De Nederlander uitgekleed
Hanna en Walter
DE
KEER
Opwindmuizen ontroeren
Onder het stof vandaan
Fascinerend schiereiland Arabië
BOEKEN
CcidócöoiMcmt
VRIJDAG 7 JUNI 1985 PAGIN<AÏ
ONS VOLKSKARAKTER ONDER HET ONTLEEDMES VAN AMERIKAANSE PROFESSOR
Wij Nederlanders zijn een
volkje van individualisten. Dat
zeggen we tenminste altijd en
we laten het ons graag aanleu
nen als buitenlanders het zeg
gen.
Volgens de Amerikaanse pro
fessor Derek Phillips (al vanaf
1971 in ons land hoogleraar)
zijn we helemaal niet zo indi
vidualistisch. Zeker niet ver
geleken bij Amerikanen. We
zijn juist zeer collectivistisch
ingesteld. Aan de ene kant
houden we van de vrijheid,
aan de andere kant zijn we
vreselijk gevoelig voor groeps-
pressie gericht op conformis
me.
U weet wel: doe maar gewoon,
dan doe je al gek genoeg. We
zijn slaven van de conventie.
Nu staat Phillips daarin niet
alleen. Huizinga schreef al
lang geleden dat we burgerlijk
zijn in alles.
Daaruit kan ook verklaard
worden dat we het niet zo erg
op hebben met geesten die er
uit springeh. De Nederlander
conformeert zich aan zijn
groep, want elke landgenoot
zit wel in een of andere groep
gebaseerd op godsdienstige
overtuiging, sociale achter
grond, leeftijd, beroep, oplei
ding, plaats waar men werkt
e.d. Bedreiging van de normen
die daar gelden wordt niet
aanvaard.
Daarom ook willen Nederlan
ders personen niet graag ver
antwoordelijk stellen voor iets.
Als in Amerika iemand slaagt
of faalt wordt dat gezien als ei
gen persoonlijke verdienste of
nalatigheid; in ons land ligt
het aan „de organisatie", aan
„de structuur", aan „persoon
lijke omstandigheden" - kort
om aan externe factoren. Een
aardig voorbeeld daarvan is
(Phillips haalt het niet aan) de
„schuld" van Van Aardenne
in de RSV-affaire, die door
veel Nederlanders niet als per
soonlijke schuld wordt gezien.
Alle recht
Het boek dat zojuist van Derek
Phillips is verchenen heet „De
naakte Nederlander", en daar
in zijn opstellen gebundeld
over Nederlanders en Neder
landse instituten (vooral het
onderwijs) die overigens ten
dele al eerder zijn gepubli
ceerd. Phillips zet de Neder
lander naast de Amerikaan,
zijn goede en zijn „verkeerde"
Derek Philips: „Nederlandse kinderen zijn verafgode wezentjes
die iedereen lastig mogen vallen zonder tot de orde te worden
geroepen."
eigenschappen. Hij heeft alle
recht om die vergelijking door
te trekken, want hij kent Ne
derland inmiddels door en
door. En ergert zich hier vaak.
Soms aan dingen waarvan we
denken: is dat nou nodig?
De privacy bijvoorbeeld. Voor
de Engelsman en Amerikaan
een eerste vereiste. Phillips
vertelt met walging in zijn pen
dat je hier in een trein of bus
iemand naast je krijgt terwijl
er volop plaats rondom is. Het
lijkt of niemand iets geeft om
de gevoelens van anderen.
Woorden ais „sorry" en „neem
me niet kwalijk" hoor je hier
weinig. In de rij dring je je
naar voren, grof en onhebbe
lijk. Hoffelijkheid is er niet bij.
Onder film of concert praat de
Nederlander en andere Neder
landers durven er blijkbaar
niks over te zeggen. Neder
landse kinderen zijn verafgode
wezentjes die iedereen lastig
mogen vallen zonder tot de
orde te worden geroepen.
De Nederlander „kent zijn
plaats", houdt van structuur
en ritueel (diploma's, titels,
formele aanspreekvormen,
vergaderen met agenda's, no
tulen, rondvragen) en wellicht
heeft hij daardoor zo'n moeite
met situaties waarin medele
ven en menselijk begrip wordt
gevraagd.
