Ouders zitten na vier jaar
nog met vragen rond dood zoon
Nationale ombudsman onderzoekt raadselen rond verdronken marinier
ZATERDAG 6 APRIL 1985
„Militair tijdens oefening verongelukt". Het blijft
vaak bij dat ene berichtje in de krant. Zo ook toen op
30 juli 1981 de toen 20-jarige marinier-in-opleiding
Jerry Deira uit Groningen tijdens een dienstoefening
verdronk, bij een nachtelijke oversteek van het
Drongelense Kanaal bij Drunen (N.Br.).
Welk een lijdensweg en hoeveel geheimzinnigheid er
uiteindelijk schuil gaan achter zo'n simpel bericht,
laat „de zaak Jerry Deira" zien. Nog altijd vragen de
ouders zich af wat zich die nacht, nu al weer bijna
vier jaar geleden, precies heeft afgespeeld. Zij
begrijpen niet waarom er rond het ongeluk zelf, en
alles wat zich daarna heeft afgespeeld, nog steeds een
waas van geheimzinnigheid hangt.
Misschien zal het onderzoek dat de Nationale
Ombundsman naar aanleiding van hun klacht
hierover momenteel instelt, opheldering
verschaffen. Het is hun enige hoop. De ouders van
Jerry realiseren zich dat ze, wat het onderzoek ook
oplevert, daarmee hun zoon niet terug krijgen. Maar
in het gunstigste geval kan het hen wel helpen het
verdriet om het verlies beter te verwerken.
Een bevredigend antwoord op de talloze vragen over
het ongeluk zelf. maar vooral over de houding van de
militaire autoriteiten daarna, kan tevens voorkomen
dat anderen die in de toekomst ooit in soortgelijke
omstandigheden raken, dezelfde lijdensweg moeten
gaan als de vader en moeder van Jerry. Met name
vanwege dat laatste aspect willen ze aan hun verhaal
grotere bekendheid geven. „We vechten niet meer
voor Jerry maar voor anderen. Misschien wel voor
onze klein- of achterkleinzonen", zegt zijn moeder.
DINGEN De foto begint al
verbleken. Een jongetje van
acht jaar staart duidelijk vol
j naar een reusachtig oorlogs
dat ter bezichtiging voor de
lingers in het kanaal voor het
testation in de stad ligt afge-
jd. Een paar jaar later lift hij
""er dat z'n ouders het weten
_een vriendje naar Den Helder
laar iets te kunnen meemaken
je vlootdagen van de Konink-
Marine. Van jongsaf lag het
-van Jerry bij die marine. Hij
niet de enige in de familie: va-
■was marinier geweest en ook
fcudste broer belandde niet per
*1 bij het zeevarend deel van
nationale verdediging.
163
iuders weten nog goed hoe en-
ïiast Jerry ze in 1980 belde om
xtellen dat hij door de keuring
Hij ging naar het opleidings-
s mariniers. Na acht maanden
hij z'n eerste streep krijgen,
paar dagen eerder doet Jerry
aan z'n tweede bivak. De oefe-
duurt enkele dagen en ver-
t vlot. Zo vlot. dat de tweede
mant S. die de leiding heeft, op
fi initiatief nog een extra oefe-
j inlast die niet in het draai-
staat. Om 11 uur 's avonds
t hij de groep van tien mari-
S-in-opleiding de opdracht een
te veroveren. De klas moet
?bij het circa twintig meter bre-
kanaal zwemmend oversteken
evechtstenue (wat o.a. betekent
laarzen aan), het FAL-geweer
een touw om de pols gebonden.
•y is de eerste die te water gaat.
Sf rHr de overzijde haalt hij niet.
zes uur de volgende ochtend
,dt zijn stoffelijk overschot door
5 duikersteam van de Genie uit
,*water gehaald. Dat was vrijdag-
V^end 31 juli 1981.
J
dag komen vader en
°P Ider Deira 's avonds tegen half
_xug van een busreisje dat zij die
Cöxli vanuit hun vakantieoord Val-
JT^burg naar Duitsland hadden
nomen. Bijna tegelijk met de
arr"iveert een legervoertuig.
hebben me gestuurd om te zeg-
dat uw zoon dood is", is de ver-
e ^fjjterende mededeling van de mi-
n 'flr aan de vader van Jerry. Het
S."lies wat hij de ontstelde ouders
vertellen. Hoe, waar, wanneer
A* Jwat er gebeurd is weet hij niet.
