stille hoop op een plaatsje bij de eerste tien". Leo van Vliet: „Mijn Tour was goed. De Tour zou pas echt goed zijn geweest, als ik een etappe had gewonnen. Uitrijden net als altijd is niet bijzonder. Dat geldt voor zo veel anderen immers ook". Slap Peter Winnen: „Mijn resul taat was wel zo ongeveer wat ik er van verwachtte, gezien het slappe parkoers. De Tour is beslist in de tijdritten, niet bepaald mijn liefhebberij. Vergeleken met de tijd, waarin ik drie bergetappes won, ben ik niet achteruit ge gaan. Destijds waren De Muynck, Martin en Alban de klimmers. De Columbianen hebben het klimmen een an dere dimensie gegeven en er is een bergsprinter als Delga do bijgekomen. Vroeger con troleerde Hinault de koers in de bergen en liet hij nog wei eens iemand wegrijden. Die tijd is voorbij. Toch zie ik mezelf heus nog weieens voorop rijden in een Alpen rit, die echt zwaar is. Deze Tour was een chaos. Bij de eindstreep was het elke dag een zooitje en onderweg ge beurden mij te veel ongeluk ken". Ad Wijnands: „Ik had me zo veel van de Tour voorgesteld. Het is niets geworden en ik zie er niet uit, zoals ik thuis kom. Die valpartij vah vorige zondag heeft alles voor mij verknald. De laatste week was een lijdensweg, niet al leen door mijn blauwe oog, maar vooral door mijn ont wrichte schouder, waardoor ik haast niet aan het stuur kon trekken. Ik heb toch Pa rijs willen halen, anders zeg gen ze misschien ook nog dat ik geen karakter heb".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1985 | | pagina 9