mriendinnenlijn om eenzaamheid te verdrijven ,Na ongeluk stap ik toch weer met gerust hart in F-16" idle PILOOT BEN DROSTE ONDANKS DOOD NEGEN COLLEGA'S: snoof i terujort voor de start van een F- i. In jg. e en sl De st bre*tAG Piloten van de F- drons in Leeuwarden en -amen vorig weekeinde af- 'uni an twee omgekomen colle- ej 'Schiphorst (27) en J. van Pi J waren tijdens een met elkaar in botsing ge- J.en (n de buurt van het West- ®,laatsje Gronau. De resten |i vliegtuigen worden mo- onderzocht door een spe- fhmissie, die hoopt de oor- icen <P on6e^u^ over enkele in mef1 te weten Zeker is wel, tan' €St'^ Procent van de voor een'os ongelu^ken de beman- lo€d pft°r rnede een rol speelde, ndroo 'n ^et recente f?eval lijkt er jjJake van te zijn. s'fk" phtiHg van de uitkomsten onderzoek besloot de lueht- „/ding gisteren tijdelijk eni- uïkingen op te leggen aan de m achten. Alles bij elkaar re- rG H J de vliegers om onderhand ènd te worden over het zo a* 9 gevechtsvliegtuig? Over- 01'Droste (40): „Na elk onge- nn 3Pen we weer met een 'iT fart in ,een F-16. Dat er col- *aP°JSmkomen wordt door ons kennelijk ervaren als een in het vak". 1980 verongelukte de eer van een F-16 boven het T. Oorzaak: vermoedelijk itie door de weersomstan- In juni 1981 wist een .T.-j zich met zijn schietstoel in Korer te brengen, nadat de mo- had begeven door een on- lijke nikkellegering. In juli (zelfde jaar maakt een vlie- mislukte landing op Leeu- waarbij hij met zijn schiet- itkomt. Het vliegtuig slaat r. over de kop. In oktober [eer mis: boven de Wadden- )t een piloot zijn schietstoel ie omdat er problemen zijn codat Fotor- nnenft 1983 moest opnieuw een jjn hel1?61 zÜn schietstoel een F- vadlten na een z°genoemde vo" n wer^'dg- ^en ruaaud later en DP ^ij Hoogeveen twee vlie- chaprf ^et ^even °mdat ze door ng hfcentratie de hoogte uit het lu h<Men verloren; de toestellen geye6en de grond te pletter. In ij ieti van betzelfde jaar veronge- Dat ii611 Piloot omdat er bij de n vogel tegen zijn F-16 aan- h het toestel in een greppel 5* 1984 viel het eerste en tot en }nige burgerslachtoffer. Een n.®£vloog met zijn toestel het gt m/er 16, in dit geval een tweepersoons huis van een vrouw in Linz bin nen, waarbij hij ook zelf omkwam. Het onderzoek naar de oorzaak is nog niet afgesloten. Twee collega's verloren in december van hetzelfde jaar het leven bij Frankfurt am Main. Ze vlogen in een tweeper soonstoestel. De oorzaak van het ongeluk werd niet openbaar ge maakt. Eerlijk Dit jaar kwam het aantal slachtof fers op negen en het aantal afge schreven vliegtuigen op twaalf, door de al genoemde botsing nabij Gronau. Verloren de piloten tijdens de oefening hun concentratie, wa ren ze ervaren genoeg en konden ze het toestel wel aan? Hun achter gebleven collega's stellen zich die vragen geregeld. Ze blijven daarbij unaniem van mening dat er geen beter toestel is dan de F-16. Ben Droste: „Vliegers zijn erg eerlijk als ze praten over de toestellen waar mee ze werken. Als ze er kritiek op hebben, zullen ze die altijd uiten. Maar als ze over de F-16 praten zeggen ze allemaal, ook ik, dat er op deze wereld niets mooiers be staat". Ben Droste vloog, na ervaringen met andere toestellen, 600 uren in de F-16. Hij vervulde daarnaast op de vliegbasis Leeuwarden diverse functies, waaronder die van squa droncommandant en chef vlieg- dienst. Drie maanden geleden be landde hij achter een bureau in Den Haag, als, zoals het officieel heet, hoofd van de sectie opera- tiën en graining van de afdeling operationele directie van de