Voor de operatie kwam ik mijn bed niet meer uit" r rnmoi iTco LUI II U I Ll\ Computer helpt bij ontwerpen ZATERDAG 22 J 0 In de nacht van 25 op 26 januari kreeg Peter Hansen in het Rotterdamse Dijkzigt- ziekenhuis een nieuw hart. Net op tijd, want de toen 37-jarige (hij is inmiddels 38) restaurant houder was ten dode opgeschreven. Nu fietst en tennist hij al weer. Diep gebruind, sterk vermagerd. Behoedzaam vertelt hij bij zijn ouders in Gorssel over zijn ervaringen. „Ik sta nog élke dag verbaasd over wat ik allemaal weer kan". PETER HANSEN, VIJF MAANDEN MET ANDERMANS HART, MAAKT WEER PLANNEN GORSSEL De man die geen schijn van kans 'meer had, maakt weer volop toe komstplannen. Voorzichtig weliswaar, want elke infectie kan fataal voor hem zijn, en in zekere zin geplaagd door me dicijnen, maar met grote vechtlust. „Het gaat heel erg goed met me", zegt Peter Hansen, na Ger Keizer uit Gouda de tweede man die in ons land een ruilhart kreeg. ..Vijf maanden geleden zag het er beroerd uit. Ik ben exact op tijd geholpen. Als het hart een of twee weken later was gekomen, was het waar schijnlijk fout geweest. Uiter aard gebruik ik de nodige me dicijnen die hun onvermijde lijke bijwerkingen hebben. Maar als ik zie wat ik nu weer kan, ben ik zeer tevreden. En ik niet alleen, ook de medici". Dc doodsangst is niet actueel meer. Hansen, terughoudend en voorzich ting, vertelt dat zijn nieuwe hart prima „loopt", al blijft er gevaar van afstoting. Daarom slikt hij twee afstotingsremmende midde len: het in 1980 voor het eerst ge bruikte cyclosporine en als aanvul ling het „aloude" prednison. Vooral cyclosporine heeft de levenskansen van mensen met ruilharten aan merkelijk verhoogd. „Die kans ligt na vijf jaar nu al op negentig pro cent is mij verteld". Hansen slikt ook een vaatverwij- dend middel (persantin). Iemand met een ruilhart heeft immers een verhoogd risico op een infarct door een slagaderverkalking in de kransslagader van het nieuwe hart. „Dat is een van de latere complica ties", legt hij aan de hand van een medisch artikel over harttransplan taties uit. Nuchter stelt hij vast: „De zenuwbanen van mijn nieuwe hart zijn niet op de hersenen aan gesloten zoals bij een normaal mens. Het loopt uit zichzelf. Het geen betekent dat ik een eventueel hartinfarct niet meer zal voelen". Geen prettige gedachte, die grotere kans op een infarct, wil hij best toegeven. „Maar je kunt er zelf veel aan doen. Selectief eten en veel lichaamsbeweging. Zoals u ziet, ik ben mager. Ik loop overi gens nog veel meer risico's. Die medicijnen hebben nogal wat bij werkingen. Ik kan er wel een rijtje opnoemen: gewichtstoename, ont kalking van de botten, verlies van nier- en leverfuncties, verhoogde bloeddruk, verhoogde gevoeligheid voor kwaadaardige gezwellen, spierzwakte, enz. Maar ik tennis al weer", grijnst hij. Uitgeput Peter Hansen leidt een voorzichtig leven. Daarmee voorkomt hij het gebruik van de medicijnkast. „Het is in elk geval beslist beter dan niet meer leven", zegt hij met een ern stige glimlach. „U had me moeten zien voor de operatie. Ik kwam niet meer uit mijn bed. Een paar passen naar het toilet en ik was uit geput. Ik leed aan cardiomyopa- thie, een degeneratie van de hart spier die binnen weefsel gaat vor men. Dat kan verschillende oorza ken hebben, bijvoorbeeld een vi rusinfectie. Bij het gros is de oor zaak onbekend en daar val ik ook onder". Voor de ziekte zich ik volle om vang aandiende was Peter Hansen een bezige horeca-ondernemer. „Ik had een eigen restaurant in Am sterdam, op de Keizersgracht. Daarna ben ik bedrijfsleider ge weest in een ander etablissement. Ik werkte twaalf uur per