teel vertier rond
en „mauvais sujet
Omwegen
erkeer op centrumroutes moet verder worden beperkt"
—DEN OMGEVING
RIJ!
CeidaeSou/umt
DONDERDAG 27 JUNI 1985 PAGINA 13
PA(T
ar|VGEDENKWAARDIG BEZOEK VANEEN
oniroURMENTEERDE GEEST AAN HOLLAND EN LEIDEN
d
9?
h
ontwl
jet verleden hebben
meer buitenlandse
•ele coryfeeën zich
ardigd een reisje
de soppige calvinis-
lage Nederlanden
iken, maar ze zijn er
steeds verkwikt
lan gegaan. Zo wel
Verlaine, te be-
iwen als een Franse
loëet in de vorige
Verlaine, een lite-
bonk met een groot
die toch ontroerend
:wanezang had kun-
zingen, bezocht in
jmber van het jaar
zey J ons land. Het jaar
C HeftP bundelde Frank-
'oude: „grootste dichter"
lezenswaardige reis-
onder de titel
taze jours en Hollan-
Lettres a un ami".
e
ste«rschijrïlijk kon Ver-
JVed veeJ beter schrijven
immers, hij
slechts dertien
in het kikkerland-
ufschoon hij er een
est- jiaagse veldtocht vol
J er eipromotie van had
gn maken. Misschien
moe monsieur Verlaine
bijgelovig. De dich-
plakte evenwel nog
fcf dagen eraan vast
van d|at hij per se een le-
s za, wilde bijwonen die
depDen Haag gegeven
in ®d door een landge-
de magiër Sar Jo,r
Péladan (met
ir tr&zwarte schoens-
tie <èrbaard en gekleed in
op isische kiel").
Alles bijeen was het een best
geslaagd bezoek, dat door Ne
derlandse bewonderaars en
geestverwanten van Verlaine
met veel meer spanning tege
moet gezien werd dan de
komst van de goedheiligman.
Dat wij vandaag het verblijf
van de grote Verlaine in ons
land (van 2 tot en met 14 no
vember 1892) in de herinne
ring terugroepen, vindt zijn
oorzaak in een paar feiten: in
Amsterdam vindt de belang
wekkende manifestatie „La
France aux Pays-Bas" plaats
en in dit kader is er tot 30
augustus '85 in de tentoon
stellingszaal van de Universi
teitsbibliotheek van Amster
dam de expositie „Verlaine
in Nederland 1892". Boven
dien gaf Verlaine tijdens zijn
Hollandse oponthoud een le
zing in de Leidse sociëteit
Amicitia aan de Breestraat,
en ook het Stations koffyhuis
Zomerzorg speelt nog een rol.
Nadere bijzonderheden put
ten wij uit de aan de tentoon
stelling gekoppelde versche
nen publicatie van J.F.Hey-
broek en A.A.M.Vis, „Verlai
ne in Nederland".
Ook antipathie
Het ging net als met „de paus
in Nederland". Paul Verlaine
werd er in vakkringen op
handen gedragen en ook ver
guisd. Zijn omwegen in de,
toen nog provinciale, rand
stad waren geplaveid met ge
negenheid en eerbied, maar
ook met hoon en antipathie.
De Nederlandse initiatiefne
mers van het bezoek werden
gevormd door een groepje
(beeldende) kunstenaars en
kunsthandelaars, schrijvers-
letterkundigen en illustrato
ren, als Pieter Tak, Albert
Verwey, Willem Kloos, Jan
Veth, Jan Toorop, de schilder
Philippe Zilcken de „ami"
van de later gepubliceerde
brieven die Verlaine's gast
heer in Den Haag was ge
weest en nog anderen.
Voor dezulken mogen we
vandaag ons petje afnemen.
De aanwezigheid van Verlai
ne, uitgelokt door de piente
re, scherpslijpende Haagse
boekhandelaar Jozef Blok,
heeft nog lang nagedreund in
de literaire dreven van ons
land en die resonanten vindt
men terug bij de Tachtigers,
die er niet over uitgesproken
raakten.
Paul Verlaine verscheen hier
te lande vanuit het „starren-
verschiet" onder het mom
van „een aantal lezingen te
houden over de nieuwste
ontwikkelingen in de Franse
dichtkunst". In werkelijk
heid hadden zijn Nederland
se vrienden en bewonderaars
geen ander doel voor ogen
dan de noodlijdende dichter
(Willem Kloos had zich al op
gewonden: „dat een land als
Frankrijk zijn grootste dich
ter in armoede laat leven")
een paar onbezorgde weekjes
en wat geld, de opbrengst
van de lezingen maar o la
la, dat viel even tegen te
verschaffen.
