Jeugd niet alleen verantwoordelijk voor vandalism# E 11 tlm 21 APRIL ""saSTïESUSX.™ AMSTERDAM OOK WERKGEVERS WILLEN NU KOOPKRACHT VERGROTEN ROTTERDAMS CONGRES OVER KLEINE CRIMINALITEIT „Aansprakelijkheid houdt op bij J verlaten winkel Leo Riemens overleden DE HUISHOUDBEURS:'N HELE DA(> IN EEN ANDERE WERELD. BINNENLAND/BUITENLAND EeidteQowuvnt DONDERDAG 4 APRIL 198S PAGÏ 'est- et DEN HAAG „De motieven van jeugdvandalisme zijn onvrede en verveling. De motieven van over- heidsvandalisme zijn modernisme en prestigezucht". Dit zei de Rotter damse hoogleraar criminologie prof. dr. G. Hoefnagels gisteren op een door het Nederlands Studie Cen trum georganiseerd landelijk van- dalisme-congres in de Doelen in Rotterdam. Op deze bijeenkomst werd ook gesproken door minister van justitie, mr. F. Korthals Altes, die zijn voordracht baseerde op het rapport van de Commissie Roethof over kleine criminaliteit. Prof Hoefnagels: „Het overheidsvandalis- me kan in ernst, als schadepost, niet gauw geëvenaard worden door de ravages van de generatie jeugdige Hollandse vandalen. Het topvandalisme kreeg gestalte in De Nieuwe Lelijkheid van Hoog-Catherijne en het Gevers Deijnootplein in Scheve- ningen". De Rotterdamse hoogleraar wilde met zijn krachtige uitspraken de aandacht richten op bepaalde ontwikkelingen, die mede aan vandalisme hebben bijgedragen. Ook de toegenomen welvaart, de afbraak van het onderwijs en het afschaffen van con ducteurs bij het openbaar vervoer mogen volgens hem niet vergeten worden. Minister Korthals Altes wees vooral op de verantwoordelijkheid van de ouders van jeugdige vandalen. „Veel vandalisme zou kunnen worden voorkomen wanneer ou ders en andere opvoeders de aan hun zorg toevertrouwde kinderen meer respect zouden kunnen bijbrengen voor de eigen dommen van anderen, inclusief die van de overheid. Met de commissie Roethof ben ik van mening dat het niet op de weg van de overheid ligt te proberen volwas senen bepaalde opvoedkundige normen op te leggen. Wel kan met steun van de overheid voorlichting worden gegeven aan ouders en leerlingen over vandalis tisch gedrag", aldus de bewindsman. Ook dr. J. van Dijk, hoofd Wetenschappe lijk Onderzoek en Documentatiecentrum (WODC) van het ministerie van justitie, benadrukte het belang van voorlichtings campagnes op scholen. Daarnaast toonde hij zich een warm pleitbezorger voor al ternatieve sancties voor vandalen, zoals die onder meer bij het Bureau Halt in Rotterdam worden georganiseerd. Ge noemde maatregelen zijn verreweg het meest aantrekkelijk vanuit economisch oogpunt, zei hij. „Een overheid die deze opties niet toepast, is een dief van zijn ei gen schatkist". In de Doelen werd 's middags dieper in gegaan op de praktijk van de vandalisme bestrijding. Hoofdinspecteur mr. Th. Peer, chef jeugd- en zedenpolitie Rotterdam, gaf een schets van het functioneren van Bu reau Halt. Dit project richt zich op jonge ren tot achttien jaar, die in hun kraag zijn gepakt wegens het aanrichten van vernie lingen. Via Halt worden ze geconfron teerd met de schade die ze hebben veroor zaakt. Het bureau stelt ze in de gelegen heid de schade zelf weer te herstellen. ts uit zonder dat ze met Justitie in aanirfatl^ hoeven te komen. Jdsrep Halt onderzoekt ook de oorzaken^" vandalisme en onderneemt allerlei r* 2 teiten die dit verschijnsel moeten dringen. In verschillende steden woi inititiatief nagevolgd, zoals in Den en Dordrecht. In andere plaatsen e menteert men met een wijkgerichte^"^ pak van de kleine criminaliteit, zodsc Haarlem. De commissaris van politï2, die