Internationaal
Het lijkt of professor Phillips
niet veel heel laat van ons
volkskarakter. Maar er zijn
toch ook wel wat positieve
dingen. Om te beginnen zijn
we veel internationaler geo
riënteerd dan de Amerikaan,
we hebben meer boeken be
schikbaar (in vreemde talen of
vertaald), onze pers is interna
tionaler in het brengen van
nieuws en we zijn minder
chauvinistisch - in de VS is
het chauvinisme soms angst
wekkend. De Nederlander is
ook veel socialer voelend in de
officiële uitkeringen en voor
zieningen. Dat laatste is een
uitvloeisel van het al genoem
de feit dat we minder geneigd
zijn anderen individueel aan
sprakelijk te stellen voor hun
successen of mislukkingen.
Voor wie meent dat Phillips al
te zeer generaliseert moge op
gemerkt worden dat hij er de
nadruk op legt dat er in beide
samenlevingen op dit terrein
natuurlijk zekere overlappin
gen bestaan; niet elke Ameri
kaan is zo als hij wordt ge
schetst en niet elke Nederlan
der is zo.
Universiteit
Het boek van professor Phil
lips is echter grotendeels ge
wijd aan een vergelijking tus
sen het onderwijs hier en dat
in de VS en daarover zegt hij
uiterst behartenswaardige din
gen. Het heeft weinig zin om
op deze gespecialiseerde mate
rie in dit bestek in te gaan,
maar een enkele opmerking
erover mogen we er toch wel
uitlichten.
Het niveau van de middelbare
opleidingen ligt in Nederland
(in geheel West-Europa) hoger
dan in de VS en dat impli
ceert, dat de Nederlandse stu
dent die naar de universiteit
gaat een betere ondergrond
heeft. Hij is in feite ook intelli
genter dan de gemiddelde
Amerikaanse student. Maar
het vreemde is dat zich dat i
de loop van de studie niet
doorzet. De voorsprong is er
alleen in het begin van de stu
die. Als in ons land een stu
dent na acht jaar zijn studie
heeft voltooid (in de VS in
vier jaar) ligt de Nederlander
achter bij zijn Amerikaanse
soortgenoten.
De mening van Phillips is (en
hij heeft dat aan de praktijk
kunnen toetsen), dat Neder
landse studenten veel apati-
scher, ongeïnteresseerder en
minder gemotiveerd staan te
genover hun studie dan de
Amerikanen, dat ze minder
hard werken (binnen en bui
ten de universiteit), dat ze
minder goed onderwijs aan de
universiteit ontvangen en ten
slotte heeft de Nederlandse
student veel meer moeite zich
mondeling of schriftelijk uit te
drukken dan studenten aan
Amerikaanse universiteiten.
Over de oorzaken en de gevol
gen daarvan gaat Phillips uit
voerig in.
Het boek bevat eigenlijk vijf
onstellen: ook over positieve
discriminatie van vrouwen en
over pornografie geeft hij zijn
zienswijze. Zijn visie op de
universiteit is al eerder gepu
bliceerd in De Gids en heeft
destijds al voor heel wat dis
cussie gezorgd. Men kan hem
op verscheidene punten aan
vechten, het blijft alleszins de
moeite waard zijn opmerkin
gen te lezen. Dat kan nu in
deze bundel van verzamelde
„kritische overpeinzingen".
JAN LOUWEN
Derek Phillips: „De naakte
Nederlander". Uitgeverij
Bert Bakker, Amsterdam,
273 pagina's. Prijs ƒ27,90.
De opwind
muizen
doen hun
dansje,
tekening van
Lillian Hoban,
uit „Vader
Muis zijn
zoon".
Vader en zoon muis speel
goeddieren komen vanuit
de veilige speelgoedwinkel op
de vuilnisbelt terecht. Met an
dere opwinddieren worden ze
de slaven van een akelig heer
schap: Manneke Rat. Ze weten
echter te ontsnappen en gaan
op zoek naar hun zelfstandig
heid en naar het fraaie pop
penhuis, dat ze ooit ergens ge
zien hebben. Het wordt een
avontuurlijke ontsnappings-
tocht door bos en wei, waarbij
ze telkens weer door Manneke
Rat op de hielen worden geze
ten. Vader Muis en zijn zoon
beleven het ene avontuur na
het andere en op het laatst
moeten ze ook nog een ware
veldslag om hun grondgebied
leveren.