1 Q-ir j belooft een auto te sturen
Q-iren °P te balen en naar het li-
lft-irm van Jerry te brengen. Die
r? 17 ^aat tot uur s avonc*s °P
14 T wacbten- Terwijl regen en ha-
44 teêen de ruiten kletteren,
R 9?®* de chauffeur waar hij de ou-
heen moet brengen. Hij weet
niet, zij evenmin. Bij het zie-
iUluis in Den Bosch waar ze arri-
Jr'en weet men van niets. Ook de
itie in die stad kan geen ophel-
es. °lng verschaffen. Hoop en twijfel
j^en zich van de ouders meester.
I Ml."
niemand van iets weet, dan is
misschien toch niet waar? De
neemt contact op met het
AJfdkwartier van de Koninklijke
^at we' °P boogte
ÏHet is al ruim na middernacht
- -ze in het mortuarium van het
lem Alexander Ziekenhuis hun
ibaarde zoon aanschouwen.
7?19aar komt u vandaan, en waar-
komt u nu pas?", vraagt de
verpleegster de ver-
45xi erC^e ouc*ers b^-
maandagmorgen 3 augustus
fh;j"* de commandant van de
n Ghent Kazerne, kolonel A. M.
fthoorn van de Koninklijke Ma-
bij de ouderlijke woning in
bningen. Hij komt wat formali-
ien afwikkelen en zijn deelne-
ng betuigen. „Uw zoon was een
jongen", zegt hij, „hij zou
(nenkort bevorderd worden tot
Irinier tweede klas". Afgespro-
n wordt dat Jerry met militaire
van» begraven zal worden op de
B4ms-katholieke begraafplaats,
e ui^et er nog sectie verricht wor-
vierh?, vraagt mevrouw Deira, die 25
verpleegster is geweest. Dat is
nodig, zegt de hoge officier,
er is „zonder meer sprake
dood door schuld". En: „Luite-
it S. heeft allerlei veiligheids-
schriften aan zijn laars gelapt,
zullen hem ervoor laten bloe
en hem de dienst uitgooien",
vrijdagmiddag 7 augustus wordt
y begraven de wettelijke
lijn tussen de datum van over-
n en die van de begrafenis is
'lengd, omdat familieleden uit
iname moeten overkomen. Als
plechtige stoet bij het kerkhof
komt, blijken de hekken op slot.
P opzichter van de begraafplaats
endt zich tot de ouders en zegt
it het helaas niet door kan gaan
bdat aan de financiële verplich
tten niet is voldaan.
M
Pas wanneer een schutterige offi
cier een formulier uit z'n binnen
zak tovert kan het ritueel doorgang
vinden. Jerry's klasgenoten zijn er
allemaal. Van het kader is er nie
mand. Ook luitenant S. schittert
door afwezigheid.
Onbehaaglijk gevoel
„Militair die niet kon zwemmen
verdronken", is de inhoud van een
kort bericht dat een dag na Jerry's
dood in de krant verschijnt. Het
klopt niet. Jerry kon juist heel goed
zwemmen.
Er kloppen meer dingen niet, is het
onbehaaglijke gevoel dat zich
steeds sterker van de naaste familie
meester maakt. Wat is er die nacht
precies gebeurd? Hoe, en onder
welke omstandigheden is hun zoon
om het leven gekomen? Met die le
vensgrote vragen blijven de ouders
en familie van Jerry zitten. Nie
mand heeft hen daarover ophelde
ring verschaft.
Intussen hebben ze steun gekregen
van kapitein P. J. van der Jagt,
werkzaam bij de militaire sociale
dienst van de landmacht in Assen.
Hij staat de familie bij, en via hem
wordt op verzoek van Jerry's ou
ders een gesprek gearrangeerd met
drie klasgenoten die het ongeluk
van nabij hebben meegemaakt. Sa
men met een hogere officier van de
marine komen ze op bezoek. Het
gesprek levert niet veel nieuws op.
„Misschien omdat die hoge piet er
bij was dat die jongens niets kon
den zeggen", veronderstellen de
ouders. Duidelijk is nu dat er een
kompasoefening is geweest op de
bewuste dag, waarbij Jerry is ver
dwaald. Terwijl zijn klasgenoten
om 6 uur terug zijn, komt hij pas
om half 1L in het kamp aan. Daar
krijgt hij te eten en moet meteen
daarna deelnemen aan de over
steek van het kanaal. Nadat de
overkant is hereikt wordt Jerry
vermist. „Hij is teruggezwommen
en heeft zich in de bosjes verstopt",
heeft luitenant S. zijn mannen ter
geruststelling gezegd.
