nnalë
dn
„We zullen in
de toekomst
geen kinderen
meer hebben"
1
rif
iu
ZATERDAG 30 MAAI
I
Een modern medium als televisie roept emoties op die haaks staan op
de effecten die het boek teweegbrengt en waardoor bij het kind de na
druk op andere karaktereigenschappen wordt gelegd dan in de boe-
kencultuur: de neiging tot directe behoeftenbevrediging in plaats van
uitstel daarvan en een meer emotioneel dan rationeel handelen.
Kinderen vertederen ons
volwassenen. Ze zijn nog zo naïef
en ze moeten nog zo veel leren.
De wereld van het kind
onderscheidt zich wezenlijk van
de wereld van de volwassene. We
zijn eraan gewend. Dit dubbele
beeld is zelfs zo normaal
geworden, dat wij het begrip
,,kind" als een biologisch gegeven
zien. Het zal voor de meeste
mensen schokkend zijn te horen,
dat het kind in de zin die wij
eraan geven (met de nodige
verzorging en bescherming)
slechts een paar honderd jaar oud
is. Wanneer wij praten over
„kinderen" als maatschappelijke
groep in de ruimste zin van het
woord, dan dateert het begrip
van zo'n honderdvijftig jaar
geleden. Het kind is in
tegenstelling tot de zuigeling een
sociale schepping en geen
natuurlijke noodzaak. Als iets op
deze creatie van invloed is
geweest, is dat de uitvinding van
de boekdrukkunst die zo'n zes
eeuwen geleden het tijdperk van
de renaissance inluidde, het
eerste stadium van de industriële
samenleving.
Het is zelfs de vraag, of de
middeleeuwen zonder gedrukte
teksten die op grote schaal
verspreid konden worden, wel zo
snel in ontbinding zouden zijn
geraakt. Een zo omvangrijke
volksbeweging als de reformatie
is ondenkbaar zonder de
revolutionaire uitbreiding van de
communicatie die het boek
teweeg heeft gebracht. In de
middeleeuwen, waar de kunst
van het lezen en schrijven
voornamelijk slechts door een
beperkte en geïsoleerde kaste
binnen de kerk werd beheerst,
was de dagelijkse wereld van
kinderen en volwassenen één.
Beide begrippen bestonden dus
helemaal niet.
Nu is deze wijsheid niet nieuw.
In tal van sociaal
wetenschappelijke onderzoeken
is deze ontwikkeling aan het licht
gebracht. De Amerikaanse
media-deskundige Neil Postman,
die onder meer de invloed van
media op de omgeving
bestudeert, gaat diep in op deze
doorslaggevende betekenis van
de boekdrukkunst, maar tevens
komt hij met een verrassend
perspectief voor de toekomst: het
kind zal door de opmars van niets
verhullende elektronische media
van het toneel verdwijnen. De
titel van zijn nieuwste boek luidt
dan ook „Het verdwijnende
kind".
Neil Postman (53 jaar) is docent
aan de University of New York en
heeft vooral geschreven over op
voeding en betekenisleer. Voor zijn
werk over dat laatste onderwerp
ontving hij de Earl Kelly Award,
een soort Amerikaanse P. C. Hooft-
prijs voor wetenschappelijke publi-
katies. Postman is geen onbekende
in Europa. Het afgelopen jaar open
de hij de Frankfurter Buchmesse
met een rede over zijn geliefde stu
die-object, de relatie tussen media
en omgeving. In februari zou hij
Europa (en ook Nederland) bezoe
ken, maar daarover werd niets
In Postmans nieuwste boek komen
de lijnen van betekenisleer, opvoe
ding en media-invloed bij elkaar.
Hij kiest daarbij voor een lange-ter-
mijn-benadering: de historische
ontwikkeling van „het kind" sedert
de middeleeuwen tot in onze tijd.
Daaruit pakt hij twee revolutionai
re momenten: de introductie van
de boekdrukkunst en die van de
elektronica (te beginnen bij de uit
vinding van de telegraaf in de vo
rige eeuw) en de effecten daarvan
op de maatschappelijke realiteit. De
eerste uitvinding had het ontstaan
van het kind als aparte sociale cate
gorie tot gevolg, de tweede zal die
categorie weer opheffen. Dat Post
man die laatste ontwikkeling af
wijst, maakt hij door het hele boek
heen bij herhaling en bijna tot ver
velens toe duidelijk. Zijn beschou
wing over dit onderwerp is daaren
tegen helder en lezenswaardig.
