)ek de Jong toont meesterschap „Als mijn kinderen het maar beter hebben" Vergeten manuscript een „Greene" van het zuiverste water ROMAN „CIRKEL IN HET GRAS" ouden Griffel goede handen ®}j Els Pelgrom LIEER Europa en de muziek Uitputtend boek over labyrintvissen p tr" EeidócSoumnt VRIJDAG 14 JUNI 1985 PAGINA 17 »cht die mijn liefde me [even was groot. Ik •n gedaan waartoe ik iet in staat achtte", itering vloeit uit de de Nederlandse jour- [anna Piccard in een iheidsbrief aan haar de Italiaanse kunst en dichter Andrea Gedurende ander waren zij samen, in >aar zij op de toppen beleving elkaar leer- len, de liefde met el- leefden, samen woon- tot beider wanhoop ;n gingen. Dat is de (an het verhaal in de roman van Oek de lirkel in het gras", een •ekkend, diepgaand en in het slot ontredde- is over liefde in vele van het woord, jaar geleden dat het k van Oek de Jong „Opwaaiende zo len", dat indertijd nog- baarde en dat heel »rs kreeg. Beter gezegd Het trok veel ko- r of die het boek al- lazen, is een grote ils wat kwaadaardige itatoren wel beweren. >k was immers „moei- Pjoor zijn constructie, tijdwisselingen, per- -fwerschuivingen en dat leen nogal wat ervaring m^fendheid van de lezer 1. „Cirkel in het gras" n e ingewikkeldheid van winbtie niet, althans, men verhaal in grote lij- ^jlchronologische volgor- r?*imdat er duidelijk een .de verteller is (die f1 jj sporadische gelegen ,°tv$ls een „ik" optreedt), lezer een voortduren- £Yb op de gebeurtenissen. 1 immers de bewegin- l de verteller (die ove rigens veelvuldig en complex zijn) nogal moeiteloos volgen. Rome Hoofdpersonen zijn de Neder landse vrouw Hanna Piccard en de Italiaanse man Andrea Simonetti. Zij werkt in Rome als correspondente van een Nederlandse krant, hij heeft een halve baan aan het Natio naal Museum voor moderne kunst in Rome. Hij is verder dichter. Beiden zijn geschei den, vorige relaties zijn beëin digd. De vrouwen die in het leven van Andrea een rol heb ben gespeeld lijken voor zijn handelen en denken van veel meer belang dan de minnaars of vrienden die Hanna heeft gehad. Andrea heeft dan ook de zorg voor zijn opgroeiend dochtertje, Leda, dat bij hem woont en dat hem uiteraard steeds herinnert aan haar moeder, die al jaren geleden vertrokken is. Hanna en Andrea ontmoeten elkaar, gaan dan samenwonen. Zeer uitvoerig beschrijft Oek de Jong hoe zij tegenover el kaar staan, wat hun relatie voor ieder betekent. Natuur lijk spelen andere personages daarbij een rol, het dochtertje Leda in de eerste plaats, maar verder is er de directeur van het museum waar Andrea werkt, die als een zeer wijs, erudiet, kunstzinnig en hoog staand mens veel processen in werking zet. Deze Federico Zuccarelli verschaft bovendien het fantastische, klassieke de cor voor de laatste, dramati sche fase van de relatie tussen Andrea en Hanna. In zijn wo ning, hoog boven zee, aan een Zuidelijke kust, waar een schat aan klassieke kunstwerken bijeengebracht is, treffen de twee elkaar nog eenmaal, waarmee zij het einde van hun Oek de Jong relatie op een bijna spookach tige manier beleven en tot stand brengen. Ongewild en tegelijk onontkoombaar, in de zekerheid dat er niets meer rest. Die zekerheid is er in ie der geval voor Hanna, Andrea heeft daar dan nog een andere opvatting over, maar beseft al te goed hoe tegenstrijdig de emoties in hemzelf zijn gewor den, hoe ver Hanna is en hoe zeer hij naar haar verlangt en nog eenmaal van haar aanwe zigheid geniet. Intussen vin den er allerlei gebeurtenissen plaats, die vol symbolische la ding zijn, zowel met het meisje Leda als met de „godheid" Zuccarelli. De Jong plaatst