Jerry's vader praat heel moeilijk
over het verlies van zijn zoon. Hij
is een echte „binnenvetter". De
strijd tegen de gevoelens van
machteloosheid, het verdriet, voert
hij in zichzelf. De doktoren denken
dat het hartinfarct, waardoor hij
vorig jaar werd getroffen, daar al
les mee te maken heeft.
Jerry's moeder praat juist veel en
graag over hem. Ze laat foto's zieri,
haalt herinneringen aan hem op.
Lacht om de grappen die hij uit
kon halen. Op verzoek van de ou
ders arrangeeert de tot vertrou
wensman geworden Van der Jagt
een gesprek tussen hen en luite
nant S. De ouders hebben intussen
ook steun gekregen van een vrien
din die jurist is. Zij is ook aanwezig
bij het bezoek dat de luitenant in
gezelschap van twee kaderleden
half september aan de familie Dei
ra brengt. „Ik was zo bang voor
mezelf dat ik er nog over heb ge
dacht om weg te gaan", weet Jer
ry's vader nog goed.
Zijn moeder: „Die jongen was hy
pernerveus, hij kwam met een
plantje. Het was niet zó emotioneel,
ik had eigenlijk medelijden met
hem. Ik heb hem ook gevraagd wat
het laatste was dat Jerry gedaan
heeft, gezegd heeft. Ik wil zo graag
alles, maar dan ook alles weten".
De vriendin die bij het gesprek
aanwezig is, constateert dat de
hoogste in rang van het gezelschap,
die ook het meest aan het woord is,
ofwel opzettelijk, ofwel uit onwe
tendheid, begint met de familie een
aantal leugens op de mouw te spel
den over hun rechten, aanspraken
en de afwikkeling van de zaak. Zij
kan dat weten, omdat ze toen
werkte als officier van justitie en
vanuit dien hoofde uitstekend thuis
was in de materie.
Zwijgpü
icht
Jerry's oudere broer Hartley is ma
rinier. Hij was dat ook al toen Jer
ry verdronk. Hij heeft geen poging
onbenut gelaten om details over
het ongeluk aan de weet te komen.
Via Hartley komt de familie aan de
weet dat kort na het ongeluk de
klasgenoten een zwijgplicht is op
gelegd. Het is eveneens door Hart
ley dat de familie per toeval aan de
weet korrrt waar en wanneer luite
nant S. in verband met het gebeu
ren terecht moet staan. Die zitting
voor de Permanente Krijgsraad
voor de Zeemacht in Den Haag
dient op 16 december van hetzelfde
jaar. Voor de ouders betekent het
De steen op het graf van de tijdens een dienstoefening omgekomen marinier-in-opleiding Jerry Deira. De Marine
weigerde deze aanvankelijk te betalen. Evenals de kosten van de begrafenis.
een gelegenheid om eindelijk dui
delijkheid te krijgen over hetgeen
zich precies heeft afgespeeld. Door
uitzonderlijk slechte weersomstan
digheden met daardoor uitvallende
treinen zijn ze zo verlaat, dat de
zitting al is afgelopen als ze arrive
ren. Gelukkig is Van der Jagt wel
in staat geweest de hele zitting bij
te wonen, zodat hij verslag kan
doen. In plaats van een antwoord
op de talloze gerezen vragen levert
die zitting eigenlijk nog meer
vraagtekens op. Bijvoorbeeld over
de rol van kolonel Harthoorn, de
man die hen eerder verzekerd had
dat luitenant S. zou „bloeden" en
de dienst uitgeschopt zou worden.
Het is dezelfde Harthoorn die ter
gelegenheid van de zitting een
riet heeft geschreven waarin hij
een vurig pleidooi houdt voor ver
dachte S. De luitenant, zo betoogt
Harthoorn in zijn brief die wordt
voorgelezen door de verdediging,
zou geruïneerd worden als hij de
dienst uit zou moeten. S. is immers
een veelbelovend officier die al
voldoende is gestraft door het ge
beuren op zich. en het feit dat hn
daardoor een rangsverhoging wel
kan vergeten, evenals de mogelijk
heid als Kort Verband Vrijwilliger
bij te kunnen tekenen
Meteen na de zitting komen de ou
ders van Jerry de advocaat van lui
tenant S. tegen in de gang. Er volgt
een kort gesprekje. „Ik weet wat
het is, ik heb een paar jaar geleden
mijn vrouw verlorenzegt hij
eerst tegen de ouders, en vervol
gens: „Ach ja. in de oorlog heb ik
wel opdracht gegeven jonge jon-
§ens te doden". Hun vriendin, die
e ouders vergezelde, daarover:
„Ze werden ronduit onvriendelijk
bejegend. Er bestond een lompe ar
rogantie ten opzichte van de nabe
staanden die ik niet kan begrij-
rn".
