Italië ontdekt
„Spaanse"
Domenico Scarlatti
finale
IDA GERHARDT
„Alessandro
zultu
bedoelen
een weerbarstige dichteres,
tachtig jaar
ZATERDAG 1 JUNI 1985
MADRID/NAPELS Een van de grootste Spaanse com
ponisten is een Italiaan. Het klinkt paradoxaal. Toch is het
(volgens vele muziekexperts een waarheid als een koe.
„Weinig Spaanse componisten zijn er in geslaagd om de es
sentie van hun geboortegrond zo goed uit te drukken als
de buitenlander Domenico Scarlatti". De uitspraak is van
Kirck Patrick, ongetwijfeld een van de beste kenners van
het leven en werk van het Italiaanse muzikale genie, dat
nu, in zijn 300e geboortejaar in het kader van het Europese
l jaar van de muziek, in Italië herontdekt schijnt te worden.
Domenico Scarlatti wordt niet voor
niets beschouwd als een componist die
volledig doordrongen is met het vurige
Spaanse bloed. De laatste achtentwintig
jaar van zijn leven brengt hij immers in
Spanje door. In die periode van 1729
tot aan zijn dood in 1757 maakt hij
tevens zijn belangrijkste werk. Scarlatti
schrijft in die tijd namelijk praktisch
zijn volledige clavecimbelmuziek (555
sonates) die hem voor de eeuwigheid
een ereplaats bezorgt onder de beste
componisten van dit instrument. Scar
latti wordt dan ook altijd in een adem
genoemd met andere grootheden als
Couperin, Rameau, Handel en Bach.
De Italiaanse „Spanjaard" Scarlatti
wordt op 26 oktober 1685 geboren in
Napels in Italië, in hetzelfde jaar als
Bach en Handel. De liefde voor de mu
ziek wordt hem al vanaf het allereerste
ogenblik met de paplepel bijgebracht.
Zijn vader is namelijk niemand minder
dan Alessandro Scarlatti, een van de
grootheden van de operaschool in zijn
[eboortestad. Vader Scarlatti kan pron-
ten met een indrukwekkende produk-
tie op muzikaal gebied. De voormalige
kapelmeester van het koninklijke hof
van Napels schreef maar liefst hon
derdvijftien opera's, ongeveer tweehon
derd missen en ruim zeshonderd canta
tes voor solostem. Niemand twijfelt er
dan ook aan, dat de jonge Domenico
dagelijks kon profiteren van privé-on-
derwijs van uitzonderlijk groot for
maat.
De inspanningen van vader Alessandro
werpen al spoedig de verwachte rijpe
vruchten af. Want al in 1701, op 16-jari-
ge leeftijd, geniet Domenico aanzien als
organist en componist van de Napoli-
taanse koninklijke kapel. De sterren lij
ken al vanaf het begin zijn hechte ban
den met Spanje te hebben voorbestemd.
Enorm talent
Zijn eerste opdrachten ontvangt hij na
melijk van de vertegenwoordigers van
de Spaanse kroon in zijn geboortestad.
Zo schrijft hij in 1703, op 18-jarige leef
tijd, zijn eerste opera: „L'Otta via risti-
tuita al trono". Het werk is opgedragen
aan Catalina de Moscoso, de gravin van
het Spaanse San Estaban de Gormaz.
In hetzelfde jaar componeert, hij „II gi-
ustino", ter gelegenheid van de verjaar
dag van Philips V, de toenmalige
Spaanse vorst.
Dank zij de invloedrijke contacten van
zijn vader schiet de carrière van Dome
nico als een komeet omhoog. Vader
Alessandro roept de hulp in van Fer
nando de Medici om zijn zoon een baan
te bezorgen in Venetië. „Alleen daar in
Venetië", zo verzekert vader Alessan
dro, „komt de muziek van mijn zoon
werkelijk tot recht. Napels en Rome
zijn veel te klein voor zijn enorm ta
lent".