dag, ze ven dagen per week. Ik dacht dat de vermoeidheid die ik steeds meer voelde daar van kwam. Maar het werd hoe langer hoe erger. Mijn huisarts heeft op een gegeven mo ment een cardiogram laten maken en toen is het ontdekt. Nee, ik had nooit pijn in de borst gehad of zo. Ik werd alleen akelig dik door het vele vocht dat mijn lichaam vast hield. Mijn motor werkte niet goed hè, met gevolg dat alle organen op een laag pitje stonden. Als je dan een nieuw hart krijgt en alles gaat weer volop draaien, verandert de hele wereld. De kwaliteit van het leven gaat opeens met sprongen omhoog. Alsof je veel intenser gaat leven". Er kwam nog heel wat aan te pas voordat hij op de operatietafel lag. „Eerst zes weken ter observatie in de Boerhaavekliniek. Daar kreeg ik mijn eerste hartstilstand. Met re animatie kwam ik er bovenop. Vervolgens naar het AMC, het Academisch Medisch Centrum in de Bijlmer. Daar heb ik drie keer een hartstilstand gehad. Toen hoor de ik ook voor het eerst wat ik had. Maar er werd niet bij verteld dat de dood erop zou volgen. Dat hoor de ik pas veel later. De cardioloog had er moeite mee om het te ver tellen. Ze zijn vaak ook teveel tech nici, alhoewel dat beslist niet voor elke dokter geldt. In elk geval be sloten mijn vrouw en ik ons te la ten informeren over harttransplan tatie. Via de Hartstichting ben ik aan het adres van Harten Twee ge komen". Levende voorbeelden Harten Twee is zo'n beetje de kleinste belangenvereniging van Nederland. Ze telt inmiddels der tien leden, die allen met een ruil hart leven. De meesten hebben dat in Engeland gekregen, drie in Ne derland. Willem van Buuren, de ex-Nederlander die al vijftien jaar geleden in Amerika met een nieuw hart is uitgerust, is ook lid. „Hij leeft nog op de oude medicijnen en da's knap", constateert Peter Han sen bewonderend. „Aan Harten Twee heb ik ontzettend veel te danken. Vooral aan Willem Ba- vinck die exact dezelfde kwaal had als ik. Met hem en met Van de Burgt, die in Engeland was geope reerd, hebben we uren en uren ge sproken, toen we voor de beslissing stonden. Ze konden me alles ver tellen. Tips geven die artsen beslist niet konden geven. Dit gebeurt er met je, dat zul je voelen, zo kun je weer leven. Ik heb ontzettend veel aan hen te danken. Het waren le vende voorbeelden voor me. Zo vertelden ze me: je zult nooit meer stevige spieren krijgen, door de werking van de medicijnen. Daar moet je je op instellen. Maar het al lerbelangrijkste is dat je iemand achter je hebt staan. Anders red je het niet. In je eentje red je het nooit". Voor het eerst emotioneel zegt hij: „Mijn vrouw is een ontzaglijke steun voor me geweest. Want je krijgt wat te verstouwen. Ze was ontzettend sterk. Nooit heeft ze een bezoek overgeslagen. Ze heeft zo veel dingen voor me geregeld. Ook toen ik al geselecteerd was voor een ruilhartoperatie. Een zware se lectie overigens, want je moet ge zonde organen hebben en geestelijk sterk bevonden worden". „Het moest in Dijkzigt gebeuren, het ziekenhuis dat door staatssecre taris Van de Reijden voor de eerste tien transplantaties is aangewezen. In oktober beginnen ze ook in het Utrechtse Antoniusziekenhuis, met de tweede tien. We werden onrus tig van het wachten. Ik zou de 27e op de wachtlijst komen. De avond tevoren kwam er plotseling een do nor beschikbaar met mijn bloed groep, O-positief. Er is toen ogen blikkelijk aan mij gedacht, geluk kig. Er komen maar heel weinig harten vrij, omdat zo weinig men sen een codicil op zak hebben". Tweelingbroer „Of het om het hart van een ver keersslachtoffer ging, weet ik niet. Het ging om een jonger iemand, maar ik weet niet of het een man