il&üLMJa
fiin meer en meer object
in vrije-tijdsbesteding
Tuinieren een kunst
Regen deert tuinstoel en
ook de kussens niet meer
DONDERDAG21 MAAKT 1985 PAGINAS
gesproken voorkeuren voor bepaalde manieren van tuin-
zijn de laatste jaren verdwenen. Er zijn perioden geweest
f op dit gebied sterke stromingen merkbaar waren. Zo heeft
Edetuin een bloeiperiode gekend en ook hebben duizenden
hun hart enige tijd verpand aan een rotstuin. Daarna
in het begin van de jaren zeventig de zitkuil in de tuin.
Enshuis was die zitkuil al enkele jaren daarvoor populair
tden als een manier om ongedwongen bij elkaar te zitten,
i tuin bleek de zitkuil niet zo'n succes: de meeste tuinama-
waren niet zo slim om een grondige afwatering van de
te verzorgen zodat er nogal eens water in bleef staan.
3idinf'
bielzentuin, eens een
fan menigeen die ge-
is op zekerheid en dui-
•id, is langzaam aan
fdwijnen. Waarschijn-
irdt veel bielzenhout
d en opgevoerd aan de
[arden die in het inte-
(og steeds in opmars
[tie bij hoveniers en
tra in verschillende
|an het land leert dat
[gebeuren op het ogen-
r iedere amateur op
:n manier wordt inge-
«|m mensen die zweren
H\| zogenaamd biologisch
™"n, ook in de bloemen-
uur P* 's m'n meer
In zaken overlaten aan
lur en alleen daar in-
_n_fcwaar het mis dreigt te
^Tldus een van de hove-
,Aan de andere kant
e al de eerste tuinen
lunstgras verschijnen.
CCMras en andere kunst-
hulpmiddelen zijn in
pnigde Staten al jaren
*erd. Hier begint het
n. Vooral mensen die
nen en alleen op het
het balkon iets met
;unnen doen grijpen
mogelijkheden".
;te jaren is wel merk-
t menig Nederlander
verstandiger gaat ge-
De teruggang in de
ie dwingt ertoe va-
:izen naar het buiten-
beperken of te bekor-
wordt meer geld in de
itoken omdat die ge-
rdt als een goedkoper
lief voor de vrije tijd.
^^^meer mensen gaan ook
verbouwen of planten
^r bessestruiken.
Il^tie eeuwen heen is de
y',n9 hderhevig geweest aan
En gevoelig voor eco-
»nze)he veranderingen. De
tie Uw. en daarmee de
n Qjiegon op het moment
j eerste aardbewoners
fen en trekken beu wer-
rmen zich op een mooie
waarschijnlijk aan de
an een beekje of rivier,
i ten. Ze gingen het land
I wen om van de op-
t te leven. Er was land
IdmO maar hulpmiddelen
)QU(jer niet. Wanneer het
nd uitgeput was omdat
edingsstoffen verbruikt
trok een familie of
ren stuk verderop om
^^Dnieuw te beginnen.
eerste leefgemeen-
MH^n die bekend zijn, la-
tuinen voor groenten
liden dicht bij de wo-
i, daarachter lagen de
j^ijen voor de primitieve
^^^ouw en het verst van
ningen konden de die-
^izen in weilanden.
Dat bleef eeuwen zo. Ook
toen in de middeleeuwen de
mensen in ommuurde steden
gingen wonen. Die muren
waren bedoeld tegen opdrin
gerige vijanden. Binnen de
stadswallen was weinig ruim
te, alleen de belangrijkste en
rijkste mensen van de stad
konden zich daarom bij hun
huis een tuin permitteren. De
landerijen lagen buiten de
muren. Daarop woonden de
pachters en boeren die bij ge
vaar naar de stad vluchtten.
Dat deden ze ook daarvoor al.
Toen er nog geen ommuurde
steden, maar al wel kastelen
waren. Ook in die kastelen la
gen op de binnenplaatsen tui
nen. Daarin werden vooral
kruiden gekweekt die ge
bruikt werden om het slecht
geconserveerde vlees minder
bedorven te laten smaken.
Bijna alle kruiden bevatten
veel vitamine C: de kasteelbe
woners uit de middeleeuwen
hebben zich door dat kruiden-
gebruik waarschijnlijk onge
weten gezond gehouden.
Ook in kloosters waren in die
tijd uitgebreide tuincom
plexen te vinden. Binnen de
kloostermuren lagen grote
boomgaarden, groente- en
kruidentuinen. De meeste
kloostergemeenschappen
moesten zichzelf bedruipen en
voor een deel deden ze dat
met de opbrengst van hun ak
kers. Aan die tuinen werd
veel aandacht geschonken.
