male Aandacht voor werkomstandig heden laatste jaren sterk toegenomen ZATERDAG 30 MAART 1965 'a tei jmt Rob en Ferdi Bolland, Europese popsterren van formaat. „We hebben nu alles onder controle". XDRBURG Wie kent ze g? Rob en Ferdi Bolland za- militi nog op de middelbare tool in Den Haag toen zij JLjge meisjesharten braken ilijk te* h1111 .Summer of '71". bben jdi is inmiddels 28 en Rob vee/ ii jaar ouder. Muziek maken 'tei're nog steeds hun grootste >r/7ï- %by en broodwinning. Hoe- i°raan r fanclub in eigen land ben di ongeveer tot de familie- en ten, nnissenkring is uitgedund, en ri de Haagse broers in de ejp heft van Europa razend popu- RomeL enlanc' en vijftiteen land als Italië kan Rob, de ypervlfide helft van het duo, bijvoor- terre/jfld niet meer over straat zonder Uingelaagd te worden door een school van gewonden tienermeisjes. Hele- ig: /itftal aan de andere kant van het lome (iropese continent, in het kille eliaatiorwegen, groeide „You're in the terujmy now" van Bolland uit tot een innerin de best verkochte singles uit d$ ha i&itengeschiedenis van dat land. In zofiekenland, Finland en Denemar- wel sn bereikte hetzelfde nummer de ?en rste plaats van de hitparade. Top e/ste. "noteringen werden er voor Bol- land uit Holland ook genoteerd in Zwitserland, Oostenrijk, Zuid-Afri- ka en Australië. Hun nieuwste el pee „Silent Partners" wordt over enkele weken door A M', een van de voornaamste platenmaatschap pijen in de wereld, uitgebracht in Amerika, Engeland en Japan. Ondanks dat imponerende interna tionale succes, opereert Bolland in eigen land al jaren in volstrekte anonimiteit. Dit is typerend genoeg ook pas het eerste „thuis-inter- view" dat Rob en Ferdi geven naar aanleiding van hun voortreffelijke nieuwe elpee „Silent Partners", die -uim een maand geleden volstrekt mopgemerkt op de Nederlandse narkt werd uitgebracht. Gerugge- aeund door het internationale suc ces kan Rob het zich veroorloven zch niet langer druk te maken orer het gebrek aan respons in ei- g«n land. „Ik weet ook niet waar d;t aan ligt. We zijn gestopt met hi zoeken naar motieven". Songfestival Neierland maakte in 1972 kennis met het muzikale talent van de twe? Haagse broertjes. Al direct met hun eerste single (Summer of '71) bereikten zij in mei van dat jaar een 19e plaats in de Top-40. Daarna volgden nog vele hits als „Wait for the Sun". „Mexico I can't say Goodbye", „The last Apache". „Spaceman" was de eerste 45-toe- ren plaat die-ze zelf produceerden. Rob: „Dat werd gelukkig ook een hit". Vanaf dat moment zit het am bitieuze zangduo bij elke gelegen heid dat het in een studio vertoeft, zelf achter de knoppen om de idea le „sound" te bepalen. Aan het eind van de jaren zeventig traden zij als producers in vaste dienst bij een platenmaatschappij en bleef er steeds minder tijd over voor hun eigen carrière. Terwijl ze uit de frontlinie van de belangstel ling verdwenen, bleven Rob en Ferdi achter de schermen actief als hitleveranciers voor Tiffany. Lies- beth List en Ramses Shaffy en na tuurlijk Sandra, de echtgenote van Ferdi. Zij vertegenwoordigde Ne derland meermalen op het Eurovi sie Songfestival. De laatste keer was dat met „Colorado", een num mer uit de koker van de heren Bol- Minder scheutig gelegd. In dat jaar besloten Rob en Ferdi hun eigen produktiemaat- maatschappijen durven steeds min der risico's te nemen. Als je een idee hebt, dan moet daar over ver gaderd worden. Er worden dan al lerlei mensen bij betrokken om de verantwoordelijkheid te kunnen verdelen in het geval dat het mis gaat. Iedereen is bang voor z'n po sitie. Zonder dat er iets is gebeurd ben je dan drie maanden verder. Van het oorsponkelijke idee is dan meestal al niets meer over". Rob en Ferdi zijn nu eigen baas. Het betekent wel dat ze zowel de produktiekosten als de financiële risicos die daaraan verbonden zijn, geheel voor eigen rekening nemen. Rob: „Platenmaatschappijen zijn minder scheutig met geld. Wij beta len de produktie zelf en bieden dus een kant en klaar produkt aan. Soms krijgen we dan een voorschot en als dat niet zo is, spreken we af dat