deze gebeurte nissen tegen een decor van de werkelijkheid, zoals die in Ita lië plaatsvond ten tijde van de ontvoering van Aldo Moro, die door terroristen op klaarlichte dag van de straat werd ge plukt tijdens een schietpartij, waarna hij wekenlang verbor gen werd gehouden. De Itali aanse regering weigerde te on derhandelen en Moro zou om gebracht worden. Deze ge beurtenissen zijn uitvoerig in de roman weergegeven en zij bepalen in een aantal opzich ten de stemming van de hoofdpersonen, hun denken en ook hun gedrag. Indrukwekkend is de manier waarop Oek de Jong een groot aantal lijnen in zijn verhaal uitzet, die een basis geven aan de tegenstrijdige gevoelens en ervaringen van de twee min naars. Zij zijn voor het eerst in eikaars directe nabijheid op een boot, zij zullen aan het slot op een boot uiteen gaan, hun laatste deuren naar elkaar sluiten, gewild en ongewild. Als het tussen Andrea en Han na voor het eerst tot een grote crisis komt, waarmee het pro ces van verwijdering definitief wordt ingezet, gooit hij haar in de nacht van de trappen af in hun appartement aan het Piaz za Farnese. Die val in de diep te speelt herhaaldelijk een rol in het verhaal, zoals er ook veel kleinere details zijn, die terugkeren en als een obsessie aanwezig blijven. De onver klaarbare raadsels van de sa menhangen tussen gebeurte nissen, voorwerpen, gesprek ken, gebaren zijn daarbij heel enerverend. Zo heeft Hanna een steeds weerkerend gebaar om met een vinger het zweet van Andrea's bovenlip te ve gen - en dat wordt voor hem een obsessie. De vertelwijze is ogenschijn lijk heel eenvoudig, maar bij een beetje nadere beschouwing lijkt er heel wat aan de hand. Het verhaal maakt dan wel de indruk chronologisch verteld te zijn, in feite moet de auteur diverse kunstgrepen op het tijdsverloop van zijn verhaal toepassen, wat hij stilzwijgend en onopvallend heel geraffi neerd doet. Er is zoveel te ver tellen over verschillende per- ;,$NE SOFIE EN LANGE WAPPER j we €1 Hiden Griffel die de (Collectieve Propagan- het Nederlandse Boek) oegekend aan Els Pel- 'oor haar „Kleine Sofie lke£e Wapper", had moei- net (betere handen terecht kost! komen. Pelgrom heeft om (eren vorm gevonden o fleen groot aantal bizar- x gi^turen paste, strijdvaar- humoristisch en voor reslgdig publiek van zeer aard. keu zit 'm in de Kleine eneen meisje dat in bed «_jd te gaan, maar in de urlipd die haar is bemeten, bijj^n de weet wil komen ^ADVERTENTIE) ;eno ;kk)EKHANDEL M ^Bj1 'Z mJËLi weitoEN - LEIDERDORP ISTGEEST - KATWIJK gen VOORSCHOTEN esP4p deze pagina bespro- ikt, beken zijn bij ons dirèkt ja> 'laar, óf via onze TERMI- t^e bestellen en dan bin- a)|e dagen verkrijgbaar. erb^ dan gebruikelijk is bij kleine zieke meisjes. Ze is nieuwsgie rig. Maar, legt Pelgrom uit, ze bemoeide zich niet met dingen die haar niet aangingen, ze wilde gewoon wéten. Alles wat er op de wereld en daar buiten is. Die kennis raakt aan de kook in haar verwarde brein; Klei ne Sofie gaat zich vreemde dingen voorstellen en voor ze het weet doet ze mee in een toneelstuk dat nog geschreven moet worden en is bedacht door de kater Terror. De avonturen die Kleine Sofie en een aantal dapperen uit haar kamer beleven, komen spoedig buiten de toneelkast en daar staat dan plotseling een klein manmoedig gezelschap buiten in de kou en dan begint het. Dan begint heel veel: avontu ren voor kinderen, vermengd met stoutigheden voor volwas senen en met dolle pret en soms met stukjes angst en vrees, humoristisch en be klemmend. Het zal de lezer vermoedelijk niet opvallen, dat Els Pelgrom in feite werkt in'strijd met een ijzeren