1? De Spoorbrug over het Galgewater:Een degelijk Duits produkt uit Dortmund Tan ja was te lief volgens haar baas Nieuw boekje over geschiedenis van Noordwijkse hond I zoekt: huis j LEIDEN/REGIO CeidócSo wvomX- ZATERDAG 15IUNI1985 PAi De spoorlijn Leiden-Woerden is bepaald niet in een vloek en een zucht tot stand geko men. In 1864 lagen er maar liefst zeven plannen voor spoorverbindingen door of langs Leiden en de Rijnstreek op tafel. De minister vond ze allemaal wel nuttig, maar deed er verder niets mee. Een in 1870 ingediend plan van de heren Knijff en Kaptijn ver kreeg een voorlopige conces sie, maar omdat een waar borgsom gestort moest wor den om een definitieve con cessie te krijgen en het geld daarvoor niet gevonden werd, werd die weer ingetrokken. In oktober 1872 verkregen ir. P.A. de Bordes, mr. L.A.J.W. baron Sloet en C.W.F. Wig- gers van Kerchem (deze laat ste zou zich al snel om ge zondheidsredenen terugtrek ken) een voorlopige concessie voor een lijn ten zuiden van de Oude Rijn, vrijwel het tra cé dat uiteindelijk aangelegd is. Een belangrijk verschil punt was alleen dat de lijn eindigde buiten de Koepoort (dus aan de Herenstraat), zo dat de kostbare bruggen over de Trekvliet en het Galgewa ter niet nodig zouden zijn. Toch was de aanleg nog kost baar genoeg en omdat de on dernemers vóór 1 maart 1873 de financiering rond moesten hebben als ze een definitieve concessie wilden krijgen, richtten ze een verzoek om een ruime subsidie aan de Provincie Zuid-Holland. Ge deputeerde Staten waren sterk verdeeld, waarbij de meerderheid geneigd was het verzoek af te wijzen, maar een door de Provinciale Sta ten ingestelde commissie ad viseerde unaniem steun te verlenen gezien het provinci ale belang bij de spoorlijn. De commissie adviseerde aan delen in de spoorwegmaat schappij te nemen in plaats van een subsidie te verlenen, omdat de financiële resultaten voor de provincie dan beter zouden zijn; liefst tot een be drag van 300.000,-. De Ne- derlandsche Rhijn Spoorweg maatschappij (NRS) had een rentegarantie over het totaal benodigde kapitaal van f 3.000.000,- gegeven, zodat minimaal 3% rente getrokken zou kunnen worden (en bij voordelige exploitatie mini maal 4'/4%). Mocht de meer derheid van Provinciale Sta ten echter tegen het nemen van aandelen zijn, dan werd geadviseerd 150.000,- subsi die te verlenen. Dat het sta tion buiten de Koepoort ge vestigd zou worden, achtte de commissie geen bezwaar, mits er maar een verbinding met het station van de Holland- sche Yzeren Spoorwegmaat schappij (HYSM) tot stand ge bracht zou worden. Dat laat ste was trouwens een absolute eis van de regering. De brug over het Galgewater zou een opening voor de scheepvaart moeten krijgen minimaal even breed als de spoorbrug bij De Vink. Kou Provinciale Stafén lieten hun commissie lelijk in de kou staan: met 31 tegen 28 stem men werd de subsidie afgewe zen. Omdat de NRS het be lang maar al te goed zag - deze maatschappij zou de nieuwe lijn gaan exploiteren - kwam de waarborgsom uit eindelijk toch op tafel. Deson danks stroomden de toezeg gingen om aandelen te zullen nemen niet bepaald overvloe dig binnen. Al tekende de ge meente Leiden voor f 250.000,- op aandelen in, dit was nog verre van voldoende. Ook nu weer was de NRS de reddende engel: deze garan deerde de afname van alle aandelen die niet op de parti culiere kapitaalmarkt aan de man gebracht zouden kunnen worden. De heren De Bordes en Sloet meenden er verstan dig aan te doen de toezegging van de gemeente om f 250.000,- in aandelen te in vesteren om te zetten in het verlenen van een subsidie van 100.000,- en de Gemeen teraad keurde dat op 22 april 1875 inderdaad goea, alsmede de overeenkomst met de con cessionarissen op 26 juni 1875. Inmiddels was op 4 juni 1875 een wijziging van de concessie