we meer geld aan royalties krij gen". Langlopende contracten wor den er niet afgesloten. „We kiezen elke keer opnieuw voor de maat schappij die het meest enthousiast is. Enorm arbeidsintensief, dat wèl", erkent Rob. Alle belangrijke Foto: (Milan Konvalinka) muziekbeurzen moeten worden af gelopen om contacten te onderhou den en de laatste produkties te slij ten. Zo had het laatste bezoek aan de MIDEM-beurs tot gevolg dat een single van ..Play it again Sam" (een nieuwe Bolland-ontdekking) nu in zestien landen wordt uitgebracht. Rob: „We hebben nu alles onder controle. Van het begin tot het eind. Het gaat beter dan ooit". Domino Theory Door de oprichting van hun eigen F.F.R. Productions werd het ook mogelijk om het voor Nederlandse begrippen nogal pretentieuze Do mino Theory-project ten uitvoer te brengen. Rob: „Het idee voor een elpee met de oorlog als centraal thema ontstond nadat we de film „Apocalypse now" hadden gezien. Lang niet iedereen zag dat zitten. De gedachte van een concept-elpee werd achterhaald genoemd en songs over Vietnam konden al he lemaal niet meer!". Wie er tegen alle weerstand in wel in geloofde was Frits Hirschland „Met z'n drieën hebben we het hele project gefinancierd". Bolland Bolland heette voortaan gewoon Bolland. Het was het begin van een vrucht bare internationale carrière. Het succes begon in Finland en breidde zich vervolgens via Noorwegen en Denemarken uit naar de rest van Europa en zelfs naar landen buiten het continent. De Domino Theory van Rob en Ferdi werd met die fa segewijze verovering letterlijk in praktijk gebracht. Dat alleen Nederland Oostindisch doof bleef voor het nieuwe geluid van Bolland, heeft misschien te maken met hun „besmette" verle den. Ferdi: „Vroeger maakten we nogal dromerige, akoestische mu ziek". Het imago van de zoetge vooisde troubadoers blijft hen ach tervolgen, zoals de schim van Swie- bertje de acteur Joop Doderer. Ongelijke strijd „In het buitenland dragen we die last niet met ons mee. Daar kennen ze ons alleen van de laatste twee el pees die veel steviger en elektroni- scher klinken dan ons vroegere werk". Had Bolland het alleen van de platenverkoop in Nederland moeten hebben, dan had de toe komst er somber uitgezien. Van „Silent Partners" zijn in de lage landen tot nu toe amper achtdui zend exemplaren verkocht Op geen stukken na voldoende om de produktiekosten Ferdi schat die op zestig tot zeventigduizend gul den er uit te halen. Daarnaast trokken de broers 105.000 gulden uit voor het maken van twee on dersteunende videoclips. Een enor me investering die echter verbleekt bij de budgetten die buitenlandse artiesten als Michael Jackson en Duran Duran tot hun beschikking hebben. „Daar kunnen we ons nooit mee meten", erkent Ferdi. Toch is hij van mening dat je voor dé beoordeling van nationale en in ternationale plaatprodukten van wege die ongelijke strijd geen ver schillende maatstaven moet aanleg gen Ferdi: „Je moet de stnjd met net buitenland juist aanbinden. Als je die uit de weg gaat en klaagt over een gebrek aan geld en facili teiten. dan wordt het niveau van het Nederlands produkt alleen maar nog minder". Rob voegt daar aan toe, dat ze in die competitie met bijvoorbeeld Engelse en Ame rikaanse plaatprodukties nog een achterstand hebben weg te werken. „Ik ben de eerste om toe te geven dat wij nog lang niet zo ver zijn als bijvoorbeeld Hall Se Oates. We heb ben nog veel te leren". NICO MOKVELD ra n hei ie aandacht voor het "^trbeteren van werk en ^Werkomstandigheden is de latste jaren sterk ["^legenomen. Kinderarbeid, zw/erkdagen van veertien uur sof dj, een zevendaagse -IiIJerkweek komen in fzen federland niet meer voor. 