schrijverswet, dat het tegenwoordig verboden is die ren en dingen te laten praten. Bij Els praten ze naar hartelust en Lange Wapper, een dunne pop van opvallende afmetin gen, beleeft de dolste dingen. Het mag. Het is bij Els Pel grom zelfs toegestaan, om mensen, dieren, poppen en dingen doorelkaar te gooien, Kleine Sofie in bed alles en iedereen in een eigen rol, voor zover het avontuur het voorschrijft en het klopt allemaal; ook het ongerijmde. Het verhaal waarin de avontu ren gaan, gaat over een groot aantal onderwerpen: over vriendschap en honger, over armoede, lef en valsigheid, groot- en drukdoenerij, klein zieligheid en verdrongen emo tie, het verdrukte kind en au toritaire ouders. Maar maatschappij-kritisch is Els Pelgrom nergens, althans niet rechtstreeks en opvallend; wie zich aangesproken voelt, mag zich zelf een oordeel vor men. Illustrator Thé Tjong Khing, die voor zijn uitmun tende illustraties die een aan vulling vormen op de tekst en daarvoor de Gouden Penseel kreeg, zei: „Ik kon illustreren, wat Els tussen de regels over liet". De schrijfster heeft inderdaad ten minste evenveel tussen als op de regels geschreven, in een stijl die pakt en boeit en nergens haastig wordt. Kleine Sofie bruist van het leven en of ze echt dood gaat; men zou zeggen van wel, maar Els Pel grom eindigde de reeks avon turen weer zo, dat iedere lezer met slot kan doen wat hij wil. Want op een of andere manier gaat Sofie door met leven, voor of na de cfood, wie zal het zeggen. FRITS BROMBERG Els Pelgrom en Thé Tjong Khing: Kleine Sofie en Lan ge Wapper. Uitg. Querido. Prijs ƒ28,50. De geschiedenis van de katho lieke arbeidersbeweging wordt gekenmerkt door veranderin gen. Veranderingen als gevolg van toekomst-gericht denken. Een toekomst die fungeerde als sterke leidraad voor het doen en laten en als basis voor beleid en visie. Omwille van die toekomst („als mijn kinderen het maar beter hebben") heeft de katho lieke vakbeweging steeds ge streefd naar een zo ruim mo gelijke belangenbehartiging van hun leden. Dat is de rode draad die loopt door het geschiedenisboek over het Nederlands Katholiek Vakverbond (NKV) dat van daag in Utrecht is aangeboden aan FNV-voorzitter Wim Kok. Het boek behandelt de ge schiedenis van de katholieke arbeidersbeweging in de perio de na de Tweede Wereldoor log tot en met de fusie met het NVV, die in 1981 definitief de Federatie Nederlandse Vakbe weging (FNV) deed ontstaan. In het boek wordt, onder re dactie van Jan Roes, (directeur van het Katholiek Documen tatie Centrum), door een aan tal auteurs de veelzijdige ge schiedenis van het NKV ge schetst. Breuklijn Volgens de schrijvers heeft de katholieke arbeidersbeweging bijna een eeuw lang „geope reerd langs de breuklijn van de traditionele en de moderne samenleving: van een onder ontwikkeld land naar een hoogontwikkelde verzorgings staat, van een dominant pro testants-christelijke natie naar een pluriforme maatschappij". De katholieke arbeidersbewe ging was vanouds een brede beweging. Vanuit de tijd dat de meest elementaire sociale voorzieningen ontbraken date ren de „diocesane bonden". Deze bonden voerden de zoge naamde „brede" taken van de beweging uit, dat wil zeggen, taken die verder strekten dan de materiële belangenbeharti ging. De bonden hielden zich ondermeer bezig met vorming en scholing, gezondheidszorg, ziektekostenverzekering en vrije tijdsbesteding. Deze diocesane werkzaamhe den gingen bij de tot standko- ming van de NKV op in de ta ken van de vakcentrale. Eén van de hoogtepunten, of liever gezegd dieptepunten, uit de geschiedenis van het KAB is het bisschoppelijk mande