vastgesteld. Van die maar liefst 59 artikelen tellende concessie zijn de meeste zeer voor de hand liggend. De be langrijkste bepaling was wel artikel 22: „De spoorweg moet voltooid en in exploitatie ge- bragt zijn op den eersten Junij 1878. Bij niet voldoening door de concessionarissen aan de tijdsbepaling vervalt de con cessie (en daarmee de waar borgsom van 150.000,-!), ten zij de vertraging het gevolg is van overmacht, buiten schuld van de concessionarissen of die vertraging veroorzaakt wordt door de geregtelijke onteigening, insgelijks buiten toedoen van de concessiona rissen, beide gevallen ter be oordeling van den Minister van Binnenlandsche Zaken". Met deze definitieve concessie in de hand, kon nu ook aan De spoorbrug over het Galge water gezien naar de stad, met op de achtergrond de Morspoortkazerne en Mare- kerk. Foto rond de eeuwwis seling, vermoedelijk van J. Goedeljee. Bruggen, we maken er al lemaal gebruik van. Zeker in een waterrijke stad als Leiden zijn het onmisbare schakels in het wegennet. Veel aandacht is er nooit aan de Leidse bruggen be steed. De stilte rond de Leidse bruggen is met de presentatie van het Brug ge nboek al gedeeltelijk „verstoord". Het Gemeen tearchief aan de Boisotka- de hoopt van 9 tot en met 29 augustus 1985 in De Waag de tentoonstelling „De Leidse bruggente houden. Als inleiding op deze expositie verschijnt in deze krant een serie ar tikelen over Leidse brug gen. Het zijn geen techni sche verhandelingen, maar historische verhalen waarin een brug als lei draad dient. De gegevens zijn verzameld door een werkgroep van historisch geïnteresseerden, die veel van de geschiedenis van de Leidse bruggen heeft uitgezocht. Samensteller en schrijver is de begelei der van deze werkgroep, de heer P.J.M. de Baar van het Gemeentearchief. Kees van Herpen tekent voor de eindredactie. De reprodukties zijn van foto graaf Wim van Noort. Vandaag verschijnt het achtentachtigste artikel in deze serie. Gezicht op de spoorbrug over het Galgewater, gedomineerd door de Rijnzichtbrug. Foto Wim van Noort, juni 1985. Hengeveld. Al op 18 januari 1876 werd de wet uitgevaar digd die het algemene nut van de onteigening voor de spoorweg verklaarde. de oprichting van de Naamlo- Vennootschap: Spoorweg pij Leiden-Woer- Spoorweg- Energie Hpn.Wnpr. den gedacht worden. De sta tuten werden op 26 november 1875 door de koning goedge keurd en op 2 december volg de de akte van oprichting bij de Hazerswoudse notaris K.N. Meteen hierna werd alle energie gestoken in de uitba- kening, waterpassing en grondboring over het hele traject en werd begonnen met de aankoop van de gronden. Ook werden de berekeningen voor de bruggen gemaakt; over de brug over het Galge water (en die over de Gouwe) werd nog een beslissing van de regering ingewacht. Voor deze brug werd een schetste- kening bij de gemeente Lei den ingediend, die op 16 juli 1877 door de voorzitter van de Commissie van Fabricage in de vergadering van B W overgelegd werd. Dit was een ophaalbrug en besloten werd „bij het Bestuur (van de spoorwegmaatschappij) op het leggen van eene draaibrug te blijven aandringen". Dit heeft kennelijk geholpen, want in de algemene aandeel houdersvergadering van 28 juli 1877 meldde dat bestuur: „Bij de brug over de Rijn was voorgesteld een kraanbrug, even wijd als die van de HYSM (bij De Vink), doch werd verlangd, dat zij een wijdte moet hebben van 7.50 meter, zoodat zij een draai brug moet worden". Dit blijkt ook uit het bestek „wegens het.maken en stellen van den metalen bovenbouw voor de bruggen van den spoorweg van Leiden naar Woerden, aan te besteden den 15 febru ari 1877". De brug over het Galgewater moest bestaan uit een stalen draaibrug voor dubbel spoor, overspannende twee openingen elk van 8.'50 meter, lang 22.85 meter in de as gemeten, en twee stalen