ludi Vermeer eerste "Nederlander lid 92-club Wim Cornelis verzot op topsport {IJ CUPFINAL OP EMBLEY NOOIT RELLEN" VAN NOC-BESTUURDER TOT CHEF DE MISSION Napel ZATERDAG 18 MEI 1965: De Hagenaar Rudi Vermeer, secretaris van The Continental Society tor People Interested in British Football, is als eerste Nederlander toegela ten Dat wil zeggen dat hij wedstrijden in alle 92 stadions van de Engelse profleague heeft bijgewoond. HAAG Rudi Vermeer deze week officieel de ifiging binnen gekregen Engeland waaruit blijkt men hem heeft geaccep- td als lid van de „92-club". rmeer is daarmee de eerste terlander naast een 200-tal jen swfen Vgn wje bekend is dat wedstrijden in alle 92 sta- id ais van de Engelse proflea- Pr heeft bijgewoond. Op 13 5jt jongstleden voltooide de elplan|arige Hagenaar bij Here waal United zijn unieke serie. rer véet de toegangsbewijzen en aakl-ferammaboekjes van de be- spèefdf1^ duels gelden daarbij als t maar beschrijvingen ;en". </korte verslagen", vertelt het sfmeer, die tevens secretaris de ^h „Thé Continental Socie- er cfor People Interested in tart^ Ksh FootbaI1"- Nederlandse organisatie op ®!\J/asteland telt nog geen twintig apen maar geniet aan de overzijde Noordzee grote bekendheid de voetbalclubs, die de leden «c k als VIPS behandelen. Zij Kaf^en met bun ^omst 'n de Pro" f^Tijmabladen om de aanhang te om r zien boeveel belangstelling er I fT ,hun club is. Vermeer: „Je tni.jejct er met jgdereen en bij een ttop-ifcMg'ng voor de speciale tribu ifin ?Öm je bok in de officials' loun- TopriiP9ór 6edraa6 Je je volgens de r ip ^at wd zeggen je het tij- /,rJ5^e rust geoffreerde koekje, de 0Jaiyich eri de thee aanvaardt, an- brengt het ongeluk". „Ik zeur nooit om een vrijkaartje, maar als ik word uitgenodigd ben ik wel zo dat ik het aanpak. Soms gaan we met een stel, soms alleen. De leden zijn allemaal wispelturige baasjes, die niet in één legpuzzel passen. Iemand die niet vaak naar Engeland kan, bezoekt in een weekeinde soms drie wedstrijden: een op vrijdag, een op zaterdag en een op zondag en gaat dan weer met de boot naar huis. Ons leef- schema is afhankelijk van de En gelse voetballerij. We delen er het jaar naar in". Toelating totale Engelse voetbal willen heb ben, niet alleen één club. Dus van Everton, de top, tot en met Tor quay in de vierde divisie. Iemand kan ook niet van de een op de an dere dag lid worden. Tijdens maan delijkse bijeenkomsten komen de leden er wel achter hoe gemoti veerd *en deskundig reflectanten zijn". De huidige leden van The Conti nentals zijn stuk voor stuk experts, maar nieuwkomers die slechts over basiskennis van het Engelse voet bal beschikken, zijn toch welkom als ze bewijzen uit het goede hout te zijn gesneden. Maar dat kost wel tijd. De voordelen voor een lid, dat 125 gulden per jaar betaalt, zijn le gio. Er wordt bemiddeld en men krijgt een maandblad, een jaarboek en speldjes en vaantjes om uit te delen aan de clubs die hij of zij gaat bezoeken. The Continentals reiken hun „Witte Vaan", een gewild ob ject, uit aan de meest gastvrije club. Inmiddels zijn er dertig vaantjes het Kanaal over en één club, Sun derland, is in het bezit gesteld van de allerhoogste onderscheiding, de Friendship Trophy. Niet wereldvreemd De hobby van Rudi Vermeer c.s. geeft zo veel voldoening dat de tijd (vakanties en weekeinden), kosten en inspanningen die er mee ge moeid zijn, niet als opofferingen worden gezien. De Haagse belas ting-ambtenaar maakt ook zeker geen wereldvreemde indruk; daar voor heeft hij nog te veel andere interesses. Met het Engelse voetbal kwam hij in de jaren zestig bij toe val in aanraking toen hij tijdens een vakantie langs het stadion van Norwich City liep en door de club- manager interessante uitleg kreeg. Quino Olsthoorn uit Monster, de huidige penningmeester van „The