Piet Schrijvers wordt verdere afgang bespaard Spelen Seoel inteken mens ZATERDAG 1 JUNI 1985 ZWOLLE „Ik hoop dat ze over twintig jaar zeggen: Piet Schrijvers? Dat was de „Beer van De Meer" en niet: dat was „De Bolle van Zwolle", zegt Piet Schrijvers die met ingang van komend seizoen full-time trainer wordt. Hij voetbalde voor HVC, FC Twente, Ajax (negen jaar) en de laatste twee seizoenen voor PEC Zwolle, waarvoor hij nu assistent-trainer wordt onder Co Adriaanse. Piet Schrijvers: „Ik zeg nog altijd dat ik de functie van assistent-trainer en doelman best nog een jaar had kunnen combineren'' Twee fragmenten uit de loopbaan van doelman Piet Schrijvers: Terugblik één: het is woensdag 12 oktober 1983 als het Nederlandse elftal in Dublin halverwege de in terland tegen Ierland met een ach terstand van 2-0 gaat thee drinken. In de kleedkamer besluit Schrij vers heel even op de stoel van de bondscoach te gaan zitten. Hij richt het woord tot de overwegend piep jonge voetballers van Oranje. Drie kwartier later heeft „het wonder Ierland" gestalte gekregen: Ne derland wint met 3-2 en de volgen de dag schrijven de kranten: „Bolle van Zwolle tilt jonge ploeg uit Iers dal". Terugblik twee: het is woensdag 17 april 1985 als de elftallen van PEC Zwolle en Excelsior in de Overijs selse hoofdstad een vruchteloze po ging wagen om de hooguit 1.000 toeschouwers te vermaken. Al in de eerste minuut wordt Schrijvers (39) uitgelachen, nadat hij de bal knullig tussen z'n vingers door heeft laten glippen. Als de doelman twintig minuten later een ludieke blunder ziet afgestraft met een Rot terdams doelpunt, maakt het la chen op de tribunes plaats voor bit- ter-cynische verwensingen, waar van zelfs de jongens van Ajax' F- side rode oortjes zouden krijgen. De held van Dublin anderhalf jaar na dato in Zwolle op de bodem van de put. De meedogenloze wetten van de topsport Nummer een De doel verdediger, die vorig jaar ongeveer om deze tijd nog één stond op de ranglijst „beste voetballer van het jaar" en zich een van de populairste spelers van de vaderlandse velden mocht noemen, werd tijdens de laatste weken van z'n loopbaan door verbitterde Zwollenaren afgeschilderd als een dikke, oude man, die al moeite heeft om springend de lat te raken en de laatste wedstrijden werd ver vangen door Ad Raven. Hoe is het daar, op de bodem van die put? Piet Schrijvers: „Als prof weet ik dat er in moeilijke tijden extra op je wordt gelet. Dat je fou ten meer gewicht in de schaal leg gen. Ik maakte tegen Excelsior twee kapitale blunders, daar doe ik niet moeilijk over. Het is ook te recht dat er op mij wordt gelet. Maar de wijze waarop ik hier in Zwolle ben beschimpt heeft me echt pijn gedaan. Het klinkt mis schien vreemd, maar het Amster damse publiek is minder sarcas tisch dan het Zwolse. Een paar we ken geleden speelden we in De Meer. Zelfs de harde kern van de F-side scandeerde mijn naam". „Als Ajacied", vervolgt Schrijvers, „heb ik ook slechte wedstrijden ge speeld. Maar ze hebben me daar nooit zo nadrukkelijk laten vallen. Het meest irritant vind ik nog de mensen*die me tijdens de wedstrijd uitschelden en me na afloop in de bestuurskamer vrolijk op de schou ders slaan. Die mensen hebben ook in m'n hoofd rondgespookt toen ik moest kiezen tussen nog een sei zoen keepen of verder gaan als as sistent-trainer. Ik dacht: het is ge noeg geweest". Piet Schrijvers herinnert zich: „Op Woudenstein, het stadion van Ex celsior, stonden een paar achter m'n doel, die sarrend aan het tellen waren: „Dat is 21 en dat is 22". Excelsior scoorde twee schitterende doelpunten, maar zij hadden geen tijd om te applaudisse ren of te juichen, ze telden slechts: dat is 22". Ik heb er trouwens toch moeite mee dat gezegd wordt: „Keeper die en die heeft er zeven tig om z'n oren gekregen". Lijsten met topscorers en minst