,RKC nog iiet klaar roor de iredivisie" hee vedette-nei „Ik wil volgend seizoen een beschermde positie afdwingen" Boter )ELMAN PETER GERARDS: a ZATERDAG 13 APRIL 1985 IDERWIJK Hij kwam Seiko uit Hong Kong, a. n hij zijn brood als doel- k Jverdiende en stapte vorig in over naar het Harder- Zwart Wit '63, waar hij itste man furore maakte afdeling Utrecht, 'oorbereiding op dit sei- reij begon hij weer als doel- bij KNVB-eersteklasser en als hoofdtrainer bij trechtse Velox. Hoewel eef solliciteren, verbaas- 'n'tjij zich erover dat je zo ergeten wordt in het be etle voetbal. acht en op het nippertje, in tus, kreeg hij echter toch nog )ntract voorgeschoteld, zodat [middels toch weer als full- n doel in het betaalde voet- nMerdedigt. Bij het bij de profs "'irende en inmiddels als (ge- koploper in de eerste divisie makende RKC. principe-afspraak voor con- Verlenging is vastgelegd dat me niks in de weg zal leggen me tussentijds kan verbete- vertelt Peter Gerards (bijna Ie doelman met het postuur :ijn plaatsgenoot en collega Ichrijvers, vanaf de bank in ijtjeshuis in Harderwijk, ds stond dus vorig jaar ineens de lat bij de voormalige ama- irmatie RKC. De eerste in- ken waren meteen positief, s een geweldige spelersgroep. ;ten in dit debuutjaar maar profs in de selectie en maar echte routiniers. Leo van eï (ex-FC Utrecht en ex-Ajax) at, maar de hele groep blijft tot l na de wedstrijd hangen. En wordt er opmerkelijk veel over j keiletje zelf gesproken. Zeer tief. Dat komt natuurlijk ook, s1at trainer Leen Looyen vrese- fanatiek is". es is bij RKC goed geregeld. Er ivoorbeeld een fysiotherapeut te wedstrijd. Volgend seizoen nen het hoofdveld gaan ver- ïn om op zaterdagavond te en spelen. Er wordt goed na- :ht. In de amateurperiode was zijn tijd al ver vooruit. De structuur is ook op prestaties ht. Als je mee gaat doen in de divisie, moet je tenslotte een wat willen winnen. Anders je er voor mij niet eens aan te jnen. Ik ben blij dat RKC er 'zo over denkt. RBC, dat een :n eerder van de amateurs Je eerste divisie is overgestapt volgens mij een andere bena- g. Die doen dan wel mee, ja, ze staan nu derde van on- mutjaar verrast in haar debuutjaar nbd en vijand. Hoe is die hoge j ?ring te verklaren? Gerards, 01 nkele jaren geleden ook het 1 van PEC Zwolle en MVV ver- j de: „In de eerste plaats door- ve nieuw zijn, de onbekend- En, omdat wij thuis bijvoor- vanaf de eerste minuut fris 1S olijk rechtstreeks naar het an- doel gaan. Voor de start van eizoen gokten wij op een tien- aats. Maar op een gegeven mo- bleken we een hele goeie ser anger vol te kunnen houden gedacht. Dat heeft natuurlijk e maken met de onmacht en ebrek aan klasse bij de andere Soms spelen we duels, zo maar dan spelen we nog ge- Toch is het vaak leuk om te wat dat betreft is de eerste di- interessanter dan de eredivi- ook een belangrijk voordeel haalde het net al aan, is de sfeer. Je moet de jongens in Jreld wel wakker houden, maar ikken het ook op, dat gaat Ik ga die negentig minuten tekeer, dat is echt ongelooflijk. Voor de jonge spelers zou deelne ming aan de nacompetitie ook een prima ervaring zijn, ze willen alles meemaken. We moeten haar alleen niet winnen, want de eredivisie zou volgend seizoen niet goed voor ons zijn. Volgend seizoen moeten we minimaal gewoon weer van een tiende plaats uitgaan". Dreigt voor RKC in het tweede sei zoen, als de tegenstanders de nieu weling beter kennen, dan niet de zelfde terugval als bij RBC? Ge rards: „De spelersgroep beseft heel goed dat het een eenmalige zaak kan zijn, die hoge klassering. In het begin, en ook nu nog wel, denken veel clubs: die amateurtjes pakken we wel