Wanneer Scarlatti in Venetië aankomt,
begint voor hem een korte, maar inten
se periode van bijzonder groot belang.
In die stad van kanalen en paleizen
komt hij in contact met mensen als Vi
valdi, Handel en Roseingrave. Deze
laatste ontplooit zich later in Londen
tot de onvoorwaardelijke pleitbezorger
van de jonge componist. Uit deze Vene-
tiaanse periode stamt ook de beroemde
anecdote over het muzikale „giganten-
-gevecht", dat Scarlatti met Handel zou
hebben gevoerd. De „concurrentie
strijd" tussen beide muzikale reuzen is
volgens de legende uiteindelijk met een
Salomonsoordeel beslecht: Handel wint
de „slag" op het orgel, maar Domenico
Scarlatti blijft hem op de clavecimbel
torenhoog de baas.
Tussen 1709 en 1714 is Domenico in
dienst van de Poolse koningin Maria
Casimaira, die in Rome politieke bal
lingschap had gezocht. De Poolse vor
stin had met toestemming van de paus
een huistheater opgericht in de Zuccari,
haar schitterende paleis. Scarlatti
schrijft in deze jaren enkele opvallende
werken, waaronder een Stabat Mater
van schitterende kwaliteit. De samen
werking tussen Scarlatti en de gevluch
te Poolse koningin is evenwel maar
van korte duur, want de adellijke dame
zit al spoedig financieel volledig aan de
grond.
Onsterfelijk
Scarlatti krijgt er echter geen proble
men door Zijn naam is inmiddels uit
gebreid bekend en hij timmert onver-
stoorbaar verder aan de weg naar de
onsterfelijke roem. In 1714, op 29-jarige
leeftijd, componeert hij een stuk voor
markies De Fontes, de Portugese am
bassadeur in het Vaticaan. Dit contact
bezorgt hem zes jaar later de baan van
kapelmeester in de kathedraal van het
levendige Lissabon. Vanaf dat moment
1720 tot aan zijn dood in 1757
brengt Scarlatti 37 jaar lang onafgebro
ken door op het Iberisch schiereiland.
De jonge componist heeft een druk le
ven tijdens zijn verblijf in Portugal
(1720-1729). Behalve zijn werk als ka
pelmeester, houdt hij zich verder bezig
met het schrijven van allerlei soorten
gelegenheidsmuziek. Zijn toekomst
wordt definitief in gouden banen geleid
wanneer hij wordt benoemd tot clave-
cimbel-leraar van Maria Barbara de
Braganza, de dochter van de Portugese
koning Juan V en de toekomstige echt
genote van de prins van Asturias, die
in 1746 onder de naam Fernando VI de
Spaanse koningstroon beklimt. Ter ge
legenheid van hun huwelijk schrijft
Scarlatti in 1728 het muziekstuk Fes-
teggio armonico, dat wordt beschouwd
als een van de laatste vocale werken
die hij onder de opera-invloeden van
vader Alessandro heeft gecomponeerd.
Tien jaar later, in 1729, vertrekt Dome
nico Scarlatti samen met zijn leerlinge
Maria Barbara naar het Spaanse hof.
Daarmee begint een lange en stabiele
artistieke carrière, waarin de Italiaanse
„Spanjaard" practisch uitsluitend mu
ziek voor clavecimbel schrijft.