Ook de aanleg gebeurde zorg
vuldig en na uitvoerig over
leg. Een van de eerste ont
werpen voor de aanleg van
een tuin uit onze westerse ge
schiedenis is dan ook het ont
werp van de kloostertuin van
Sankt-Gallen in Zwitserland.
Dat klooster werd in de ne
gende eeuw gebouwd.
Een tuintje voor de gewone
burger bestond toen nog nau
welijks. De enige bloemen die
gekweekt werden, waren die
van de kruiden. Voor het ove
rige stelde men zich tevreden
met bloeiend onkruid.
Egypte
Heel anders was dat eeuwen
eerder in het oude Egypte,
waar Ramses II al in de
twaalfde eeuw voor Christus
bloemen uit „alle windstre
ken" liet aanrukken voor een
park in Heliopolis, de stad die
hij stichtte in de Nijldelta. De
Egyptenaren en na hen de
Grieken en Romeinen waren
door het klimaat waarin ze
leefden al langer vertrouwd
met de decoratieve waarde
van tuin en park.
In de rustige twaalfde en der
tiende eeuw na Christus in
West-Europa krijgt de tuin
langzaam maar zeker wat
meer belangstelling. Het zou
toch nog ettelijke jaren duren
voordat de gewone man in
zijn „eigen tuintje" kon wer
ken. Veel later begon men pas
te beseffen dat een tuin niet
alleen nuttige kanten heeft
maar ook aangename en deco-
De oude Egyptenaren waren ons ver vooruit op het gebied van tuinieren. In de vijftiende eeuw
voor Christus waren zij al in staat volledige bomen te verplanten. Dat blijkt uit deze afbeelding die
stamt uit 1495 voor Christus. Er wordt een wlerookboom vervoerd.
ratieve.
De aanleg van de grote tuinen
in de Renaissance greep nog
steeds terug op de klassieke
Romeinse parken die op hun
beurt weer geïnspireerd wa
ren op de tuinaanleg in het
nabije Midden-Oosten. Niet
alleen veel van de nu bij ons
bekende plantesoorten komen
daar vandaan, maar ook de
manier om een tuin aan te
leggen.
De tuin van de gewone man
leek in het begin vooral op
een lusthofje in het klein: de
voorbeelden van tuin en park
van de rijken waren duidelijk
herkenbaar.
Bij het groeien van het aantal
tuinen ontstond langzaam
maar zeker ook handel in
poot- en zaaigoed. In ons land
vond die een krankzinnig
hoogtepunt in de zeventiende
eeuw rond de tulp De eerste
tulpebollen die West-Europa
bereikten kwamen uit Tur
kije. Ze waren niet van een
wilde soort maar het produkt
van jaren kweken door Turk
se tuinlieden. In die tijd wa
ren de bollen zo zeldzaam dat
ze alleen weggelegd waren
voor de allerrijksten.
Om een prijs te noemen: in
1642 was er in ons land van
de tulp Semper Augustus één
dozijn bollen te koop. Elke bol
ging voor 1200,- van de
hand. Een buitengewoon hoog
bedrag, zeker vergeleken met
de waarde die de Hollandse
florijn in die tijd had. De han
del in tulpebollen maakte
verschillende mensen in korte
tijd ontzettend rijk. Bij het in
elkaar storten van deze wind-
Niet alleen in Nederland woedde een windhandel in tulpebollen,
ook in Engeland was de belangstelling voor deze bloem groot.
handel brachten de bollen
echter ook handelaren van de
ene op de andere dag tot de
bedelstaf.
De tulp is nu gemeengoed en
een van de belangrijke agrari
sche exportproducten van
Nederland. Niet alleen de tulp
is in de laatste eeuwen ge
meengoed geworden maar de
tuin ook. Met in het begin van
die ontwikkeling de tuinen
van de rijken als voorbeeld,
groeide langzaam maar zeker
een eigen tuincultuur.
Met in plaats van het marme
ren kunstwerk in de hoftuin
een tuinkabouter in de bur-
gertuin. Met in plaats van
muren om het eigen bezit een
rijtje coniferen om de blik
van de buurman uit de tuin te
houden. Niet alle tuinen ogen
even fraai.
De laatste jaren wordt er
meer geld uitgegeven voor de
tuin. Zo'n zeventig procent
van alle Nederlanders be
schikt over een lapje grond
waarop ze hun lusten kunnen
botvieren. Gemiddeld is die
Nederlandse tuin zo'n hon
derdvijftig vierkante meter
groot. Vergeleken met de ons
omringende landen hebben
wij maar weinig ruimte. In
Frankrijk, Belgié en Duits
land zijn de tuinen gemiddeld
twee keer zo groot. Toch zijn
Nederlandse hoveniers en
tuincentra redelijk tevreden
over de hoeveelheid geld en
zorg die wij besteden aan ons
groene bezit.