of een vrouw was. Ik wil het ook niet weten, het is niet belangrijk. Het hart is eruit genomen in het Academisch Ziekenhuis in Gronin gen en onderkoeld overgebracht naar Rotterdam. Toen wij die avond bericht kregen, dacht ik: nu gaat het gebeuren. Het klinkt mis schien gek, maar we hebben een klein 'feestje gevierd in Am sterdam. Ik heb daarna m'n tas ge pakt en van het AMC ben ik in vliegende vaart per ambulance naar Dijkzigt vervoerd. Op koop avond, dwars door de stad, politie voorop. Het ging vreselijk hard. In zekere zin heb ik genoten". Om half acht lag hij in Rotterdam, in martelende afwachting van het antwoord op de vraag, of het ruil hart voor hem geschikt was. „Ze doen dan kruisproeven met bloed en ook de weefsel typeringen moe ten goed zijn. Je kunt niet elk wil lekeurig hart overzetten. Het hart van een tweelingbroer zou nog het beste zijn, als het gaat om de onver mijdelijke afstotingsreactie. Maar uit de proeven bleek dat dit hart goed was, heel erg goed zelfs. Alsof je een hart van een broer of zus hebt gekregen, zei.een cardioloog" Na een operatie van zes en een half uur („aan de lange kant"), verricht door wat hij noemt een „perfect" team, kwam hij aan het einde van de ochtend weer bij, met een „kerstboom" apparaten aan zijn li chaam. „Ik voelde met de dag m'n organen weer gaan werken. Gran dioos. Na anderhalve week zat ik op de hometrainer. Ik liep al weer trappen, met een wond in m'n borst. Ik ging hard vooruit. Drie keer kwam ik nog in het zieken huis terecht, met virusinfecties, maar die zijn onderdrukt met enor me hoeveelheden antibiotica". „Je bent natuurlijk extra vatbaar. Je moet echt uitkijken voor zieke mensen, zelfs een verkoudheid is taboe. Je overlijdt niet aan je hart, maar aan een griepje. Maar ik sta onder geregelde controle. Voorlo pig nog met handen en voeten ge bonden aan Dijkzigt, waar ik nu nog elke veertien dagen een och tend kom voor het ondergaan van een biopsie. Via een ader vanuit m'n hals halen ze dan hele kleine stukjes weefsel uit het hart om eventuele afstoting vroegtijdig te signaleren. Maar daar voel ik prak tisch niets van, een beetje pijn in de hals, meer niet". „Nog steeds ben ik elke dag ver baasd over wat ik allemaal kan. Dit had ik nooit verwacht. Ik had me voorgesteld heel rustig thuis te moeten zitten. Maar na drie en een halve maand stond ik weer op de tennisbaan. En volgend jaar febru ari wil ik weer proberen wat te skiën. Na een jaar dus". Een dure „De verzekering heeft een dure aan me. Weliswaar kwam de ope ratie a 120 mille voor rekening van de AWBZ, maar de rest moet de verzekering betalen. Alleen al die twee flesjes cyclosporine in de maand komen op zo'n 1500 gulden. Als het zo doorgaat, word ik een O*. Si vAfct afeek wiomi k^oed gd t man van miljoenen". rech Hij kan er niet van wakker-eis. „Nee, je leven is onbetaalható heb natuurlijk ontzettend g^l p had. Precies op de goede tij4rkk pen. Ik zou tegen anderenition zeggen: als je eigen dokterig. S doende uitsluitsel geeft of g( be tiatief neemt, ga naar eenrvoc Het is je eigen lichaan, je Bric recht op". »ek Als het even kan wil Peter k vó weer aan het werk. Vanw» infectiegevaar is de horec<u— sloten. „Zelf zit ik te denk een functie bij Harten TwpS hulp te verlenen in de voflH gesprekken tussen patiënte cardiologen. Van die gespL„ ben ik zelf enorm opgeknap^ ik had ook perioden dat ik 1L meer zag zitten. Op mijn be&£ ik heel veel gesproken Axson, de man die na mij planteerd is. Ik ging elkfcn naar hem toe. We willen [rep door Dijkzigt beschikbaar toe flat inrichten om de man o^ 30 te laten logeren die de pati., stl stand verleent. Het zou leuk»ens u ons