Continentals", lokte Vermeer mee naar andere wedstrijden. Rudi Vermeer: „Dat voetbal in En geland is niet eens zo groots, maar dat sfeertje. Je ziet zoveel duizen den mensen heen en weer gaan. De spelers zie je tweemaal 45 minuten voor je werken. Dat grijpt je, dan móet je terug. Dat werkt versla vend". Begin volgend seizoen zal het „92-lid" 250 wedstrijden in En geland hebben bezocht, maar waar hij komt, toont hij eveneens be langstelling voor de omgeving van een stadion die veel zegt over de aard en de achtergrond van een club en zijn supporters. „Waar het beroerd is, gaat het voetbal preva leren. Het wordt een uitlaatklep, het enige waar men nog trots op kan zijn". „Het allermooiste stadion", meent Rudi Vermeer, „is dat van Everton, Goodison Park. Daar ben ik een maal geweest. Dat is geweldig, met een kerk in de hoek en oprijzende stands. Het leukste is echter bij Scunthorpe United en Tammere Rovers, omdat je daar wordt inge haald of je een vorst bent. Het min ste vind ik het tegenwoordig bij Southend, waar je weinig voetbal voor veel geld krijgt. Tribunebrand In een week tijd zit Engeland ge klemd tussen de twee belangrijkste voetbalgebeurtenissen van dat land. Afgelopen weekeinde was het dieptepunt, toen meer dan 50 sup porters om het leven kwamen bij de tribunebrand bij Bradford City. In de zwarte schaduw daarvan volgt vanmiddag wat onder norma le omstandigheden het hoogtepunt van het Engelse voetbalseizoen had moeten zijn, de Cupfinal op Wem bley tussen bekerhouder Everton en Manchester United. Over die verschrikkelijke ramp zegt Vermeer: „We hebben een condoleancebrief gestuurd naar Bradford, maar bij doden valt er ei genlijk niets te helpen. Bradford City verliest zijn loyaalste suppor ters door dood, verminking, wan trouwen en angst. Het verliest zijn eer en trots als club. Ik ben een keer op die houten hoofdtribune geweest en voelde me er toen al „unheimisch". Er waren te veel dingen daar die niet klopten. Zoals een gaashek aan de achterkant, een veel te laag, geteerd dak en dwars balken die in de weg zaten. Toen ik in de pauze met iemand stond te praten, stonden we echt iedereen in de weg. De enige vluchtweg was naar het veld. En op een zittribune zijn nu eenmaal meestal niet de mensen die het vlotst ter been zijn. Als je daar dan nog bij optelt, wat je later hoort, dat er geen blusappa ratuur aanwezig was! Je kunt de veiligheidseisen gewoon niet over drijven". Rellen „Ik heb", gaat hij verder, „vaak dicht bij rellen gezeten. Maar rellen moet je niet overdrijven. Je moet er alleen niet per se bij willen zijn Je moet je er niet mee bemoeien, proberen ze te ontlopen. Dan valt het ontzettend mee. Rellen komen nu eenmaal voor, zo niet bij voetbal dan toch ergens anders. En een aantal mensen komt het goed uit dat het bij voetbal gebeurt in plaats van ergens anders. Bij de Cupfinal zijn geen rellen. Daar durft nie mand die heel aparte sfeer te ver pesten. Je kunt daar alleen zijn als je goed bent. Goed als voetballer, goed als supporter. Het daar aan wezig zijn overvalt iedereen, wat ook uit hun gedrag blijkt. Verlies is naar4 maar een goede supporter weet het te dragen". „De Cupfinal is de bevestiging van wat de supporter altijd heeft ge dacht van zijn club. De Engelse lea gue is de zwaarste van de wereld. Aan de basis liggen al 42 wedstrij den. De league kent twee cups en dan ziin er nog de verplichte cere moniële wedstrijden, ondergeschik te cupwedstrijden en voor de topclubs die daardoor op ruim 70 wedstrijden per seizoen uitkomen de Europa-Cupwedstrijden. Sup porters van Everton weten dan ook dat als hun club de triple wint on der die enorme druk, deze ook de beste club ter wereld is. „Voor Manchester United ligt dat anders. Daar zit men met een sei zoen dat niet volgens verwachting is verlopen. Men is bijna overal voor