lucht machtstaf. Voortaan zal hij nog vijftig uur per jaar in een F-16 doorbrengen „om het bij te hou den". Hij is derhalve niet meer operatio neel inzetbaar, dat is voorbehouden aan de gevechtsvliegers die jaar lijks 180 uur maken. Die moeten in de F-16 zowel het luchtruim verde digen tegen vijandige toestellen als gronddoelen aanvallen. In de Vere nigde Staten, het moederland van de F-16, geldt voor al die taken de norm van 240 vlieguren per jaar. Het aantal ongelukken ligt daar re latief lager. Voor de hand liggende conclusie: in Nederland wordt te weinig met de F-16 gevlogen. Ben Droste had die vergelijking ver wacht, natuurlijk, en legt uit waar om hij toch „nee" zegt. Overste Ben Droste, wijzend naar een F-16 waarin hij 600 uur heeft gevlogen: „Omdat er af en toe ervaren vliegers vertrekken, slagen we er niet in een optimaal geoefend team op te bouwen". „Laat ik voorop stellen dat wij, de vliegers, ook graag zouden zien dat we 240 uur kunnen vliegen. Maar door de beperkte financiële moge lijkheden moeten we dat vergeten. Taken De NAVO eist minimaal 180 uren van een gvechtsvlieger, onwille keurig op welk type toestel hij vliegt. Wij voldoen net als alle an dere Europese NAVO-landen aan die norm. Daarmee is de vliegvaar- digheid gewaarborgd en daardoor kunnen we de afgesproken taken uitvoeren als het bestoken van vliegvelden en belangrijke ver keersaders en, zij het beperkt, op luchtgevechten. Op het gebied van de veiligheid komen we absoluut niets te kort". „Onze keuze is bepaalde taken op timaal oefenen. België daarentegen heeft een andere keuze gemaakt; daar oefenen ze meer taken voor een klein deel. De Belgische ver liescijfers liggen overigens op het zelfde niveau als bij ons. Maar waarvoor je ook kiest, je kunt niet maar een beetje aanrommelen, want elk jaar wordt door de NAVO getest hoe operationeel de lucht macht is. En tot nu toe is gebleken dat we de taken waarvoor we oefe nen, kunnen uitvoeren". „Het pakket is dus beperkt; wil je alles kunnen doen wat de NAVO in principe wil, en wat de Ameri kaanse luchtmacht ook doet, dan heb je meer nodig dan die 180 uur. Dat de verliescijfers in de Verenig de Staten relatief lager liggen dan bij ons, komt echter niet omdat de piloten daar meer vlieguren ma ken. De Amerikanen hebben voor al de luchtverdediging op grote hoogte tot taak en bovendien zijn de omstandigheden daar beter. Er zijn enorm uitgestrekte gebie den waar je niet één obstakeltje te genkomt en bovendien vliegen ze daar met 1200 F-16's. Dat betekent dus meer ervaring door grootscha ligheid en daar heb je natuurlijk al tijd profijt van". Ben Droste vindt wel dat de ver liescijfers tot nu toe te hoog zijn, maar constateert een dalende ten dens, „hoe paradoxaal het mis schien moge klinken". Hij vertelt daarbij over de voorganger van de F-16, de Starfighter. „De lucht macht heeft er 138 gehad en daar van zijn er 44 verloren gegaan. Dat is, op het eerste gezicht, natuurlijk een gigantisch percentage. Maar we hebben er twintig jaar mee gevlo gen. Gezien het aantal vlieguren is het dus een laag ongevallenpercen tage. Ja, de Starfighter is een uit stekend toestel voor de luchtmacht gebleken". De taak van de NAVO is gericht op het voorkomen van oorlog door af schrikking en daar past volgens de luchtmacht de keuze voor de F-16 uitstekend in. Men kan zich geen geloofwaardiger gevechtsvliegtuig voorstellen dan dit hoogwaardige, van alle elektronische snufjes voor ziene toestel met zijn enorme snel heid en ongekende wendbaarheid. Dat het door inflatie en hogere dol