Gesproken woord
In de middeleeuwen was de jonge
mens al rond het zevende jaar vol
wassen. omdat hij of zij ongeveer
op die leeftijd de taal beheerste.
Het informatiemilieu van de mid
deleeuwer bestond uit het gespro
ken woord. Op het moment dat het
kind zich dat eigen had gemaakt,
was het onmiddellijk volwassen.
Daarom bepaalde de kerk in die
tijd, dat men op zevenjarige leeftijd
het verschil tussen goed en kwaad
behoorde te kennen. Het „kind"
kon op die norm vanaf dat ogen
blik worden aangesproken en bij
overtreding onderging het de straf
fen die voor alle mensen golden.
Tussen „volwassenen" en „kinde
ren" bestonden verder geen maat
schappelijke grenzen. De ouderen
hadden geen geheimen die ontdekt
moesten worden om tot het rijk der
„grote mensen" gerekend te kun
nen worden. Er was geen schaam
tegevoel, zoals wij dat kennen.
Over een onderwerp als sexualiteit
bestond in onze ogen een ongeken
de openheid en er waren geen in
stellingen die volwassenen en kin
deren gescheiden hielden.
De boekdrukkunst heeft die geslo
ten wereld sinds de veertiende
eeuw opengebroken en een kinder
cultuur voortgebracht. Geletterd-
zijn (de beheersing van de lees- en
schrijfkunst) werd een noodzakelij
ke voorwaarde voor de volwassen
heid. Het kind moest eerst vorming
ondergaan en werd van miniatuur-
volwassene geleidelijk „ongevorm
de volwassene". School en gezin
werden het typische opvoedingsin
stituut van de kindertijd; kinderen
moesten aan de hand van de vol
wassene met vallen en opstaan in
de voetklemmen en angels van de
grote-mensenwereld worden inge
wijd. De belangrijkste kenmerken
die wij sinds een paar eeuwen aan
volwassenheid toekennen, zijn het
gevolg of een uitbreiding van de ei
sen die een volledig geletterde cul
tuur stelt:
- het vermogen tot zelfbeheersing
en tot uitstel van onmiddellijke be
hoeftenbevrediging;
- een hoog ontwikkelde bekwaam
heid tot logisch en geordend den
ken en met begrippen te werken;
- een bijzondere belangstelling voor
historische continuïteit en voor de
toekomst;
- grote eerbied voor redelijkheid en
rangorde.
Kinderen gingen zich mettertijd in
"kleding, taalgebruik en gedrag van
volwassenen onderscheiden. Kern-
zaken in het denken en beleven
van de volwassene werden voor
hen op jonge leeftijd en vaak zelfs
Lezen op de bank thui9 in een sfeer van rust en concentratie: een
beeld, dat bezig is uit te sterven.
Amerikaan
Neil
Postman
voorspelt
meer
jeugd-
ellende
4m s»
M
Kinderen zullen
niet langer aan
de hand van
volwassenen
met vallen en
opstaan worden
ingevoerd inde
voetangels en
'klemmen van de
grote
mensenwereld.
FOTO: CHARLES BELS
tot ver in de puberteit taboe, zoals
sexualiteit, oorlog, dood, haat, nijd
en liefde. Het kind moest die ele
menten geduldig door „schade en
schande" via een jarenlang leer- en
ervaringsproces voor zichzelf bloot
leggen, als het al zover kwam.
Maar in onze tijd, zegt Postman,
^rukken de elektronische media
met de t.v. voorop deze gelet
terde vorming en de resultaten er
van naar de achtergrond. De tele
grafie heeft de „nieuwsindustrie"
geschapen die links en rechts on
controleerbare informatie de we
reld in slingert, waarvoor niemand
meer verantwoordelijk is. Radio en
vooral t.v zetten die trend onver
droten voort. Ooit voor kinderen
verboden thema's worden met wis
selende inhoud en in vele vormen
aan de lopende band op de buis ge
presenteerd. Peuters en zelfs baby's
hebben toegang tot de beelden. Ze
hoeven er niets voor te leren en ze
hoeven er niets voor te doen. Dat is
het grote verschil met leren lezen
en schrijven, want het kost veel
zelfopoffering en zelfbeheersing
om je die vaardigheden eigen te
maken.
Massatheater
Dus, redeneert Postman terecht, er
is een elektronische en optische re
volutie gaande, die een felle aanval
op taal en geletterdheid uitvoert: de
wereld van beperkte en in fasen
opgebouwde informatie gaat over
in een wereld van directe, massaal
geproduceerde beelden, die elkaar
snel opvolgen en die geen regels
van bewijskracht en logica nodig
hebben om ze te kunnen volgen.