De „vernieuwer" Paul Ver
laine vond „als mens" onder
anderen de Leidse hoogle
raar Ten Brink niet op zijn
weg; Ten Brink weigerde de
Verlaine-avond bij te wonen,
„omdat de spreker wegens
geweldpleging een deel van
zijn leven in een gevangenis
had doorgebracht". Verlaine
was veroordeeld voor een ne-
taan mislukte aanslag op zijn
vriend Rimbaud, met wie hij
een verhouding had gehad.
„Voor veel anderen was dit
vermoedelijk een reden te
meer om juist wèl te gaan",
veronderstellen Heybroek en
Vis. „Het leek alsof men er
een genoegen in vond zulk
een „mauvais sujet" in het
Heil Amicitia aan de Breestraat
gezelschap te hebben". „Tris-
te".
Wat zag je, volgens M.A.P.C-
.Poelhekke, Nijmegen?
„Welk een tegenstelling!
Eerst vraagt men den dichter
voor te dragen van zijne ei
gen gedichten, vooral uit Sa-
gesse, zeker zijn schoonste
werk, waarin de christen, de
katholiek spreekt, die zich a
toutes forces verheffen wil
uit het slijk, die gelukkig is
na zijne bekeering, die juicht
in onschuld, teruggevonden
na zooveel schande: „II pleu-
re dans mon coeur, Comme il
pleut sur la ville". Huilen en
regenen liggen in 't Frans
naast elkaar. En zeker bij
Verlaine.
Bekeerd talent
Beoordeelaars als J.ten
Brink, ook wel de „Leidsche
letterkundige burgemeester"
genoemd, zaten echt met dit
onmiskenbare talent van een
prins-dichter in hun maag.
Men wist van zijn armoede
en ziekten, zijn katholieke
ommekeer na een leven van
losbandigheid, de veroorde
lingen, de drankzucht. Maar
Paul Verlaine was een boei
end exemplaar, getooid met
de lauweren van decadentie
en uitspattingen. Jan Veth
over hem: „Een markante
verschijning, forsch aange
legd in tors en nek, een sol
dateske Waal, denken doend
aan het katholiek-eerbied
waardige van Dr. Cuypers.
Verweerde huid, want de
driften hebben gerameid op
die trekken, en de ramp
spoed staat gevreten in de
felle knepen". Verder heet
het: „Wenkbrauw-snorren,
blote wandbeenpartijen,
zwartvurige ogen, woestheid
van hartstocht en pracht van
stemmig gemoedsfijn samen
vechten in dat onvernist ge
laat, dat van een op zwerven
geraakte poorterszoon, dat
van een middeneeuwsche
wapensmid kon zijn". Er was
„iets kaduuks in stand en
gang". Verder is er sprake
van „het trekbeen, de bok
spoot, de snorbaard wild
snoevend, de gevaarlijk
scherp puilende jukbeende
ren, de echo's daverend van
barbaarsche blasphème... Tot
op eenmaal bij het zien van
het crucifix de duivel week,
en men een somberen, boet-
vaardigen Benedictijner, een
passieven, met allures van
zeldzame makheid, gaande
door straten van hoon, hoor
de prevelen: milde muziek
van onvergetelijke lita
nieën".
Voila Paul Verlaine, de
Franse muzenzoon geschetst
met veel omhaal van werve
lende tachtiger taal, die tegen
zijn levensavond bijna twee
weken lang in Holland te be
zichtigen en te beluisteren
was: ^„Verbijsterend, toome-
loos, als tot het aanvoeren
van een opstandig demomen-
heir". Daarvoor moest je in
1892 toch wel voor door de
knieën gaan. Na al die be
strafte boosaardigheid en
daarna nog poëzie die tot in
de hemel reikt, althans de
„decadenten en vernieuwers"
aanspreekt.