gironummer wilt verfjo^ Rabobank Best, girortg 60.40.25, ten gunste van ign Twee, rekeningni io.7o.3i.ooo". ;ar- hart te leven? Aarzelend: R beetje raar is het wel. Aan d „p re kant, het is en blijft een werktuig. Ik weet wel, het^ hart is zwaar beladen met t liek, maar nuchter beschouw je er geen binding mee. Ter ik niet. want het krijgt g< nuw-impulsen van de h< meer. Ik schrik bijvoorbee langzamer dan vroeger. Natf moet je zo'n donor heel da zijn. Je leeft inderdaad verc een stukje van een ander". HOMME In het computerwereldjie riz- zelt het van de afkortingen. Om er maar eens een paar te noemen: RAM, ROM, CPU, KB, CPM en DOS. Veel van die termen worden te pas en te onpas gebruikt, leveran ciers van apparatuur schijnen nog steeds het idee te hebben dat alleen mensen met een diepgaande technische inte resse tot hun klantenkring be horen. Dat gaat waarschijnlijk wel op als de afkorting CAD in zicht is. Wat die afkorting nu precies betekent, daarover zijn de deskundigen het nog niet eens. CA staat voor com puter aided, met behulp van de computer. Niemand die dat betwist. Maar de D? Die staat volgens de ontwerpers voor design en volgens de tekenaars voor drafting-draugh ting. De Engelse vertaling van hun respectievelijke bezigheden. Designing, oftewel ontwerpen, dat schijnt het toch wel te worden. Voor alleen maar tekenen, zonder gebruik te maken van de verdere mogelijkheden van de computer, is de investering wel wat erg hoog. Want hoewel je bij een Sinclair Spectrum van zo'n vijfhonderd gul den voor acht tientjes een teken pakket kunt kopen, zijn de presta ties ervan de term CAD nauwelijks waard. Ondersteunend In het bedrijfsleven wordt CAD al druk gebruikt. Niet om dingen te laten ontwerpen. De computer speelt in dit proces een ondersteu nende rol, de menselijke creativi teit de hoofdrol. Dat de computer wordt ingeschakeld is vooral voor het bevorderen van de flexibiliteit en de snelheid. In het Poly automa- tiserings zakboekje van PBNA schrijft ir. H.J. Pels over CAD het volgende. „De essentiële eigen schap waardoor de computer kan bijdragen aan die flexibiliteit is zijn programmeerbaarheid. Een veel voorkomende misvatting is, dat de programma's flexibel zouden kun nen zijn. Programma's zijn per de finitie star. De flexibiliteit komt daarentegen voort uit de snelle verwisselbaarheid van program ma's, waardoor hetzelfde mecha niek binnen seconden feilloos kan overschakelen pp een geheel ander gedrag. Hierin wint het geprogram meerde gedrag van de computer het van het geconstrueerde gedrag van de gemechaniseerde automaat en van het aangeleerde gedrag van de mens". Kortom, vooral snelheid geeft de doorslag om een computer met bij behorende apparatuur en program matuur aan te schaffen. Het is nog niet zo lang geleden dat daarvoor heel diep in de buidel moest wor den getast. De ontwikkeling van de micro-elektronica gaat echter zo snel, dat met steeds goedkopere systemen behoorlijke resultaten kunnen worden behaald. Op een conferentie in Berlijn vertelde Da- vis Straus van het Amerikaanse be drijf First Charter Corp. onlangs, dat kleine CAD-systemen 80 tot 90 procent van de taken kunnen ver richten van een groot systeem te gen een tiende van de prijs. Over vijf jaar, zo orakelde hij, zal een microcomputer op het gebied van CAD net zoveel kunnen als de veel grotere mini-computer van dit mo ment. Een bedrijf dat zeer veel ervaring heeft op dit gebied is CalComp, dat haar activiteiten in 1959 in Los An geles begon. Drie technici zetten sa men een bedrijfje op, de „fabrieks hal" was de garage naast het huis van een van die drie. Ze stopten er hun 20.000 dollar spaargeld in