Dit spannende, geheimzinnige
en ontroerende boek munt uit
in een sfeervolle, meeslepende
verteltrant. Russel Hoban (60),
een Amerikaan die nu in Lon
den woont, deed het idee voor
het boek op. toen hij eens de
kerst doorbracht bij vrienden,
die de gewoonte hadden hun
verzameling opwindspeelgoed
alleen tijdens de kerstdagen
onder de boom te zetten. Daar
onder was ook een muisje, dat
een nog kleiner muisje bij de
twee voorpootjes vasthield.
Wanneer het werd opgewon
den, voerde het tweetal een
dansje uit, waarbij de grote
muis zijn kind telkens in de
hoogte tilde. Naarmate de veer
zich verder ontspande ging het
tweetal langzamer dansen,
waarna de kleine muis vaak
boven het hoofd van de grote
tot stilstand kwam.
Het boek, geïllustreerd door de
echtgenote van de schrijver, is
bestemd voor kinderen vanaf
twaalf jaar. Maar ook volwas
senen zullen plezier beleven
aan dit staaltje vertelkunst
zonder weerga.
LEO HENNY
Russell Hoban: „Vader Muis
zijn zoon". Uitgeverij
Bert Bakker. Illustraties:
Lillian Hoban; vertaling:
Mieke en Mouring Linden»
burg; 195 bladzijden, gebon
den. Prijs: ƒ24,90.
„Een gruwelijke liefdesgeschiedenis". Dat was een betere titel
geweest voor het meeslepende drama dat nu onder de naam
„Hanna en Walter" wordt verkocht. De Joodse Hanna overleeft
diverse concentratiekampen om uiteindelijk vlak na de bevrij
ding in de armen van haar eveneens Joodse vriend Walter te
vallen. Het verhaal begint heel idyllisch in het Tschjechoslowa-
kije van de dertiger jaren. Hanna ontmoet Walter, het veertien
jarige meisje wordt smoorverliefd. Kort daarna trekken de don-
Icere wolken zich boven de Joodse gemeenschap samen. Walter
had het geluk naar Amerika te kunnen emigreren. Hanna
vlucht naar Nederland, waar de Duitsers even later binnenval
len. Door bij de Joodse Raad te werken, ontkomt Hanna enige
jaren aan deportatie. Uiteindelijk komt Hanna toch in Wester-
bork terecht waar ze weer de registratie voor de Nazi's doet.
Dankzij deze baantjes weet ze te overleven. Daarna komt ze in
Auschwitz terecht waar ze dankzij de oprukkende Russen niet
lang hoeft te blijven. De Amerikanen bevrijden de uitgemergel
de Hanna kort daarna in Mauthausen. Ze heeft jaren vol ver
schrikking achter de rug. Walter, die inmiddels via het Ameri
kaanse leger in Europa terecht komt, ontmoet haar in Amster
dam. Het waar gebeurde verhaal is door de hoofdpersonen zelf
geschreven. Elk schreef zijn/haar eigen verhaal. De hoofdstuk
ken van hun levens lopen door elkaar. Deze stijl werkt heel
goed, de spanning is te snijden. Dankzij het vlotte taalgebruik is
het echt een boek om in één adem uit te lezen. Vooral aan te
bevelen voor jongeren vanaf zo'n twaalf jaar.
v ROEL DEN OUTER
Hanna en Walter Kohner „Hanna en Walter". Uitgeverij
Becht. Prijs ƒ24,50.