gepasseer de doelmannen, wat mij betreft worden ze afgeschaft. Voetbal is een teamsport, je staat met z'n allen op de brug". Toch moet het Schrijvers niet ver bazen dat het falen van PEC Zwol le voor een belangrijk deel aan hem wordt toegeschreven. Hij was tenslotte gekocht als vedette, als routinier, die de kar moest trek ken. Schrijvers: „Mijn basissalaris is misschien groter dan dat van m'n collega's (ik weet niet wat anderen verdienen, interesseert me ook niet), maar we voetballen mét elf man voor dezelfde winstpremie". In Dublin werd Piet Schrijvers' uit straling op de jonge Oranje-spelers geprezen. Die uitstraling had in Zwolle geen effect. Schrijvers: „Zo'n uitstraling valt en staat met je eigen prestaties. Voetballers ne men per definitie niets aan van ie mand die zelf niet goed speelt. Ik heb dit seizoen niet de vorm be reikt van voorgaande jaren. Dat is een van de redenen. De mentaliteit van de jeugd speelt ook een rol. Als beginnende profvoetballer liep ik met materiaalkoffers te sjouwen en was ik bij wijze van spreken bereid om de schoenen van de ouderen te poetsen. De jeugd van nu is ver wend en dat is ook onze schuld". „In die kleedkamer in Dublin is trouwens niet zo gek veel gebeurd. Ik zag de koppies hangen en heb de jongens over een dood punt heen willen slepen. Rijvers heeft samen met Willy van de Kerkhof, Bennie Wijnstekers en mij de opstelling aangepast, ik heb de jongens herin nerd aan een interland in Oost- Duitsland en we zijn de wei weer ingegaan". Blunder Piet Schrijvers bleef er toen in ge loven, zoals hij ook dit seizoen bleef volhouden dat PEC Zwolle niet zou degraderen. Toen hij tegen Excel sior blunderde zei trainer Co Adri aanse: „Concentratiegebrek". „Dat wordt in de voetbalwereld al tijd heel snel gezegd", reageert Piet Schrijvers. „Ik wachtte met uit trappen, omdat onze spitsen buiten spel liepen. Liet de bal uit m'n han den vallen om 'm weg te trappen, maar zag in een flits dat de jongens nog altijd buitenspel stonden. Dus hield ik in, de bal raakte de grond en ik pakte 'm in een reflex weer op. Vandaar die indirecte vrije schop in ons strafschopgebied, van daar dat doelpunt. Ik was teveel bezig met de anderen, verwaarloos de daardoor m'n eigen werk. Vre selijk stom. Zoiets mag iemand met mijn ervaring niet overkomen. Dit is ook geen excuus, alleen een ver klaring. Van concentratiegebrek was in elk geval geen sprake. Ty perend was dat het schelden in de slotfase plaats maakte voor „Pietje, Pietje" toen ik twee keer redde. Dat is mij bijgebleven". De verdediging van PEC Zwolle „IN MIJN CONTRACTSTOND NOOIT IETS OVER MIJN GEWICHT" heeft dit seizoen onder leiding van Piet Schrijvers 85 keer moeten ca pituleren. Als gevolg waarvan er nogal eens kritiek kwam op het li chaamsgewicht van de corpulente doelman. „Het aardige is", merkt Schrijvers op, „dat ik precies even zwaar ben als vorig seizoen, onge veer honderd kilo. Niemand hoeft op mijn gewicht te letten, dat doe ik zelf wel". Het Ajax-bestuur heeft hem ooit gezegd dat hij, als hij te zwaar zou worden naar de reservebank zou verdwijnen. „Dat is inderdaad een keer tegen me gezegd, maar er is nooit echt op m'n gewicht gelet en er stond ook niets over in m'n con tract. Bij Ajax was ik ook altijd iets minder zwaar dan 100 kilo. Ik draag verschillende truien. De een kleedt slanker af dan de ander. De overgang van de winter naar het voorjaar is voor mij ook altijd ver velend. Zodra ik m'n lange broek heb uitgetrokken en in een korte broek het veld opkom, hoor ik: tsjonge, wat is hij dik geworden. Op zo'n moment springen m'n dijbe nen in het oog en die heben nu eenmaal een behoorlijke omvang". Toch bestond de indruk dat hij in zijn laatste wedstrijden steeds moei lijker van de grond kwam. Schrij vers: „Ik dacht juist dat het de laat ste wedstrijden weer wat beter was