De Vierde Waardbrug: Eerbetoon aan J.W. Bertrand en Zoon Sheila is een bettrouwbaar en lief hondje hond zoekt: huis CeidagSotrumi ii eU Geen groot wijkcentril in Leidschendam-noo|| LEIDEN OMGEVING ZATERDAG 11 MEI 1985 PA- De brug over de Waardgracht in de Zuidsingel is in 1916 ge makshalve de Vierde Waar dbrug gedoopt als laatste van een reeks die begon te tellen aan de Nieuwe Rijn. Hij werd gebouwd in 1660 over de toen gegraven Waardgracht. Die Waardgracht was in de plaats gekomen van het Slootgen Gods, de verbinding tussen de Oude en Nieuwe Rijn langs het bij de Reformatie ver woeste klooster van de Min nebroers of Franciscanen. Aan de overkant van de Zuid singel heet dat slootgen dan ook Minnebroersgracht. Op 27 maart 1660 nam Dirck Lodewijksz. voor 175 aan om de brug „nevens de nieuwe Suytcingel" te metselen. Hij woonde in Zoeterwoude en heeft in Leiden niet erg veel aan openbare werken gemet seld. Tijdens de geweldige drukte gedurende de stadsuit breiding van 1659 nam hij als zovelen zijn kans waar en na de Vierde Waardbrug metsel de hij ook nog de Mecklen-. burgerbrug en een deel van de stenen walmuur aan de westzijde van de Herengracht. Aan de Vierde Waardbrug moest hij beginnen zodra het graafwerk voor de funderin gen klaar zou zijn. In 10 da gen moest hij tot boven het waterpeil zijn en daarna bin nen zes weken klaar met het hele karwei. Alles moest tot in de puntjes verzorgd zijn. Toch is te vre zen dat hij geen puntgaaf werk afleverde, want in te genstelling tot andere brug gen in de buurt moest al in 1752-ingegrepen worden. Op 29 mei van dat jaar ging het stadsbestuur zich ter plaatse op de hoogte stellen van de slechte en gevaarlijke toe stand van enige stenen brug gen, vijf over de Langegracht, de Vierde Waardbrug en de ook door Lodewijksz. gebouw de Mecklenburgerbrug. Het resultaat van die inspectie was het besluit van 22 juni 1752 om die bruggen door het stadswerkvolk behoorlijk te laten repareren, omdat een aanbesteding niet goed moge lijk was. De Vierde Waardbrug is in 1827 aan de slopershamer ont snapt. Omdat het water van de gracht zo stonk in de zo mer en ook een bron van be smettelijke ziekten was, werd besloten de gracht te dempen en van een riolering te voor zien. Bij de aanbesteding van 23 juli 1827 was Theodorus Molkenboer de laagste in schrijver met 5900,-, maar dat was ver boven de begro ting en in een buitengewone zitting van de Gemeenteraad op 31 juli 1827 viel het besluit om maar niet tot demping over te gaan. De Vierde Waardbrug bleef dus rustig doen wat van hem gevraagd werd. maar zijn gewelf begon in 1865 toch wel enige teke nen van verval te tonen. De mode was toen om de kwets bare stenen gewelven te ver vangen door plattere dekken op ijzeren leggers. Op die bal- kijzeren leggers kwam een houten dek, waarop straatkei- Bruggen, we maken er allemaal gebruik van. Zeker in een waterrijke stad als Leiden zijn het onmisbare schakels in het wegennet. Veel aandacht is er nooit aan de Leidse bruggen besteed. De stilte rond de Leidse bruggen is met de presentatie van het Bruggenboek al gedeeltelijk „verstoord". Het Gemeentearchief aan de Boisotkade hoopt van 9 tot en met 29 augustus 1985 in De Waag de tentoonstelling „De Leidse bruggen" te houden. Als inleiding op deze expositie verschijnt in deze krant een serie artikelen over Leidse bruggen. Het zijn geen technische verhandelingen, maar