ment van 1954 dat katholieken verbood lid te zijn van socialis tische verenigingen, op straffe van onthouding van de sacra menten. Pas in 1965 werd het mandement herroepen. De vaste wil van het NKV om zijn katholieke indentiteit te handhaven kon niet verhinde ren dat deze toch spoedig ter discussie kwam te staan. Aan leiding was de bemoeienis van de bisschoppen. Men vroeg zich openlijk af of het op soci aal- economisch terrein nog specifiek katholieke inzichten kon onderscheiden van alge meen christelijke of zelfs van algemeen menselijke waarden als rechtvaardigheid, naasten liefde en respect voor de me demens. Een NKV-enquête uit eind ja ren zestig wees uit dat van de bestuurs- en kaderleden 60 procent geen duidelijk ver band zag tussen het geloof en het werk, tegen 71 procent van de „gewone" leden. In 1975 sprak de laatste NKV- voorzitter Wim Spit dan ook niet meer over identiteit maar over de mentaliteit van het NKV: „Open, relativerend maar ook doordouwend naar nieuwe maatschappelijke en verbondsverhoudingen." Spit presenteerde het NKV die jveif erid us l:lang en veel schrijft, we^ eens wat Pre" cers^ geschreven, tot hele rwofriPten aan toe- Dat Graham Greene, 1983 werd getipt dat dboltro Goldwyn Mayer manuscript van /er I koop aanboden. Het en iirtig jaar in de archie- grth MGM gelegen en de er zelf wist er niets e wWi. Toen hem de ver ser ore kwam, veron- et Stie hij dat het ging om te kn 0ud syn0Psis voor Jmverhaal van twee s en wie kon daar nu e bjiteresseerd zijn. kluis geen synopsis maar UerTtooide roman en toen •ot zijn eigen werk nog le kjDed overlas, vond hij mgijls beter dan zijn „De derde man", het boek dat door de gelijknamige film zo bekend is geworden. „De tiende man" is goed. Het boeit van het begin tot de laatste dramatische bladzijde en kan worden beschouwd als een van de betere Gree ne's uit zijn vroege periode. Voor de volledigheid heeft uitgever Bert Bakker deze roman vooraf laten gaan door een inleiding van Gree ne op de wonderlijke ver schijning van De tiende man en twee filmschetsen voor „Jim Braddon en de oorlogs misdadiger" en „Niemands schuld". „De tiende man" slaat op elke tiende man in een ge vangenis, die als represaille maatregel wordt doodgescho ten. De tweeëndertig gevan genen loten. Een zeer rijk man trekt een van de drie fatale lootjes; hij ziet kans het te verkopen ten koste van zijn hele vermogen, in clusief zijn landgoed aan een gevangene die toch al graag rijk had willen sterven en ook goed voor zijn nabe staanden had willen zorgen. De aanvankelijk rijke, nu tot de bedelstaf vervallen man, een advocaat die een goede naam had opgebouwd, komt vrij en in feite tegen zijn zin zoekt hij zijn verkochte land goed op. Hij wordt niet her kend. Maar zijn verhaal, de toedracht in de gevangenis zijn bij de nieuwe bewoners, moeder en zus van de dood geschoten gevangene, terde ge bekend. De man die zich heeft vrijgekocht, wordt met Graham Greene. grote haat opgewacht; hij is imhiers niets beter dan een moordenaar, vinden moeder en zus. Door toeval krijgt de advo caat een nederig baantje in zijn eigen huis aangeboden. En dan ontstaan verwikke lingen, onverwachte, maar in hun verband ook erg logisch. Wat van Graham Gbeene mag worden verwacht: hij schreef een stuk als een schaakspel, dat ondanks de vele en onverwachte gebeur tenissen toch een kloppend geheel vormt. En het slot komt als remise. Greene schreef deze Tiende man als zijn Derde man: slim tegen gewiekst, geweten te gen gewetenloos. Er is geen duidelijke winnaar, maar er is ook geen echte verliezer, sonen en gebeurtenissen, dat veel wat zich op hetzelfde