finale_,„J „Zo'npas 65+ bewijst toch dat er fundamenteel iets fout zit met het ouderenbeleid" AAL: de grilligste, wispelturigste DR.W.J.A. VAN DEN HEUVEL Eind mei waren er zowel in het binnen- als in het buiten water al heel wat knappe alen gevangen en dan te beden ken dat de goede tijd nog ko men moet! Half juni, dat is voor de hengelmensen zowel in het zoute als in het zoete nat echt het begin van de aal periode. (Als het met het weer een beetje wil, gaan we er rus tig tot in oktober mee door). Maar dit jaar kreeg ik al in de laatste dagen van april bericht dat er op zee een enkele pa ling was gevangen, zelf vatte ik er enige in de eersre mei dagen in een gracht (ja, inder daad, daar rizzelt het van de aal) en sindsdien heb ik bij voorbeeld ook van de Friese meren, uit de Zuidhollandse contreien en uit de Ooster- schelde gehoord dat de paling het doen wil. Of dat overigens werkelijk een voorbode van een prima seizoen is, zou ik niet durven zeggen. In 1980 begonnen we ook al Jekker vroeg in het jaar knappe aal te vangen, maar heel de zomer is het verder maar een doffe ellende geweest met die mooie (en smakelijke) sportvis. Aal is misschien wel de grilligste, de wispelturigste van alle hengel- bare vissen. Elke visdag opnieuw moeten vismethode, aasaanbieding, keuze van de stek als het ware met geheel onbedorven en onvooringe nomen ogen worden bekeken, want het is met de aal altijd weer anders. Ik mag mijn woorden sta ven met een uitspraak van een pri ma hengelsportveteraan, Jan Schreiner, die al haast een kwart eeuw geleden in zijn dikke boek „Encyclopedie van de Sportvisse- rij" schreef: „Sommigen zijn van mening, dat opkomend water zeer gunstig is voor de aalvangst, anderen hebben ervaring dat stilstaand of zakkend water betere resultaen geeft. De in vloed van het tij openbaart zich echter op verschillende plaatsen op andere wijzen, zodat niet kan wor den gegeneraliseerd". Zo is het maar net. Deze woorden sloegen uiteraard op de buitenpaling, de aal dus die in het zoute water wordt gevangen, maar neem van me aan dat de pa ling van het zoete water krek zo wispelturig is. (Overigens: we heb ben het, als we het over binnen- en buitenpaling hebben, over dezelfde vissoort hoor! Als men het wel eens heeft over „zeepaling" bedoelt men meestal aangenomen dat men weet waar men het over heeft congeraal, een vissoort die in onze kustwateren bijzonder zeldkzaam is. En te koop aangeboden „zee- I Het mag dus bést waaien, hard waaien zelfs. paling" is vaak gevilde haai. Paling oftewel aal da's ook al hetzelfde van binnen- en buitenwater is dezelfde vis met tijdelijk andere leefgewoonten; dat hangt met de voortplanting samen. Maar dat is bij de paling zo'n ingewikkeld pro ces, daar schrijf ik hier maar niet over. Ondanks de grilligheid van de aal durf ik toch wel een paar algemene regels te geven voor de jacht op deze gladjanus, en die regels gelden zowel voor het binnen- als voor het buitenwater. Daar gaan we: 1. Het water moet „dik" zijn, troe bel, en in beweging. Het mag dus best waaien, hard waaien zelfs; ik heb met storm nog wel mooie aal gevangen, en wie van de kant af vist, moet „met de wind op het handje" vissen, dus met zijn gezicht in de wind gaan staan. Niet in een oppertje kruipen, wees maar eens flink. 