„Dode steen" tot leven wekken is een kunst waarin F.L. Bastet
zich een meeste^ toont. In zijn vierde bundel, waarvan de titel
ontleend is aan een vers van Hooft, gaat de Leidse conservator
door met zijn geschiedschrijving van de archeologie waaraan
niets menselijks vreemd is. De archeologie in de achttiende
eeuw, die in deze bundel vooral aan de orde komt, was een be
zigheid van bizarre figuren, zoals de Franse abbé Fourmont die
namens Louis XV op de Peloponnesos een spoor van verwoes
ting achterliet bij zijn kopieerwerk van oude inscripties. Bastet
schrijft over de briljante William Geil, „man van de wereld en
pittige geest", over de geschiedenis van de Warwick Vase en
over een klassiek voorbeeld van veranderend archeologisch in
zicht in de geschiedenis van de befaamde Tonenpluizer. Actueel
zijn de door hem behandelde ontwikkelingen van de opgravin
gen op de Palatijn bij het paleis van Augustus en die op Thera,
het huidige Santorini, dat 3500 jaar geleden door een vulkaan
uitbarsting die die van de Krakatau overtreft, uiteen werd gere
ten. Ook in zijn persoonsbeschrijvingen als van Tiemen Hooi
berg toont Bastet zich opnieuw een scherp observator en rasver
teller, die de lezer boeit tot het eind van zijn verhaal.
F.L. Bastet: „De rest schuilt onder 't kruid; Wandelingen
door de antieke wereld". Uitgeverij Querido. Prijs ƒ29,50.
(ADVERTENTIE)
BOEKHANDEL
LEIOEN LEIDERDORP
OEGSTGEEST - KATWIJK
VOORSCHOTEN
Alle op deze pagina bespro
ken boeken zijn bij ons dlrekt
leverbaar, óf via onze TERMI
NAL te bestellen en dan bin
nen drie dagen verkrijgbaar.
In de Time-Life-serie Biblio
theek der Landen is het jong
ste deel over Arabië (160 pag,
45,25) een bevestiging van
hoge kwaliteit in woord en
beeld. Voortreffelijke kleuren
foto's en kaarten illustreren
royaal de historie en actuele
ontwikkeling van het fascine
rende schiereiland, waarbij
alle acht staten aan de Golf
kust, onder het woestijnzand
vandaan, gouden rijkdom naar
boven hebben gepompt. Vóór
op uiteraard Saoedi-Arabië,
met in 1981 een nationaal in
komen van 84 miljard dollar,
gewonnen in het oliebedrijf
dat toch pas in 1939 werd aan
geboord. Gigantische welvaart
tegen een achtergrond van ka
rakteristiek geloven - de Islam
- en de sobere oorspronkelijk
heid van de woestijn, karava
nen, kamelen, wierook en
mirre, stamverband en krijgs-
lust: een geweldig panorama.
Het boek vertelt hoe er met
het vele geld wordt gebouwd
en ook gesmeten, terwijl tege
lijk her en der het oude noma
denbestaan voortleeft: de Be
doeïenen van de woestijn,
trekkend van de Bron van de
oude Kameel naar de Plaats
der Lammeren, liever vrij dan
slaaf van het geld. Op afstand
ook van eigentijdse problemen
in de Golfstaten, waar een
weinig talrijke autochtone be
volking wordt overspoeld door
een van alle kanten toestro
mende immigratie die de ar
beidskracht moet leveren om
het mechanisme van de wel
vaart aan de gang te houden.
Arabia Felix, het gezegende
Arabië, zeiden de Romeinen
en dachten dan vooral aan de
zuidelijke kust: Jemen, Hadra-
maut, Oman, vanwaar de kost
bare wierook kwam. De zegen
drijft nu op olie, en dat is in
welriekendheid geen vooruit
gang.
JAN VAN HOORN
Spoor naar
Berlijn
De dichter Ed Hoornik is een van de
symbolen geworden van het verzet in
Nederland tegen het nazistische ge
weld. De ervaringen die de oorlog, het
Duitse regiem, het concentratiekamp
hem hebben aangedaan, zijn een
hoofdthema in zijn literaire werk, ter
wijl hij dit alles zelf eigenlijk liever als
incidenten zag en zijn werk een veel
universeler basis wilde geven. In veel
proza en poëzie geeft hij verslag van al
die verschrikkelijke ervaringen.
Mies Bouhuys, levensgezellin van
Hoornik, heeft nu een boek gemaakt,
waarin deze kant van de dichter na
drukkelijk belicht wordt. „Het is maar
tien uur sporen naar Berlijn" is de titel
van dit relaas, waarin Mies Bouhuys
herinneringen aan Hoornik ophaalt.