mo ment afspeelt in het verloop van de vertelling ver uit el kaar een plaats krijgt. Dat is een nadere analyse waard, ter wijl ook de manier waarop de verteller zich beweegt vol raf finement is. Vaak is hij de tra ditionele alwetende verteller, maar op vele momenten neemt hij een heel speciale rol op zich en beweegt zich in zijn personages op een manier die zo'n verteller eigenlijk niet past. Maar daardoor wordt erg veel zichtbaar gemaakt. Liefde Dat zijn technische kanten van het verhaal van Oek de Jong, /die bewondering verdienen. Maar daarnaast is er de span ning, de botsing van culturen, mensen, ideeën, gevoelens, die zo helder is weergegeven, zo uitstekend is verwoord, zo ge voelig is van inleving dat je ook daarover vaak verbaasd en soms verward raakt. Alle tegenstrijdigheid in grote ge voelens van mensen die eerlijk willen zijn tegenover zichzelf en tegenover de ander in hun beleving van liefde wordt langzamerhand zo'n onover brugbare kloof tussen hen en in henzelf, dat er niet meer mee te leven valt. „De liefde ontstaat in het gebruik", schrijft Hanna in een van haar vele brieven aan Andrea. In het vervolg van het verhaal heeft de liefde door de vervul ling ervan steeds minder le venskansen. Hoewel de liefde blijft, maakt zij zich door het gebruik onmogelijk. JAN VERSTAPPEN Oek de Jong: „Cirkel in het gras". Uitgave Meulenhoff. Prijs ƒ34.50 (gebonden ƒ49.50). daarom niet als katholiek, maar als „gewoon progressief". In het midden van de jaren zestig daalt het ledental van het NKV gestaag. De oorzaak daarvan was niet alleen dat het NKV oververtegenwoor digd was in economisch zwak ke en slinkende bedrijfstakken (mijnbouw en textielindustrie) ook voelden de katholieke werknemers zich steeds min der betrokken bij de katholie ke vakcentrale. Aan de van oudsher bestaande banden tussen de katholieke arbeidsbeweging en de katho lieke politiek kwam in 1966 een einde met de „Nacht van Schmelzer". Deze politieke ge beurtenis en de vele daaraan vooraf gaande broedertwisten waren er de oorzaak van dat de NKV uiteindelijk de forme le banden met de KVP door sneed. Daarmee werd de weg in geslagen om te komen tot een nauwere samenwerking met CNV en NVV. Moeizame besprekingen, waarbij het CNV uiteindelijk afhaakte, leidden in 1976 tot een fusie met de NVV, die in 1981 defi nitief gestalte kreeg in de vorm van de FNV. Niet alle NKV'ers waren daar even gelukkig mee. Men vond dat er maar weinig overbleef van het oude NKV. Er ont stond grote ergernis bij veel leden, toen bij een demonstra tieve FN V-bijeenkomst in fe bruari 1977 alleen de Interna tionale werd gespeeld. Voorzit ter Spit relativeerde dit door te stellen dat „wij geen eigen tijdse in een dergelijk verband te gebruiken muziek hebben", en de Internationale werd ge accepteerd. MARGA RIJERSE „De Katholieke Arbeiders beweging" Onder redactie van J. Roes. Uitgeverij AMBO. Prijs ƒ47,50. tenzij men alle betrokkenen als verliezer beschouwt, het geen van het begin af, te verdedigen is. Greene schreef schitterende karak ters in logische samenhang. Waardoor de hoofdfiguren echter minder duidelijk ge stalte kregen. Of anders: de lezer zal de romanfiguren meer beleven dan „zien", wat echter geen nadeel bete kent, in tegendeel, tijdens het lezen ontstaat betrokken heid. Waarbij het knappe van Greene is, dat hij de eventuele veroordeling van de rijke advocaat die zijn le ven kocht, aan de lezer over laat. FRITS BROMBERG Graham Greene: „De tiende .man." Uitgeverij Bert Bak ker. Prijs ƒ19,90. De reuzengoerami, die 60 tot 70 centimeter lang kan wor den. Geen beestje voor een klein bakje. Het klinkt