final©
Ping-pong-vluchtelingen
kennen de wereld
alleen vanuit de lucht
Magere
maanden
De nieuwste groep vluchtelingen, de Tamils uit Sri Lanka, staan niet
alleen in de belangstelling vanwege hun grote aantallen waarmee ze
naar Nederland stromen, maar ook vanwege de vraagtekens achter hun
motieven.
AMSTERDAM Tien tot
twaalf miljoen vluchtelingen
telt de wereld. Er zou een
compleet nieuw land mee
kunnen worden gevuld. Soms
slaagt een groep er kortston
dig in de schijnwerper op zich
gericht te krijgen. Op het
ogenblik de Tamils, niet al
leen vanwege hun aantallen
of hun spectaculaire ontsnap
pingsroutes, maar ook vanwe
ge de vraagtekens achter hun
motieven. De overgrote meer
derheid echter slijt een naam
loos bestaan in vale vluchte
lingenkampen, weggestopt
aan een verre grens. En hele
maal onzichtbaar, ongekend is
de categorie die ze bij Amnes
ty International de „refugees
in orbit" noemen vluchte
lingen in een baan om de aar
de.
De ping-pong-vluchtelingen noemt
Kees Bleichrodt van Amnesty ze.
Hij wil de aandacht voor het onder
werp mobiliseren omdat Nederland
met zijn grote internationale lucht
haven Schiphol het probleem op de
deurmat heeft liggen.
Want ping-pong-vluchtelingen ho
ren bij luchthavens. Of bij vliegtui
gen. Daarin cirkelen ze rond de
aardbol, nergens welkom, overal
teruggestuurd naar af, onvrijwillige
kilometervreters. volslagen de
draad van hun bestaan kwijt, een
mensenplaag voor de luchtvaart
maatschappijen die telkens op
nieuw opdraaien voor bed, bad,
brood en peperduur ticket.
Hoeveel zijn het er en waarom hun
ongewisse martelgang? „Het juiste
aantal is niet bekend", zegt Bleich
rodt. „Logisch. Hun kenmerk is dat
ze nooit in het oog vallen. Ze staan
nergens geregistreerd. Niemand
voelt zich verantwoordelijk voor
hen. Ze zijn tussen wal en schip ge
raakt. of liever: in een permanente,
uitzichtloze baan tussen hemel en
aarde. De schattingen over hun
aantallen lopen uiteen van enkele
duizenden tot misschien wel hon
derdduizend. Persoonlijk denk ik
dat het er ten minste tienduizend
zijn".
Gat van Berlijn
Het schimmige fenomeen is een bij
verschijnsel van het straaltijdperk.
Bleichrodt: „Nog pas tien jaar gele
den had je de situatie dat vluchte
lingen over land van de ene grens
naar de andere trokken. Slechts
een heel kleine groep ging per
boot, als verstekeling. Maar door de
moderne reismogelijkheden is de
wereld enorm gekrompen. Wat
stelt het nog voor om van het ene
continent in het andere te komen?
Parallel daarmee is de confrontatie
met grensposten veelvuldiger ge
worden. De Tamils, typische verte
genwoordigers van de straalvlieg
tuigvluchtelingen, hebben nog een
maas in het systeem gevonden
wat wij noemen het Berliner Loch,
het gat van Berlijn. Checkpoint
Charlie in de Berlijnse muur is nu
eenmaal een toegangspoort tot het
vrije Westen waardoor je geen
mensen terug gaat sturen".
Het blijft een uitzondering. In het
algemeen is het kenmerk van
vliegveldgrenzen juist dat er streng
gecontroleerd wordt. „Ik ben zelf
net van een wintersportvakantie
terug", zegt Bleichrodt. „Ik heb me
in die twee weken misschien wel
twintig keer schuldig kunnen ma
ken aan illegale grensoverschrij
dingen. Met de ene ski-lift zat je in
Frankrijk, met de andere in Zwit
serland. De groene grens is veel
makkelijker te overschrijden dan
de betonnen grens van een lucht
haven. Het betekent dat het aan
een vliegveldgrens ook veel ge
makkelijker is mensen de toegang
te weigeren. Daardoor zal het ver
schijnsel van de ping-pong-vluchte
lingen in de toekomst nog drastisch
groeien. Van Schiphol weet ik dat
de luchthavenpastor dominee Ho-
gervorst veel met het probleem te
maken krijgt en, zo goed en zo
kwaad als het gaat, enige sociale
opvang probeert te verzorgen.