stad, mr. A. Straver, vertelde ovr® goede ervaringen met de invoering»— wijkteams en intensieve surveillant) voet en op de fiets van Haarlemse po| agenten. p 1 Pe DEN HAAG „Ger- brandy zette door wat hij in zijn hoofd had". Met die eenvoudige woorden schetste onlangs een hoogbejaarde oud-be stuurder van de Christe lijke Landarbeidersbond het karakter van prof. dr. Pieter Sjoerds Ger- brandy, de sociaal bewo gen Friese ARP-staats- man, die tijdens de oor logsjaren minister-presi dent werd en vanuit Londen in zijn befaamde radio-toespraken het Ne derlandse volk uitzicht gaf op betere tijden. Die door dr. G. Abma in diens bijdrage „Gerbrandy's Friese jaren" aangehaalde karakterschets staat in de vandaag verschenen herden kingsbundel, welke ter gele genheid van Gerbrandy's honderdste geboortedag 13 april 1985) onder auspiciën van het Historisch Comité Christen-Democratie werd uitgegeven. Kamervoorzitter Dolman nam vanmiddag in tegen woordigheid van premier Lubbers en diverse andere politici in het Haagse Pers centrum Nieuwspoort het eerste exemplaar van dit boek in ontvangst uit handen van het CDA-Eerste-Kamer- lid, mr.dr. A. Postma. De laatste redigeerde samen met de adjunct-secretaris van het CDA, drs. C. Bremmer, en de Amsterdamse hoogle raar sociologie prof.dr D.Th. Kuiper de met een 30-tal fo to's geïllustreerde interessan te bundel, waaraan onder meer ook dr. Willem Drees, oud-minister prof.dr. W Al- beda en prof.dr. J. Zijlstra meewerkten De bundel belicht de activi teiten die de onder de rook van Sneek in het dorpje Goenga geboren Gerbrandy na zijn gymnasiale opleiding in het Betuwse Zetten en zijn studie rechten aan de Vrije Universiteit in Amsterdam ontplooide. Anecdotes De verdienste van het boek is dat het onvermoede nieu we feiten en anecdotes toe voegt aan de relatief schaarse kennis die men van de ARP- politicus heeft. Uit de diverse beschouwingen blijkt dat de ARP zowel voor als na de oorlog moeite had met het optreden van Gerbrandy. Postma wijdt een beschou wing aan Gerbrandy's me moires en daaruit blijkt dat „de sociale kwestie" als een rode draad door het leven van Gerbrandy loopt. Vol gens Postma is er geen spra ke van dat de „rode advo caat" uit Sneek van sociaal bewogen evolueerde tot con servatief, zoals vaak wordt beweerd. De auteur onder bouwt die stelling met een groot aantal voorbeelden van de sociale belangstelling waarvan Gerbrandy bij voortduring blijk gaf Leidse jaren Illustratief voor Gerbrandy's strijd voor een menswaardig bestaan voor iedereen waren zijn activiteiten rond 1910 in Leiden. Geschokt door „de afschuwlijke exploitatie van arbeidskrachten" leverde Gerbrandy een bijdrage aan een organisatie van arbeiders op christelijke grondslag en redigeerde hij samen met an deren in zijn laatste Leidse jaar 1913-1914 een week blaadje „De Meiboom" dat diende als instrument om een sociale actie te voeren. Dat werd een gereformeerde scheepsbouwer destijds te gortig, want die vreesde dat een actie voor doorbetaling van loon tijdens de feestda gen geld ging kosten. „U hebt u niet te bemoeien met mijn werf en mijn zaken. Op mijn werf ben ik koning en handel daar zoals ik goed en billijk acht. dat kranten geschrijf moet ophouden" beet de man Gerbrandy toe. Gerbrandy liet zich niet van de wijs brengen en ant woordde: „Ik ben koning van mijn krant, daar bepaal ik wat er in komt en daarmee basta". De arbeiders kregen de doorbetaling. Medezegeenschap Prof.dr. Wil Albeda schreef over Gerbrandy's bijdrage tot het christelijk-sociaal denken en analyseert diens boek „De