CeidócScHwcmt
I
fn van Voorn verwief zich faam met Ollie en Tom
ZATERDAG 20 APRIL 1985
Ben van Voorn
in studio
Gaumont in
Parijs bij enkele
van zijn
tekeningen
voor de nieuwe
Asterixfilm.
van Voorn (57) tekende de
Tom Tippel in het tijdschrift
tola. In 1946 verscheen de
in boekvorm. In hetzelfde
verschenen enkele korte strips
.zijn hand: Beet!, Het Varken,
n en opstaan. Veel strips
'te hij voor Marten Toonder.
kende van 1949 tot 1952 Pan-
halen die geschreven wer-
dóór Lo Hartog van Banda.
ia werkte hij aan Koning Hol-
n. Tekko Taks en van I960 tot
maakte hij voor Toonder de
tingen van de Tom Poes strip.
Tt jaar stopte hij met het teke-
Wan strips en legde hij zich toe
P? vrije schilderkunst, het ma-
van cartoons en lesgeven,
^le jaren geleden verwierf Van
^F> zich in kringen van teken-
JfcaAers internationale faam
Ërijn werk aan de avondvullen-
wjm „Als u begrijpt wat ik be-
I over Ollie B. Bommel en
Tom Poes. Hij maakte daarvoor
alle achtergrondtekeningen en
deed in het laatste stadium van de
produktie alle voorkomende werk
zaamheden. Een aanbod om daarna
enige tijd in een Japanse teken-
filmstudio te komen werken, wees
hij van de hand.
Een half jaar geleden werd Van
Voorn benaderd door de Parijse
studio Gaumont met het verzoek
mee te werken aan de produktie
van de tekenfilm Asterix Le Legio-
naire. Directeur Graymont van die
studio was zeer onder de indruk
van de Bommel-film waarvoor Van
Voorn de achtergronden in water-
verftechniek had gemaakt. Voor
tekenfilms is dat uitzonderlijk. Al
leen in de studios van Walt Disney
in de Verenigde Staten is die tech
niek eerder en zeer zeldzaam ge
bruikt. Graymont kwam vergeefs
naar Nederland: Van Voorn voelde
niets voor de Asterix film.
De produktie van de film begon in
Parijs in het afgelopen najaar. In
januari kreeg Van Voorn nogmaals
het verzoek mee te komen werken.
In februari ging hij „even kijken"
in Parijs en bleef daar om meteen
aan het werk te gaan. Nu is hij
ruim twee maanden bezig met het
tekenen van de achtergronden. Sa
men met vijf andere tekenaars die
onder meer uit Canada en Enge
land afkomstig zijn. De produktie
van Van Voorn is in die twee
maanden al indrukwekkend. Re
den voor de directeur Graymont
om Van Voorn nu al te vragen ook
mee te werken aan de volgende
Asterix-film waaraan in 1986 be
gonnen wordt.
Van Voorn weet nog niet of hij
daar aan meedoet: „Dan zit ik er
minstens een jaar of anderhalf aan
vast. Dat is wel erg lang".
Asterix is geboren in 1959 op de te
kentafel van Albert Uderzo. Samen
met tekstschrijver René Goscinny
bedacht hij de inwoners van het
dorp in Gallië die in voortdurende
onmin leven met de bezettende
macht van de Romeinen. Asterix
werd binnen zeer korte tijd een
wereldsucces.
Goscinny overleed in 1977 en de
Asterix-fans hebben ongeveer een
jaar in spanning moeten wachten
of Uderzo in zijn eentje de strip zou
voortzetten. Dat deed hij. Voorlopig
kunnen de fans dus rekenen op
nieuwe avonturen van de eigenwij
ze Asterix en zijn vriend Obelix die
na een geslaagde knokpartij met
hun vijand steevast plegen op te
merken: „Rare jongens, die Romei-
De film Asterix, de Legionaire
wordt ook in de Nederlandse bio
scopen uitgebracht en is waar
schijnlijk rond kerstmis van dit
jaar voor het eerst te zien.
ingang van de binnenplaats waar studio Gaumont is gevestigd laat
ix weten waar je de studio kunt vinden: „Aan het eind van de
nplaats rechtsafl".
Olie B. Bommel op avontuur.
kelijks de klaar gekomen delen van
de film geprojecteerd.