Maar de luchthaven van Frankfurt
bijvoorbeeld heeft al een speciale
Sociale Dienst voor Vluchtelingen
in het leven geroepen met een
complete staf".
De omgang met vluchtelingen is
internationaal geregeld bij het
vluchtelingenverdrag van de Vere
nigde Naties uit 1951. Iemand die
asiel zoekt, luidt de afspraak, moet
dat doen in het eerste land waar hij
aankomt. Zo'n eerste land wordt
dan automatisch verantwoordelijk
voor de vluchteling. „Maar in nogal
wat gevallen gaat er iets mis", al
dus Bleichrodt. „dan laat een
vluchteling het na in het eerste
land van aankomst asiel te vragen.
Je kunt je dat voorstellen. Zo ie
mand is misschien hals over kop
van huis en haard weggevlucht.
Heeft alle schepen achter zich ver
brand. Het eerste wat hij wil, is
even op verhaal komen. Maar wan
neer hij vervolgens door probeert
te reizen naar zijn uiteindelijke
land van keuze, beginnen de pro
blemen. Dat land weigert toegang
omdat er in het eerste land asiel
had moeten zijn aangevraagd. Het
voelt zich niet verantwoordelijk en
stuurt de vluchteling terug. Maar
het eerste land wil hem ook niet
meer hebben vanwege die nalatig
heid met de asiel-aanvrage. Hij
krijgt te horen dat hij zijn asiel
recht heeft verspeeld".
De vluchteling komt, kortom, tus
sen twee gesloten grenzen te zitten.
Hij probeert een derde, een vierde,
een vijfde land te bereiken, maar
vangt overal bot. En omdat de
luchtvaartmaatschappijen verant
woordelijk zijn voor passagiers met
ondeugdelijke reisdocumenten,
moeten die maatschappijen maar
zien wat ze verder met zo'n vluch
teling aanvangen. Dat wordt weer
een ticket naar een andere luchtha
ven en zo gaat het ping-pongen
verder".
Vals spel
Er schiet Bleichrodt uit zijn prak
tijk bij Amnesty een geval te bin
nen dat op welhaast koddige wijze
illustreert hoe bij dat getafeltennis
met mensen zelfs vals spel niet
wordt geschuwd om een vluchte
ling kwijt te raken.
„Iemand uit Chili wilde asiel zoe
ken in Zweden, maar was onder
weg even uitgestapt op Schiphol.
Daar had hij van de marechaussee
een fout stempel van binnenkomst
gekregen. In Zweden aangeland
kreeg hij prompt te horen dat Ne
derland zijn eerste aankomstland
was. Terug dus. Nederland zei: niks
mee te maken, we hebben een fout
je gemaakt, maar het is duidelijk
dat deze vluchteling naar Zweden
wil. Op het vliegtuig weer. En te
rug natuurlijk. Toen hebben ze op
Schiphol een nog grotere stommi
teit begaan door met een scheer
mesje het foute stempel te verwij
deren. Daarmee vielen ze uiteraard
door de mand. De marechaussee
die reisdocumenten vervalst, dat
kon niet. Met het schaamrood op de
kaken heeft Nederland de Chileen
toen maar binnen gelaten. Het ge
val bewijst hoe de autoriteiten als
het ware loeren op een kans om
een vluchteling naar een ander
land door te schuiven".