„Een voorbeeld daarvan is de
snelle opkomst van een nieuw
soort tuinmeubilair. Dat is ge
maakt van vol-kunststof en
kan zomer en winter buiten
blijven staan. De belangstel
ling van het publiek daarvoor
is groot hoewel de prijs niet
bepaald laag is. Verder zijn
steeds meer mensen bezig in
die tuin. Dat merken wij aan
de verkoop van kasjes, pergo
la's, vijvers en andere aingen
die de tuin een meerwaarde
geven", aldus een hovenier.
De bouw van flats en apparte
menten in grotere steden
bracht een nieuwe agrarische
industrietak op gang. De
mensen die geen tuin hebben,
begonnen een aantal jaren ge
leden massaal kamerplanten
aan te schaffen. Wij kopen
jaarlijks met ons allen voor
ruim 300 miljoen gulden aan
kamerplanten. De belangstel
ling voor grote groene plan
ten als varens, palmachtigen
en dergelijke is daarbij opval
lend.
JAN VAN KOOTEN
De tijd is voorgoed voorbij dat tuinstoelen
met veel kunst- en vliegwerk en pleis
ters voor gekneusde en beschadigde vin
gers opgezet moesten worden. Het in
middels klassiek geworden houten klap
stoeltje gaat het afleggen tegen de nieuwe
tuinmeubelen die op alle terreinen meer te
bieden hebben. We hebben het dan over
sfeer, comfort en degelijkheid. De nieuwe
generatie verdient ook de naam tuinmeu
belen niet meer want ze zijn meer dan dat
Mede door ons wisselende kli
maat met hoogte- en diepte
punten binnen zeer korte tijd
zijn tuinmeubelen tot nu toe
vaak impuls-aankopen ge
weest. Op de dag dat de zon
ineens serieus schijnt halen
we onze stoeltjes uit de win
terslaap en ontdekken dan
dat ze gescheurd, verbleekt,
aangevreten, kortom onbruik
baar zijn geworden in onze
ogen.
Hup, in de auto naar het tuin
centrum om een nieuwe ter
rasset aan te schaffen. Die
moet meteen mee naar huis
want we willen immers in de
zon zitten. Erg veel overleg
was er nooit bij de aanschaf
van dit soort meubelen.
Daarin begint langzaam maar
zeker verandering te komen,
zo heeft de handel in deze ar
tikelen geconstateerd. De
klant wordt zich bewuster
van zijn aankoop, heeft welis
waar meer geld over voor ziin
tuin maar wil daar ook kwali
teit voor hebben.
De consument wil tuinmeube
len die er leuk uitzien zodat
hij in elk geval wat jaloerse
blikken van over de heg kan
opvangen. Daarnaast moeten
de stoelen comfortabel zijn en
makkelijk te hanteren. Als je
een stoel wilt verzetten moet
je je daar geen breuk aan hoe
ven te tillen. Vervolgens is
het erg handig als je de meu
belen in een regenbui ook
buiten kunt laten staan zon
der dat er kans is op verrot
ting of roesten.
Dat laatste geldt ook voor de
kussens. Vroeger werden kus
senovertrekken vooral ge
maakt van katoen maar van
daag de dag is de grondstof
een moderne kunststof die be
stand is tegen een buitje. Die
kussens zijn onderhevig aan
de mode op het ogenblik zijn
ze vooral beige en bruin, af en
toe lichtgrijs en natuurlijk
wit.
Tuinmeubelen zijn er in ver
schillende uitvoeringen en
materialen. De meeste belang
stelling bestaat voor de soort
die aan alle bovengenoemde
voorwaarden voldoet: volledig
vervaardigd van kunststof en
bestaand uit één stuk. Licht
in gewicht, aangepast aan de
lichaamsvorm en daardoor
zeer comfortabel en in hoge
mate bestand tegen weersin
vloeden. Bovendien zien ze er
zo aardig uit dat ze zonder be
zwaar ook binnen gebruikt
kunnen worden als de visite
wat talrijker uitvalt dan van
tevoren verwacht werd- De
vakterm voor het materiaal
waarvan ze gemaakt worden
is vol-kunststof en ze geven
het volle profijt van de (pitti
ge) prijs die ze kosten.
De nieuwe generatie tuinmeubelen: vol-kunststol en meer dan
alleen tuinmeubel.
Tuinieren is een kunst. Zoals schilderen, beeldhouwen en dich
ten een kunst is. Toch denkt iedereen dat aanleg en onderhoud
van een tuin een fluitje van een cent is. Heb je „groene vingers"
dan is dat mooi meegenomen en krijgt de betreffende tuin een
iets fleuriger aanblik. Heb je die niet dan blijft er toch nog al
tijd een aardig groen lapje grond met wat borders over. Voor
menigeen is het zo eenvoudig.