even. Maar dat gaat natuur lijk een keer over". Vooruitdenken „RKC denkt echter vooruit. We gaan volgend seizoen van acht naar elf of twaalf profs in de selectie. Looyen wil de groep van dit jaar bij elkaar houden. Sommigen zul len plaats moeten maken voor een ander. Want wij willen geen derde van onderen worden. Daarvoor heb je echte profs nodig. Gelukkig knoopt Leo van Veen er nog een jaar aan vast bij RKC. Verder moet je kijken wat er afvalt bij een twee de elftal van PSV, of bij andere clubs. Het moet natuurlijk wel be taalbaar zijn". Is daar het geld dan wel voor, drie of vier nieuwe profs? „Als we de nacompetitie zouden halen", lacht Gerards, „draaien we natuurlijk fi nancieel een geweldig seizoen. In zo'n nacompetitie komt er evenveel publiek als in de hele competitie, omdat er wat op het spel staat. De meeste toeschouwers hebben we tot nu toe gehad in dat oefenduel te gen Oranje; ik dacht zo'n 9.000 man. Normaal hebben we bij thuis wedstrijden s zo'n 3.000 toeschou wers, lang niet slecht. En als je be denkt, dat vlak daarnaast op het zelfde moment een amateurclub een derby speelt voor duizend man. Dus als we volgend seizoen, als er licht is, op zaterdavond gaan spe len, moeten er nog meer kunnen komen. Er zitten in Waalwijk maar liefst vijf amateurclubs! Als je daar ook wat publiek van kan meepak ken Onverantwoord Toch blijft het een rare zaak. Aan de ene kant gaan er regelmatig be taalde clubs op de fles, FC Amster dam, FC Vlaardingen en binnen kort misschien SC Heracles, terwijl de KNVB aan de andere kant ama teurclubs toelaat tot het profwe reldje. Gerards: „Die clubs, die failliet gaan, voeren een onverantwoord beleid. Heracles leeft boven zijn stand, en is bovendien nog eens af hankelijk van een sponsor die in vloed wil. Net zoals PEC met Eibrink. Als ik het geld had mogen besteden dat Eibrink in PEC heeft gestopt, had er een fantastisch elf tal gestaan. Daar zijn echt tonnen weggegooid. Je zult 'toch ook ver stand van voetbalzaken moeten hebben. Bij RKC is het beleid goed. En heel simpel. Het geld dat bin nenkomt via sponsors, publiek, subsidie van de KNVB, kun je uitgeven, meer niet. Verder zorgt de club dat alles goed geregeld is. Het is natuurlijk geen Ajax, maar bepaalde denkbeelden die je in het begin van het seizoen nog tegen kwam, heeft men al laten varen. Het was in het begin nog wel zo, dat een speler zomaar een training afzegde. We hebben het zelfs mee gemaakt, dat een speler een wed strijd wilde laten lopen, omdat hij een weekendhuisje had geboekt. Dat soort ideeën stamt echt nog uit de amateurtijd. Dat makkelijke. Maar daar moet je bij Looyen niet mee aankomen". ISTVAN KOVI PUTTEN Velen hebben Johan Lammerts na zijn ecla tante zege in de Ronde van Vlaanderen van vorig jaar verweten dat hij door dat suc ces naast zijn schoenen is gaan lopen. Hij zou zich gedragen hebben als een vedette en ploegleider Peter Post zou de in het Brabantse Putten woonachtige Lammerts daar om weer met beide benen op de grond hebben gezet door hem vanaf die tijd volledig in dienst van de ploeg te laten rijden. De 25-jarige Lammerts wijst dat re soluut van de hand. De statistieken spreken inmiddels voor hem. Want hij won in februari de eerste Ne derlandse profkoers in de Achter hoek- en afgelopen weekeinde schreef hij het eerste criterium in Galder op zijn naam. „Wellicht hebben velen gedacht dat ik ineens anders was geworden, maar dat is zeker niet het geval", zegt de openhartige Lammerts. „Misschien ligt dat aan het feit dat ik door mijn zege in de Ronde van Vlaanderen zelfverzekerder ben geworden, dat ik wat meer uitstra ling heb gekregen, maar het is ze ker