Daarnaast komt het veel voor dat
vluchtelingen met opzet nalaten in
het eerste land van aankomst asiel
te vragen, domweg omdat ze niet in
dat land wensen te blijven. Bleich-
evenredig verdelen".
rodt: „Ethiopië is een goed voor
beeld. Sinds daar in 1974 een mili
tair regime aan de macht kwam dat
honderdduizenden burgers over de
kling heeft gejaagd, zijn veel men
sen over land naar Soedan ge
vlucht, per traditie de meest gast
vrije natie van Afrika. Die vluchte
lingen dachten: we gebruiken het
als doorgangsland om naar Ameri
ka of Europa te komen. Kijk:
vluchtelingen behoren altijd een
beetje tot de elite. Iemand wordt
pas vervolgd wanneer hij zich zo
danig onderscheidt dat hij een be
dreiging voor het heersende regime
vormt. Het zijn vaak vakbonds
mensen, vooraanstaande leden van
kerken, studenten. In zekere zin de
crème de la crème van de samenle
ving. Veel yan die mensen denken:
wat is het alternatief in Soedan?
Opsluiting in een woestijnkamp.
We kunnen ons veel nuttiger ma
ken in een land waar we ons werk
kunnen doen, onze studie kunnen
voortzetten, ons vak kunnen uitoe
fenen. Nee, zeggen de regeringen
dan, je bent eerst in Soedan ge
fERDJ
i op dc
en dt
veer e
h zo'n
Speel j
weest, je had daar volgens de Qat zi
nationale afspraak asiel nuking*
vragen, dus ga je terug. Wjkunt
Soedan zegt, pardon, maar ng spei
je je recht op asiel verspeeld'g erv;
Zo worden ze van luchthaver*at eei
luchthaven gekaatst. Onzicfy, die
voor de rest van de passagierend 1
vrolijker reisbestemmingen. wan!
Schiphol", zegt Bleichrodt, pardt
het zich niet permitteren eei^ge m
van de luchthaven in te richt^, Ik
vergaarbak van ping-pong-vlu iets
lingen. Dat is geen gezicht.Left
worden ze op een elegante mén, d
voor het publiek weggehoudejrollei
de zogenaamde rustkamers, am, or
luxaflex. Terend op de voeds^e kur
consumptiebonnen die verfcrtig
worden door de luchtvaart^ ik I
schappij bij wie de verantwojgelee
lijkheid voor hun ongewensteroff 1
wezigheid ligt". fon 1
„Met een enkele reis in de biifijn n
zak naar ja, waarheen nu m«
Ik ken het geval van een vluldeelt
ling uit Syrië die al vier jaar o\ op i
weg is, het ene vliegtuig uifo als
andere vliegtuig in. Zo'n mant mo
de wereld alleen nog maar uien n
lucht". teer
ig. M
-lispel
Buurlanden
4>ed:
In theorie bestaat er een oplos ik
Bleichrodt althans: „Wannee^n ai
ternationaal de afspraak zou ïn oi
den gemaakt dat de eerste lai
van aankomst te allen tijde H ni<
plicht zijn een vluchteling tertet P
nemen, is de cirkel rond. Dan jaar
het verschijnsel van de ping-jfl rej
vluchtelingen niet meer te bes' ik
Er worden ook wel pogingen ir
richting ondernomen. Maar eJeTj
een groot probleem aan vast.^^
draaien er altijd op voor vlu
lingen? De buurlanden van de{™®
den waar verdrukt en ver\*.e
anJUJ
itife?1
telingen gingen naar Thai
Zulke buurvolkeren zeggen:
we willen helpen, maar dan]
gekoppeld aan een internati<P5D
regeling die beoogt de vlucht^®,
gen eerlijk over de wereld te sf1
den, want ik kan eenvoudig
miljoen vluchtelingen hebben"£°J
Een internationale quotumregf®
dus. „Zeg: Amerika 30.000,
Duitsland 10.000, Nederland 1
Maar nergens in de westerse
reld zie ik een spoor van beiij*")
heid om tot een quotum te koiP1
We worden toch al overspoeld I1 d£
vluchtelingen, hoor je steeds, r
dat gaat niet op. De laatste vijf,an0
zijn er in West-Europa pr(ove
evenveel vluchtelingen opgenoPP
als door Pakistan in de laf*-
twaalf maanden. Wij van Amir* 11
staan dus een koppeling voorda 1
sen de verplichting van eerste i'A1
komstlanden om vluchtelingerisPe
rug te nemen, en een internatin.