Door zijn verblijf aan het Spaanse hof
krijgt Scarlatti een unieke kans om het
land te leren kennen. De residentie van
de Spaanse koning Philips V en Isabel
geeft clavecimbelles aan Maria Barbara
en Fernando en profiteert van zijn
vrije tijd om de omgeving te verken
nen. Zo bezoekt hij de steden en dorpen
van de provincies Sevilla. Cadiz en
Granada en proeft van dichtbij de sfeer
van de bevolking en haar muziek. In
1733 wordt het Spaanse hof overge
plaatst naar Madrid. En ook daar krijgt
Scarlatti alle gelegenheid om in contact
te komen met de volksaard van de
streek Het koninklijke hof brengt im
mers de jaargetijden door in verschil
lende paleizen rond Madrid; de lente in
Aranjuez; de zomer in La Granja; de
herfst in het Escorial en de winter in
Madrid. De mengeling van eenvoudige
volksmuziek en het raffinement van
het Bourbonse hof zijn de voedingsbo
dem en de inspiratiebron voor Scarlat
ti's muziek. Al deze invloeden weer
spiegelen zich volgens de experts in de
veelal honderden werken die hij tijdens
zijn lange Spaanse verblijf heeft ge
componeerd. Maar liefst 555 verschil
lende sonate's staan op zijn repertoire.
De virtuositeit is waarschijnlijk een
van de grootste kenmerken van zijn
stijl. Zijn composities zijn niet uitge
dacht achter een tafel, maar lijken ge
boren te zijn in een vurig gevecht met
het toetsenbord. Het is de invloed van
het Spaanse bloed. „Dit klankenspel",
zo schrijft de Spaanse musicoloog Jose
Sierra, „klinkt in Spaanse oren vaak
heel bekend. Want telkens weer ont
dekken we de sfeer van een flamenco
die vermengd is met bijvoorbeeld de
invloeden van een typische dans uit
Leon. Met recht noemt men Domenico
Scarlatti Spaans componist".
Achterstand
Hoewel in Italië vader Allessandro al
tijd bekender en belangrijker is ge
weest dan de zoon, schijnt dit land nu
de achterstand te willen inhalen. Aan
klassieke concerten op de radio wordt
de laatste weken vaak een sonate of
twee van Domenico Scarlatti toege
voegd. De RAI heeft verder een con
cours uitgeschreven voor de beste cla-
vecimbel-compositie. En er worden nog
meer erebogen opgericht in Napels en
in Rome. In de hoofdstad is een half
jaar lange cyclus van Scarlatti-concer-
ten begonnen. De beroemde Argentijn
se clavesinist Eduado Zapata vertolkt al
de 555 sonates van Domenico. Voor
deze unieke gelegenheid is geen staan
plaats "meer te krijgen. De stad Napels
wijdt een belangriik deel van zijn jaar
lijkse internationale muziekweken aan
Domenico. Maar Napels is een van haar
grootste zonen heel wat meer schuldig.
Een uitgebreide voettocht door Napels
leert dat er praktisch geen spoor van
Domenico Scarlatti is te vinden: geen
straat, geen plein, geen hof, geen stand
beeld. Het is allemaal Alessandro Scar
latti dat de klok slaat.
Alleen de ingewijden zijn op de hoogte
van Domenico's bestaan en werken. „U
zult Alessandro bedoelen", is het ge
bruikelijke antwoord op de vraag naar
zoon Domenico. Flavio Frontone, le
raar aan het conservatorium, verklaart
waarom voor Napels en voor heel Italië
Alessandro de enige Scarlatti van naam
en faam is. „Alessandro is de man van
de opera's, van het theater. En dat doet
het hier beter dan de puur instrumen
tale Domenico. Alessandro schreef ope
ra's aan de lopende band, voor ieder
die wilde en betaalde. Domenico werd
pas produktief toen hij Napels had ver
laten".
Hoe verwaarloosd Domenico Scarlatti
in Italië is, bewijst ook de catalogus van
het Napolitaanse conservatorium, toch
een van de befaamdste van het land.
Uit het stof van dit gebouw komen en
kele documenten naar boven, zoals een
onvolledige biografie, bovendien ge
schreven door een Amerikaan, Ralph
Kirkpatrick. Een Italiaan heeft Dome
nico's leven nooit grondig bestudeerd.
Het geboortehuis van Domenico in Na
pels is onbekend, maar zijn sterfhuis in
Madrid wordt als een soort gedenkhuis
geëerd.