larkoers een aanzienlijk duurder toestel is geworden dan bij de eer ste bestelling (ruim twintig miljoen gulden in plaats van hooguit vijf tien miljoen), mag de voldoening over de aanschaf niet temperen. De luchtmacht wijst met trots naar de bestellijst van de F-16: 4100 over de hele wereld. „We vinden dagelijks de bevestiging dat de F-16 de aller beste keus is geweest", zegt ook Ben Droste. Sensatie Als het gesprek gaat over het bij zondere van de F-16 voor een vlie ger, gaan zijn ogen glimmen. „Het is een enorme belevenis, een sensa tie zelfs. Het motorvermogen en de besturing zijn onvergelijkbaar met alles waarmee ik hiervoor heb ge vlogen. In plaats van staaldraden vanuit de cockpit naar de bestuur organen gaat in de F-16 alles met elektronische impulsen. Dat maakt de besturing zo nauwkeurig, dat je nauwelijks aan de stuurknuppel hoeft te komen om het toestel te leiden. Er zit een computer in die alle bewegingen optimaliseert. Die ervoor zorgt dat je steeds in de ide ale positie vliegt en dat je niet té veel van het vliegtuig kunt verlan gen". „De vliegersstoel staat dertig gra den naar achteren gekanteld en dat is ook al een sensatie. De cockpit biedt bovendien uitzicht naar alle kanten, ook naar achteren. En dat ben je als piloot niet gewend, ter wijl het zo belangrijk is. Want on danks alle apparatuur is de situatio nal awarenesshet zich bewust zijn van de positie waar je vliegt en wat er om je heen gebeurt, voor een vlieger onmisbaar Een vlieger moet zichzelf in de lucht kunnen plaatsen Het kan zijn dat je boord- radar in bijvoorbeeld een zeer heu velachtig gebied een vijandig vliegtuig niet opvangt. Het risico dat je dan zomaar uit de lucht wordt geschoten, is natuurlijk gro ter naarmate je minder ziet. Het zicht is nog eens extra belangrijk, omdat wij niet zoals in de burger luchtvaart gebonden zijn aan vaste vlieglijnen. Juist omdat het om ge vechtssituaties gaat en het aanval len van doelen, moet een oorlogs vlieger een zekere vrijheid van handelen hebben Je vliegt daarom voor het belangrijkste deel onder je eigen controle, de vluchtleiding is slechts passief aanwezig om waar schuwingen te geven als dat nodig is en kan". Risico's Dat maakt het vliegen met een F- 16 er niet gemakkelijker op. Door het grote aantal ongelukken is daarom bij vooral buitenstaanders het vermoeden gerezen dat de pilo ten toch niet allemaal goed genoeg zijn getraind of zich te snel laten overhalen om te „spelen" met dit door allen zo bezongen stukje vlieg- vernuft. En omdat er met de F-16 zo vaak laag moet worden gevlogen in sommige Westduitse gebie den tot 75 meter worden de ri sico's alleen maar groter. Ben Droste: „Een gevechtsvlieger moet een zekere mate van vrijheid hebben om te zoeken naar betere tactieken en een variatie van tac tieken. Hoe lager je die taak kunt uitvoeren hoe beter, want de kans dat je dan dpor een radar wordt op gevangen is uitermate klein. Het spreekt voor zichzelf dat daardoor een uitermate grote geoefendheid en discipline van de vlieger wordt gevergd. Er is dan ook een groot aantal geboden en verboden voor een vlieger. Wat mensen nog wel eens denigrerend „spelen" noemen, is het nabootsen van gevechtssitua ties en niets anders. Echt „spelen" met een F-16 is volstrekt uitgeslo ten. Verhalen van vroeger dat een piloot even zijn familie gedag ging zeggen, die zijn echt al lang achter haald, hoor". Ook ervaring is een essentieel punt in de problematiek rond de F-16. Critici zeggen herhaaldelijk dat te veel vliegers te jong en onervaren zijn. Ben Droste, zelf