niet zo dat ik vedette-neigin gen heb. Ik ben maar een gewone jongen, die hard voor zijn brood moet fietsen. Meer hoeft van mij ook niet. Dat ik na die zege niet meer op de voorgrond ben getre den, is gewoon het gevolg van het kopmanschap van Eric Vanderaer- den, Eddy Planckaert en Phil An derson. De kans dat zij kunnen winnen is vele keren groter dan voor mij. Ik ben weer in de knech tenrol gemanoeuvreerd. Maar het is zeker zo dat ik meer kan. Ik ben niet helemaal tevreden met mijn positie, al heeft dat helemaal niets met de ploeg of met Peter Post te maken. Ik heb begrip voor zijn standpunt dat hij voor de sponsor verplicht is te spelen op de mannen met de beste kansen. Aan de ande re kant zou ik graag eens wat meer voor eigen kans willen rijden". De verrassende winnaar van de loodzware Ronde van Vlaanderen gedraagt zich in elk geval niet als een vedette. Hij heeft een duidelij ke mening over de gang van zaken in het peloton, motiveert die ook, maar stelt nadrukkelijk dat hij niet de allesweter wil uithangen. Het succes van de in 1982 profrenner geworden Brabander heeft hem zelfvertrouwen gegeven. Voordien was Johan Lammerts een onzeker, ventje, dat niet wist of hij iets goed of fout had gedaan in de ogen van zijn collega's en Peter Post. De overwinning heeft hem van een druk bevrijd, was eigenlijk de om mekeer in zijn loopbaan als prof- renner, omdat hij toen pas het idee kreeg écht te kunnen slagen als ar tiest in het professionele circus. In de etalage Post gaf hem tot voor kort echter niet die vrijheid die een jonge ren ner nodig heeft om al zijn kwalitei ten in de etalage te kunnen zetten. Velen hebben Lammerts dan ook al eens vergeleken met Jacques Hanegraaf, die volgens zijn eigen mening onder Post onvoldoende kansen heeft gekregen en nu bij de ploeg van Jan Gisbers fietst en niet nalaat Post en zijn renners na te schoppen. „Wat Hanegraaf zegt, moet hij zelf weten. Ik kan me in sommige uit spraken van hem wel vinden, maar om dat nu op zo'n manier te zeggen gaat mij wat te ver", aldus de in Bergen op Zoom geboren Lam merts, die op achtjarige leeftijd be gon met voetballen bij de plaatselij ke club Borgvliet. Hij was in zijn jeugd een redelijke middenvelder, maar toen hij aan een plaatselijke wielerronde had deelgenomen was het gedaan met voetballen. „Bij voetbal ben je afhankelijk van an deren, in de wielersport moet'je het alleen doen. Dat sprak me aan, vandaar dat ik het voetballen voor gezien hield en me helemaal op het wielrennen heb toegelegd. En dat ging lang niet slecht. Ik heb ge woon alle categorieën doorlopen en toen ik eind 1982 bij Post onder contract kon komen, heb ik me ook geen moment bedacht en direct ge tekend". „Ik wist natuurlijk dat ik voorlopig niet mocht rekenen op een be schermde positie in de ploeg. Nadat ik de Ronde van Vlaanderen had gewonnen en ook de Ronde van Nederland op mijn naam schreef, had ik gehoopt op de definitieve doorbraak. Ik heb daar met Post ook over gesproken, maar hij ver andert zijn mening niet. Hij heeft er belang bij dat er zoveel mogelijk gewonnen wordt en het is nu een maal zo dat we met Eric Vander- aerden en Eddy Planckaert twee sprinters van wereldformaat in huis hebben. Dan is het normaal dat Post die kaarten zoveel moge lijk uitspeelt". Erg defensief „De ploeg", vervolgt Lammerts, „rijdt dus in de koers erg defensief. We hoeven ook geen initiatieven te nemen, omdat we het rustig op een massasprint kunnen laten aanko men. Dan hebben we zeg maar 90 procent kans om te winnen. In elk ander geval is dat hooguit 30 pro cent. Het is dus logisch dat Post voor zekerheid kiest. Ik schik me daarin, al ben ik er