gegaan. Aan het begin van de com petitie had ik last van m'n achilles pees. Bovendien is m'n rechter knie kwetsbaar. Ik train twee keer per week bij sportschool Vincent Boot om m'n bovenbenen krachti ger te maken". Dicht groeien Is Piet Schrijvers niet bang dat hij „dicht" groeit zodra hij stopt met voetballen? „De tijd zal het leren. Ik wil als assistent-trainer in elk geval wel in beweging blijven. Ik hoop dat er vaak een oneven aantal spelers op het trainingsveld zal staan, zodat ik met de partijtjes mee kan doen. En ontbreken de keepers tijdens een training, dan wil ik weer tussen de palen gaan staan". Piet Schrijvers heeft moeten kiezen tussen de mogelijkheid assistent- trainer te blijven of nog een sei zoen spelen. De mededeling van sponsor Eibrink dat beide zaken niet te combineren waren, kwam bij de doelman nogal hard aan. „Ja, vooral omdat ik op de dag dat ik die brief van Eibrink ontving, een vreselijk slechte wedstrijd speelde. Thuis tegen Roda JC. Twee kapita le blunders, 's Avonds was ik ka pot. Ik zeg nog altijd dat ik ook vol gend seizoen beide klussen had kunnen combineren. Maar aan de andere kant kan ik me voorstellen dat Adriaanse een assistent naast zich wil hebben. Een assistent, die niet ook nog eens de pet van de keeper draagt. Soms denk ik wel: in zo'n jaartje in de eerste divisie kun je vreselijk afgaan. Dat be spaar ik mezelf nu in elk geval". BERT DIJKSTRA SEOEL Architect Kim ,Swoo Geun heeft vanaf 1975 aan het ontwerp van het olympisch sportcomplex in de (Zuidkoreaanse hoofdstad Se oel gewerkt zonder te ver moeden, dat de Republiek Korea in 1988 de Spelen in Ihuis zou krijgen. De ontwer pen waren aanvankelijk be doeld voor de Aziatische Spe len, die volgend jaar in Seoel worden gehouden. De 55-jarige hoogleraar aan de Cook Sim Universiteit heeft zo zijn eigen stijl van vertellen over het gigantische complex dat al geheel klaar is. „Wij zijn er bij de bouw vanuit 'ge gaan, dat de gast het belang rijkste is. Dat is de Koreaanse mentaliteit, die stoelt op een duizendjarige traditie vanuit de leer van Confucius", zegt hij. Zelf heeft hij het grote stadion en belangrijkste sporthallen ont zien. Onder zijn leiding werk ten dertig medewerkers aan de overige accommodaties. Omdat al les al overeind stond toen het In ternationaal Olympisch Comité (IOC) in de Zuidkoreaanse hoofd stad een kijkje kwam nemen, viel vlot het besluit om de Spelen aan Zuid-Korea toe te kennen. Kim heeft de stadions en de overige ge touwen tamelijk somber gehouden. „Als ik met veel kleuren was gaan werken, zou de mens er bekaaid zijn afgekomen met al die gekleur de vlaggen. En het gaat in een ont werp toch om de mens, hoe ratio neel en functioneel er bij de bouw van sportcomplexen ook wordt ge werkt". Kolossen Vanuit zijn riante werkkamer in het kantoor van de Space Group Korea, het architectenbureau dat hij in 1960 oprichtte, staart Kim GROOTSTE PROBLEEM: LUCHT VERONTREINIGING naar de grote kantoorkolossen, die overal in Seoel uit de grond wor den gestampt. „Onze architectuur is vervuild door uw sterke westerse cultuur. We moeten veel meer ka rakteristiek Koreaanse gebouwen neerzetten. Zoals het nu gaat, jak kert iedereen maar achter geld aan; de mens wordt totaal naar de ach tergrond verdrongen". Toch gelooft Kim niet, dat de op rukkende industrialisatie in zijn land de tradities van Confucius ge heel teniet zal doen. Niet zonder trots vertelt hij, dat de flats in het dorp, waar de atleten tijdens de Aziatische spelen worden gehuis vest, na dat evenement aan parti culiere kopers zullen worden over gedaan. „In een stad met tien mil joen inwoners kun je het je immers niet permitteren zoveel woningen tot de Olympische Spelen leeg te laten staan. Dat is een periode van twee jaar. Na de Aziatische spelen wordt naast dit dorp gewoon een nieuw olympisch dorp