strijd voor nieuwe maat schappij vormen", waarin Gerbrandy een aantal bijdra gen bundelt die tussen 1919 en 1927 waren gepubliceerd. „Hij doet zich daarin vooral kennen als de sociaal bewo gen jurist die zoekt naar nieuwe oplossingen voor de maatschappelijke proble men", aldus Albeda. Voor Gerbrandy was medezeggen schap een wezenlijk element niet slechts in de deproletari- sering, maar in laatste instan tie ook in het calvinistisch reveil. „Arbeid kan niet, arbeid mag niet opgaan in stukwerk, in deelarbeid zonder bewust verband met het geheel; zon der dat bewuste verband is het geen arbeid", aldus Ger brandy. „Men voere hierte gen toch niet aan dat duizen den hiermee content zijn. Het is de vloek van ons bedrijfs leven dat ze dat zijn. Het gaat er niet om tevreden arbei ders te hebben, maar om be wuste, aan het doel van de produktie verbonden wer kers te hebben". Eresaluut Albeda brengt een eresaluut aan de vroegere staatsman, die op het sociaal-economisch front geen twijfels kende en een groeiende medezeggen schap schetste met de cao als voornaamste instrument. „Ik denk", aldus Albeda, „dat wij nu, in de jaren tachtig, meer dan ooit oog kunnen hebben voor Gerbrandy's idealen die nog steeds recht overeind staan en voor de wijze, waar op hij die idealen wilde door voeren. Er is nog steeds en opnieuw behoefte aan nieu we maatschappijvormend Dr. G. Puchinger en dr. P.A. Kasteel beschrijven Gerbran dy als minister-president in oorlogstijd, waaraan velen onvergetelijke herinneringen Pieter Sjoerds Gerbrandy bewaren. Hoewel koningin Wilhelmina de stoere Fries tot minister-president koos, nadat premier De Geer had gefaald, liep de verhouding tussen de vorstin en haar eerste minister toch spaak. „Een stille, maar diepe te leurstelling die hem de volle glans van het resultaat van zijn werk in Londen moet hebben getemperd", aldus Puchinger die nog eens Ger brandy's befaamde uitspraak over de positie van de konin gin aanhaalde: „Kijk al zou ik in Nederland terugkeren zo zwart als een Moriaan... Hare Majesteit moet sneeuw wit zijn". Partijconflicten Na de oorlog werd Gerbran dy weer gewoon kamerlid. Volgens dr. J. de Bruijn was hij geen trouw en stipt bezoe ker van de Kamer- en frac tievergaderingen. Zijn deel name was sterk afhankelijk van zijn momentele belang stelling. Soms voerde hij het woord zonder zich voldoende te realiseren dat hij daarmee raakte aan het terrein van een fractiegenoot. Tot ongenoegen uiteraard van ARP-fractievoorzitter Schouten die na 2 jaar ver zuchtte: „Prof. Gerbrandy heeft een eigen plooi in zijn leven". Gerbrandy die in geen enkele vaste kamer commissie zitting had, voelde zich door zijn fractie te kort gedaan en vroeg steeds om verandering van „de verne derende en belangstellingdo- vende siutatie". Uit De Bruijns beschrijving blijkt dat de ARP de Friese onconventionele politicus in feite niet lustte. Het vreemde is dat dit voor de oorlog ook al het geval was, toen hij gro te moeite deed om in de Ka mer te komen, maar stuitte op het hautaine optreden, van Colijn. Schouten was in feite onbe hoorlijk tegenover Gerbran dy en kwam met het smoesje aandragen dat de man die in de oorlogsjaren nota bene pal stond tegenover de nazi's, nog onvoldoende ervaring had als kamerlid. Later ver weet men Gerbrandy dat die in feite „zijn eigen weg" ging aan het Binnenhof en organi satorische moeilijkheden ver oorzaakte. Bij het overlijden van Ger brandy, op 7 september 1961, herdacht kamervoorzitter Kortenhorst hem als „een trouw, beminnelijk en ruim denkend collega, begaafd met een scherp