bruggen elk overspannende een opening van 12.50 meter en elk lang 13.50 meter. Voor de draaibrug diende 27.600 kilo staal, 330 kilo ge smeed ijzer, 1240 kilo gegoten ijzer en 30 kilo metaal of ko per geleverd worden (behalve 4320 kubieke meter eikehou ten dwarsliggers en 10.164 kuub eikehouten vloer); voor de vaste bruggen was twee keer 7500, dus 1500 kilo staal vereist. Aannemer van het maken en stellen van de me talen bovenbouw van ook de bruggen over de Trekvliet en het Galgewater werd de fa briek Deutschland te Dort mund voor 95.490,-. Het ma ken van het metselwerk voor alle bruggen en het leggen van de aarden baan voor het spoor was aanbesteed aan de heren Rutgers en Verkoren voor 757.000,-, zodat zij ook wel grotendeels de onder bouw van de spoorbrug over het Galgewater gemaakt zul len hebben. Helemaal zeker is dat niet: door de vertraging in de onteigeningen en andere oorzaken konden ze hun werk niet voortzetten en in december 1877 werd krach tens minnelijke schikking het contract met hen ontbonden. Door deze problemen, die de minister van Binnenlandse Zaken noopten de termijn van ingebruikstelling te verschui ven naar 15 oktober 1878, melddë het op 30 juli 1878 uit gebrachte verslag aan de aan deelhouders dat toen nog aan de brug over het Galgewater gemetseld werd. Station De kwestie van het station aan Leidse zijde was nog steeds niet afdoende geregeld. Op 14 februari 1878 besprak de Leidse gemeenteraad de brief van de Spoorwegmaat schappij waar de meest wen selijke plaats zou zijn. B W hadden een voorkeur voor een station aan de Haagweg, met een mogelijkheid om door te rijden naar Leiden- Hollandsch Spoor. Raadslid Le Poole bepleitte sterk een stopplaats aan de Herenstraat, maar de burgemeester achtte dit volkomen onhaalbaar. Raadslid Eigeman was bang dat als de Haagweg eindsta tion zou worden, de koppeling met het station van de HYSM wel eens erg lang uitgesteld zou kunnen worden en tegen een verbinding met een vigi lante of wagen had hij grote bezwaren. De burgemeester achtte dit echter onmogelijk, omdat de verbinding een ab solute voorwaarde was voor het Rijk. de De HYSM verklaarde r- sterk tegen een apart sti voor personenvervoer aq Haagweg gezien het te vj ongemak, maar B W m daar toch minder zwaan Uiteindelijk besloot de™ meenteraad op 7 maart met 15 tegen 4 stemm^ adviseren geen apart st| aan de Haagweg te bou zelfs geen halteplaats. D» derhandelingen met HYSM sprongen af en nister van Waterstaat, I en Nijverheid (een nieu\** nisterie, dat de spoorweg blematiek van Binnenlq Zaken overgenomen had| zich gedwongen een Koii lijk Besluit op 31 mei 18} vragen om dit gemeenst pelijk gebruik van het h£ station af te dwingen. gens was dat station zo f en ouderwets dat het a 1880 vervangen werd i het door architect D\A] Margadant ontworpen j bouw, dat zelfs de oorloc zou overleven. Op het laatst was het nog rel keren voor de lijn geheeïjaa tooid was. Met de fatale ge: turn 15 oktober 1878 jyeS| ogen werd alles op alles ju Op 5 oktober kon de bf meester de Raad medetF' dat de ingenieurs van de ps de spoorweg op 9 en 10 p d ber zouden gaan opnetfda Tevens vroeg hij 500,-jurt diet voor feestviering dot if burgerij; deze zou nog o wekt worden tot vreugir.on toon, het uitsteken van fin^ gen en dergelijke. Met lBad gen 6 stemmen verleend tot Raad dit. En toen brak arer oktober de grote dag aanf een gezelschap van hoog^r digheidsbekleders tufte"ee eerste stoomtrein van \tJos] den naar Leiden, waarljer Alphen een feestmaal jerc 100 personen gehouden In het begin reden er pei niet meer dan vier pers<rvo treinen vice-versa ovei lijn, zodat de spoorbrug van niet versleten raakti brug bleek toch zeer soli« j t hield het, met de nodige raties, uit tot 1982, toei vervangen werd door 1 tweesporige brug. DezepEF beter veel hoger gelegd