wordt wegens dood door schuld
door de Krijgsraad veroordeeld tot
twee weken militaire detentie. Hij
tekent hoger beroep aan. Het Hoog
Militair Gerechtshof spreekt hem
in juni 1982 op dat punt vrij. Wel
krijgt hij veertien dagen verzwaard
arrest omdat hij tegen de voor
schriften in zelfstandig van het
draaiboek van de oefening is afge
weken, terwijl hij bovendien de
veiligheidsmaatregelen daarbij niet
in acht heeft genomen.
Ook de zitting in hoger beroep
speelt zich voor het merendeel bui
ten de aanwezigheid van de vader
en moeder van het slachtoffer af
Die zitten elders in het gebouw te
wachten tot ze gewaarschuwd wor
den dat de zaak gaat beginnen Die
is al bijna afgelopen als ze ontdek
ken dat ze door een functionaris
naar een verkeerde verdieping en
een verkeerde wachtkamer zijn ge
stuurd.
Geen sectie
Op de vindplaats waar Jerry's li
chaam is aangetroffen werd de
dood geconstateerd door een reser
ve-luitenant arts. Hij stuurde het
stoffelijk overschot naar het Wil
lem Alexander Ziekenhuis, omdat
hij lijkschouwing wenselijk achtte.
De gemeentelijke lijkschouwer van
Den Bosch constateerde dat Jerry
door verdrinking is overleden; zij
deed van haar bevindingen verslag
aan de officier van jusititie mr.
P. J. H. Duyx in die stad. Deze gaf
opdracht het stoffelijk overschot
ter beschikking te stellen van de
familie.
Met name het feit dat er geen sectie
is verricht een onderzoek dat in
dit soort zaken vrijwel altijd wel
gebeurt leidt regelrecht tot de
vrijspraak van luitenant S. Want.
zo stelt zijn advocaat met succes bij
het Hof, nu staat immers niet vast
dat Jerry is verdronken. Wie weet
heeft hij wel een hartstilstand ge
had, of een ander (verborgen) ge
brek waardoor de dood is ingetre
den. Omdat de destijds door ko
lonel Harthoorn ook zo nadrukke
lijk overbodig geachte sectie niet
heeft plaatsgehad, kan achteraf
niet meer met zekerheid worden
vastgesteld dat Jerry inderdaad
door verdrinking om het leven is
gekomen, zo concludeert het Hof.
Ook na de rechtzittingen verkeren
de ouders van Jerry nog altijd gro
tendeels in het ongewisse over de
toedracht rond de dood van hun
zoon. Niet zo heel lang na zijn
overlijden hebben ze de plek be
zocht waar Jerry is omgekomen.
Ook dat bezoek heeft nieuwe vra
gen opgeroepen. Zo ontdekken ze
op een steenworp afstand van die
plek een telefooncel bij een paar
huizen. Waarom is er niet naar po
litie of brandweer gebeld toen hun
zoon werd vermist? Waarom heeft
luitenant S. tot 4 uur 's morgens
gewacht voordat hij zijn superieu
ren in kennis stelde van de vermis
sing?
Tegenwerking
Jerry's ouders besluiten inzage te
vragen in het strafprocesdossier
De advocaat die ze daarvoor in de
arm nemen, stuit bij dat verzoek op
een opmerkelijke tegenwerking
van de Advocaat-Fiscaal van het
Hoog Militair Gerechtshof. Die
vindt het nodig dat verzoek eerst
ter kennisneming aan de minister
voor te leggen. Al met al duurt het
meer dan een half jaar voordat de
raadsman uiteindelijk toestemming
en gelegenheid krijgt kennis te ne
men van de stukken.
Daaruit wordt onder meer duide
lijk dat de betrokken luitenant in
het geheel niet bevoegd was het
draaiboek van de oefening te wijzi
gen of aan te vullen. En eveneens,
dat hij daarbij alle veiligheidsvoor
schriften aan zijn laars heeft gelapt
door de mannen, in gevechtstenue,
met een wapen van vijf zes kilo
om hun pols gebonden, een water
te laten overzwemmen waarvan hij
geen benul had hoe diep het was.
Laat staan dat er een zoals voor
geschreven rubber boot in de
nabijheid was met geoefende
zwemmers en reddingsmateriaal.