gebouwd." Zelf is Kim niet meer zo te spreken over het olympisch gebeuren. „Meer en meer worden de Spelen door de commercie beheerst. Dat is geen goede zaak. We moeten de zuiverheid in de sport herontdek ken", is zijn opvatting, maar bij de openingsceremonie in 1988 zal Kim er zeker bij zijn, want het grote sta dion is naar zijn smaak een gezelli ge ruimte geworden, waar het pret tig toeven is. „En zo hoort het ook, zeker als er 100.000 mensen in gaan". Chang-Ho Kim maakt zich met moeite even los uit de gonzende bij enkorf. waarin de voorbereidingen voor de Spelen worden getroffen. „We liggen op schema, begin vol gend jaar is alles klaar voor de Azi atische spelen". Met de hele organi satie van het olympisch spektakel is drie miljard dollar gemoeid, aan zienlijk meer dan de kosten van de spelen in Los Angeles. De bouw van de stadions en de salarissen van alle functionarissen belopen al leen al zo'n 1,6 miljard; de infra structuur neemt de overige 1,4 mil jard in beslag. Van de luchthaven Kimpo zullen twee achtbaans-wegen naar het olympisch stadion leiden, een aan elke kant van de rivier de Han, die dwars door Seoel stroomt. Op deze „Olympic highways" zal het olym pische verkeer in 1988 absolute voorrang krijgen. De Koreanen zal worden gevraagd tiidens de Spelen deze weg niet te gebruiken. Op vier kilometer van het grote stadion verrijst het persdorp, waar naar verwachting zo'n 9.000 journa listen onderdak moeten krijgen. Met enige zorg vertelt Chang-Ho Kim. dat er ongeveer 300.000 toe risten worden verwacht, die slechts met medewerking van de burger bevolking onderdak kunnen krij gen. De regering is er namelijk geen voorstander van op grote schaal vergunningen te verlenen voor de bouw van hotels, die prompt na de Spelen weer leeg zul len staan. De huidige keten van in ternationale hotels in de hoofdstad kent een hoog prijspeil. Ook de pensionprijs zal voor mensen met een kleine beurs nog wel een be lemmering vormen. Geschat wordt, dat de bezoekers, vooral te ver wachten uit de Verenigde Staten, dagelijks dertig tot veertig dollar kwijt zullen zijn voor volledig pen sion. Twintig graden De temperatuur zal tijdens de Spe len rond de twintig graden Celsius liggen en gedurende de nacht dalen tot tien a vijftien graden. Volgens Chang-Ho Kim zullen de wedstrij den in Seoel niet vroeger dan 's- ochtends elf uur beginnen. „Wij willen, dat de Spelen in een rustige ontspannen sfeer verlopen". Van daar ook, dat niet zal worden inge gaan op de druk uit verscheidene landen om, vanwege het grote tijd verschil met Korea, vroeger te be ginnen. In dat geval zouden de tv-uitzendingen door meer mensen kunnen worden bekeken, zo stellen de tv-bazen in de Verenigde Sta ten, die vooral zijn geïnteresseerd in hoge reclame-opbrengsten. „Het is onze verantwoordelijkheid, dat zoveel mogelijk mensen de Spe len zien, ook aan deze kant van de aardbol", aldus de directeur van de persdienst, en die verantwoorde lijkheid strekt zich volgens hem ook uit tot de gezondheid van de deelnemers aan de Spelen. Het grootste probleem daarbij is de luchtvervuiling, die in Seoel tal van mensen met een doek voor de mond over straat doet gaan. De re gering denkt erover tijdens de Spe len de industrieën in en rond de hoofdstad geheel plat te leggen of op een lager pitje te laten draaien. Voorts is nu al een overschake lingsproces gaande van olie op schonere brandstof Volgend jaar wordt begonnen met de import van aardgas uit Indonesië. Verder zal de Zuidkoreanen worden gevraagd tijdens de Spelen de auto zoveel mogelijk thuis te laten en gebruik te maken van het openbaar ver voer; maatregelen, die bij de Spelen van Los Angeles succesvol bleken. Kleinzoon Met de afschuwelijke beelden van de Heizei nog vers op het netvlies rest mij slechts één positieve bijgedachte. Mijn kleinzoon van zes heeft