zeker niet te vreden mee". „Dat wil niet zeggen dat ik bij Post niet content zou zijn Het is natuur lijk een verschrikkelijk goede ploeg, maar het betekent ook dat je geduld moet hebben om persoonlijk succes af te dwingen. Post heeft me gezegd dat ik geduld moet hebben, dat mijn tijd nog wel komt. Men moet ook niet vergeten dat ik vorig jaar geen favoriet was in de klas siekers. De overwinning in de Ron de van Vlaanderen was voor ieder een een verrassing, niet in het minst voor mezelf. Op basis van zo'n zege mag ik geen beschermde positie claimen, maar ik wil wel graag eens definitief uit de anoni miteit komen. Bij Post zal dat zeker nog een poosje duren, omdat de kopmannen het nog verschrikke lijk goed doen. Maar ik ben er ze ker van dat ik meer kan dan de uitslagen doen vermoeden". Even gedeisd Betekent dit dat Johan Lammerts het na dit seizoen voor gezien houdt bij zijn huidige werkgever of kan hij zich nog even gedeisd hou den en hopen op betere tijden bij Post? „Er doen zoveel geruchten de ronde. Zo is er al gesuggereerd dat ik een aanbieding van Gisbers op zak zou hebben, maar dat is de grootste flauwekul. De waarheid is, dat ik bij een goede ploeg zit en dat ik daar in principe best wil blijven. Dat heeft niets met mijn persoonlij ke ambities te maken. Als dat wel zo zou zijn, was ik al lang wegge weest". „Ik maak me op dit moment ook nog niet druk over volgend jaar. Na de voorjaarsklassiekers ga ik met Post om de tafel zitten en dan zie ik wel wat er uitrolt Voor mij staat voorop, dat ik eerst wil pres teren en daarna pas wil praten over de volgende jaren. Alle sug gesties als zou ik bij Post weggaan zijn nergens op gebaseerd. Het speelt ook totaal niet mee dat Ha negraaf heeft gezegd dat ik zo snel mogelijk weg moest, omdat ik an ders helemaiü weg zou vallen. Mis schien heeft hij wel gelijk, maar dat kun je nooit met zekerheid zeg gen. Ik heb er totaal geen behoefte aan om me met Hanegraaf te ver gelijken. Dat is zijn mening, niet de mijne". Fikse grie „Er wordt nu toch op ie gelet", zegt Lammerts over zijn kansen in de klassiekers. „Daarnaast heb ik toch geleden onder een fikse griep. Eerst ben ik in de Tirreno Adriati- co zes dagen ziek geweest Toen ik dacht weer in conditie te z\jn, sloeg het virus opnieuw toe". „Ik heb mii voorgenomen dit jaar weer een klassieker te winnen en daarnaast goed te presteren in de Tour de France. Ik heb me goed voorbereid, veel op de fiets ge traind, terwijl de oefeningen van Ben Scheperkamp mij ook goed zijn bevallen. Ik weet dat daar bin nen de ploeg verschillend over wordt gedacht, maar ik ben ervan overtuigd, dat ik er wel baat bij heb fehad. Dat moet er dit seizoen uit- omen, zodat ik wellicht voor vol gend seizoen een beschermde posi tie kan afdwingen bij Post Ik weet dat ik er sterk genoeg voor ben". GERHARD NIJBOER Er was eens een tijd. dat (beschrij vende volgers van het beroepsmati ge wielrennen zich konden uitle ven in de meest plastische plaatjes. Zij wisten zich als weinige bevoor rechten ter plekke om het thuis front verslag te doen van wéér een serie heroïsche heldendaden. Ook als er van helden totaal geen spra ke was en de strijd slechts in de geest van de scribent bestond. Uit die tijd dateren de fraaiste be namingen voor de slaven van de weg, als de Engel van het Hoogge bergte (Charly Gaul), de Adelaar van Toledo (Federico Bahamontes en de Keizer van Herenthals (Rik van Looy). De stilistisch best be gaafde onder de volgers vond de meeste aftrek en gold vanzelfspre kend als expert op zijn gebied. Zijn telefonisch doorgegeven verslagen deden wielerliefhebbers thuis de rillingen over de rug lopen - beur