De t.v. wordt het Theater van de
Massa, dat alles onthult wat men
zich in de boekenbeschaving met
bloed, zweet en tranen moest toe
eigenen. Beelden doden nieuwsgie
righeid en verwondering bij het
kind en stellen er leegheid, een
zaamheid en cynisme voor in de
plaats. De invloed van onderwijs en
gezin op het kind neemt ziendero
gen af en de „opvoeding" wordt
door onpersoonlijke media overge
nomen. Postman voert veel maat
schappelijke jeugdellende hierop
terug: criminaliteit, topsport (turn
sters!), ongewenste zwangerschap
onder tieners, alcohol- en drugmis
bruik, geslachtsziekten.
Herkenning
Uit dezè ontwikkeling concludeert
Postman, dat kinderen weer direct
volwassen zullen worden en dat
daardoor het begrip „kind" en
daarmee de sociale groep van kin
deren langzaam maar zeker uit het
maatschappelijke leven zal ver
dwijnen. En daarmee verdwijnt ui
teraard tegelijk „de volwassene".
Hij werkt dit thema nog verder uit
in theoretische veronderstellingen,
die hij met hele pagina's voorbeel
den onderbouwt. Zijn gegevens zijn
weliswaar vooral op de werkelijk
heid van de Amerikaanse maat
schappij gebaseerd, maar toch zit
ten er zoveel herkenningspunten
in, dat wij ons aardig in zijn voor
stelling kunnen vinden.
Postman trekt een lijn vol triest
heid en pessimisme, omdat hij
voorspelt dat deze funeste ontwik
keling niet teruggedraaid zal kun
nen worden. Hij werpt zich als
hartstochtelijk verdediger van de
beschaving op, waardoor zijn ana
lyse op een gegeven moment in
koffiedik-kijken overgaat. Dan
ontaardt het betoog in belangwek
kende, maar onzekere toekomst
beelden, die te snel als „feiten"
worden gepresenteerd. Hij onder
kent het verval van de industriële
samenleving en de daarbij beho
rende cultuur wel, maar hij ziet
niet dat er zich een andere maat
schappij begint af te tekenen. Als je
zijn boek leest, denk je' we staan
aan de rand van een nieuw tijd-
ioderne media brengen e:
de
„boekencultuur" onderdrukt moes
ten worden. Postman stelt dat ook
vast, maar blijft dan steken in een
klaagzang over de ongewenste ge
volgen daarvan. Hij verzuimt de
voor de hand liggende conclusie te
trekken, dat deze steeds verder op
dringende media onvermijdelijk tot
de vorming van een andere mense
lijke karakterstructuur bijdragen.
Daarin treden gevoelens sterk op
de voorgrond en worden driften
geactiveerd. Daarin zal ook een an
dere verhouding tussen gevoel en
verstand ontstaan dan het monopo
lie van het boek bij de industriële
mens heeft veroorzaakt. Wij zien
de eerste tekenen daarvan nu al bij
de kinderen optreden, maar zij le
ven in een tijd waarin het „gelet
terde" karakter nog de boventoon
voert. Dat nieuwe karakter bevindt
zich nog in het embryonale sta
dium en vertoont alle kenmerken
van onevenwichtigheid die daaraan
verbonden zijn.
Geen kanalisering
Nu brengen kinderen die emoties
noodgedwongen zonder leiding en
dus zonder „kanalisering" tot ui
ting, omdat de volwassenen hun
daarbij niet tot voorbeeld kunnen
dienen, laat staan kunnen helpen.
Corrigeren betekent dan in de tra
ditie van de boekencultuur: wegla
ten van die emoties, maar dat kén
in deze tijd van t.v., video en com
puterspelletjes eenvoudig niet
meer. Daaruit volgt, dat het kind in
een emotie-vijandige wereld gefor
ceerd en afbrekend lucht geeft aan
de opgeroepen impulsen. De resul
taten daarvan zijn schokkend en
beangstigend, zoals we allen lang
zamerhand wel weten.
Kinderen vallen nu buiten het door
volwassenen gedicteerde patroon,
dat vóór de overheersing van de
media tot stanc) is gekomen. Ze
worden outsider, buiten de kaders
van gezin en school, die dat pa
troon belichamen en daaraan vorm
moeten geven. Zij vragen om stu
ring van hun meer naar buiten ge
keerde driften, niet om ontkenning
daarvan. De enorme stijging van
het zelfmoordcijfer onder jongeren
wijst duidelijk in de richting van
gevoelsoverheersing: ik word niet
begrepen, ik word niet aangevoeld,
ik hoor er niet bij.