Op een heel gelukkige manier worden
deze beschrijvingen, verhalende delen,
afgewisseld door poezie van Hoornik,
terwijl het boek wordt afgesloten met
een aantal prozastukken van de hand
van Hoornik, gewijd aan alles wat hij
na de oorlog te verwerken had.
Hij heeft het nooit kunnen verwerken.
Op de laatste pagina van haar verslag
over haar leven met Hoornik schrijft
Mies Bouhuys over zijn dood: Zondag,
1 maart 1970, een week voof zijn zes
tigste verjaardag, slaat de dood toe.
Genadig. Als een boom valt hij achter
over". Bij het laatste afscheid spreekt
den. Er is een verhaal als „Brommer
op zee", natuurlijk, dat is een onmisba
re klassieker. „Tanker cleaning"
mocht uiteraard ook niet ontbreken,
maar het lijkt dat er toch weer verha
len bij zijn, die niet in de bekende
bundel voorkomen. Als u mocht be
schikken over een Biesheuvel-boek
met de titel „De wereld moet beter
worden", heeft u wellicht alles in han
den, wat in deze overigens prachtige,
collectie verhalen over de zee bijeen is
gebracht.
Reis door Mexico
Meulenhoff geeft van de geheimzinni
ge, beroemde auteur B. Traven een
boek uit, „Land van de lente", waarin
hij een verslag schrijft van een reis
door Mexico rond 1926. Hij maakte er
zelf foto's bij, die ook zijn opgenomen
in deze uitgave.
Het is opvallend hoe een auteur, die in
een toch nog onbekend gebied als
Mexico indertijd toch geweest moet
zijn, zich zo duidelijk een beeld vormt
en dat land in zijn levende werkelijk
heid leert zien.
Ook Javaanse plaatsen worden
zocht. Op 13 februari verblijft de
teur, Harold Nicholson, in het bekei
Bandoeng, waar hij enkele geheii
van het tropische bed leert keni
van zijn gastvrouw: „Dan vraagt
vrouw Shaw of wij de bedden h;
vonden en legt ons uit dat deze beddj
speciaal voor de tropen ontworj
zijn, zodat je 's nachts koel ligt.
hoort ook een „goeling" bij, zegt ze,
ervoor zorgt dat je benen niet tegen
kaar aan schuren en dat de luchtcii
latie bevorderd wordt. „Deze
vrouw Shaw legt Nicholson dan
dat deze kussens geweldig hel]
„We noemen ze Dutch wives".
Een boeiend verslag, vooral ook d<tis
de nauwgezetheid waarmee vele <kesi<
tails, die typerend zijn, aan de orde We
men. De gang van zaken op zo'n boLe s
met allerlei elkaar onbekende mensfr
die een tijdlang dicht op elkaar zullr
verblijven, eten, zich vermaken, wor
heel nauwgezet verteld. j"eK
fer c
jake
Frans Carnaval 7
kl°I
400 jaar geleden
B. Traven in de jungle van Chiapas.
Traven's reisverhaal is klassiek in alle
opzichten, de lezer ervaart met de au
teur, de verteller, de ontdekking van
een nieuw land, de kennismaking met
nieuwe, onbekende mensen. De sensa
tie, dat alles nieuw is, en tegelijk een
malig, onherhaalbaar. Een reis wordt
nooit overgedaan.
Traven leert veel over het Mexicaanse
volk tijdens deze reis. Zijn „Land van
de lente" is een reisverslag in zijn al
lerbeste vorm: een totale kennisma
king.
De schrijver Emmanuel Le Roy LatLa—
rie, een Frans historicus, werd in N
derland bekend door zijn uitvoeri EIE
boek over „Montaillou", waar in ui v
middeleeuwen processen over ketteoec*€
gevoerd werden. De verslagen die d0^-
die tijd dateren, waren voor Le R 3rin;
Ladurie een prachtige bron om e e 3
zeer levendig beeld te geven van 11
dagelijks leven in dat middeleeuw r^ar
dorpje in de Pyreneeën. ]ak
De man heeft veel meer van dit so< 0gei
historische beschouwingen geschi an I
ven, die zich laten lezen als een bofl.3 s
ende roman, terwijl ze geheel op er g<
feiten en de historische werkelijkheden
gebaseerd zijn. Bert Bakker komt t rans
met een ander boek van zijn hanl-8 5
„Het carnaval van Romans, 157^aal
1580", met als ondertitel „Van Marian'3
Lichtmis tot Aswoensdag". once
Het is natuurlijk niet zomaar een w 'e8
lekeurig carnaval, dat door Le R<oor
Ladurie hier wordt geboekstaafd.