Met recht noemt men Domenico Scar
latti dan ook Spaans componist
EEFDE De literaire erkenning gaat
modieus gekleed. Zoals vele groten in de
letterkunde heeft ook de prinses onzer
dichters, Ida Gerhardt, onlangs tachtig
jaar geworden, dat moeten ervaren. Pas
op haar 75e kreeg zij voor haar dicht
kunst de hoogste vaderlandse onder
scheiding: de PC Hooftprijs, nadat haar
een jaar eerder de Meesterschapsprijs
van de Maatschappij der Nederlandse
Letterkunde was toegekend.
De dichteres, al jaren teruggetrokken levend
aan de razend drukke rijksweg Zutphen-De-
venter, heeft zich nimmer openlijk beklaagd
over het publieke gebrek aan respect. Dat zou
ook niet stroken met haar trotse karakter. Die
zelfde trots, een sterk besef van eigenwaarde,
heeft haar ook weerhouden om zich in haar
kunstige verzen naar de wisselende publieke
smaak te richten. Waarmee niet gezegd wil zijn
dat de literaire kritiek haar koud liet. Zeker
met als die geuit werd door iemand als Simon
Vestdijk. Want toen deze in 1955 haar bundel
„Het levend monogram" besprak, onder de titel
„Triomf der kunstmatigheid" en haar „exces
sen in verwoording en beeldvorming" toedicht
te. antwoordde zij fijnzinnig met het gedicht
„Facultas medica":
Hij die het mes en het lancet hanteert
kan onverschrokken zijn wanneer hij vreest
met heilige vrees. Het edelste, de geest,
wordt in dit uur beveiligd of gedeerd.
Zie het gelaat van wie zich niet verweert,
een open boek. Wie zelfverblind, niet leest
richt diep het letsel aan dat niet geneest
Hij heeft de adel van het ambt onteerd.
Gezegend die het weten van zijn grens
belijdt: zijn hand vertoont die vaste trek,
zijn ziel de schroom die adeldom verraadt
Met instrumenten werkend aan een mens
opent hij nog de sluitklink van het hek
waardoor de ander naar de vrijheid gaat
Over haar leefwijze en opvattingen weten we
niet bijster veel. De dichteres en classica dr. Ida
Gerhardt schuwt de publiciteit. Interviews gaat
ze uit de weg. Bewust verstoken van radio, tv
en krant woont ze sinds jaren samen met haar
vriendin en geestverwante, de neerlandica en
psychologe dr. Marie H. van der Zeyde. De da
mes hanterer\ n°g elke dag een strak werksche
ma in het land der letteren. Diezelfde discipline
kwam het duo van pas bij de vertaling van de
150 Psalmen van David, vanuit het Hebreeuws
in rijk getoonzet Nederlands. Een gigantenklus
waar het protestantse tweetal (belijdend neder-
lands hervormd) zes jaar over gedaan heeft en
dat in de jaren zeventig in z'n geheel in de ka
tholieke bijbelvertaling is opgenomen. „We
hebben de psalmen van hun laag kleverige
stichtelijkheid willen ontdoen", zei Ida Ger
hardt bij gelegenheid van de verschijning. En
dat is uitstekend gelukt.
Klassieke versvorm
Uit de vrij schaarse biografische gegevens we
ten we dat Ida Gerhardt, de meesteres van de
strenge klassieke versvorm, in Gorinchem is
geboren en in Rotterdam, waar haar vader di
recteur van een lagere technische school was,
het Erasmus gymnasium doorliep, samen met
haar klasgenote Marie van der Zeyde. Daar was
de dichter J H. Leopold (1865-1925) haar leer
meester. Aan zijn hand werd zij het rijk der
klassieken binnengeleid. „Zijn lessen hebben er
mede toe geleid dat ik een studie in de klassie
ke talen ging volgen. Zonder die studie zouden
mijn verzen nooit deze vorm hebben aangeno
men", heeft zij ooit verklaard.