ongeloofwaardig, maar er zijn vissen die kunnen verdrinken. Dit zijn de zoge naamde labyrintvissen, die be halve over kieuwen ook over een orgaan beschikken waar mee ze zuurstof aan atmosferi sche lucht kunnen onttrekken. Wordt deze vissen, die een deel van hun ademhaling met de kieuwen verzorgt, de moge lijkheid ontnomen om zo nu dan aan de oppervlakte lucht te happen, dan stikken ze. Onder de labyrintvissen zijn talloze soorten die door aquari umliefhebbers worden gehou den. De bekendste is wellicht de zogenaamde Blauwe Spat (Trichogaster trichopterus), met de twee zwarte stippen op zijn fraaie blauwe lijf. Maar ook de meeste andere soorten van deze familie zijn in open- bare- en privéaquaria te vin den. Vooral voor gevorderde aqua riumliefhebbers is het diepgra vende „Labyrintvissen" ver schenen. Het boek behandelt deze boeiende vissenfamilie op uitputtende wijze. Behalve hoofdstukken over afstamming, vindplaatsen in de natuur, nomenclatuur (naamgeving) en dergelijk vindt men een grote hoeveel heid wetenswaardigheden en richtlijnen, die men bij het houden en de kweek van deze vissen nodig heeft. De oorspronkelijk Oost-Duitse uitgave is rijk geïllustreerd. Behalve circa 150 schitterende kleurenfoto's bevat het tiental len tekeningen en versprei- dingskaarten. Kortom: een must voor de lief hebbers van labyrintvissen en een zeer lezenswaardig boek voor alle andere liefhebbers van aquariumvissen. In de boekenkast van aquariumver enigingen mag dit boek feite lijk niet ontbreken. LEO HENNY Hans-Joachim Richter^La- byrintvissen". Uitgeverij Becht 168 blz^ gebonden. Prijs: 29,50. In het muziekjaar 1985 ver schijnen veel boeken over de componisten die worden her dacht. Veel van die aandacht gaat naar de „reuzen" onder hen: Bach en Handel. Scarlatti en Berg blijven wat in hun schaduw staan. Een opmerkelijke uitgave in de serie publicaties is „1685, Europa en de muziek". Drie boekjes over componisten (Bach, Handel en Scarliatti) en één over het Europese muziekleven rond het jaar 1685. Tegelijk rhet de boekjes verschenen drie langspeelpla ten met muziek van de drie componisten. Aan de boekjes werkten diver se auteurs mee. Ieder belicht een aspect: de biografie van de componist, diens werk en de uitvoeringswijze, toegespitst op de plaatopname. Dat laatste is interessant: Musici als Niko- laus Harnoncourt en Ton Koopman krijgen zo uitge breid de gelegenheid hun visie op muziek en uitvoering te ge ven. Harnoncourt, die schreef over de Concerten van Han del, heeft het meeste te vertel len. Op beredeneerde wijze legt hij uit hoe naar zijn in zicht Handels muziek moet worden gespeeld en hoe daar door een „nieuwe" Handel gaat klinken. Zijn muzikaal- historische verantwoording steekt uit boven die van de an dere auteurs. De omvang van de boekjes staat geen uitvoerige betogen toe; een zekere oppervlakkig heid is met een dergelijke uit gave meegegeven. In zo'n situ atie moeten keuzen worden gemaakt. En die zijn aanvecht baar. Jammer is bijvoorbeeld dat aan het religieuze klimaat waarin in ieder geval Bach zijn muziek maakte, zo weinig aandacht wordt gegeven. Hel begrijpen van zijn muziek kan niet zonder inzicht in het Lu thers piëtisme, bron en be grenzing van Bachs muziek. Blijft de betrekkelijk grote hoeveelheid zakelijke infor matie die is verwerkL Het boekje over Scarlatti is wel licht het nuttigst; informatie over deze Spaans-Italiaanse meester is niet zo erg breed verspreid. LÜTSEN KOOISTRA „1685: Europa en de muziek". Vier boekjes, uitgegeven door Terra, Zutphen. Prijs ƒ49,90.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1985 | | pagina 17