„We werken met zo'n honderd
mensen aan de film die historisch
heel goed in elkaar zit. Een deel
i de mensen dat het werk er op
heeft zitten is al weer naar huis.
Wij moeten eind juni met onze ach
tergronden klaar zijn. Ze zijn ge
loof ik nu pas met de muziek en
het geluid begonnen. Het enthou
siasme van de mensen is groot. Ik
werk vaak door in het weekeind
als het slecht weer is. Dan ben ik
hier nooit alleen. Er zijn altijd an
deren die ook komen prutsen aan
de film".
In de studio liggen stapels docu
mentatiemateriaal. Boeken over
het oude Rome, om die stad histo
risch verantwoord te kunnen we
geven. Plaatwerken over bomen,
omdat er een grote vechtscène in
de film zit die in een bos speelt.
„We hebben een grote tekening
van Rome gemaakt met daarop alle
gebouwen die er in het begin van
onze jaartelling stonden. Op mijn
manier, zoals ik dat ook met het
kasteel van Ollie doe, heb ik die
gebouwen mooi oud gemaakt. Sple
ten in de muren, gras en onkruid
tussen het plaveisel. Toen de teke
ning klaar was begon iedereen te
lachen. Asterix bezoekt Rome im
mers als die stad nog nieuw is, net
gebouwd en nog glimmend van
jongheid. We hebben dus alles op-
uw moeten doen. Zonder scheu
ren, ruïnes en onkruid". Van
Voorn lacht nog om de vergissing
en knijpt de in veel rimpels ver
pakte ogen vergenoegd dicht.
Licht
In de kasten langs de wanden van
de studio liggen al honderden ach
tergrondtekeningen klaar. Sommi
ge zijn niet meer dan een afbeel
ding van een kookpot öf een enke
le steen. Andere zijn meterslang en
tonen een overzicht van de stad
Rome, een gevelpartij van de ka
zerne waar de legionairs zijn gele
gerd, een iddyllisch dorpje in Gal
lië.
van Voorn duikt precies om
jur op, duidelijk afstekend te-
de Japanse, Amerikaanse en
e toeristen. Gekleed in een
■n ijke jopper en een Manchester
-sjbroek. Hij vindt het niet onge-
dat we elkaar in die mensen-
i zonder problemen vinden.
/ik eindelijk weer eens Hol-
praten", is zijn reactie. Met-
raait hij een sigaret van de uit
'land meegebrachte zware
„Dat mis ik hier, zware shag".
appartement van Van Voorn
II an de rand van een van de
likte uitgaanswijken in Parijs.
i om er door te lopen, je ziet
:ei kleuren van de regenboog",
t hij als we uit de metro geko-
in alweer neerplensende re-
ïaar zijn kamer lopen. Bij in-
e blijkt de bel naast de deur
mmer drie niet te werken. De
eijussen voor de verschillende
tementen in het gebouw zit-
de gang achter de immer ge-
voordeur. „Ik krijg dan ook
post". De kamer zelf is ge
ld. Wanden, plafond en deu-
zijn beplakt met een felge-
bloemenbehang. De gordij-
het overtrek van het bed:
iloemen. Grote spiegels tegen
uren.
an Voorn vermoedt dat voor
Beeld uit „Als je begrijpt wat ik bedoel", de avondvullende tekenfilm waarvoor Ben van Voorn de
achtergrondtekeningen maakte en waarmee hij in kringen van tekenfilmmakers internationale faam
verwierf.
„Ik ben het sterkst in tekeningen
waarin ik met licht kan werken. Ik
probeer zo veel mogelijk het zuide
lijke licht in de prenten te brengen.
Een groot deel van het verhaal
speelt in Italië". Van Voorn laat
een tekening zien die hij over wil
maken: „Hier is het licht te koud,
het is meer Drents licht. Zo schijnt
de zon niet in het Zuiden".
Zijn geliefde waterverf heeft hij
wel meegenomen naar Parijs, maar
niet kunnen gebruiken. „Die ande
re vijf tekenaars waren al een flink
eind op weg toen ik eindelijk
kwam en zij werken allemaal met
inkt. Dat doet bijna iedereen die
aan een tekenfilm werkt. Ik heb
me dus moeten aanpassen".