Erg mooi, in de publikatie
van Heybroek en Vis, is ook
de karakterisering van de
Sar, de profeet, Péladan. De
kunstbroeders van eind 19e
eeuw voelden, dat met hem
fets eeuwigs aan de hand
was. Hij sprak over het mys-
tère, l'art et l'amour en werd
niet eens opgepakt, en in
onze dagen zou hij helemaal
niet misstaan, met zijn au
reool van zwarte haren en
z'n hoge grijze laarzen en
Op mijn omwegen door stad en land 1
kom ik graag mensen tegen. U kunt
mij telefonisch of schriftelijk vertellen 'jfl
A</ie u graag in deze rubriek zou willen
tegenkomen. Ik ben bereikbaar via 071
- 12 22 44 op toestel 10. Hoor Ton Piotcrs
Paul Verlaine: en face door Willem Witsen; een belichtingsexperiment, nov. 1892.
monnikspij. Trouwens, Jan
Toorop liep ook al rond in
een lange wijde bruine pele
rine en met een zwarte haar-
pronk. In Scheveningen kro
pen de schoolkinderen gil
lend achter de bomen weg,
onder het geroep van „de
Duvel, den Duvel!" toen ze
de Sar zagen.
Maar Verlaine was dus ook
een avond in Leiden. Op
maandag 7 november 1892.
Met de trein van 's-Graven-
hage naar de Sleutelstad. De
'hoogleraar Ten Brink was
niet bereid om „die tucht
huisboef" de eer van zijn
aanwezigheid te geven. Me
morabele avond in Amicitia,
naast In den Vergulden
Turk. Het gonsde er van „the
talk of the town". Conféren
ce van Paul Verlaine; hoogte
punt in de litteraire geschie
denis van de Lage Landen.
Vlakbij het carillon van het
stadhuis dat op Verlaine gro
te indruk heeft gemaakt. In
middels zat professor Jan ten
Brink binnenskamers te hui
veren. Het werd hem rood,
groen en zwart voor de ogen.
Op Verlaine, die tuchthuis
boef, zou hij in één teug een
glas Karlsbaderzout hebben
willen ledigen.
In een bovenvertrek van
Amicitia zorgde Verlaine
voor een glanspunt in zijn
voordracht met een sonnet,
gewijd aan Lodewijk van
Beieren. En dat in een stad
waar het wemelde van een
volksstam die zich Van Ber
gen Henegouwen kon noe
men. „Hij was zeer goed ver
staanbaar", Paul. Jong Hol
land had hem als dichter ge
waardeerd. In Zomerzorg
nam Verlaine een consump
tie, alvorens weer naar Den
Haag te vertrekken. De Hol
landse kunstbroeders beleef
den gouden dagen en hun co
mité hield de regie in han
den. En iemand zei: „Verlai-
rie is een zeer eenvoudig
man, van 47 jaar (niet 65,
zooals Goes zei dat je dacht)".
Paul Verlaine was doodarm,
maar er waren zoveel wel
doeners die op Moeder Tere
sa leken dat je er beroerd
van werd. Verlaine werd
kunstzinnig en daadwerke
lijk geheel in de watten ge
legd, maar de groten van ons
cultureel bestel bij het fin du
siècle konden Verlaine zijn
Franse akkers, waarop de
spirituele voortbrengselen
hooggebonden staan, niet
doen vergeten. Het vader
landse artiestenwereldje
rommelde tot op de grond
vesten: Verlaine werd met
eerbied ontvangen, „met
bloemen en mooie dingen".
Men stond met de hoed in de
hand bij de begroeting van
de tuchthuisboef die Ten
Brink had doen snuiven van
minachting. In Amsterdam
sliep Verlaine bij de artistiek
lichtgevoelige Willem Witsen
en hij had uitzicht op de hui
zen van de 2e Oosterpark
straat, „die hem deden den
ken aan Londen". In het ate
lier van Isaac Israels maakte
Verlaine zelf een portretje
van de duivelse christen Jan
Toorop. Men was' zich diep
bewust van het grote feit,
Frankrijks eerst,e dichter bij
zich te hebben. Maar al die
bewonderaars in het lage pol-
derrijke gebied zagen aan
Verlaine „de onbehaaglijk
heid en zijn verlangen naar
zijn Parijsche kroeg Paul
Verlaine, de „Vincent van
Gogh met de schrijfpen", wa?
ook in het Rijksmuseum,
waar hij de Nachtwacht aan
schouwde, maar het was geen
Frankrijk, en „verder had hij
alleen maar interesse voor de
handtekeningen onzer vor
stinnen en die van de Duit-
schen keizer". Ach, het is
maar een vluchtige doorsne
de van een langvervlogen be
zoek van een veelbesproken
gallische geest uit het Avond
land.