In een essay bij gelegenheid van haar zeventig
ste verjaardag, heeft haar levensgezellin aange
duid welke levenservaringen in Ida Gerhardts
poëzie werden verwerkt en gesublimeerd. De
relatie tot haar moeder, haar eerste „vijand"
was daar een van. Over haar zegt zij in de bun
del „Het levend monogram":
Hier rust, met stof gevuld de mond,
zij die mij heeft gedragen;
zij, die mij naar het leven stond
in al mijn levens dagen.
En nu haar lichaam moet vergaan,
nu is zij in mij opgestaan.
Ik kan haar niet verslaan.
Hoewel, daar staat weer een ander liefderijk
gedicht tegenover, zoals „Het sonnet voor mijn
moeder", dat begint met de regels:
Gij hebt, Moeder, dit leven zwaar gedragen
Gelijk ik het zwaar draag. Wij zijn verwant
Harde jeugd
Andere levenservaringen, behalve een harde
jeugd, die grote invloed op haar dichtwerk heb
ben gehad, zijn haar jaren in het „wezens
vreemde" Kampen, waar zij uiteindelijk haar
slopende bestaan als (weerbarstig) lerares klas
sieke talen („mijn prachtige, mijn hondse
baan") opgaf. Ook in haar gedichten over de
school waar ze werkte vinden we. net als over
haar moeder, die mengeling van haat en liefde,
die tweeslachtigheid in gevoelens die haar
werk kenmerkt. Zoals in het gedicht „Tussen
uur":
Midwinterdag. De geur van oude jassen,
de gang met kalken licht om in te dwalen;
een schateren grindstorting uit een klasse;
en dan hoort men de school weer ademhalen.
Dit is mijn land. Ik zal niet meer verkassen:
Dr. I.G.M. Gerhardt, oude talen.
Vergeef mij God, mijn duizendvoudig falen.
Ik kon dit nimmer in mijn schema passen.
En rebelleerde. Maar ik ben gezwicht
Te sterk zag mij mijn werk in het gezicht
Het is mijn prachtige, mijn hondse baan.
Waar staat van „wandelen voor Uw Aange
zicht?"
Een tussenuur. In deze geur, dit licht
Het is mijn arbeid, en Gij ziet mij aan.
De natuur, en vooral het stromende water van
de IJssel, spelen ook een voorname rol in haar
gedichten. Was zij in haar vroegste natuurge
dichten niet vrij te pleiten van een zekere rhe-
toriek, in haar latere werk gebruikt zij „natuur
lijke" beelden van een grote zeggingskracht.
Het zijn gedichten van een hoog soortelijk ge
wicht, die de goede verstaander veel meer zeg
gen dat de woorden die er staan.
Ida Gerhardt geldt als een van de laatsten die
diep wortelt in een oude dichterlijke traditie.
Van deze woordkunstenares werd in het jury
rapport bij de uitreiking van de Prijs voor
Meesterschap in 1979 onder meer gezegd: „Haar
oeuvre is het bewijs van een zeldzame soort
aandacht voor een traditie van leven en taal
verre van gemakzuchtig en in hoge ernst. Ze
werd toen ook beschreven als „een strenge en
dwang van zelftucht en veeleisend zelfrespect".
Zelf ziet zij haar leven, zoals ze ooit uitgespro
ken heeft, als „in opdracht van de poëzie".
Veelzeggend in dit verband is wellicht het vers
„Vernomen tijdens een onweer":
Vijf vuurstenen gaf ik u in de hand:
een harde jeugd, die ziel en ribben treft
een sterk talent, in eenzaamheid beseft
aanstoot blijft het voor vrienden en verwant
Het ongeëerd zijn in uw eigen land.
Dat zich de minste boven u verheft
Over miskenning heeft Ida Gerhardt inmiddels
niet meer te klagen.
HOMME KROL
De dichtbundels van Ida Gerhardt zijn versche
nen bij Atheneum Polak en Van Gennep. Am
sterdam.