wel een erva ren vlieger, vindt dat de optimale ervaring zo tussen het 35e en 40e jaar ligt. Daarvoor moet een vlieger die ervaring opbouwen, erna wordt de fysieke en mentale conditie in grote lijnen minder. „Wij hebben graag een belangrijk deel van onze F-16 vliegers in de leeftijdscatego rie van zeg maar 35 jaar. Maar om die te krijgen, moet je van onderaf aanvullen. Vliegers van 20 tot 23 jaar moet je opleiden en dat kost dus een behoorlijke tijd. Na zeven a acht jaar zijn ze ervaren, maar dan zie je vaak dat ze naar de burger luchtvaart vertrekken. Want al zeggen ze allemaal dat vliegen met een F-16 duizend keer mooier is dan met een Jumbo, het grote ver schil in salaris geeft meestal toch de doorslag. Omdat er dus af en toe ervaren mensen vertrekken, slagen we er niet in een optimaal geoe fend team op te bouwen". Contract Iemand die vlieger wil worden, moet minimaal vwo met specialisa tie wiskunde en Engels hebben. Daarna volgt hij de zogenaamde initiële vliegopleiding bij de lucht macht en tekent een zesjarig con tract. Na afloop daarvan kan hij kiezen om het dienstverband te beëindigen of te verlengen met drie keer twee jaar. Daarna kan men soms een contract voor het le ven aangaan. Ben Droste: „Ik heb dat wel gedaan, maar je ziet dat de meesten het niet doen. Daarom zou ik graag een andere structuur zien en we zijn ook bezig om die te ver anderen. Er zou een regeling moe ten komen waardoor je langer ge bruik kunt maken van een vlieger dan nu het geval is. Ik zou graag zien dat een vlieger niet kan op stappen voor zijn veertigste". Waarna hij bijna fluistert dat er tot nu toe nog geen F-16 vliegers naar de burgerluchtvaart zijn vertrok ken. Wat ook erg moeilijk kan, ge zien het geringe aantal jaren dat er nog mee wordt gevlogen. Piloten die interesse zouden hebben in de burgerluchtvaart moeten eerst nog een aantal jaren uitdienen. Maar afgezien daarvan is zijn reactie treffend voor de aantrekkings kracht van dit vliegtuig. Die is zo groot, dat ook nog niemand na de ongelukken heeft gezegd te willen stoppen. „Ik ken de vliegers vrij wel allemaal en die reactie valt niet te beluisteren. Niemand ziet in de ongelukken ook aanleiding om de training of de manier van vliegen te veranderen. Iedereen zit volko men ontspannen in de cockpit Nee, er treedt nooit echt berusting op, maar vliegers realiseren zich wel dat ze kunnen verongelukken. Al denkt vrijwel niemand dat het hem zal overkomen". DICK HOFLAND ^ezoei seft g i t_ i_«_ ie rlaniSuw A. Laan uit Diemen i benj een jaar geiecjen de dinnenlijn op. Vrouwen T«et®h wat eenzaam voelen „ahJn 020-951600 bellen en r hoevrouw Laan een 1''batrn zoe^en- Om mee ig zoi te drinken, te Men of te bellen. Voor 'het fdrag van 59,50 h<i de aanvraagsters vier iTresl het bestand. Met de Hetiekte persoonlijke riMlfns zoekt mevrouw In haar kaartenbak ■•en mogelijke vriendin mrfaJeigen omgeving, frrjan er eentje zijn, maar eer jTeer. Het aantal maakt wie fit. Alleen het ctielt->nnummer wordt ondhfgeven. De toekomstige hvnaJinnen kunnen elkaar °mhJellen en de rest zelf sbattien. Mevrouw Laan ^ftTükt dat het alleen een 'naJdelingsbureau is voor h<Vriendsehappen. Geen 4ijks- of sexbureau. GBli DIEMEN „Mensen weten me niet te plaatsen. In de krant staat mijn advertentie meestal in de ru briek „diversen". Ik ben geen hu welijks- of sexbureau. Eenzame vrouwen kunnen bij mij terecht als ze iemand zoeken om mee uit te gaan of voor een goed gesprek. Ach, er is zoveel eenzaamheid in de wereld. We leven in een dichtbe volkt land, maar als ik dan lees