2. Vers aas is beter dan oud aas. Hardnekkig beweren sommigen dat aal een lijkepikker is, dat het aas moet stinken. Maar mijn erva ring is dat zowel voor het binnen- als voor het buitenwater geldt: neem verse wormen, of zeepieren, of zagers, of een vers visje. En als de aal niet zeer willig is: laat het zelfde aasje niet eindeloos in het water, ververs het van tijd tot tijd. 3. Vis in het binnenwater liever stijf tegen de kant dan in „het wijd"; aal scharrelt haar kostje bij voorkeur tussen en langs rietkra gen op. Vooral in de eerste maan den van het seizoen is dat het ge val; de witvis zet kuit af in het riet en de aal is een geduchte kuitver- slinder. 4. Vis in het buitenwater op de die pe plekken; langs het strand en van een bootje uit met name daar waar muien en prielen zijn. Maar als de vloed hoog is gekomen, probeer dan bovenop ondergelopen platen uw geluk; kort voor het eind van de vloed trekt aal vaak de platen op, jagend op voedsel. 5. Scherp vissen is natuurlijk altijd noodzaak, maar wie op aal bezig is, onverschillig of dat nu in zout of in zoet water is, kan zich niet permit teren zich te laten afleiden. Zeker, net als alle vissen bijt ook aal zich zelf wel eens vast, maar wees er van overtuigd dat hij, als u niet op tijd reageert, binnen de kortste ke ren van uw snoer een onontwarba re ravage heeft gemaakt. Let steeds op uw dobber of (aan en op zee) uw hengeltop. Weet dat er géén sa menhang bestaat tussen de intensi teit van de beet en de grootte van de aal; soms geeft kleine aal heel driftige aanbeten en dikke aal maar een heel voorzichtige, en soms is het weer anders Er is woonweg geen peil op te trekk De enige remedie is dus: voort»;: rend scherp vissen. 6. Een heel goede manier die van Noordhollanders heb afge ken is, om in het binnenwater voorbeeld van een bootje uit, m van de kant af gaat dat ook) het il ver van u vandaan te deponetjp maar wel langs de kant., evenwijdig met de rietkraag. 7 Als u beet heeft en u denkt het moment is gekomen om ac M te worden (als u met een worm j§§ is dat uiteraard sneller dan w i neer u met een dood visje bc bent; de vis moet de tijd krijgen te peuzelen), dan zet u de haak i korte tik en vervolgens breng H zonder dralen de vis binnen, nee, nee. geen sierlijke dril als karper of snoekbaars, daar k< geen spaan van terecht. Halen :;- hebben is het parool. Voer in vistas een uit elkaar gepeute|è;:; stalen pannenspons mee; dat is prima ding om Gladsmans beel pakken en te onthaken. 8. Tenslotte: geduld is zulk j schone zaak met name voor i vissers. Als u zeker weet dat u 1 op een stek waar aal pleegt te pen. houd dan vol, ook als u uurlang geen bewijsje ziet Zfl^v gezegd: aal is grillig, soms krijg! ineens trek. En zo nietjammer dan een v| gende keer beter A.C.W. VAN DER W Seniorenbeurs van 10-14 juni Rai Amsterdam Van maandag 10 tot en met vrijdag 14 juni wordt in de RAI in Amsterdam de tweede landelijke Seniorenbeurs gehouden, die wordt geopend door minister Brinkman van WVC. De eerste, vorig jaar in Arnhem, trok zoveel belangstelling dat werd be sloten er een jaarlijks evenement van te maken. Op de eerste dag wordt een symposium gehouden over het ouderenbeleid in het jaar 2000. Na inleidingen door onder andere prof. dr. F.J.G. Oostvogel, bijzonder hoogleraar medische gerontologie en geri atrie van de Erasmus Universiteit Rotterdam en mevrouw J. van Leeuwen, voorzitter van de sectie Verpleeghuizen van de Nationale Ziekenhuis Raad, volgt een forumdiscussie, die wordt geleid door dr. W.J.A. van den Heuvel, medisch socio loog uit Groningen en voorzitter van de SOOM, een stuurgroep die onderzoek doet op het