Het werk aan de Asterixfilm noemt
Van Voorn een makkie. „Het is
heel wat anders dan de film over
Ollie die we een paar jaar geleden
gemaakt hebben. Daar stond ik
overal alleen voor. Hier ben ik een
van de zes en kan ik min of meer
uitzoeken welke achtergronden ik
zelf wil maken. De directie maakt
me het leven ook op andere manie
ren prettig. Zo heb ik heel snel een
telefoon in mijn appartement ge
kregen. Ik verdenk ze ervan dat ze
me voor de volgende film willen
omkopen".
er naar te kijken. „Wat ik al wel
gezien heb is dat de stad erg wreed
is. Parijs vreet de mensen op. De
mensen op straat en in de metro
hebben allemaal iets hards over
zich. Als je gewoon menselijk blijft
word je gezien als een makkelijke
prooi. Dan word je gepakt. Je ziet
ook dat mensen eraan stuk gaan.
Al die mannen en vrouwen die uit
Afrika komen en het in deze stad
wel even zullen maken. Ze ver
dwijnen in de goot Kijk naar de
mussen: die zijn zwart en missen
een staart, een poot of veren uit de
vleugeltjes. Je moet een goed vo
gelkenner zijn om in Parijs een
mus te herkennen".
Van Voorn is een schilder. Kijkt
veel en grondig om zich heen. „Af
gelopen week kom ik uit de metro.
Staat er een invalide in een rolstoel
voor de stoep waar hij op wil. Rijdt
steeds een eindje achteruit om een
aanloopje te nemen, maar de stoep
rand is te hoog. Opnieuw en weer
opnieuw een aanloopje. De mensen
lopen in twee stromen om hem
heen. Zien niet wat er aan de hand
is. En die man maar aanloopjes ne
men. Tot in het oneindige. Rare
jongens, die Fransen".
JAN VAN KOOTEN
Parijs
IJS Een zondag aan
legin van het toeristensei-
in Parijs. Ben van Voorn
Ijor studio Gaumont onder-
Zacht in een appartement
buurt van de Place de la
ablique, hartje stad. Num-
He drie in de Rue Notre
ie de Bon Nouvelle in het
||lde arrondissement.
el gemakkelijk voor mij
\^t de studio ligt op nog
tien minuten wandelen",
Mlt Ben van Voorn door de
oon. Het regent pijpeste-
^Naast de deur van num-
in die straat met de lan-
Jnaam zit een bel. Niemand
■et open, ook niet na her
leid bellen. Terug naar de
toon en opnieuw bellen
~1 de tekenaar. Een nieuwe
praak op een plaats die we
"Sen weten te vinden. Om
-4 uur in het voorportaal
i de Sacre Coeur.
n drieën lijkt dat niet zo'n
ne afspraak. Er verdringen
in en rond de kerk duizenden
iten. En nog eens vele hande-
in allerlei toeristische artike-
die van ivoor heten te zijn
naar plastic ruiken.
hem een „madam" in het apparte
ment heeft gewoond. „Maar die
luidruchtige aankleding stoort mij
niet. Ik ben hier eigenlijk alleen
maar om te slapen. De rest van de
tijd zit ik in de studio". Hij vindt
het bed in zijn appartement overi
gens te zacht, daarom slaapt hij op
een matje op de grond.
De omgeving wijkt nogal af van
zijn vertrouwde thuis in het Drent
se Yde waar per dag soms niet
meer dan vier auto's over de Brink
rijden. „Ik heb geen last van de
stad, ik slaap door alles heen. Aan
die sirenes van politie en brand
weer ben je zo gewend".
Enkele planten die in de venster
bank staan, kwijnen duidelijk weg.
„Die zijn nog van de vorige be
woonster, ik geef ze wel eens water
maar niet vaak. Ze zullen wel dóód
gaan. Ik heb er een hekel aan als
dingen afhankelijk van me zijn",
zegt Van Voorn laconiek.
Rome
Studio Gaumont is gevestigd in een
oude fabriekshal die aan een bin-
Van Voorn vindt Parijs een boeien
de stad maar heeft weinig tijd om
nenplaats ligt. Bij de ingang daar
van roept Asterix: „Aan het eind
van de binnenplaats, rechts". De
werkkamer van de achtergrondte
kenaars waar Van Voorn er een
van is, liggen op de bovenste, vier
de verdieping- van de studio. In de
centrale hal van het gebouw spelen
de medewerkers af en toe een par
tijtje tennis. Daar worden ook we-
Obelix, de onafscheidelijke vriend van de eigenwijze Asterix.