de tragedie op televisie gelukkig niet gezien. Hij was toevallig bij vriendjes, wier ouders niet zulke voetballiefhebbers zijn en daar stond de t.v. dus niet aan toen de reportage van de wedstrijd zou moeten begin nen. Mijn kleinzoon was met leuke dingen bezig en ver keert als aspirant-voetballer nog in de veronderstelling dat ook voetbal leuk is. Over een paar maanden zou hij door zijn ouders worden aangemeld bij een club. Mijn vrouw zou daar graag een stokje voor gestoken zien. Het gadeslaan van het walge lijke schouwspel in Brussel in spireerde haar tot de opmer king: als het aan mij lag zou hij nooit en te nimmer gaan voetballen. Ik grimlachte, nog te zeer in de bedrukte ban van het ge beuren in het voetbalstadion. Pas later, veel later, dacht ik na over die uit het hart gegre pen opmerking. Mijn vrouw heeft gelijk. Mijn kleinzoon zou niet moeten gaan voetbal len. Waarom niet, zal de onnaden kende secretaris van een wil lekeurige amateurclub den ken. Waarom zou een jongetje van zes niet met leeftijdge nootjes lekker achter een bal gaan aanhollen? Daar steekt toch niets kwaads in? Dat is alleen maar goed. Kijk, meneer de verenigings secretaris, in die laatste twee elementen schuilt nu juist het grote gevaar. Die nieuwe vriendjes en dat andere mi lieu. Dat zou ik mijn klein zoon nu juist willen besparen. Want wat misschien leuk is voor een zes- tot tienjarige kan afschuwelijk uit de hand lopen voor een pakweg veer tienjarige. Die zal dan misschien, omdat dat voetballen toch zo leuk was, met zijn nieuwe vriendjes uit dat andere milieu naar een wedstrijd in het betaalde voet bal gaan kijken. Gaat vervol gens mee naar een uitwed strijd, bezoekt daarna een in ternationale partij en gaat uit eindelijk naar een Europa- Cupfinale. Om daar misschien niet meer levend vandaan te komen. Kijk, meneer de vere nigingssecretaris, daarom zou mijn kleinzoon maar beter niet kunnen gaan voetballen. U doet uw best, meneer de verenigingssecretaris. U wilt uw kluppie op peil houden. U heeft nieuwe leden nodig om de contributie-inkomsten op niveau te houden. U gaat uw wijk in om jongetjes als mijn kleinzoon te paaien. Met een hele rits attractieve zaken als vakantiekampen, speciale avondjes voor de jeugd, enzo voort. Maar, meneer de verenigings secretaris, ook uw inspannin gen worden de bodem inge slagen. Door figuren die u misschien nog net als lid, maar niet graag als schoon zoon zou willen hebben. Al brachten ze, toch lucratief voor de club, hun hele achter ban mee. U zult de afgelopen dagen ook hebben nagedacht over wat er in Brussel is gebeurd, meneer de verenigingssecretaris. U vindt dat uw club een nette club is. En u weet dat leden van uw club nog nimmer bij welk relletje, hoe gering dan ook van omvang, betrokken zijn geweest. Kan allemaal waar zijn. Maar dat laat on verlet, meneer de vereni gingssecretaris, dat ieder jon getje dat zich bij uw club aan meldt het spelletje misschien zó leuk vindt dat hij toch ver zeild raakt in situaties waar hij maar beter kan uitblijven. Vandaar, meneer de vereni gingssecretaris, dat ik er voor zal proberen te zorgen dat mijn kleinzoon niet gaat voet ballen. Dan komt hij ook niet in de verleiding om die plaat sen te bezoeken waar onheil dreigt. Hoe jammer dat mis schien ook is voor uw club. Mijn kleinzoon zelf zal het niet zo goed begrijpen. Hij vindt voetbal een leuk spelle tje en verheugt zich al op zijn nieuwe tenue en dito voetbal schoenen. Maar voor andere sporten heb je ook kleding no dig. En nieuwe sportschoenen. En bij andere sporten beweeg je ook, kom je ook met moge lijke nieuwe vriendjes in con tact. En waarschijnlijk niet uit die milieus, waarvan de expo nenten afgelopen woensdag in Brussel de aandacht van de wereld op zich vestigden. BUYS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1985 | | pagina 23