gebied van de ouder wordende mens. Een gesprek met dr. Van den Heuvel. GRONINGEN Dr. W.J.A. van den Heuvel, hoogleraar medische sociologie in Groningen heeft pre cies een uur de tijd voor een ge sprek over „ouderenbeleid 2000". Maandag 10 juni leidt hij een dis cussie over dit onderwerp op het symposium in de RAI in Amster dam. In het forum zijn ook de poli tieke partijen vertegenwoordigd. Zij krijgen van Wim van den Heu vel te horen dat „de politiek" van beleid-maken weinig snapt. „Er moet een staatssecretaris ouderen beleid komen, want er is een enor me achterstand. Een staatssecreta ris kan in acht jaar orde op zaken stellen, zodat er geen specifiek ou derenbeleid meer nodig is. Het is toch te gek, dat we in Nederland bijvoorbeeld een pas 65+ hebben, hoe mooi dat ook is. Dat zoiets no dig is bewijst toch dat er funda menteel iets mis is". Zijn kamer op de begane grond van Tandheelkunde in Groningen ziet er geordend uit. Hij is er sinds een jaar gehuisvest, maar heeft nog geen tijd gehad schilderijen aan de muur te hangen. Geen stapels pa pieren op het bureau. „Ik besteed elke week minstens een uur aan het ordenen, anders kom ik er in om". Wim van den Heuvel is ook voorzitter van de SOOM (Stuur groep Onderzoek op het terrein van de Ouder wordende Mens). De Stuurgroep is op 2 november 1982 voor vijf jaar ingesteld. Haar op dracht: een samenhangend •onder zoekprogramma laten uitvoeren op het terrein van de ouder wordende mens. Hiervoor heeft de stuurgroep 7,5 miljoen gulden gekregen. Te weinig om de gevolgen van zo'n ingrijpend veranderingsproces, de vergrijzing, te bestuderen. Vooral te weinig tijd, maar na vijf jaar moeten er andere structuren be dacht worden voor ons werk. We stikken in Nederland al van ooit ingestelde stuur- en adviesgroepen. Niemand heeft er meer zicht op". De politiek maakt zich volgens Van den Heuvel te druk om allerlei conflicten en bemoeit zich niet met sociale verhoudingen. „In program ma's hebben de partijen allemaal wel een zinsnede over het ouderen beleid staan. Iedereen heeft het over het recht van ouderen, maar tegelijkertijd wordt deze groep fi nancieel gepakt. Er is hun verteld, dat ze moeten inleveren omdat er anders over dertig jaar problemen ontstaan. Wat hebben deze mensen daarmee te maken? Over dertig jaar? Ze moeten de broekriem aan halen". Wim van den Heuvel moet er luid om lachen, maar vraagt zich af hoelang ouderen het nog voor waar zullen aannemen. Hij is fel tegen de vervroegde uit treding. „Werk is in onze maat schappij nog steeds erg belangrijk. Als je meent dat er mensen zijn die op hun 57e willen stoppen met werken, waarom moeten er dan collectieve maatregelen genomen worden voor élle mensen van die leeftijd. Met de gedwongen uittre ding ontneem je deze groep ook een belangrijke macht". Van den Heu vel is voor flexibele pensionering, waaraan natuurlijk wel financiële gevolgen moeten worden verbon den. Emancipatie Van de emancipatie van ouderen, zoals dat in het beleidsplan 1976 van de regering centraal stond, is totnutoe niets terecht gekomen. Het principe van het „flankerend ouderenbeleid" (ouderen de kans geven zolang mogelijk zelfstandig te blijven wonen) juicht Wim van Links boven: Dr. W. v.d. Heuvel: „Ouderen moe- ten de broek riem aanhalen, omdat er in het jaar 2000 proble men ontstaan. Dat is toch om te lachen". den Heuvel toe, maar hij wan trouwt de visie die eraan ten grondslag ligt. „Als je zegt dat ou deren langer