telings van geproefde spanning en van meeleven met doorstane ontbe ringen. Bovendien was er in die kleurrijke verhalen altijd sprake van eerlijke strijd. De sterkste won en daar was geen speld tussen te krijgen. Of het noodlot had een kanshebber gede gradeerd tot kansloze. Denk aan Wim van Est en zijn tuimeling in een ravijn. De enige die aan dat voorval plezier beleefde was naast de meereizende verslaggever een fabrikant van horloges. Die de we reld haastig kond deed van hei feit. dat Van Eist dan al zijn ribben mocht hebben gebroken, zijn horlo ge was uiteraard zonder haperen verder blijven tikken Die verslaggeving, die geen mens kon controleren, verdween gaande weg, mét de verbetering van de communicatie. Zodra er beelden konden worden getoond van aan sprekende voorvallen was de Lijd van Joris van den Berg en Jan Cot- taar grotendeels voorbij. De reali teit is immers altijd anders dan de romantiek. Ook bij prof wielrennen En zeker na de intrede van de gro te sponsors en daarmee hei ploe gen belang. Ook de meelevende massa raakte er van op de hoogte, dat er nog wel eens spelletjes werden gespeeld, af spraken werden gemaakt en com bines gesmeed. Dat was nog niet zo'n ramp zo lang de schijn maar kon worden opgehouden dat het om „eerlijke sport" ging. Maar ook dit laatste beeld ging m rook op Bekend werd ook dat het peloton de benen pas echt in beweging zet te zodra men de televisie-camera's ontwaarde. Dan is de uitlooppoging van mannen als Etienne de Beule (de keizer van de kasseien van bet Vlaamse Jezuseik). die kans zien om drie kwartier voorsprong te ne men op een dommelend peloton, al lang achter de rug. Dan rijden de mannen mei de duurst betaalde reclameteksten op het shirt voorop om de kijkers thuis hun boodschap te doen ge worden. En wordt de indruk ge wekt, dat de strijd al bij hei och tendkrieken is losgebarsten. „Een spervuur van demarrages", noemt de televisie-commentator het af wisselend kopwerk doen. „De lont zit in het kruitvat", steekt een an der hem naar de kroon. Kortom, de Jorissen van den Berg en Jannen Cottaar van tegenwoordig. Alleen bestaat er nu voor hen een nadeel vanuit de gemakkelijke fauteuil kan de wielerllefhebber de plaatjes zelf bekijken. En dan blijkt het spervuur een smeulende puin hoop en het kruitvat een uitgeblus te brandstapel. Afgelopen woensdag zag ik een fraai staaltje van het \~erworden wielergebeuren. Ik was al gewend aan het plaatje van twee op kop lig gende renners die de hoofden even naar elkaar wenden. Ooit dacht ik, dat ze misschien de kwaliteit van de kasseien bespraken of het weer aan een laatste beoordeling onder wierpen. Maar sinds ik de gaxv des onderscheids heb weet ik dat er sprake is van de oudste transactie van de wereld: koop en verkoop En degene die het meest betaalt, wint Gent-Wevelgem gaat nog wat an ders. Twee ploegmaats sprinten om de zege. De sterkste (Vanderaer- den) mag, volgens de afspraak, met winnen. Hij knijpt nog net niet in de remmen, maar houdt wel de be nen stil en kijkt opzij. Het scenario klopt precies. Alleen beeft de ploegmaat Andersonwat te dun ne bandjes gemonteerd, waardoor niet zijn voorwiel als eerste over de streep is. „Prima ploegentaktiek", juicht een ochtendblad de volgende dag dank zij een verslaggever met boêer op het hoofd. Het enige commentaar dat past is: driewerf bah Het is niet zo vreemd dat er tegen woordig niet meer zulke fraaie bij namen worden bedacht voor wiel rennen. Of het wouden wennen moeten zijn als de Maestro van bet sjoemelen, de Koning van de com bine en de Gier van Si. Job in t Goor. BUTS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1985 | | pagina 23