'ordjVe\ zaken als awaaislechthorendheid, n So^rvei,ngj sieuri n /o/iverbelasting, stress, giftige Stoffen en dergelijke. •technologische idternieuwini siadternieuwingen en ^Automatisering hebben geleid nog iOt andere ast iroduktieprocessen en x reranderende opvattingen iver arbeid. Vooral nu de ^Arbeidsomstandighedenwet fan 1 januari 1983 stap voor ■tap wordt ingevoerd, wordt (e ir steeds meer gedaan om het er. verk op de mens af te A'Jjtemmen en te zorgen voor ■an ;en veilige, gezonde en wettige werkomgeving. numanisering van arbeid is i debij veel bedrijven onderdeel ,te Van het ondernemingsbeleid ir) igeworden. Omdat lang niet ""•elk bedrijf onmiddellijk weet "Wat er schort aan de 1 ^omstandigheden waaronder ^"zijn werknemers werken, ■n nkomt er veel onderzoek aan "te pas om de knelpunten te suwvinden. Het Bureau Humanisering van Arbeid btoTNO in Leiden is gespecialiseerd in het ^(coördineren van dit soort «onderzoeken. „Mensen die te «maken hebben met ^arbeidsomstandigheden sdiweten ons echt wel te vinden", zegt ir. C. K. Pasmooij, hoofd van dit bureau. Ir. C. Pasnooij: „Mensen die te maken htbben met arbeidsom- standighecen weten ons wel te vinden". LEIDEN ,We worden steeds va ker geconfronteerd met bijver schijnselen ei effecten van werk en werkomstmdigheden. We leven nu eenmaal ii een heel andere tijd dan vroeger. Vlaar één ding is wel al duidelijk: gezonde bedrijven voe ren vaak zowd een goed bedrijfse conomisch als een goed sociaal be leid. Blijkbaar gaat dat hand in hand". Aan het woord is ir. C. K. Pasmooij, hoofd van het Bureau Humanise ring van Arbeic, een van de TNO- instituten die adief zijn op allerlei gebieden binnen het arbeidsproces. Of het nu om liwaai, giftige stof fen, straling of aidere fysische en chemische arbeiisomstandigheden gaat of om een verkeerde werk houding, slechte verlichting, fout meubilair of ingevikkelde compu tersystemen, alles wat bedrijfsrisi co's meebrengt, arbeidsbelasting, stress, ziekteverzum en dergelijke kan worden ondezocht. Van dé verschillende insttuten fungeert het Bureau Humansering van Ar beid als centrale ngang voor de buitenwereld. Dit bireau, gevestigd in Leiden, heeft sirds zijn oprich ting in 1979 al talloie onderzoeken opgezet in gebieden die in ontwik keling zijn. „Het hetft tot veel ini tiatieven geleid die zinder ons niet tot stand zouden zijn jekomen", be vestigt Pasmooij. Het bureau bun delt de activiteiten biinen TNO en BUREAU HUMANISERING VAN ARBEID TNO: verbetert daardoor de kwaliteit van de diverse onderzoeken. In totaal gaat het om een gigantisch onder zoeksveld, waarmee een bedrag van zo'n dertig miljoen gulden ge moeid is. Het werk wordt mede ge subsidieerd door het ministerie van sociale zaken. Een belangrijke stress-factor, zo bleek de afgelopen jaren, is lawaai. Lawaaidoofheid is in de industrie, maar ook daarbuiten, een heel her kenbaar probleem voor veel men sen. De aandacht voor geluid en de effecten daarvan op de volksge zondheid neemt nog jaarlijks toe. In Leiden, Delft en Soesterberg zijn verschillende instituten, die al lemaal onder TNO vallen, op dit gebied werkzaam, allemaal vanuit hun eigen invalshoek. Zo houdt de Technisch Physische Dienst TNO- TH in Delft zich vooral bezig met lawaaibestrijding, terwijl het Ne derlands Instituut voor Preventie ve Gezondheidszorg in Leiden vooral let op het voorkomen van gehoorschade door lawaai. In Soes terberg kijkt men weer hoofdzake lijk naar de akoestiek en de spraak- verstaanbaarheid in bedrijven. Tien jaar geleden bleek namelijk al uit een onderzoek van TNO dat een op de drie werknemers in fa brieken en werkplaatsen op latere leeftijd min of meer ernstige last heeft van lawaaidoofheid. Deze vorm van doofheid komt door be schadigingen in het oor en kan niet worden genezen. Ook een gehoor apparaat is bij deze vorm van doof heid nutteloos. Bedrijven, instellin gen en de overheid met werkplek ken waar te veel lawaai werd ge produceerd, werden onder de loupe genomen. Persoonlijke bescher mingsmiddelen bleken ohvoldoen- de oplossing te bieden; de zoge naamde „stille technologie" deed zijn intrede. Andere werkmetho den, machines die minder geluid produceren, een afgeschermde werkplek en een verbeterde akoe stiek van de werkruimte bleken betere oplossingen. Mensvriendelijker Een praktijkvoorbeeld. Van een bedrijf kwam de klacht: we hebben zoveel ziekteverzuim. Pasmooij: „Met zo'n vraag moet je de arbeids omstandigheden als geheel bekij ken. Het ging om een bedrijf in de chemische industrie. We