historische verhalen waarin een brug als leidraad dient. De gegevens zijn verzameld door een werkgroep van historisch geïnteresseerden, die veel van de geschiedenis van de Leidse bruggen heeft uitgezocht. Samensteller en schrijver is de begeleider van deze werkgroep, de heer P.J.M. de Baar van het Gemeentearchief. Kees van Herpen tekent voor de eindredactie. De reprodukties zijn van fotograaf Wim van Noort. Vandaag verschijnt het drieëntachtigste artikel in deze serie. Vierde Waardbrug gezien vanaf de Zuidsingel. De foto is gemaakt in december 1964 en laat zien toeveel rommel gegooid werd. i zijn bestaan zou maken. De Waardgracht is al vrijwel geheel ge en gemetseld werden. Aan de zijkanten kwamen randen van gegoten ijzer, waarop de leuningen geplaatst werden. Het voornaamste werk aan de brug bestond dus uit het leve ren en aanbrengen van ijzer werk. Van de vijf inschrijvers bleek bij de aanbesteding op 1 mei 1865 de laagste met 719,- te zijn J.W. Bertrand en Zoon. In het bestek staat echter dat aannemer was G.H. Bertrand en dat vraagt dan weer om een verklaring. Jan Willem (ook wel Jean Guillaume) Bertrand was op 13 maart 1774 in Maastricht geboren. Wat hem bewogen heeft zich te Leiden te vestigen, is nog niet duidelijk geworden. Op 30 december 1806 kocht hij een pandje aan de noordzijde van de Groenesteeg tussen Hooigracht en Middelste- gracht. Daar begon hij een smederij. Als gevestigd mid denstander durfde hij nu blijkbaar ook een huwelijk aan; op 12 juli 1807 kreeg hij op het stadhuis van Leiden het ja-woord van de veertien jaar jongere Anna Maria van Hemert, die op 9 januari 1788 in Den Bosch geboren was. Men zou verwachten dat een Limburger en Brabantse wel voor katholieke kindertjes zouden zorgen, maar dit echt paar verkoos de Waalse kerk. Daar werd in 1808 een doch ter Gertrude Cornelie ge doopt, gevolgd door nog ne gen andere kinderen, waar van de meesten echter slechts een paar dagen of weken leef den. Ondanks de slechte Franse tijd moet het Bertrand toch niet helemaal tegengezeten hebben. Naast zijn pandje kocht hij nog twee huisjes op 21 maart en 8 april 1809; het grote pand Hooigracht 51 (toen nog genummerd Wijk 7 nr. 755) verwierf hij op 25 maart 1814 en hij rondde zijn bezit af met de aankoop van nog een huis in de Groenes teeg op 8 juli 1816. Aan de overkant van de Hooigracht (westzijde) had hij in 1812 al een klein huis gekocht. Waar hij dat allemaal van deed, is' niet duidelijk. Zijn vrouw was de dochter van een schipper op een boeier, zodat die het geld wel niet geleverd zal hebben. Vooral als kachels mid was hij actief; zo nam hij in 1839 aan om gedurende vijf jaar zoveel „kagchels" te leve ren als voor de verwarming van de stadslocalen nodig zou zijn voor een huur van 6,50 per kagchel per jaar. Mis schien was deze branche zeer winstgevend. Zeer vaak wordt hij in notariële akten genoemd als koper van boe ken en bij zijn overlijden wer den zijn schilderijen op f 2200,- getaxeerd en zijn prenten, tekeningen en boe ken op 400,-. Ook al is het hem zakelijk misschien zeer goed gegaan, nadat hij al zijn zoon Jean Guillaume (Jan Willem) op 17-jarige leeftijd veploren had, moest hij ook nog zijn 21-jari- ge zoon Anthoine Chaudoir op 5 oktober 1840 missen. Al leen Gerardus Hendrik, in de praktijk Gerard Henri ge noemd. geboren 10 februari 1814, bleef hem als opvolger. Deze ging op 13 juli 1837 in ondertrouw met