dat iemand drie weken dood in zijn huis ligt, voordat iemand iets merkt Tientallen malen per dag rinkelt de telefoon bij mevrouw Laan. „Met de Vriendinnenlijn. U zoekt een vriendin? Dat kan, hoor. Ik moet dan wel wat persoonlijke gegevens van u hebben. U bent drieënzestig, met de vut en alleen? Ja, ik noteer het even". Ze pakt een kaart en schrijft alle gegevens van de me vrouw aan de telefoon op. Naast de standaardvragen, zoals naam, leef tijd en woonplaats worden ook de volgende vragen gesteld: Bent u huiselijk? Gaat u veel uit? Bent u veel in het buitenland ge weest? Houdt u van dieren?. Mevrouw Laan belooft zo gauw mogelijk terug te bellen met een aantal telefoonnummers. De Vriendinnenlijn lijkt soms cp een telefonische hulpdienst. Me vrouw Laan heeft dan ook tele foonnummers bij de hand van het Rode Kruis en van mensen die in tie sociale sector werken. „Het komt gelukkig niet zo vaak voor, Mevrouw Laan: „Misschien is je buurvrouw wel eenzaam, maar heb jij het niet in de gaten". maar het is wel eens gebeurd dat een moeder wanhopig opbelde, om dat haar dochter van negentien de boel kort en klein sloeg. Daar praat ik dan mee en dan verwijs ik zo ie mand door naar professionele hulp". „Soms kun je via de telefoon al een heleboel doen. Ik heb een keer een vrouwtje aan de lijn gehad, dat dreigde van het balkon te springen. Toen heb ik gezegd dat de kinde ren haar nodig hadden. Natuurlijk, ze kunnen wel worden opgevoed door iemand anders, als zij dood is, maar de liefde hebben ze van haar nodig. Op zo'n manier ben je dan aan het praten, gelukkig heb ik het kunnen voorkomen. Je moet alles geven wat je in je hebt". Buurtfobie Mevrouw Laan denkt dat veel mensen last hebben van een buurt fobie. „Hoeveel mensen kennen hun buren? Misschien is je buur vrouw wel eenzaam, maar heb jij het niet in de gaten. Het komt vaak voor bij de vrouwtjes in de nieuwe wijken. Als ze als laatsten komen, dan zijn ze een eenling én worden ze paniekerig. Ze vinden het leuk om met iemand te praten, maar worden niet opgenomen. Het is op vallend dat eenzaamheid vaker voorkomt bij vrouwen uit de mid den- en -hogere klassen Het zijn vrouwen die bijvoorbeeld, doordat ze een baan hebben, weinig leef tijdgenoten zien. De vrouwen uit de echte volksbuurten hebben daar geen last van. Dat is opvallend", zegt mevrouw Laan. De leeftijd van de vrouwen die staan ingeschreven loopt van 18 tot 80 jaar. Ze wonen verspreid over het hele land. „Zelf ben ik altijd veel thuis geweest, omdat ik niet goed ter been ben. Toch ben ik niet eenzaam. Ik ben getrouwd en heb twee zonen. De contacten moet je zelf maken. Een gesprek met mijn huisarts een jaar geleden deed mij besluiten de vriendinnenlijn op te richten. En het is een succes, getui ge de reacties. Ja, je hebt natuurlijk wel eens mensen bij wie het niet lukt. Maar dat zijn de uitzonderin gen". „Als iemand twee of drie contacten heeft opgebouwd, kan op haar ver zoek de kaart in de ..wachtkamer" worden gezet. Ik zoek dan niet ver der, maar de kaart blijft in het be stand. Als ik een seintje krijg, dan ga ik weer aan de slag", vertelt ze opgewekt Mevrouw Laan is een vrouw, die iedereen probeert op te peppen. Toch heeft ze zelf ook veel proble men omdat ze minder-valide is. Ze woont in een aangepaste woning. „Maar dat moet je niet benadruk ken in de krant hoor. Ik heb er mee leren leven en ben een vrolijk en opgewekt mens. En ik draag mijn steentje bij". JANNEKE VOSKAMP ZATERDAG 15 JUNI 1965 .5JUN—

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1985 | | pagina 23