Emotieloos
In de volgende generatie is het in
de lijn van deze ontwikkeling
waarschijnlijk, dat de verstandelij
ke, „emotieloze" volwassene weer
wat meer kindertrekken krijgt,
waarin gevoel, een bepaalde dosis
van wat wij nu „primitiviteit" noe
men, in ruimere mate aanwezig is.
In die zin is het aannemelijk, dat
de door Postman geschetste schei
ding tussen volwassenen en kinde
ren gaat vervagen en misschien
zelfs wel helemaal gaat verdwij
nen. Maar dat antwoord is niet op
wetenschappelijk exacte wijze te
geven.
Natuurlijk heeft de bewuste mens
altijd de rede nodig om emoties en
driften überhaupt in banen te lei
den. De volwassene uit de traditie
van de boekencultuur vertrouwt
echter niet op eigen gevoelens en
intuïtie, maar op de stem van ken
nis uit het (academische) boek.
Sinds de Verlichting hebben we
tenschap en deskundigheid deze ei
genschappen naar de marge van de
ondergesneeuwde volkscultuur ge
drongen. Ze hebben tegelijkertijd
de karaktertrekken uit Postmans
definitie tot leidende bouwstenen
van de volwassenheid gemaakt.
Elke gevestigde cultuur verleent
haar eigen waarden en normen
eeuwigheidswaarde. Dat is nooit
anders geweest. Vanuit dat per
spectief is elke ingrijpende veran
dering slecht, ongewenst en ver
derfelijk. Dat is de positie van de
wetenschapsman Neil Postman,
maar de geschiedenis stoort zich
daar niet aan.
Nieuwe realiteit
De maatschappelijke tendensen die
Postman blootlegt, wijzen op de
vorming van een nieuwe technolo
gische werkelijkheid, waarin de
wereld van de „jonge" volwassene
en die van het „volwassen" kind in
elkaar schuiven en waardoor zij el
kaar misschien weer beter leren
begrijpen en verstaan, ^aar elke
periode tussen twee op elkaar bot
sende tijdperken kent haar onge
controleerde uitbarstingen van
wanhoop en destructie, hoe afschu
welijk dat ook is als je er midden in
zit. Het is echter onjuist om die uit
barstingen tot het wezen van de
komende tijdgeest te „promove
ren", zo logisch zit de geschiedenis
niet in elkaar.
Het industriële tijdperk brengt on
gepland krachten voort, waaraan
het zelf te gronde gaat en waaruit
een nieuw tijdperk en een ander
type mens groeien: de technologi
sche periode en de „massamedia
mens", die andere eigenschappen
en behoeften zullen hebben Zo
verging het de middeleeuwen zes
eeuwen geleden ook. Ook toen za
gen schriftgeleerden, kerkleiders
en andere feodale machthebbers de
wereld in geweld en bloed ten on
der gaan. Ten onrechte, zoals wij
als twintigste-eeuwers weten.
HANS WOLF
„Allesoldatei
weg uit Rome
■M
lel
ttUs
ROMEIn Rome wordt c
laatste tijd veel gepraat ov\
de „crisis van Rome", oveA
malidiRoma", dekwaleË
van de stad. Maar het oudq
Rome heeft het op dit
moment dan ook erg moeil
De smerigheid op straat, h\
onmogelijke verkeer, het j
gebrek aan groen, de chad
het openbare vervoer, het\
lawaaien het
parkeerprobleem zijn uit
enquête naar voren gekon
als de „mali waarvan de 4
miljoen Romeinen het me
te lijden hebben.
Italianen zijn vindingrijk, en,
weinigen hebben zelf dus al I
een oplossing voor de
moeilijkheden bedacht. Als dt
meest drastische oplossing is
voorgesteld de paus en zijn
Vaticaan uit de stad te
verwijderen. De paus moet wi m
en met hem de miljoenen 1
pelgrims die op rooms-katholi, 1
hoogtijdagen het openbare lev,
van de stad volledig lam leggt
Maar kan Rome zonder paus
bestaan? Dankt de stad niet hi.
spreekwoordelijke eeuwigheid
aan de aanwezigheid van diet
van de wereldkerk en Petrus'
opvolger? Deze oplossing was
niet serieus.
Nou, dan halen we de hoofdst
weg uit Rome, zo hebben enk
„intellectuelen" voorgesteld.