Wilhelmina Geertruida Müller, geboren 21 augustus 1818 te Heerlen. Haar ouders waren Theodoor Christiaan Müller, een leer looier, en Cornelia Gertrudis Bertrand wellicht familie Het huwelijk werd gezegend met tien kinderen. Om dat grote gezin een passende huis vesting te geven, kocht Ge rard Henri in 1844 met van zijn vader geleend geld het grote pand Hooigracht 49 met Groenesteeg 2 om de hoek. Overigens kwam het jaar erna de ouderlijke woning vrij: Jan Willem kocht in 1845 de panden Herengracht 27, 29 en 31, waarvan hij nr. 27 ging bewonen. Hij zou er ook ster ven, op 2 januari 1847. Vennoot Nadat Jan Willem zijn zoon Anthoine Chaudoir in 1840 verloren had, was hij met zoon Gerard Henri een soort vennootschap aangegaan. Bij zijn nader testament van 3 oktober 1842 vermaakte hij de panden aan de Hooigracht en Groenesteeg met smidswinkel en pakhuizen aan deze zoon voor de vaste prijs van f 6000,-. Behalve deze en de weduwe waren er nog twee erfgenamen: Gertrude Corne lie, in 1828 gehuwd met de broodbakker Albertus Sijt- hoff, maar inmiddels weduwe van deze, en Cornelie Hen- riëtte, nog ongehuwd. De boel werd getaxeerd, waarbij de inboedel, meubilair, goud, zil ver en kostbaarheden op 2925,- kwamen, het in huis zijnde contante geld op f 1681,-, de HereTigrachtpan- den op 6300,-, het aan de zoon verhuurde complex aan Hooigracht-Groenesteeg op f 6000,-, het huis aan de Hooi gracht westzijde op ƒ900,-, een tuin met tuinhuis aan de Zoeterwoudsesingel op /"2500,-, de binnenlandse ef fecten op 40.028,75, de bui tenlandse effecten op 57.217,54 en de vorderingen op ƒ7.072,-. In totaal bedroeg dit ƒ127.462,62, waarvan slechts ƒ3670,- aan huisschul den en kosten van de boedel scheiding af moest. Ook voor die tijd was dat een fors kapi taal. De weduwe bleef in de haar aanbedeelde panden aan de Herengracht wonen, maar was spoedig alleen: Cornelie Henriëtte trouwde in 1848 met de twaalf jaar oudere Franz Georg Frentzen, zijde verver, en volgde hem naar Aken, en dochter Gertrude Cornelie hertrouwde in 1854 met de Leidse notaris Pieter Muller. Nadat Anna Maria van Hemert op 18 januari 1856 in haar huis Herengracht 27 overleden was, verkochten de kinderen deze panden op 8 maart 1856 publiek aan Cor- nelis Wijnnobel, fabrikeur op de Hogewoerd, voor ƒ5510,-. Gerard Henri bleef in Hooi gracht 51 wonen. Sinds hij de leiding van het bedrijf voerde, ging dat zich ook op de open bare werken storten. De eer ste belangrijke leveranties hingen samen met de bouw van de gasfabriek: zo werd aangenomen 500 holle schroe ven voor lantaarnstellingen voor ƒ350,- te leveren en op 21 december 1846 werd de op dracht in de wacht gesleept om ijzeren ramen en deuren voor het gebouw der „gazsto- kerij" te leveren, alsmede 262 lantarenpalen voor 20,- per stuk en 200 lantarenarmen a f 5,40 per stuk. Behalve de verhuur van de kagchels en de leverantie van een hek op de Zijlweg bij de Spanjaards- brug moest gewacht worden tot na 1860 het ijzer in de ooi bruggenbouw erg p; weid. Het zou te ver al ajn leveranties aanf metnte op te sommeiL in ie jaren tot 1870 f Ber.rand de ijzeren 1 bouv van de HogewoeJ (18(2), de HerenpooT (1863), de Vierde Waa (186), de Kerkph (1867) en de GansocGEE (18©). Wellicht in 188[grar Gerard Henri het bedl^a] ëiruigd. Na zijn overlijden op r01 berl881 verscheen er fuW richtje in de krant, dfie noende als penningijrij h van het Genootschap „i gep sis Scientiarum GeL voo'zitter van het colle heeien brandmeester^ 11 stuu-der der vere<nae „Borwkunst en Vriend en liet minder dan 3 comnissaris van de Sp( (de Leidsche SpaarbanPeu6' wediwe met de kinder#Ik b< huisje in 1885 uit de s#'et 1 B en irstop Beirt I Nada Bertrand ervoi zorgc had dat de bru£ een tjd er tegen kon, i het gemeentebestuur I ook ajn „maat", de Mr burgffbrug, aan een bs_ was cm de Vierde Waa^ d(! weer aan te pakken, p.ona april :902 nam J. van Pt N. i te Leiden voor ƒ515,- T- de Micklenburgerbrug |ie,Md- sterkin door het aanbf van vijf ijzeren liggers- de bstaande liggers en na sttekwulven aan te gen (Jus troggewelfjes),EREWi van ce Vierde Waardb BUI bestnting af te breke^^^ oude houten dek moe^n| bekleed worden met eeH|| te laag van stenen en flEgl Daar over heen kwa||||| laag eerste soort Juf ft kers rijnvorm) op ziji^AT,E gezet in sterke cementi^R HE De geschiedenis herttNCC zich nog eens; zowel da h klenbürgerbrug als de Waaidbrug werd geheë broken. Alleen het van herbouw varieert Mecklenburgerbrug wt in 1978 herbouwd, de |9oo Waardbrug moest tot i5.o< wachten voor hij uit i uw l< herrees. De verwachting3*3® dat de „maats" pas ni veel jaren weer eens a beurt zullen komen. r Sheila werd niet als een blij vertje gezien. Toen het wel doorvoede hondje op 8 maart van dit jaar naar het asiel aan de Besjeslaan werd gebracht, was men ervan overtuigd dat ze wel snel zou worden opge haald. Het dier zag er name lijk mooi gezond en verzorgd uit en was dus alles behalve een zwerver. Het wachten was op de eigenaar. Maar daar wordt nu nog op ge wacht, zodat deze week beslo ten is voor Sheila een wat at tenter baasje te zoeken. Sheilf werd gevonden in de Obrechtstraat in Leiden. Het dikke hondje (weldoorvoed is eigenlijk veel te zwak uitge drukt) zwierf daar doelloos rond. Ze is ongeveer 6 jaar oud, heeft een beige-zwart ge kleurde, gladharige vacht, een lange staart, een fel koppie met alerte oortjes cn staat kort op de poten. Sheila is van het vrouwelijk geslacht en is biologisch zeker nog in staat voor nakomelingen te zorgen. Een naam voor dit type hond is er niet cii dus moet ze worden ingedeeld bij Wekelijks verschijnt in de Leidse Courant de rubriek „Hond zoekt huis". In deze rubriek wordt een hond (of soms ook wel een kat) beschreven die in het asiel ver blijft om daar een zekere dood tegemoet te gaan... ten zij het dier een goed tehuis vindt. De in de rubriek be schreven honden zijn óf gevonden óf door hondenbezit ters naar het asiel gebracht. Ze worden om uiteenlopen de redenen afgestaan, vaak begrijpelijk, maar soms ook volslagen onzinnig. De in „Hond zoekt huis" beschreven dieren zijn alle goed gezond, hebben een wormenkuur ondergaan en zijn volledig ingeënt. Tegen betaling van circa 80 gulden (voor katten is dat 45 gulden) ten bate van zwerfdieren zijn ze af te halen. Adres: Nieuw Leids Dierenasiel, Besjeslaan 6b, Leiden. Tel.: 411670. Geo pend di. t/m vr. 10-12 en 14-16 uur. Zondag en maandag gesloten. de klasse der bastaarden. En dat hoeft helemaal niet als een degradatie te worden be schouwd. Bastaarden hebben vaak een zeer goed karakter en zijn kerngezond. Misschien dat Sheila enig tekkelbloed in de aderen heeft, want de schofthoogte van nauwelijks 30 centimeter is niet bepaald imponerend te noemen. De hond van deze week heeft met succes een vermagerings kuur ondergaan en ziet er nu weer