Zeven van de tien mariniers blij
ken tijdens de oversteek in min of
meer ernstige moeilijkheden te zijn
geraakt. Toen na de oversteek
bleek dat men Jerry miste, verbood
S. de groep het water weer in te
gaan. Wel zwom hijzelf terug en
probeerde later nog tevergeefs bij
het licht van de koplampen van
een jeep de jongen op te sporen.
Pas uren nadat de zoekactie is ge
staakt worden de autoriteiten in
kennis gesteld. Om half zes gaat
een duikersteam van het Genie
Opleidingscentrum uit Vught te
water. Een half uur later wordt het
stoffelijk overschot van Jerry aan
getroffen.
Toch promotie
„Het aan tweede luitenant S. opge
legde verzwaard arrest van veer
tien dagen mag niet als uitsluitende
straf worden gezien; het is waar
schijnlijk dat S. ten gevolge van de
veroordeling geen promotie meer
kan maken binnen de marine en
voor de hand liggend dat zijn con
tract, dat in maart 1984 afloopt, niet
zal worden verlengd", schrijft hun
raadsman op 10 augustus 1983 aan
de familie Deira ter verduidelijking
van het vonnis, nadat hij het dos
sier heeft ingezien. Ze weten dan
nog niet dat tweede luitenant S. per
1 augustus 1983, enkele maanaen
nadat hij door het Hoog Militair
Gerechtshof werd veroordeeld, is
bevorderd tot eerste luitenant. Dat
komen ze later via zoon Hartley
aan de weet, die daar zelf, weder
om bij toeval, achter is gekomen
Een jaar later worden de ouders
van Jerry spontaan benaderd door
een van zijn voormalige klasgeno
ten, die heeft besloten de hem des
tijds opgelegde zwijgplicht te door
breken. „Ik ging na Jerry het wa
ter in, ik zag dat hij in moeilijkhe
den raakte, even later voelde ik dat
ik over iets heen zwom. Ik dacht
dat ik over Jerry heen zwom Ik
heb gegild en geschreeuwd: help.
Jerry verdrinkt! Maar men riep te
rug dat dat niet zo was. In paniek
ben ik het water uitgekomen ver
telt hij over zijn belevenissen die
avond aan de ouders. En „Wacht
maar tot ik de dienst uit ben. Dan
zal ik praten, dan kan ik praten".
Stuitend
Waarom? Waarom alle geheimzin
nigheid? De tegenstrijdigheden9
Wat viel of valt er te verbergen9
De familie Deira zoekt nog altijd
een antwoord op die vragen „Als
we dat zouden weten, dan zou dat
een enorme opluchting zijn Kijk.
als het gewoon om een ongeluk
ging, dan is dat natuurlijk erg
Maar dat is een bedrijfsrisico, je
weet dat zoiets kan gebeuren, dat
accepteer je. Als ze ons vanaf het
begin precies hadden verteld hoe
en wat er gebeurd was, was het
misschien allemaal niet zo moeilijk
geweest".
De vragen zoals ze die voor de Na
tionale Ombudsman hebben gefor
muleerd hebben alleen betrekking
op de directe omstandigheden
waaronder hun zoon ziin leven
heeft verloren en wat zien daarna
in grote lijnen met betrekking
daartoe heeft voorgedaan. De stui
tende details, waar ze ook in over
vloed mee te maken kregen, ko
men in die brief niet voor Zoals de
problemen eerst ten aanzien van de
betaling van de begrafenis, en later
ten aanzien van de kosten van de
steen die ze voor het graf van hun
zoon hadden uitgezocht, en die de
Marine aanvankelijk weigerde te
betalen.
Of. om nog maar iets te noemen, de
brief die bijna een jaar na zijn
overlijden van het ministerie van
Defensie, geadresseerd aan de
overledene, op de mat valt. Of hij
nog even driehonderd veertien gul
den per abuis teveel ontvangen
loon terug wilde betalen Je zult de
vader maar zijn die opbelt om erop
te wijzen dat de geadresseerde is
overleden, en dan te horen krijgt
„Dan is het uw zoon gewéést, zult
dan moeten betalen" Om dan een
week later een briefje te ontvangen
met de typisch ambtelijke knullige
mededeling: „Uit piëteitsoverwe-
gingen hebben we besloten niet tot
invordering over te gaan
De klacht tegen de Staat der Ne
derlanden werd in december 1983
bij de Nationale Ombudsman gede
poneerd. De Ombudsman is nog
steeds bezig met de afhandeling.
Een medewerker van het bureau
deelt desgevragd mede dat de uit
komst daarvan nog wel enige
maanden op zich kan laten wach
ten
HANNIE JIPPES
L