en de groei begon. In 1980 ging Cal Comp samen met Sanders Associa tes en gezamenlijk boekte men in 1984 een omzet van 746 miljoen dol lar. Voorwaar geen kleuter meer. Ook in Nederland heeft CalComp een vestiging. Marketing coördina tor van dat kantoor in Amstelveen is Marnix Assink die het een en an In de revolver-penkop zijn pennen in verschillende kleuren aangebracht die naar behoefte kunnen worden gebruikt. Op plotters is het mogelijk zeer grote tekeningen foutloos en In hoog tem po af te drukken. der vertelde over ontwerpen, teke nen en niet te vergeten plotten, het overbrengen van de tekening of het ontwerp op papier Plotters In principe kan op drie manieren een afdruk worden verkregen. Met plotters, met printers en met foto grafische apparatuur. Vooral als het echt om ontwerpen gaat zal men kiezen voor plotters, die nauwkeurigheid en vele kleurmo- gelijkheden koppelen aan flexibili teit wat betreft formaat en het te bedrukken materiaal. Het meest gebruikte model is de penplotter. Een elektro-mechanische tekenma chine die de stuurgegevens van de computer ontvangt. Met behulp van coördinaten wordt de pen (vaak is het een revolverkop met pennen in verschillende kleuren) naar de juiste positie gestuurd en begint het trekken van de lijnen. Penplotters produceren op die ma nier tekeningen die zijn opgebouwd uit een grote reeks korte en langere lijnstukken. Moderne plotters be vatten een of meer microprocesso ren die een groot deel van de re ken- en stuurfuncties van de aan gesloten computer overnemen. Bo gen, cirkels, lijnen, letters, symbo len en dergelijke zijn door een of enkele computerinstructies vast te stellen in plaats van het opgeven van een heel groot aantal coördina ten. Dat vereenvoudigt de zaak ten zeerste en bovendien is er het grote voordeel dat men niet behoeft te beschikken over een computer met een uiterst groot werkgeheugen. Raster Een heel bijzonder soort plotter is de rasterplotter. In tegenstelling tot de penplotter gebruikt deze machi ne een vaste schrijf- of tekenkop. Deze kop bestaat uit een of meer rijen kleine elektrodeschoentjes, verdeeld over de volle breedte van het tekenmateriaal. Op die plaatsen waar zo'n schoentje een hoge span ning ontvangt, wordt het papier, dat vlak over de tekenkop loopt, elektrostatisch geladen. Daarna schuift het papier door tot over een vloeistofcircuit waarin zich zware kooldeeltjes bevinden. Daar waar het medium elektrostatisch geladen is, trekt het een kooldeeltje uit de vloeistof aan dat zich permanent aan het medium hecht. Een droog- proces zorgt er tenslotte voor dat het medium veegdroog uit de plot ter tevoorschijn komt. Het resultaat is een afbeelding in puntiesraster, waarvan de kwaliteit worat bepaald door het aantal pun tjes per vierkante millimeter. Ras- terplotters van de huidige generatie verzorgen op die manier bijna 250 puntjes per vierkante millimeter. Bedenken we daarbij dat het men selijk oog boven de 150 punten per vierkante millimeter nauwelijks of geen verbeteringen van de kwali teit meer waarneemt, dan wordt duidelijk dat de kwaliteit van deze plotter nog nauwelijks onderdoet voor die van penplotters. Door het rasterprincipe is het bij rasterplotters om het even nu of nu letters, symbolen of afbeeldingen moeten worden weergegeven. En dat met een zeer hoge snelheid. Rasterplotters kunnen op papier van 61 centimeteY breed tot bijna 1000 lijnen per minuut produceren. Wel is het nodig dat er een aparte besturingseenheid komt tussen computer en plotter om de gege vens te „vertalen" die worden aan gestuurd. PI ETER TAFFIJN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1985 | | pagina 20