Provincie
wil nog geen
extra
rattenvanger
(Van onze parlementaire re
dactie)
DEN HAAG Het aanstellen
van extra muskusrattenvan
gers loopt in veel provincies
spaak. Zuid-Holland, Gronin
gen, Noord-Holland, Zeeland
en Noord-Brabant hebben nog
steeds geen standpunt bepaald
over het inzetten van meer
rattenvangers. Limburg en
Drenthe weigeren meer van
gers aan te stellen. Deze pro
vincies vinden het bestrijden
van muskusratten een taak
van de rijksoverheid. Alleen
als er een wettelijke regeling
komt willen de twee meewer
ken.
Minister Smit-Kroes (Verkeer
en Waterstaat) heeft dit het
CDA-Kamerlid Eversdijk la
ten weten in antwoord op vra
gen. De minister wijst erop dat
onlangs een wetsontwerp bij
de Kamer is ingediend waar
door de inzet van meer ratten
vangers wordt geregeld. In het
wetsvoorstel wordt de bestrij
ding van de ratten als taak
van de provincies omschreven.
Tot nu toe hebben de provin
cies Friesland, Overijssel, Gel
derland en Utrecht wel meer
rattenvangers in dienst geno
men.
T entoonstelling
over Sierra Leone
in bibliotheek
OEGSTGEEST Als afslui-
ting van een projekt over het
Middenafrikaanse land Sier
ra Leone werd door de heer
G.D. van Wengen, hoofd van
de educatieve dienst van het
rijksmuseum vor Volken
kunde in Leiden, gister
avond in de openbare biblio
theek aan de Homeruslaan te
Oegstgeest een tentoonstel
ling geopend.
Leerlingen van vier Oegst-
geester scholen (de Willi-
brordschool, de Joris de Wit-
teschool, de Springplank-
school en de Terweeschool)
hebben zich de afgelopen
weken beziggehouden met
veel zaken die in dit land
gaande zijn. Met de nadruk
op de landbouw, omdat
Oegstgeest er voor gekozen
heeft een kleinschalig land-
bouwprojekt te steunen. Tot
nu toe is er via acties al
15.000 gulden binnengeko
men. De gemeente verdub
belt dit bedrag. Men wil
60.000 gulden voor dit project
bijeenbrengen.
Drie bouw
plannen voor
Haaswijk
OEGSTGEEST In Oegst
geest heeft enige tijd gele
den, onder auspiciën van de
heer Deenen, zich een groep
belangstellenden verenigd
om te komen tot de bouw
van een groot aantal terras-
flats in Haaswijks deelplan
VI. Een mooi staaltje van
particulier initiatief. Er zijn
echter nog drie gegadigden
die hun oog hebben laten
vallen op een stuk grond in
de noordelijke punt van het
plan.
Burgemeester Scheenstra
deelde gisteravond mede dat
de gegadigden dezer dagen
van het Bouwfonds Neder
landse Gemeenten een brief
zullen ontvangen plus een
program van eisen waaraan
de bouw moet voldoen. Men
krijgt de gelegenheid om
daar op te reageren. Een jury
zal beslissen aan welk pro
jekt de voorkeur zal worden
gegeven.
ÏIEUW' VCP IN DE MAAK
DEN Na een groot, aantal be-
fimingsplannen te hebben afge
peld, is de gemeenteraad na de
jste verkiezingen in '82 in rusti-
Vaarwater gekomen. De politie-
leuzes waren gemaakt en daar-
1 lag het beleid voor de binnen
in belangrijke mate vast.
pajaar staat de raad echter weer
pittige discussie te wachten
neer de bijstelling van het ver-
I's circulatie plan aan de orde
In dit VCP, zoals het ge-
halve wordt afgekort, zijn de
jangspunten voor het verkeers-
lid vastgelegd. Het dateert uit
en is aan revisie toe.
Jonderwerp verkeer staat in Leiden
ht voor een stevige discussie. Ieder-
peeft er verstand van, iedereen kan
;e praten. Omdat dat laatste
ook geldt voor (de achterban van) de di
verse politieke partijen, ligt het onder
werp politiek erg gevoelig.
Met name hierom is de voorbereiding
van de herziening van het VCP de laatste
maanden in alle stilte geschied. Wethou
der J. Peters (verkeer en ruimtelijke or
dening) wilde niet het risico lopen dat
een zorgvuldige afweging in de raad zou
worden verstoord door wilde geruchten
en speculaties. Slechts de suggestie van
de wethouder om de Breestraat op hoog
tijdagen af te sluiten, geeft aan dat er wat
belangrijks staat te gebeuren.