analytisch, juri disch en wijsgerig verstand, een kostelijk gevoel voor hu mor, een hartverwarmend hartelijkheid". Maar ook als een man die geen juk ver droeg. „Hij draafde moeilijk in het gareel van de discipli ne... Voor hem was de rechte weg de korste; hij koos tussen ja en nee en vluchtte niet in het misschien". „Wie zo herdacht wordt", al dus De Bruijn, „heeft ook als kamerlid een goede naam achtergelaten". ALEX SNELLEMAN N.a.v. „Pieter Sjoerds Ger brandy", uitg. Wever, Fra- neker; prijs 19.50. DEN HAAG „Onze aansprakelijkheid voor lekl houdt op bij het verlaten van de winkel", had eetf1 01 brikant van een chloorbleekmiddel alvast maar ol fles laten drukken. jdsc „Schandelijk", zeggen de mensen van de Consumentent°rtl „die tekst moet snel van de verpakking af". Deze fabrikaten echter niet de enige die aansprakelijkheid voor onveiligere dukten probeert af te schuiven. Vaak krijgt de consumeer schuld. De Consumentenbond heeft na drie dagen „Gevarencenti 1100 telefonische klachten binnengekregen van mensen dier. onveilige produkten te maken hebben gehad. De meeste k»1?? ten (20-25 procent) gaan over knallende flessen, die regeliftij tot letsel leiden. De bekende tube „zwart-wit" heeft zelfs d in lijke ongelukken onder kinderen veroorzaakt. Deze kindyal] hadden de scherpe dop ingeslikt. Verder gaat het onder meer om: onveilige kinderzitjes, gU hondevoer, in voedsel, shampoos die tot haaruitval leiden,^ wasmachine die centrifugeert terwijl hij nog open is, gevaaiP33 strijkijzers, gevaarlijk kinderspeelgoed, enzovoorts, enzovoot il „Er zijn veel recente klachten", aldus iemand van de bond, qjde ook veel oud zeer. Mensen die zes, zeven jaar geleden het sl^{e van een onveilig produkt. Dat leidt soms tot em^ g. Van Zeil offer nele verhalen. Mensen die al die tijd niet wisten waar ze teii1, konden met klachten of anderen die dachten dat het toch f161 zou uithalen. Ja, we zijn geschokt door het grote aantal telef(3g; tjes". De Consumentenbond gaat er een stevig rapport vanPS'd ken, zo belooft directeur Dick Westendorp. n n t ge 'hei ,ks n. I De Consumentenbond had staatssecretaris Piet van Zeil (Co£ mentenzaken) gisteren uitgenodigd telefoongesprekken n „klagers" te voeren. Het bleef beperkt tot één gesprek. Hij ta een man aan de lijn wiens vader vorig jaar was overleden, nr zijn, overigens tien jaar oude, elektrische deken in brand r? gevlogen. De fabrikant was in eerste instantie alleen bereid de taxikor van en naar het ziekenhuis te betalen. Later bood hij 1 („wel even tekenen, meneer") aan, volgens de bond nog sti een flauwekulbedrag. Westendorp stelt echter dat het aanbi^o van dat bedrag in elk geval betekent dat de producent de a sprakelijkheid op zich neemt. En dat is al heel wat. Want een groot probleem is, aldus de Consumentenbond, Hij moet namelijk bewijzen dat een produkt onveilig i nog dat dat de schuld van de fabrikant is. Volgens de bond is_ vrijwel onmogelijk. De consument kan eigenlijk alleen dreEi' Frits Bom of de consumentenbonden erbij te betrekken. In geval wil de producent nog wel eens flink in de buidel tasti Nederland probeert in EG-verband een wettelijke produkta sprakelijkheid van de grond te krijgen, maar Van Zeil gaf al dat het daar niet erg mee wil vlotten. West-Duitsland en Fra rijk liggen dwars. De Consumentenbond gelooft niet in een 1 regeling. Als die er niet komt, doet Nederland het op eigen h< je. Dat gebeurt waarschijnlijk nog dit jaar, zodat de wet volgi jaar in de Tweede Kamer behandeld kan worden. MARTIN VOORN DEN HAAG In minder dan twaalf maanden