Rome zonder zijn ministeries,
zonder zijn duizenden
ambtenaren zou weer voldoen
ruimte hebben voor de
particuliere sector, die de stad
haar vitaliteit moet teruggevei
Maar welke stad geeft in
vredestijd haar hoofdstedelijke
status zomaar prijs? Daar zal t
eerst om gevochten moeten
worden. Trouwens, Rome zont
ambtenaren is wellicht nog
mogelijk, maar Rome zonder
ambtenarenmentaliteit is K)K.
ondenkbaar. g? R'
Een beter voorstel is de miliU\ nc
installaties uit Rome te j00l
verwijderen. De „verdi", de
groenen, zijn met dit plan koff®
aanzetten, en waarschijnlijk ter111
hun eigen verbazing hebben »dl l
(bij het publiek althans) veel li jaa
bijval gekregen. De militaire nog
presentie in Rome is enorm, «bby
hoeft helemaal geen groenej
pacifist te zijn om je daaraan r
storen. De toeristen hebben dionë
wellicht niet zo in de gaten, nnis
degenen die hier wonen en ri dt
werken des te meer. Neem hc^ V£
oppervlak van dat grote Romeu
park dat ook iedere buitenlanc
kent, de Villa Borghese, en
vermenigvuldig dat met vijftienen
dan krijg je het totale oppervlfide
van alle kazernes, oefenterreinld n
en andere militaire instellingep&ëd
binnen de stadsgrenzen van gewo
Rome. Nog een aanwijzing: he^l a,
historisch centrum van Rome frope
gelegen is tussen de Aureliaartorwi
Muren) is 1.500 ha groot, ferwlmy i
het militaire oppervlak binnerfi de
stad Rome alleen al 1.000 ha is.*teng
„Hoofdstad van de Vrede", zofieke
ze in het Vaticaan Rome wel dn be
betitelen, is dus in feite een rste
militair bolwerk van jewelste.'nott
Rome heeft reusachtige kazert^ggg
midden in de stad. Aan de Vil
delle Milizie (niet ver van hef'G
Vaticaan) bijvoorbeeld moet
halve divisie luchtmacht zitten
Een paar straten verder zittenIpK
Marina Militare en een latst
commando van de Ca ra bin i
stadskern telt alleen al 41 van> o
soort militaire complexen, zw£Brk
ommuurd en bewaakt, alsof dtg(
vijand elk ogenblik voor de pc
kan staan. „Zona militare-Linf&fK
invalicabile" staat er te lezen (ed€
vertrouwd zijn geraakt. 1WR
Het militaire karakter van Rotgpy
komt nog opvallender tot
uitdrukkling in de ring van /offV6r
rond de vroegere kern van detoff
stad, langs de oude ju-l
toegangswegen. De forten, zest
in het totaal, moesten de stad tem
aan de laatste eeuwwisseling) .^q
beschermen tegen de „barbare
De meeste forten zijn nu nog P* 2
gebruik en vormen een vast >rod
onderdeel van de Italiaanse
militaire traditie.
Volgens de laatste )Vei
bestemmingsplannen moeten Vb
deze forten en kazernes wijkei
voor parken en andere '3H
instellingen van publieke
dienstverlening. Maar de
militairen hebben de oudste 'r s'
rechten. Ze waren er eerder. fJQT
Trouwens, hun verhuizing U'tjlgn
Rome zou meer geld kosten di
bezuinigend Defensie nu kan H?n
opbrengen. jrel
Wanneer die militaire boIwer^T
ooit worden ontmanteld en
opgeruimd, dan pas krijgen debij 1
stadsplanners echt de ruimte
een Rome te scheppen dat
leefbaar (en dus begaanbaar
met meer ruimte voor wegen,
parkeerplaatsen, voor groen elf
andere
gemeenschapsvoorzieningen diOITL
nu allemaal moeten ontbreken
omdat de stad te klein is.
De plannen om de militairen /iKOr
het „platteland" rond Rome tejg j
laten verhuizen zijn al eens
eerder gelanceerd. Zonder sucr^*
De militaire bastions in de Hu
„heilige stad" blijken onwnkbimxi
Er zijn er zelfs die zich hebbel
afgevraagd wat al die g£S
tienduizenden soldaten buiten
de „campagna" moeten zoeken
ze geen dienst hebben. Wel,
Rome hoeven ze maar de straijna
over te steken voor bar, bioeCHL-l
en dancing. Verhuizing van de
militairen naar buiten de stad AVÊ
dus ook cultureel niet yjj-
verantwoord zijn. p
CEES MANDERS
bu