Om de raadsleden voorzichtig voor te be
reiden op wat hen na de zomer te wach
ten staat, ontvingen zij gisteren van Pe
ters een inventarisatienota VCP. In deze
nota worden de doelstellingen van het
oude VCP nog eens op een rijtje gezet en
vergeleken met de huidige verkeerssitua
tie in de stad. Deze vergelijking levert
onder meer een aantal knelpunten op. De
directie verkeer is inmiddels druk doen
de oplossingen voor deze knelpunten te
verzinnen. Deze krijgt de gemeenteraad
in september in de vorm van een aantal
mogelijke varianten voorgelegd.
Breestraat
Voorlopig biedt de inventarisatienota
enig inzicht in de vraag tot welk resultaat
het verkeersbeleid van de gemeente de
afgelopen zeven jaar heeft geleid.
dat de oude doelstelling om het verkeer
vanuit de woonwijken naar de hoofdwe
gen te dwingen, grotendeels bereikt mag
worden geacht. De verkeersintensiteit
blijkt in de woongebieden afgenomen en
op vrijwel alle doorgaande routes aan
zienlijk toegenomen te zijn. Daarmee is
echter een nieuw probleem geschapen
daar enkele van die wegen de verkeers
drukte niet aan blijken te kunnen. In de
nota wordt met name gewezen op de
Breestraat en de Hooigracht waar zich
vooral op piekuren opstoppingen voor
doen. Vergroting van de capaciteit van
die wegen zou indruisen tegen het beleid
om geen grootschalige doorbraken in de
oude binnenstad te forceren terwijl alter
natieve routes niet voorradig zijn. De op
lossing wordt daarom gezocht in een ver
dere beperking van het verkeer op deze
routes.
Ook waar het gaat om het verminderen
van het aantal verkeersslachtoffers, blijkt
het beleid succes te hebben gehad. Hoe
wel het aantal blikschades is gestegen, is
het aantal ongelukken met letsel en/of
dood aanzienlijk verminderd. Het over
grote deel van de ongevallen had plaats
op de hoofdroutes in de binnenstad, dit
aantal steeg zelfs de afgelopen jaren.
Overigens wordt deze ontwikkeling niet
direct als het resultaat van het verkeers
beleid beschouwd, daarvoor spelen teveel
andere factoren mee.
Voor de voetgangers lijkt sinds overal
in de stad paaltjes geplaatst zijn de
verkeersveiligheid aanzienlijk verbeterd.
Desalniettemin wordt in de nota aan
dacht gevraagd voor de wandelaars op de
Breestraat (smalle stoepen, stank en la
waai) en de schoolroutes. Voorgesteld
wordt de bestaande voetgangersgebieden
op drukke uren af te sluiten voor het
overige verkeer (zoals Peters al voorstel
de) en deze uit te breiden met de aan
looproutes vanaf de parkeercentra (Di-
gros en Sanders) naar het centrum.
Öok voor het fietsverkeer geldt dat er
meer aandacht aan de schoolroutes be
steed zal worden. Daarnaast dient een in
tensieve controle van de politie de fiets
paden vrij te houden van geparkeerde
auto's. In verband met het grote aantal
fietsendiefstallen (in vijf jaar verdubbeld)
zal het aantal bewaakte stallingen in de
binnenstad verder worden uitgebreid.
Knel
Geslaagd mag het gemeentelijk beleid
ook worden genoemd met betrekking tot
de afwikkeling van het goederenvervoer
al is het de vraag of hier van een positief
resultaat kan worden gesproken. Het
oude VCP kenmerkte zich meer in het
aantal beperkingen dat het goederenver
voer kreeg opgelegd dan dat er extra fa
ciliteiten voor geschapen werden: „Het
werd belangrijker geacht dat de vracht
auto er kan komen dan de vraag hoe
deze er kan komen en hoe lang deze on
derweg is". Het vrachtvervoer is de afge
lopen jaren steeds meer in de knel ge
raakt en in de nota wordt de toenemende
grootschaligheid van het goederenver
voer dan ook met zorg tegemoet gezien.
Er wordt gepleit voor het inzetten van
kleinere auto's hoewel ook dan de oplos
singen voor het goederenvervoer „be
perkt" worden geacht.
GERT VISSER