zit Nederland weer volop in de verkiezingsstrijd. Mei volgend jaar moet er Immers een nieuwe Kamer gekozen wor den, maar zoals vaak met belangrij ke gebeurtenissen werpen zij hun schaduwen vooruit. Een van de terreinen waarop die schaduwen zichtbaar zijn is de voorbereiding van de rijksbegroting voor het ver kiezingsjaar 1986 en het hele circus daaromheen. Regeren is nu een maal vooruitzien en dus staat poli tiek Den Haag nu al weer in het te ken van de miljoenen en miljarden van 1986. Belangrijk thema in deze getallen- dans is de vraag of en zo ja, in wel ke mate volgend jaar lastenverlich tingen moeten worden doorgevoerd en wie daarvan zouden moeten profiteren. Volgens het regeerak koord zou er ook volgend jaar weer een lastenverlichting voor het be drijfsleven moeten komen van 1 a 2 miljard gulden. De politieke ani mo daarvoor is echter tanende. Nu de winsten van bedrijven met sprongen omhoog gaan werden voor dit jaar al vraagtekens ge plaatst bij een voordeeltje van hon derden miljoenen. Voor 1986 geldt dat in sterkere mate. Alles wijst er immers op dat het economisch her stel zich gestaag voortzet, zodat de vermogenspositie van het bedrijfs leven verder zal verbeteren. De noodzaak om daar met gemeen schapsgeld aan bij te dragen wordt dan minder groot. Pleidooien Tegen die achtergrond moeten re cente pleidooien -in de Tweede Ka mer worden gezien om, méér dan in de afgelopen jaren, in 1986 de burgers (mee) te laten profiteren van het geld dat voor lastenver lichting is bestemd. Bovendien zou dat politiek goed uitkomen: het is immers een verkiezingsjaar en door de regeringspartijen valt er nog heel wat aan bezuinigingspijn %»it deze regeerperiode te verzachten. Deze week kreeg het idee van een meevaller voor de burgers steun van het Nederlands Christelijk Werkgeversverbond. Op een pers conferentie hield NCW-directeur Weitenberg een pleidooi voor een flinke verlaging van de loon- en inkomstenbelasting, zowel in 1986 als in de regeerperiode van 1986- 1990. Daarmee spreken de werkge vers zich in feite onverholen uit voor een versterking van de vraag door middel van een koopkracht- voordeel. Een opmerkelijk geluid dat op een breuk wijst met het lied je van bezuinigingen dat uit deze hoek jaren is gezongen en waarin nimmer plaats was voor een strofe over koopkrachtversterking. In werkgeverskring is het tij de laatste maanden aan het keren. De middenstands- en grootwinkelbe drijflobby van de „Albert Heijnen en de Dreesmannen" begint blijk baar vruchten af te werpen. Al ja ren pleiten deze op de binnenland se markt gerichte sectoren van het bedrijfsleven voor een financiële injectie in de portemonnee van de consumenten. Hun bestaan hangt immers af van de koopkracht waarover de burger beschikt. Aan vankelijk hielden de centrale werkgeversorganisaties zich doof voor de roep om lastenverlichtin gen voor de burger. Zij steunden blindelings het bezuinigings- en matigingsbeleid en zijn centrale doelstelling, de teruggang van het overheidstekort. Het hele econo misch leven werd daaraan onder geschikt gemaakt. Heijo, Drees- mann en hun medestanders bleven echter hameren op het aanbeeld van de binnenlandse markt en de den dat met zo'n kracht dat de werkgeversclubs VNO en NCW zich er niet meer tegen kunnen verzetten, zeker niet nu het bezui nigingsbeleid al jaren is volgehou den en de vermogenspositie van menig op het buitenland gericht bedrijf hersteld blijkt. Verdeeldheid Onder dreiging van interne ver deeldheid wordt door werkgevers dus niet langer zuur gedaan over het stimuleren van de binnenland