gaat om een totaal uit de hand lopei
gebeuren, dat eindigt in een bloedb^
waarbij de inwoners van het stadje Ro
mans elkaar afmaken, nadat ze in ea—
hinderlaag gelopen zijn, die door
van de magistraten is uitgezet.
Eeuwenlang is dit bloedige gebeur:
in de vergetelheid (de doofpot?) gebl ec
ven, tot het in dit boek in al zijn gr?
welijke details weer tot leven kon ffl
Een zeer rijk beeld van de gebeurtf
nissen in zo n Frans stadje aan het eii p__
de van de zestiende eeuw komt daar|e he
tot stand.
ar<
Ed Hoornik en Mies Bouhuys
Piet Maliepaard de volgende woorden
uit: „Voor velen van ons is er nooit
een bevrijding geweest en zeker niet
^yoor Eddie. Voor Eddie kwam de be
vrijding van Dachau pas zondag
jongstleden". Tussen de enorme hoe
veelheid boeken, gewijd aan herinne
ringen aan de oorlog, is dit een heel
indringende, waardevolle uitgave.
Zeeverhalen
„Mectori Salutem" roept de schrijver
J. M. A. Biesheuvel in de aanhef van
een nieuwe bundel verhalen uit. En
hij vervolgt zijn bericht aan de lezer
als volgt: „Menige lezer zal het niet
zijn opgevallen dat ik in het diepst van
mijn hart een schrijver van zeeverha
len ben. Ik heb altijd zeeverhalen ge
schreven en zal ze blijven schrijven"!
„Zeeverhalen" is een nieuwe Biesheu
vel-bundel, waar oude verhalen in
staan. Een keuze uit vijf bundels, na
tuurlijk „In de bovenkooi", maar ook
„De weg naar het licht" en „Duizend
vlinders". Het wordt tijd dat er eens
iemand een serieuze lijst gaat opstellen
van de titels van Biesheuvel. Het zou
helemaal mooi zijn als hij dan ook nog
al die verhalen nauwkeurig met el
kaar zou gaan vergelijken. In dit boek,
dat verhalen uit vroegere bundels zou
moeten bevatten, ligt dan een bron
van vergelijkende studie-mogelijkhe-
De serie „Bibliotheek voor de literaire
reiziger" van Meulenhoff blijft groei
en. Er is nu een deeltje over „Parijs"
en een over „Toscane" toegevoegd,
volgens het bekende recept: een Ne
derlands literator, die iets van deze
stad of streek of van dit land weet,
stelt een literaire bloemlezing samen,
waaruit de lezer veel te weten moet
komen van wat er daar, in den vreem
de, omgaat. Jan Siebelink is verant
woordelijk voor het boekje „Parijs". Je
vindt een ruime keuze teksten, niet al
leen van Franse schrijvers, Saul Bel
low en Graham Greene zijn immers
ook opgenomen. De keuze gaat in het
verleden terug tot mensen als Huys-
mans, Zola en de gebroeders De Gon-
court. Aan de hand van veertien au
teurs, onder wie zelfs Charles de Gaul
le, een beeld geven van een complexe
stad als Parijs, is ten ene male onmo
gelijk. Desondanks is het een erg leuk
boekje.
De Italiaanse landstreek Toscane heeft
een rijk verleden en een uiterst boei
end heden. Hier ligt „de tuin waarin
het moderne Eurpa tot bloei kwam".
Veel niet-Italianen laat Willem van
Toorn aan het woord in deze Toscane-
bloemlezing. Onder hen Couperus,
Mark Twain, Goethe Italiaanse schrij
ver als Benvenuto Cellini en uiteraard
Boccaccio zijn opgenomen. Een uiter
mate gevarieerd boekje.