thuis moeten kunnen blijven wonen, is dat een doel. Je bent er niet, dat doel te propageren zonder de weg daarheen te voor zien van de nodige middelen. Er is bijvoorbeeld in de eerstelijns ge zondheidszorg (gezinsverzorging, wijkverpleging, huisartsen) weinig gedaan aan deskundigheidsbevor dering. Er is nu een schreeuwende behoefte aan kennis op het gebied van geriatrie. We worden bestormd met vragen over bijscholingscur sussen, omdat de hulpverleners straks voor taken komen te staan die nu nog in de verzorgingshuizen of in verpleeghuizen worden ver vuld. De politiek heeft de mensen een doel voorgehouden, maar het motief was niet de zelfstandigheid van ouderen te bevorderen, maar doodgewoon bezuinigen. Omdat het goedkoper was ouderen in verzor gingshuizen te plaatsen, werd ge propageerd dat het toch zo leuk is met z'n allen daar te wonen". Van den Heuvel heeft politici gere geld geconfronteerd met resultaten van bijvoorbeeld Zweedse onder zoeken, waaruit blijkt dat een 7- procents-norm voor verzorgings huizen volstrekt willekeurig is. De norm betekent, dat het aantal plaatsen in verzorgingshuizen wordt vastgesteld aan de hand van het aantal ouderen in een gemeen te. „Veel mensen laten zich uit voorzorg op wachtlijsten van ver zorgingshuizen zetten. Ze hebben dan een soort zekerheid dat ze op genomen kunnen worden als dat onverhoopt nodig mocht blijken. Die zekerheid zou je ook kunnen geven door in elk verzorgingshuis een aantal noodplaatsen beschik baar te houden. Wij schrikken al als er in huizen bedden leeg staan, want dat kost geld. Zo hebben we een systeem opgebouwd dat de mensen meezuigt. Het enige criteri um voor mensen om naar een ver zorgingshuis te gaan, moet hun ei gen wil zijn". Inspraak Het ouderenbeleid wordt vooral door anderen dan ouderen aange vallen. De ouderenbonden buiten beschouwing gelaten, want daar borrelt de laatste tijd geregeld pro test op. De bonden hebben echter geen duidelijke macht, geen stem in adviesorganen die rechtstreeks met de minister overleggen. „Er zijn voorbeelden genoeg die aanto nen dat medezeggenschap wordt gepropageerd, maar met allerlei middelen wordt tegengehouden", zegt Wim van den Heuvel. Hij blijft dicht bij huis: gezondheidszorg. „Het wordt tijd, dat ook ouderen beter opkomen voor hun belangen in de gezondheidszorg. Zij hebben het meest met ziekenhuizen en art sen te maken. De ingrepen zijn ook veel ingrijpender dan bij andere leeftijdsgroepen. Toch wordt er nauwelijks met ouderen overlegd. Een heup-operatie bijvoorbeeld moet goed worden overwogen. De narcose is een belangrijk punt, maar meestal blijven de patiënten onmondig". Het gedrag van mensen in de ge zondheidszorg is een belangrijk on derwerp van onderzoek van de me disch socioloog. Waarom gedragen mensen zich afhankelijk zodra ze in een ziekenhuis komen? „Ook als je medisch socioloog bent, voel je je als patiënt, afhankelijk. Mensen ko men meestal in een ziekenhuis te recht als er een acute noodsituatie is. Dan staat hun hoofd niet naar inspraak en medezeggenschap. Ze willen geholpen worden. Boven dien is het niet de traditie van de gezondheidszorg te werken met medezeggenschap, met mondige pa tiënten. De huisarts heeft vaak maar drie minuten tijd. De belang rijkste dingen worden gezegd met de deurknop in de hand", zegt hij. Een bewijs dat de regering het ook niet zo serieus neemt met het be vorderen van inspraak in de ge zondheidszorg, is de budgettering. „Ziekenhuizen