fcbar nen worden, maar dat gafrk meer problemen dan in hsch zodat daarvan afgezien fc e« door het plaatsen van aken is de wachttijd voor de s^n bomen toch al sterk ingebord Met de vernieuwde Spoor zullen we nog lang moetefuk ren leven. *thc Pd *sch NOORDWIJK Onder de titel „Reddingen en strandingen te Noord- wijk" is het vijfde deel in de serie „Op zoek naar het verleden" verschenen. Het boek gaat over de tientallen reddingen en strandingen die zich in de loop van vele jaren voor de Noordwijkse kust heb ben afgespeeld. De serie wordt uitgegeven door de Noordwijkse boekhandel A.C. van der Meer aan het Vuurtorenplein, onder au spiciën van het Genoot schap Oud-Noordwijk. Het boek kost 16,95. De nieuwste aanwinst is geïl lustreerd met vele foto's uit, verleden en heden. Zo wordt onder meer de redding be schreven van de bemanning van de Engelse Oost-Indië- vaarder „General Barker", die op 17 februari 1781 tijdens een zware storm tussen Noord wijk en Zandvoort op het strand liep. Ook is een hoofdstuk ge wijd aan de fatale redding van de bemanning van de Kat- wijkse logger „KW 47" in 1919, waarbii drie leden van de Noordwijkse reddingsboot bemanning omkwamen. Al eerder verschenen in deze reeks „Noordwijk als bede vaartplaats", „Noordwijk als vissersplaats", „Noordwijk en zijn klederdachten", en „Het gerecht en zijn dienders". In voorbereiding zijn „Noord wijkse kunstenaars", „De bronnen van bestaan van het dorp" en „De kerkgenoot schappen". De eindredactie berust bij dr. Willem van Hil- ten. Het materiaal voor het nu verschenen boekje is aange dragen door Huig van der Niet en Willem Varkevisser. Uit pure liefhebberij verrichtten zij speurwerk over dit onder werp. Reeds eerder verscheen van hun hand „Noordwijk en de visserij". LEIDEN Geboren: Pleter Willem' z.v. W. P. Dool en C. Otto; Suzanne d.v. J. M. Leurink en M. A. M. Ver voorn; Deborah Chantalle d.v. J. Die penhorst en J. Bogaards; Paul z.v. I. Verstraaten en M. Kooreman; Dleu- wertje Anetka d.v. A. J. M. de Groot en C. A. Zethof; Claslna Anna Adrla- na d.v. A. C. W. Meijer en M. M. A. van Veldhuizen; Déslrèe Mattanja d.v. W. Lukklen en A. Guljt; Rowena So phia Geertruida d.v. F. van Tongeren; Robert Johan z.v. J. R. van Sas en M. E. J. Reijndorp; Melissa d.v. J. de Laaf en A. C. Verhoeff; René Louis z.v. F. van Voorbergen en M. van Beelen; Jacoba Corlne d.v. C. Ber- khelj en G. Barnhoorn; Marlies d.v. L.' Borst en C. C. Clere; Rlanne Johanna d.v. J. H. M. van der Zalm en M. J. H- G. van der Horst; Cornells z.v. L. J., van der Plas en G. van der Plas. Overleden: J. H. L. Faber, geb., 26-6- 1956, man; W. A. Mathlener, geb. 4- 3-1900, man; J. Dubbelaar, geb. SI S'1894, vrl., geh. gew. met A. Fillppo; M. Reijntjes. geb. 2-12-1909, vrl., geh. gew. met. G. J. Jacobs van den Hof; S. Balfoort, geb. 11-6-1899, vrl., geh. gew. met A. H. van Nouhuljs; A. J. W. Mulder, geb. 12-11-1958, man; J. M. Kruys, geb. 10-9-1907, man; J. A. C. van Engelenburg, geb. 24-4- 1918, vrl., echtgen. van G. Poot; B. Mljs, geb. 21-2-1907, man; J. Aande- wiel, geb. 27-3-1904, vrl.; C. Stampe rlus. geb. 5-11-1911, man; IJ. van Duljn, geb. 9-2-1949, man; L. Schaap, geb. 16-10-1918, man; J. A. de Vis ser, geb. 7-9-1930, vrl., geh. gew. met F. Tas; J. Klaij, geb. 21-6-1912, man; G. den Heljer, geb. 19-4-1911, man; W. Guijt, geb. 21-9-1896, man; G. van Beelen. geb. 16-2-1923, vrl., echtgen. van W. Vermeer. Gehuwd: P. P. Halvemaan en J. J. Verllnd; A. F. T. Wasslnk en G. T. van Oosten; J. van Rossum en A. M. Ah-, med; R. Spruljt en H. H. E. Jansen; J. L. A. Sevat en L. C. H. Tros, A. H. W. Brands en J. R. P. van den Berg, J. Boom en K. J. Verhoeven, Magdi Nessim Barsoum en Z. Doak, P. H. Krulzinga en M. B. V. Opdam, J. Krult en M. H. R. Donk. LEIDEN Je hoort het niet vaak dat een hond in het asiel belandt, omdat hij