Ie regeling om de lasten evenr[die
te verdelen. Een eerste stap zou de
voorbeeld kunnen zijn dat de ft
van Europa de politieke wil1 d
spreekt om tot zo'n koppeling
komen. Ik vind dat Nederlan<«ua
in de Raad van Europa aan de Pre
zou dienen te stellen, zodat er
beweging komt in een probft
dat al tijden muurvast zit. Want"1!
is geen theoretisch probleem, r#aa'
een praktisch probleem, een hulrai
nitair probleem. En het groeit"^
PIET SNOER
eei
Nederland nodigt ook
vluchtelingen uit, zoals deze grP d
Kampucheanen, die in kampen i A
het naburige Thailand verblevefer
Laten we er geen doekjes om
winden, maar de droeve
waarheid manmoedig onder
ogen zien en openlijk bespre
ken: we hebben als hengela-
depten allerbelabberdste
maanden achter de rug. En
niet zo maar een paar winter-
maandjes, nee, in feite is het
al sinds de zomer van 1984
met de vangsten in vele wate
ren droevig tot matig gesteld
en de dagen met een gouden
randje waren zeer schaars. Ei
genlijk heb ik alleen van eni
ge karpervissers opgewekte
verhalen vernomen, soms
over snoekbaarzen, en nu en
dan maar zéér nu en
dan van de lui die bij
nacht en ontij van de kust af
de gul belagen. Maar over het
geheel genomen was het alle
maal in A mineur kleine terts
wat je hoorde en zelf ervoer.
Die periode met ijs en sneeuw was
natuurlijk heleméél niks, maar dat
is logisch, die makke is tenminste
doodgewoon te verklaren. Maar
daarna is het lang -zo bitterkoud ge
bleven dat het huilen blééf. Maart,
altijd toch een prima maand voor
de gul langs de kust en op zee, was
droevig. Zo droevig, dat een kapi
tein van een hengelaarsschip dat
uit de Sophiahaven op Noord-Be
veland vertrekt, half maart een
paar keer lieden die bij hem had
den geboekt opbelde: „Mannen,
blijf maar thuis en houd je geld in
je zak. er is niks te vangen". Ik
moet zeggen dat ik dat van die ka-
Eitein groots gedacht vind. Het kost
em zijn geld, maar hij wekt daar
kun je ze ook met kans op succes drijvend bevissen.
door wel groot vertrouwen bij zijn
klanten. Inderdaad is er niets zo
droevig voor lieden die een dagje
mee de zee op gaan met een groot
schip als uur na uur die hengeltop-
pen maar roerloos tegen de railing
van het schip te zien staan Er
zijn dagen geweest in maart dat
hengelaarsschepen die met 25 man
de Noordzee op voeren, in de na
middag thuis kwamen met vijf
scharretjes en een schamel gulletje.
Gaat dat veranderen?
Natuurlijk weet ik dat niet. Na
tuurlijk weet niemand dat. Al die
voorspellingen over het vissen die
nen met een wurmendoos vol zout
te worden genomen. Maar iéts kun
je er wel van zeggen. Bijvoorbeeld
door te luisteren naar beroepsvis
sers of biologen.
Ik laat nu eens een man aan het
woord die ik al heel lang ken en in
wiens kennis van de vis en de vis-
methoden ik een heel groot ver
trouwen heb: Willem Zandstra uit
Sneek. Al vele jaren lang neemt hij
hengelaars mee de Friese wateren
op, met name het Sneeker Meer en
omgeving, en hij vaart daartoe met
een uitstekend uitgerust, 22 meter
lang verblijfschip, dat door een
vloot kleine visbootjes wordt geac
compagneerd. Willems grote spe
cialiteit (of liever: de specialiteit-
van de Friese wateren) heet snoek
baars, met als prima tweede aal.