uitgeschakeld, maar kan nog de FA Cup winnen. En dan is er toch nog sprake van een goed sei zoen. Het verschijnen op Wembley betekent al dat je niet zo maar een club bent. Je géét niet naar Wem bley, nee, je még naar Wembley". FC Den Haag Dit weekeinde zit Rudi Vermeer trouwens niet in Engeland. Dus ook niet op Wembley bij Everton- Manchester United. „Naar die fina le moeten de suppporters kunnen gaan", vindt Rudi Vermeer, hoewel hij door zijn goede contacten niet eens een zwart kaartje van 600 gul den zou hebben hoeven te kopen. Hij volgt het duel via de televisie. „En 's avonds zit ik bij FC Den Haag-De Graafschap". Want hoe wel hij niet meer zo fanatiek is als vroeger, is hij de profploeg uit zijn eigen stad toch zo veel mogelijk blijven volgen. „Maar voetbal op televisie houdt een „Continental niet uit Engeland weg", besluit Rudi Vermeer zijn college Engels voetbal. „Ik wil graag zelf bij de wedstrijd zijn. Dan heb je de mees te lol". HERMAN JANSEN 10, 2L RECHT Wim Cornells jfde niet lang te aarzelen hem onlangs in de uiterst %ten kring van NOC-be- lirderen de vraag werd (rgelegd of hij er wat voor 'de stuivertje te wisselen Tjeerd van Wimersma roch^fidanus. „Ik heb nooit be- el vri6t jacht gemaakt op het dat:intje van Chef de Mission", d tcrt^s Cornelis, die vier jaar ins beeft uitgemaakt van het rerd fc-bestuur. „Maar toen ik üj herd gevraagd, heb ik ja ge- ïgel Td. Eenvoudig omdat het dom yiëiik lijkt om te doen. In functie heb je op een Knut^ directe wijze rtiet de sport de vmaken. Dat trekt me in ge mate aan. Ik ben blij, dat de p«p mijn manier een steentje He'lkan dragen om het de top- e in er zo vee* mo6eIiik naar n Bof"11 te maken. Want ik ben toor eenmaal verzot op top- van de week in de operatiezaal Pilatïi het Oudenrijnziekenhuis in Postleoht te vinden. Daar levert hij wor^ zijn precisie-instrumenten re sték een strijd op leven en dood. I Chef de Mission komt de 47-ja- Cornelis meer over als een hte heelmeester, die zich volle- iri dienst stelt van de gezonde jderxjens, die sport bédrijft op het Igste niveau „Ik heb gèen be- Ulde drijfveer, die me er toe aan- ulf.nl deze klus tè beginnen. Ik echnl gewoon met de andere NOC- uïjnsén proberen mee te helpen j het zo optimaal mogelijk func- halffereD van de voorbereiding van ."^Tspprter. Het kwartier maken ff de komende Olympische Spe- het bedje spreiden van de atle- zo goed mogelijk voor ze zor- Proberen de specifieke wen- van de sportmensen te vervul baar dat kan". lelis houdt zich verre van de :tie van. sportmensen voor de rische ploegen. „Daar wil ik mogelijk buiten blijven. Ik lichts vind het zelfs principieel onjuist me daar als Chef de Mission mee in te laten. Trouwens, dat ligt so wie so meer op het terrein van het hele bestuur. Bram Leeuwenhoek had destijds de naam, dat hij eigenhan dig de Olympische ploeg samenstel de. Maar dat was absoluut een ver keerde voorstelling van zaken. Het NOC-bestuur heeft altijd de eind beslissing gehad". Hockey Cornelis is zich ervan bewust, dat hij als Chef de Mission met con flictsituaties te maken kan krijgen, al staat hij er nu nog niet al te lang bij stil. „Natuurlijk kan dat voorko men. Iemand kan niet goed liggen in een groep. Een lid van de ploeg kan op doping worden betrapt. Het is dan zaak een juiste oplossing voor de ontstane problemen te hel pen zoeken". Wim Cornelis (zijn vader maakte in 1930 deel uit van de winnende roeiploeg op de Varsity) heeft zich in zijn actieve sportloopbaan voor namelijk bezig gehouden met hoc key, roeien en tennis. Hij noemt .zichzelf een echte Utrechter, al woonde hij van zijn negende tot zijn vijftiende jaar in Wageningen. Daar kwam hij voor het eerst in aanraking met hockey, de sport, die bij hem nog altijd het hart snel ler doet kloppen. Van 1966 tot 1969 was hij coach van het eerste