te lief is. Meestal komen daar honden die geen baas hebben of een baas die geen tijd meer voor ze heeft. Ook komen er hon den, die erg lastig zijn omdat ze teveel blaffen of niet alleen thuis kunnen blijven, of boos doen tegen kleine kinderen, of de poes schrik aanjagen enz. Het komt echter nooit voor dat er hond wordt ge bracht, omdat hij te lief is. Bijna nooit. Want twee weken geleden bracht een man uit Alphen aan den Rijn zijn huisdier naar het asiel omdat hij het dier te lief en niet fel genoeg vond. Zo gebeurde het dat de ander half jaar oude bastaard Me- chelse herder Tanja in het dierenasiel aan het Besjes laantje terecht kwam. De man die het teefje Tanja kwam brengen zei, dat hij haar ook niet meer wilde omdat ze niet waaks genoeg was. De man zei dat hij juist een felle waakse hond wilde hebben, maar dat Tanja daar niet toe op te voeden was. De hond had gewoon een veel te zachte natuur. Ook had Tanja nogal invoed, want de man had nog een hond, die wel heel fel en waaks was, maar die hond was zo dol op Tanja dat hij zijn waaksheid steeds meer liet varen. De felle waakse r andere hond werd onder in vloed van Tanja steeds liever en daar wilde de baas niets van weten. Tanja moest dus maar weg. Tanja zit nu twee weken in het asiel en dat bevalt haSr helemaal niet. Ze vindt het echt vreselijk. Ze kijkt heel zielig en is dolblij als ze wat extra aandacht krijgt. Daarom vindt Mieke Tiele van het dierenasiel (haar man Wil kan momenteel niet werken omdat hij hernia heeft) dat Tanja maar snel een baas moet vinden. Als iemand een lieve, speelse, heel makkelijk in het gebruik zijnde hond zoekt, dan is Tan ja ideaal. Maar degenen die liever een felle waakse hond willen, moeten maar verder zoeken. Tanja is namelijk ge woon een schat en een mooie hond. Ze is lief voor kinderen Tanja voelt zich niet goed op haar gemak in het asiel. Wekelijks verschijnt in de Leidse Courant de rubriek „Hond zoekt huis". In deze rubriek wordt een hond (of soms ook wel een kat) beschreven die in het asiel ver blijft om daar een zekere dood tegemoet te gaan... ten zij het dier een goed tehuis vindt. De in de rubriek be schreven honden zijn óf gevonden óf door hondenbezit ters naar het asiel gebracht. Ze worden om uiteenlopen de redenen afgestaan, vaak begrijpelijk, maar soms ook volslagen onzinnig. De in „Hond zoekt huis" beschreven dieren zijn alle goed gezond, hebben een wormenkuur ondergaan en zijn volledig ingeënt. Tegen betaling van circa 80 gulden (voor katten is dat 45 gulden) ten bate van zwerfdieren zijn ze af te halen. Adres: Nieuw Leids Dierenasiel, Besjeslaan 6b, Leiden. Tel.: 411670. Geo pend di. t/m vr. 10-12 en 14-16 uur. Zondag en maandag gesloten. en andere dieren. Ze 1 geen moeite met het rijdd een auto. Ze kan best eveL__ leen thuis zijn, al heeft ze wel aandacht nodig. Tai^ een echte vrijhond, maarp w overdreven opdringerig. |eU\ heeft Tanja wel een beet|nni ruimte nodig. Ze is da» 0p misschien niet zo ges^r voor een flat. Ze moet vafl ge haar speelsheid ook&is wat aan lichaamsbewejn doen. Flink uitlaten zal.Tjk op prijs stellen. Tanja is [nla der een tikje nieuwsgierig wil graag weten wat er^ maal aan de hand is. ergens lekkere luchtjes daan komen, dan gaat op af en ook als ze arl beesten ziet, die ze nogj kent, dan wil ze daar j kennis mee maken. Tanja luistert verder go< Sammy Sammy het hondje van v< week kreeg erg veel real maar geen van alle had r p taat. Veel personen wi Sammy wel hebben, maa lemaal pas na de vakanti daar wilde Mieke Tiele l aan beginnen. Je neemt hond of niet en zoiets st niet uit tot na de vaka |f| want dan is de kans groc een hond volgend jaar ii vakantieperiode ook te 1 is. Sammy is er dus nog e ap hoopt dat er toch nog ien voor hem komt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1985 | | pagina 12