Naar Java
Een ander reisverhaal, ditmaal van
een Engels heer, die in 1975 op de Wil
lem Ruys een cruise maakte naar
Java. Hier komt voornamelijk het le
ven aan boord aan de orde en dat is
heel wat.
minnaar
De schrijfster van zoveel geweldil
boeken (waaronder „Hiroshima, mï
amour"), Marguerite Duras, kreeg v|
rig jaar de belangrijkste Frans literail
prijs, de Prix Goncourt, voor haar rl
man ,,L'Amant". Dat prachtige boek|
nu in het Nederlands verschenen, l
een heel mooie vertaling van Mariai
ne Kaas.
„De Minnnaar" is een ingrijpend 1
haal. De ik gaat terug naar I
Marguerite Duras. iaaili
ïatol
waar zij geboren en getogen is, Viefindi
nam. Prachtige, indringende, angs1 W;
aanjagende, bijna onbeschrijfelijl ehar
beelden komen bij haar op. Zij zoermc*;
daar woorden en beschrijvingen voo
De herinnering aan de man, die ha:
eerste minnaar was, komt daarb1
steeds duiderlijker naar voor. Zij, ee f
meisje uit een Europees gezin in ee ere£j
zeer beschermd milieu, ontmoet ha: ere
oudere minnaar in het vooroorlog! n(jei
Saigon, in een wereld, die niet meilebt>(
lijkt op wat onze wereld is, die nie 0ek
meer heeft te maken met het Saigoeidg
of het leven van nu. De breuken zijfe za
onherroepelijk. Het verleden is daa|ndei
mee niet weg, maar is ook niet melie k
op te lossen of in de passen in het h loor
den. naak
De minnaar van toen neemt kontal «ar.
op met de vrouw, die de „ik„ is, en v
„ik" is zozeer Marguerite Duras zei 'et 1
dat je mag aannemen met een zei ee' I
onthullend persoonlijk boek te make ,eeft
hebben. Aan het eind, op de laatste p j*3™
gina van haar reisverslag, belt de mii
naar van toen de vrouw op. „Hij w: et
onzeker, bang zoals vroeger. Zijn stei itte
trilde plotseling. En tegelijk met h reel
trillen had ze, plotseling, het Chine je]
accent weer gehoord". En vlak daa rr%lirm
de schrijnende slotzin van het verha: «der
„En toen had hij het gezegd. Hij h: ;ehee
haar gezegd dat het was zoals vroegewan t
dat hij nog altijd van haar hield, wit d
hij nooit zou kunnen ophouden v*iieuv
haar te houden, dat zijn liefde vcxWoet
haar nooit zou overgaan, dat hij vj teed:
haar zou houden tot aan zijn dood". 6en-
Literair reizen
Terug naar
Vietnam en een
J.M.A. Biesheuvel
In deze rubriek besproken en ge
noemde boeken:
Mies Bouhuys over Ed Hoornik:
„Het is maar tien uur sporen naar
Berlijn". Met een keuze uit zijn
werk. Uitgave Meulenhoff. Prijs
ƒ32,50.
J. M. A. Biesheuvel: „Zeeverhalen".
Uitgave Meulenhoff. Prijs ƒ29,50.
Bibliotheek voor de literaire reizi
ger „Parijs"-verhalen van een stad.
Verzorgd door Jan Siebelink „Tos-
cane"-verhalen van een streek. Ver
zorgd door Willem van Toorn. Uit
gaven van Meulenhoff. Prijs per
deel ƒ25,-.
B. Traven: „Land van de lente"- een
reisboek, met 120 foto's van B. Tra
ven. Vertaling en nawoord Huib
van Krimpen. Uitgave Meulenhoff.
Prijs ƒ35,-.
E. Le Roy ladurie: „Het Carnaval
van Romans, 1579-1580". Van Maria-
Lichtmis tot Aswoensdag. Uitgave
Bert Bakker. Prijs ƒ45,-.
Harold Nicholson: „Reis naar
Java". Uitgave Veen. Prijs ƒ24,50.
Marguerie Duras: „De Minnaar"-ro-
man. Uitgave De Arbeidspers. Prijs
ƒ24,50.