ontdekten al vrij snel dat ziekteverzuim er niet het enige probleem was. Er heerste grote onrust en het verloop was groot. Na een grondige analyse bleek dat het management geen so ciaal beleid voerde, maar uitslui tend keek naar de technische kant van de zaak. We hebben toen con crete suggesties en verbeteringen aangedragen voor een mensvrien delijker aanpak. Vaak ga je dan met zo'n bedrijf in discussie over de haalbaarheid van onze adviezen op korte en langere termijn. Het be hoort namelijk ook tot onze taak onze oplossingen uit te dragen naar de individuele werknemers en on dernemingsraden". Een ander bekend voorbeeld is het vooronderzoek naar de effecten van het werken met beeldscher men geweest, dat in januari werd afgerond Een uitgebreide litera tuurstudie resulteerde toen in een boek. „Gezondheid en welbevinden bij het werken met beeldscher men". Dit was een van de talloze onderzoeken die niet door één in stituut kunnen worden verricht, maar waaraan twee instellingen ja renlang hebben gewerkt. „Veel van deze onderzoekenlegt Pasmoor uit, „zijn inventariserend. Wii pro beren erachter te komen hoe het in een bepaald bedrijf is gesteld Daarna doen wij voorstellen om de knelpunten te verbeteren. Dat heb ben we gedaan bii het scheepson derhoud. bij de vleesverwerkende industrie en bij de meubelindustrie. Binnenkort start een dergelijk on derzoek in de schoenenindustrie. We letten daarbij vooral op fysi sche factoren zoals lawaai, ae che mische arbeidshygicne en de taak inhoud, maar ook op de werkbelas ting. Vooral werk waarbij dezelfde zoals lopende-bandwerk enorm geestdodend zijn Verder loopt er momenteel bijvoorbeeld een uitgebreid onderzoek naar het vraagstuk van de metaalbewer kingsvloeistoffen in de metaalbe werkingsindustrie Het vermoeden bestaat dat deze vloeistof bepaalde componenten bevat die van grote invloed kunnen zijn op de gezond heid. We gaan na hoe de blootstel ling via de huid of de ademhaling verloopt en wat daarvan de gevol gen zijn voor de gezondheid. Dit is een onderzoek op aanvraag van de overheid, waar niet minder dan vijf instituten bij betrokken zijn Zo'n onderzoek vergt jaren en kost tonnen, omdat het complex is en diepgaand moet gebeuren". Een ander belangrijk gebied is technologie en arbeid Allerlei nieuwe technieken hebben effect op de arbeidssituatie en op de kwa liteit van het werk Automatisering op kantoren, proces-automatisering in complexe produktiesystemen. robot-toepassingen en door een computer gestuurde processen; veel is nog onduidelijk over de conse quenties die dit allemaal heeft op het werk en het welbevinden van de mens. Enerzijds vergemakke lijkt en veraangenaamt het 't werk op eenzame of vervelende plaatsen Allerlei nieuwe technieken hebben effect op de arbeidssituatie en op de kweliteit van het werk. Maar in de assemblage-industrie bijvoorbeeld kan het tot gevolg hebben dat de mens bijna zelf als robot tussen de robots moet wer ken. Daar kan het beter zijn de tempodwang weg te nemen door de montagelijn aan te passen en buf fers in de lijn aan te brengen. Door roulatie van da mensen over ver schillende plekken kunnen de on gunstige effecten van het werk worden verminderd. Pasmooij heeft als wetenschappe lijk onderzoeker speciale belang stelling voor mens-machine-syste men en automatiseringsvraagstuk ken „Bij automatisering gaat men zich over het algemeen te buiten aan algemene uitspraken", is zijn ervaring, „terwijl automatisering in heel veel verschillende verschij ningsvormen voorkomt. Wij bekij ken per verschijningsvorm wat de effecten zijn en of dit wel of niet goed voor de mens is. Dat is de gro te kracht van TNO met zijn 35 in stituten. Wij hebben zowel de tech- nu k in huis. als de sociale en medi sche wetenschap". Het bureau Humanisering van Ar beid coördineert zo tientallen on derzoeken per jaar Steeds gespitst op een geïntegreerde aanpak zodat het bedrijf geholpen wordt om opti maal te functioneren, maar daar naast het werk voor de werknemer prettig en veilig blijft. CORRY VIS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1985 | | pagina 21