kunnen nu zelf be palen hoe zij hun budget besteden. Dat is mooi, maar de structuren in die ziekenhuizen zijn nog lang niet ingesteld op medezeggenschap van alle geledingen. Dat betekent, dat zij die de macht al hebben, uitma ken waaraan het geld wordt be steed. Moet er worden bezuinigd, dan zie je vaak dat de mensen die geen inspraak hebben, moeten inle veren. Er wordt niet zo gauw ge zegd: dan opereren we maar min der. Wie zegt dat alle blindedarmo peraties in ons land ook strikt noodzakelijk zijn? Als je in Venlo woont heb je meer kans dat je baar moeder er bij een ontsteking wordt uitgehaald dan elders. Wie zegt dat die eruit moest? Mensen laten zich meezuigen door allerlei mechanis men". Werkelijk kiezen Wim van den Heuvel pleit ervoor, dat mensen meer mogelijkheden krijgen werkelijk te kiezén. i vindt, dat de overheid dan c structuren moet maken waarb nen het mogelijk is echt te kiezi „We kunnen niet kiezen uit w ken of pensioen. We hebben g% keuze te bepalen waar en hoe willen wonen. Er wordt ineens sproken over alternatieve wo vormen voor ouderen. We legj-- overal een stempel op, Misschj woonden die mensen ai lang in commune, maar nu ze ouder w den heet het ineens alternate woonvorm voor ouderen". De Stuurgroep waarvan hij voor ter is, moet met allerlei onderz ken aangeven wat de hoogstwa schijnlijke toekomstige ontwik lingen zijn. „Je kunt niet zeggen wordt het in de toekomst. Je k wel lijnen aangeven. Het bel moet de maatregelen zo maken er geen dwangmatige richt W- wordt bepaald. Het doel moet z geen beleid voor ouderen, m een menselijk beleid dat iederé:;. de kans geeft te kiezen". „Als je meent dat er mensen zijn die op hun 57e willen stop pen met werken, waarom moeten er dan collectie ve maatregelen worden getrof fen voor alle mensen van die leeftijd?". Rechts boven: Omdat het goed koper was oude ren in verzor gingstehuizen te plaatsen, propa geerden de poli tici dat het toch zo leuk was met z'n allen daar te wonen. Het geld en niet de belan gen van de ou deren stonden bij hen voorop. De beurs voor senioren van 10 tot en met 14 juni in de RAI in Amsterdam heeft een tweeledig doel. In de eerste plaats geven de vele instellingen, bedrijven en bij het ouderenbeleid betrokken organisaties in formatie en adviezen over wonen, gezond heid, voeding, sport, bewegen, reizen, ver keer en vele andere onderwerpen. In de tweede plaats wil de beurs ook ou deren „een gezellig attractief dagje bezor gen". Dat dagje uit krijgt vooral gestalte in de Deltahal, waar een compleet theater is ingericht. Afwisselend zijn daar optre dens van koren, orkesten, demonstraties van volksdansen, stijldansen, modeshows van modieuze, maar ook van vrijetijdskle- ding, speciaal voor ouderen. Het theater is omgeven door een martk- plein, waar vergeten of bijna vergeten oude ambachten worden gedemonstreerd. Er zijn demonstraties van allerlei hobby's en creatieve vaardigheden. Tenslotte kun- Drc toe< nen ook verzamelaars van postzegels j>jj munten op het marktplein terecht. .'jnj In de Hollandhal van de RAI zijn behave; de informatiestands ook meer commer%er le activiteiten. Er komt een soort hifcee houdbeurs, waar belangstellenden zvjn kunnen laten informeren over de meRr uiteenlopende artikelen, van bedden Lal schoenen. Allemaal specifiek voor het plussers. - Voc De beurs is dagelijks geopend van 1Ö.00 voc 17.00 uur. pal. ye< ■Hno

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1985 | | pagina 18