heren- team van Kampong (dat met hem in 1968 kampioen van Nederland werd) om vervolgens clubvoorzitter te worden. In 1973 werd hij be stuurslid van de Koninklijke Ne derlandse Hockey bond (KNHB), waarin hij het tot vice-voorzitter bracht. Zes jaar lang was Cornelis ook manager van de herenhockey- ploeg. Al in 1981 kondigde Cornelis bin nen het hockeybestuur aan, dat hij drie jaar later niet herkiesbaar zou zijn. „Ik heb er bijna twaalf jaar in gezeten. Dat is erg lang. Je krijgt dan op den duur te maken met veel zaken die zich gaan herhalen. Daar kan ik niet zo goed tegen. Daarom was voor mij het punt gekomen er mee te stoppen. In 1981 ben ik in het bestuur van het NOC gerold, al weet ik tot op heden eigenlijk nog steeds niet goed waarom ik daar voor ben gekozen". Conflicten zijn in de tijd dat Corne lis in het KNHB-bestuur zat, vrij wel altijd binnenskamers gebleven. Argumenten „Dat komt omdat daar altijd rede lijke argumenten worden gehan teerd. De spelers lopen ook eerst direct naar het bestuur en niet, zo als zo vaak in andere takken van sport gebeurt, naar de pers. Als er maar goede contacten zijn lost alles zich vanzelf op. Als het gezond ver stand wordt gebruikt, hoeft er ook geen tegenstelling te ontstaan Ik hoorde een interview met Nelli Cooman nadat ze Europees indoor- kampioene was geworden. Ze stel de het niet gekozen zijn voor de Olympische Spelen niet meer aan de orde, hoewel dat heel gemakke lijk zou zijn geweest. Nee, ze keek gewoon vooruit naar Seoel. Dat was grote klasse". Als hockeybestuurder kreeg Cor nelis begin 1980 te maken met de problematiek rond het wel of niet afvaardigen van nationale teams naar de Spelen van Moskou. Beslo ten werd uiteindelijk, dat er geen Nederlandse ploegen zouden gaan. „Ik was toen voorstander van een boycot. Het was toen een zware dis cussie. Nu, vijf jaar later, zet ik mijn vraagtekens bij de beslissing van toen. Misschien zeg ik over nog eens vijf jaar wel, dat we in 1980 toch hadden moeten gaan". De persoon van Wim Cornelis als sportofficial is eigenlijk in het ver leden opvallend weinig belicht ge weest. Als chef de mission zal Cor nelis echter een veelgevraagd man voor interviews zijn, of hij wil of niet. Vooral als Amsterdam vol gend jaar de organisatie van de Olympische Spelen van 1992 toege wezen mocht krijgen. „Ja. dan zal er wel wat over me heen komen", doet Cornelis nu nog vrij nuchter over dat toekomstbeeld. „Voor de buitenlanders ben je dan zeker de verpersoonlijking van de Spelen in je eigen land. Het zou heel goed zijn voor de Nederlandse sport als we de Spelen toegewezen zouden krijgen. En ik ben er vast van overtuigd, dat we het kunnen". Poolshoogte riemen Cornelis, die ook zo nu en dan titel- toernooien in verschillende takken van sport zal bijwonen, is zeker van plan eind dit jaar, of anders be gin 1986 met een NOC-ploeg naar Calgary en Seoel te gaan om voor de eerste keer poolshoogte te ne men. „Je moet er vroeg bij zijn, want dan alleen ben je er zeker van dat je misschien nog wat ten gunste van de nationale ploeg kunt regelen. Dat is met Los Angeles ook tot aller tevredenheid uitge pakt. Nu maken de organisatoren nog tijd voor je vrij, later niet meer. Dan hebben ze het te druk met an dere zaken". Dat voetbal mooi kan zijn bewijst zelfs een vol Concertgebouw woensdagavond. In de kleine uur tjes van een muzikale marathon daalt daar een warm applaus neer op de oogverblindend witte outfit van Rob de Wit, die door opper-- spreekstalmeesteres Mies Bouw man voor het voetlicht wordt ge-, nood. En dan blijkt er geen ver schil te bestaan tussen een volle Meervaart bij „Op losse groeven" en het voor restauratie rijpe Con certgebouw. Want Mies Bouwman behoeft maar met de vingers te knippen („Fantéstisch hè, lieve mensen en de zaak gaat plat voor Rob(bie) de Wit, die