Wie meer werk van zijn tuin
wil maken moet daar echter
wat voor doen. Tuinieren be
staat uit een groot aantal ver
schillende zaken. Ten eerste is
er het stukje land dat beschik
baar is. Dat kan uit vele soor
ten grond bestaan. Klei, zand,
veengrond. Elke grondsoort
vraagt zijn eigen aanpak.
Dan speelt de ligging van de
tuin een rol bij het beheer. In
een vlakke ruimte of mooi be
schermd. veel zon of juist veel
schaduw? Het weer mag niet
vergeten worden: de ene dag
vriest het, de andere dag
overstroomt een forse regen
bui uw akkertje.
Dat is allemaal nog maar het
begin. Bij het echte aanleggen
van de tuin komen nog veel
meer zaken om de hoek kij
ken. De aanleg van een tuin
vraagt vakmanschap en ken
nis van talloze planten, mest
stoffen en wat dies meer zij
plus een redelijk gevoel voor
schoonheid.
En als de grote lijnen voor de
aanleg eenmaal zijn uitgezet
volgt de precieze invulling.
Welke planten op welke
plaatsen, welke kleuren bij el
kaar, welke heesters passen in
het geheel en hoe houdt al dat
groen zich onder de weersom
standigheden?
Resultaten
Tuinieren is dus niet zo een
voudig als menigeen wel
denkt. Maar toch doen hon
derdduizenden Nederlanders
in hun vrije tijd met veel ple
zier alsof dat wel zo is. Met
vaak verbluffende resultaten.
Voor een deel komt dat waar
schijnlijk omdat ze hun tuin
met liefde behandelen. En
voor een deel ligt dat aan de
ons beschikbaar staande in
formatie. We kunnen altijd
voor goede raad terecht bi;
een buurman, bij kennissen oi
in een tuincentrum
Dit verhaal is ook niet ge
schreven om iedere tuinman
of -vrouw te ontmoedigen.
Wel kunnen we elk jaar weer
leren, zodat het tuinieren
steeds leuker wordt.
In de natuur herhaalt alles
zich. Na lente komt zomer,
gevolgd door herfst en winter.
Dat is al eeuwen zo De grote
boom laat ziin zaden in de
omgeving vallen. Daaruit ont
staan kleine boompjes die
langzaam maar zeker groot
worden. De grote boom legt
het loodje in een storm. Zijn
opvolger groeit even verderop
in het bos door. Verspreidt
zijn zaadjes en wacht op den
duur hetzelfde lot.
Van die herhaling in de na
tuur kunnen we goed gebruik
maken bij het onderhoud van
onze tuin. Fouten kunnen er
door voorkomen worden en
Al In het vroege voorjaar ontplooit het zonnige geel van het tulpje Johann Strauss zich tussen de
blauwe druifjes.
onverwachte ontwikkelingen
tegengehouden. De meest
eenvoudige manier om daar
aan te werken is het bijhou
den van een dagboek. Dat
kan heel summier zijn. Met
simpele aantekeningen over
zaai- en planttijdstip van ge
wassen. weersomstandighe
den. aantekeningen over de
ontwikkelingen van bepaalde
planten, snoeischema's en
dergelijke.
Zo'n dagboek kan ook uitge
breider gevoerd worden. Met
illustraties in de vorm van te
keningen of foto's zodat u ook
na verloop van tijd nog kunt
zien wat er allemaal terecht is
gekomen van uw tuinplan-
1
Kleur heeft nut
Het voorjaar is niet alleen de
drukste tijd in de tuin maar
ook de meest kleurrijke. Wie
in het najaar gezorgd heeft
voor tijdige aanplant van ver
schillende heesters of die op
de goede manier heeft ge
snoeid, wie de bollen op de
goede plaatsen heeft gepoot
en daarbij rekening heeft ge
houden met de omliggende
planten, kan in de lente ge
nieten van een ware kleuren
pracht
Die kleuren spreken des te
meer tot de verbeelding om
dat ze ons komen opvrolijken
na een donkere winterse pe
riode De aarde is nog onbe
groeid en de nieuwe kleuren
zijn daardoor feller en vrolij
ker
De bloesems en bloemen in
het voorjaar roepen met hun
uitbundige kleur de msekten
die ze vaak nodig hebben
voor de bevruchting. De kleu
ren zijn dus niet alleen mooi
en plezierig maar zeker ook
nuttig: ze wijzen de bij en de
hommel waar die moeten zijn
voor het vergaren van nectar
Bij het verzamelen daarvan
levert het insekt een onmisba
re schakel in het voortbestaan
van de plant Zo grijpt het ene
stukje natuur in het andere
In het voorjaar is dat heel
duidelijk te zien.