Dit meldt Willem: „De snoekbaars
vangsten op en om het Sneeker
Meer waren in 1984 sterk wisse
lend, bij vlagen zeer goed, maar
dan plots weer matig tot slecht".
(Even onderbreken: mijn eigen er
varingen, in het Zuidhollandse, wa
ren: juni goed, juli matig, daarna
hommeles, tot in oktober-novem-
ber, toen het Hollands Diep een
paar weken goed was.) „Voor een
groot deel werd dit goed gemaakt
door de vangst van zware paling en
het goede aanbod van witvis".
„Volgens de biologen kunnen de ja
ren 1985, 1986 en 1987 goede snoek
baarsjaren worden. Sinds 1976 is de
snoekbaarsstand in de Friese wate
ren verdrievoudigd. De snoek
baarsvangsten zullen nog worden
versterkt door het effect van de af
gelopen strenge winter met de Elf
stedentocht. In enkele ondiepe pol
derwateren is vissterfte geweest.
De grote kanalen en de meren zijn
er alleen maar beter door gewor
den, want daar heeft een oprui
ming plaatsgevonden onder de ver
zwakte en gedegenereerde prooi-
vissen. De winter heeft „het over
tollige onkruid gewied", terwijl er
bij de sterke en gezonde vissen
geen abnormale sterfte is geconsta
teerd".
„De ervaring heeft ook geleerd dat
er na een strenge winter Dijna altijd
een zeer goed snoekbaarsjaar volgt.
Maar", aldus wijsgerige Willem,
„het aanwezig zijn van vis is nog
geen vangstgarantie! De vangst
lijft afhankelijk van het weer, de
vis en de sportvisser. Ook in
1985 zullen we zeer goede, minder
goede en matige perioden kennen".
Zo is het maar net, Willem.
Voor wat het vissen aan en op zee
betreft kunnen we verwachten dat
op het ogenblik dat u deze regels
onder ogen krijgt, de gul toch weer
in onze kustwateren aanwezig is.
De bijzonder lage temperatuur van
het viswater heeft hen weggehou
den tot eind maart; ze hebben nu
eenmaal het liefst watertemperatu
ren van een graad of 5 tot een
graad of 10. Niet omdat zijzelf van
die koukleumen zouden zijn, maar
omdat bij die temperatuur hun
prooidieren talrijk kunnen zijn, en
in onze kustwateren zijn dat voor
namelijk garnalen en krabben.
(Vandaar, dit even terzijde, dat bij
ons het vissen op kabeljauw voor
namelijk een bodemvisserij is. In
gebieden waar de kabeljauw op ff-
voorbeeld jonge haring en/of 5
dien jaagt, kun je ze ook met k
op succes drijvend bevissen. Ben)
Muus meldt in zijn prima „Zeel
sengids". „Sommige grote, 15 tol
jaar oude kabeljauwen schijnen t
de open zee op te trekken en d
op haring en andere scholenvisl
te jagen".)
Nou, tot ver, ver in maart keel
niet, zoals altijd anders wel, de i
beljauw terug naar onze kustwa
ren en ik denk dat dé oorzaak
zeer lage temperatuur van T~
kustwater is. Ook de beroepski
visserij wist maar heel weinig
beliauw te pakken. Maar
zullen ze toch echt terugkeren!
zijn wel meer jaren geweest dat
in april, tot ver in mei zelfs,
vingen langs het strand en op
Nu, voor mij mag dat. Visda
waarop je, op zee en een dooden
le keer zelfs van de kant af, op
dag zowel gul als aal, zowel sc
als zeebaars vangt, zijn scha
maar mede daarom glorieus.
Ja zeker, natuurlijk: u was al b
bezig om op de geep te gaan
want die zit er ook al aan te
men. We krijgen het weer d
mensen, met onze hobby. Geluk
maar.
Ik liet daar achteloos het wo
„geep" vallen. Daar kom ik