normaal uit. Volslank is ze niet, maar dat is ook niet nodig. Sheila heeft zich in het asiel ontpopt als een lief hondje, dat erg graag bij de mensen op schoot zit. In het begin kijkt ze even de kat uit de boom, maar als het ijs een maal gebroken is, dan laat ze zich zien als een lief, be trouwbaar en aanhankelijk hondje. Ze is ook goed waaks en uitstekend in staat een vo cale bijdrage te leveren aan de bewaking van huis en haard. Kittige Sheila is erg goed geschikt voor oudere mensen, kleine kinderen zijn niet zulk geweldig gezelschap want het hondje vindt het niet zo geslaagd wanneer er aan haar wordt geplukt. Ze kan redelijk opschieten met andere dieren. Sheila vindt autorijden leuk, maar tegelijkertijd' ook wel een beetje eng. Ze gedraagt zich dan ook zenuwachtig wanneer zij wordt vervoerd in een blik op vier wielen. De hond van deze week kan even alleen zijn, maar, en dat geldt natuurlijk voor bijna ie dere hond. niet te lang. Aan haar omgeving stelt Sheila geen eisen. Ze kan overal te recht, een flat tien hoog of een boerderij met grote tuin, dat maakt niet uit. Brit a en Barry De Mechelse herder Brilb, dit dier stond twee weken gele- Sheila is een kittig hondje. den in deze rubriek, heeft als- spaniel van de vorige weck, nog een goed tehuis gevon- z:jn alleen goede berichten te den. Vandaag verhuist deze melden. Zij woont nu bij ou- hond naar twee jonge mensen dere mensen in Koudekerk aan de Haagweg in Leiden, en heeft het bijzonder goed Ook over Barry, de cocker getroffen. LEIDSCHENDAM De wijken in Leidsché noord zijn meer gebaat met enkele kleinschaligu zieningen dan met een groot multifunctioneel c Van de zes in Leidschendam bestaande buurt| gingen hebben alleen De Heuvel en nieuw-zuid gen accommodatie. In Prinsenhof heeft men <?-^- voorlopig de beschikking gekregen over twee scj kalen. Aan een grote zaal is bij aanwezigheid v Paus Johannes Centrum, het Dienstencentrum L voorde, de sporthal en de zaal van De Witte #cns volgens de afdeling -welzijn geen behoefte. B ze Bk Verder zijn er kerkzalen, het dienstgebouw aan de Rfigst straat en onder meer de zaal van De Sater. Een multi-fu^ centrum (met een zaal van 300 vierkante meter) kost ri 1,5 miljoen gulden. Het verbouwen van twee leegkoment terscholen tot buurtcentrum plus het bouwen van een eej buurtcentrum in 't Lien zou 'n half miljoen goedkoper} De subsidie aan buurtverenigingen zal voortaan kritiscf den bekeken. Wijkvereniging De Heuvel kreeg in lij 200.000 gulden een eigen accommodatie, een voormalii,. theekfiliaal. De activiteiten kwamen in dat jaar neer op ginnedag, twee keer kaarten en een maal bingo per maf keer bloemschikken en 37 kindermiddagen. De chef r vraagt zich af of dat gesubsidieerd moet worden ten 1 andere voorzieningen terwijl bovendien op ander social reel werk moet worden hezuinigd. Het nieuwe buurtcentrum Oud-Zuid (Zeeheldenwijk) den gevestigd in de volgend jaar leegkomende kleul Prelude. De oorspronkelijk vastgestelde plaats voor nie van een buurtaccommodatie zal waarschijnlijk wordt voor de bouw van een tweetal woningen. De verbouwir van de kleuterschool worden geraamd op ruim 240.000 Een kleine enquête onder omwonenden heeft echter al zen dat de overgrote meerderheid tegen een buurtcen deze plaats is. Men vreest geluidsoverlast en vindt dat e nig parkeerruimte is.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1985 | | pagina 10