se markt. „We zijn gaan onderken nen dat je die markt niet kunt ver waarlozen", geeft een medewerker van de werkgevers toe. Winkelbe drijven en de middenstand krijgen het immers niet automatisch beter als het de Nederlandse exportin dustrie voor de wind gaat. Dat werd wel beweerd om het oneven redig economisch herstel (de „dua le" economie) te rechtvaardigen. Maar inmiddels is het ook tot de te genstanders van stimulering van de binnenlandse vraag doorgedrongen dat een deel van de winst, die het herstel in bepaalde sectoren ople vert, naar de burgers moet worden doorgesluisd. Pas dan gaat de con sumptie stijgen en komt de binnen landse markt uit de gevarenzone. Tegen die achtergrond pleiten de werkgevers nu ook openlijk voor belastingverlaging voor de werkne mers, maar er zitten wel wat ad dertjes onder het gras. De belas tingverlaging zou moeten dienen om het verschil in netto inkomen te vergroten tussen iemand met een minimum (die op grond daar van aanspraak kan maken op tal van toeslagen), en iemand van ven modaal (die dat niet kan). 1 zou kunnen gebeuren door flinli bezuinigen op zaken als huursul die en studietoelagen. Tevens d len de werkgevers hun werkj mers laten opdraaien voor i flink deel van de premies werkgevers tot nog toe moesten talen. Per saldo houden de werk) mers dan weliswaar nog een vo deeltje over, maar op die man zouden de ondernemingen laP een achterdeur toch ook nog miljard aan. lastenverlichting kunnen binnenhalen. Een aartl< plan, maar gezien het al eertë aangestipte winstherstel is het nel maar de vraag of de politiek e« plan zal omarmen. Bovendien het geen bedrijven die volgend j(ei mei een hokje rood maken, m^j individuele burgers. e ARJEN BROEKHUIZEN "C SUSKE EN WISKE HET DREIGENDE DINGES MAASTRICHT De 74-jari- ge journalist en operakenner Leo Riemens is in de nacht van dinsdag op woensdag in zijn woonplaats Maastricht overleden. Riemens verwierf in de jaren vijftig bekendheid met zijn radioprogramma's over zangkunst en heeft tallo ze artikelen en plaatrecensies op zijn naam staan. Hij werkte ook mee aan een TV-program- ma over lichte muziek, waarin hij deel uitmaakte van een fo rum. Hij publiceerde een boek over Maria Callas, een zan gerslexicon en een werk over opera en was medewerker van de Larousse-encyclopedie, de Winkler Prins en een Italiaan se encyclopedie. Daarnaast was hij jarenlang TV-recen sent van het dagblad De Tele graaf. Riemens behoorde tot de oprichters van de bladen „Luister" en „Disk", waarvan hij ook medewerker was. Hij wordt zaterdag begraven in Maastricht. De 40e Internationale Huishoudbeurs wordt dit jaar een spektakel. Opperste verbazing gaat hand in hand met vertrouwde gezelligheid. China als gastland De Volksrepubliek China presen teert zich met haar cultuur en een keur van produkten. Wij noemen kunstnijverheids- en huishoudelijke artikelen, porcelein en aardewerk, kleden, zijde en natuurlijk levensmiddelen en wijnen. De badkamer- en de keukenshow Nog nooit zag u zoveel inspire rende combinaties en verrassende nouveauté's bij elkaar. Een huis vol van alles waar de doe- het-zelver mee te maken heeft Leerzame demonstraties en toepas- singen van de nieuwste produkten. Vakantievoorpret op z*n best door een uitgebreide presentatie v toerisme en p nen- als buitenland. i produkten uit zowel bin-r( uopde Hixarioudbeixsiwee'' Een overweldigende modeshow van grote modemerken in ons land. Interieur i Voordelige Trein-Toegang-biljetten verkrijgbaar bij vele NS-stations.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1985 | | pagina 4