met zijn inder- daad magistrale treffer bijna de loop van de Don au heeft verlegd. Mogen de betrekkingen tussen We nen en Boedapest behoorlijk zijn bekoeld na de verrassende coup van het Nederlands elftal afgelo pen dinsdag, een andere relatie is innig opgebloeid. Ik spreek dan over de contacten tussen Evert ten Napel en het Hongaarse verkeers bureau. Naar verluidt heeft die in stantie, die zich bemoeit met het toeristenverkeer naar de oevers van de Donau en het Balaton-meer, de tekst van Ten Napels televisie- commentaar land inmiddels i deo-band laten uittikken om vanaf volgende week te gebruiken in fol ders. :asi van i tra aytris icjcvijic- ■nentaar bii Hongarije-Neder- bij de NÓS opgevraagd het ddels na vertaling van de vi- als warm pleitbezorger voor alle Hongaarse bezienswaar digheden op een manier, die zijn weerga niet kent. Vermomd als voetbalcommentator heeft Ten Na pel zich naar het land van de poes- ta 's begeven, maar eenmaal aange land in zijn televisie-box legt hii het kleed van sportverslaggever af. Hij hult zich na een op kosten van het Hongaarse verkeersbureau ver orberde kostelijke goulash en een stevig glas Stierebloed in de ge daante van reclamemaker voor al les wat Hongarije bezienswaardig maakt. Dat hij bij een voetbalwed strijd zit en bewegende sportieve beelden van verbale begeleiding moet voorzien is Ten Napel op het terrasje van het Margaretha-êiland aan de oever van de Donau glad vergeten. Met een oranje petje op en een ge lijkkleurige onderbroek aan brab belt Ten Napel maar wat. Maar met een buik vol goulash en Stiereöloed is het moeilijk de aandacht er bij te houden. Zijn gedachten gaan met', hem op de loop Maar Ten Napel herinnert zich dat hij aantekenin gen heeft gemaakt uit een toeris tenfolder over zigeuners, een brui sende stad, de csardas. de Donau. En te pas en te onpas kraait hij zo 'n kreet. Dan krijgt het thuisfront tenminste de indruk dat hij zijn huiswerk goed heeft gedaan. Ten Napel als onbezoldigd pleitbezorger van het Hongaarse goede heven. Kan die Ten Napel daar niet blij ven, aan de oever van de Donau, in die bruisende stad, bij die zigeuners of in een klein etablissement bdj de Citadel op de klanken van de scar- das een dansje wagendOf kart het Hongaarse verkeersbureau bem anders niet aantrekken als verte gen woordiger voor Tietjerkstera- deel en wijde omgevingWant Ten Napel slaagt er in teksten te fabri ceren. die de kleuren in mijn tele visietoestel af en toe van pure op standigheid doen verschieten. Teletekst biedt geen soelaas. Of zijn ze bij diè instantie zo verstandig ge weest bij het horen van de naam Ten Napel als commentator bij Hongarije-Nederland meteen te be sluiten van ondertiteling af te zien? Zulke baarlijke nonsens zijn ver kort niet weer te geven. En op zo n manier is er tenminste nog één be volkingsgroep, die blijft gebaard voor het oorvervuiiende verbale geweld van Ten Napel. Ten Napel. De deur naar Mexico staat weer op een kier, roept bij tij dens de uitzending. Zjjn ingetrapte open deuren staan in batterijen van vier opgesteld. Voor mij is er voor Ten Napel maar één deur de ach terdeur. En zelfs al staat die op een kier, dan kan deze lichtgewicht er nog moeiteloos doorheen. Op weg naar de zigeuners, de csardas, de poesta's, Margaret ha-eiland en voor mijn part de balalaika Ten Napel. Hij zaJ wel rustjg door gaan met zijn uit toeristenfaiders en lagere -sch oolgesch teóen tsboek - jes samengeraapte verhalen af te steken. En als er weer een oranje goaltje valt meejuichen als een pu ber. die blij is met zijn eetste af- Napel dan meemoet, laat die dan de wedstrijden verslaan, die ook door Belgie en Duitsland worden uitge zonden. Dan hoef ik zijn commen taar ik elk geval niet meer te ho ren. BUYS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1985 | | pagina 27