*aie
iOorn
Recordlijsten
koestert
2000jaar
geschiedenis
in kijkdoos
van zijn
stokoude
hart
ZATERDAG 16 MAART 1965
LYON
rooie rijers had gepakt. Hij
had totaal geen trek in die
reis, totdat ik die vis achteloos
liet vallen. Meteen was-ie ge
laarsd en gespoord. (Onnodig
te zeggen dat we toen zowat
geen ruisvoorn vingen: dat zul
je altijd zien
Voornoemde persoon is vooral
vliegvisser en inderdaad, wie dat
zeer edele handwerk, het vissen
met de kunstvlieg, kneist, kan in
Nederlandse en aanpalende polder-
wateren magnifieke sport aan de
ruisvoorn beleven. (Tussen twee
haakjes: de vis heeft nog een derde
naam ook, te weten rietvoorn).
Maar niet alleen voor de vliegvis
ser is de rooie rijer een leuke vis,
ook de adept van de vlok witte
brood kan er zijn hart aan ophalen.
En maden en mestpiertjes worden
door deze mooie sportvis evenmin
verwaarloosd.
Ruisvoorn zwemt, normaliter, dat
wil dus zeggen: dicht onder de op
pervlakte van het water, en in de
regel ook stijf tegen de kant, met
name daar waar rietkragen staan.
Maar een wet van Meden en Per
zen is dat niet, er komen ook in
diepe waterlagen soms ruisvoorns
van klasse voor. Ik heb er op de
Reeuwijkse plassen bij Gouda wel
eens gevangen op vier meter en dat
waren zeer uit de kluiten gewassen
exemplaren.
Wanneer is een ruisvoorn uit de
kluiten gewassen?
Nu, als u een exemplaar van 30
centimeter heeft geland, dan mag u
zich zachtkens op de borst kloppen,
en als u er een van boven de 35
centimeter pakt, mag u daarmee
best een beetje adverteren. Kees
Ketting schrijft in zijn boek „Sport
de polder, of varen met het bootje
langs de rietkragen en hier probe
ren, daar proberen, totdat er gerea
geerd wordt.
Gewoonlijk: fél gereageerd Ruis
voorn is een onvervaarde vis Wie
met een dobbertje vist (een lichte
Rotterdammer, daaronder pak-weg
50 cm lijn, een broodvlok als aas. of
maden) ziet dat dobbertje wats! on
dergaan als de vis bijt. Zelfs kleine
rietvoorns bijten fel. Wie met de
vlieg vist, weet dat rietvoorn ook
vaak aan dé oppervlakte aast en de
vlieg soms meteen grijpt als die op
het water neerstrijkt. Trouwens,
ervaren vhegvissers kijken altijd
naar eventuele kringetjes aan de
oppervlakte van het water Als
men die ziet is er tien tegen één
een rietvoorn aan het jagen
Rietvoorn is een van de vissen
een van de niet zo talrijke vissen
mag men zeggen die eigenlijk
wel het hele jaar door te vangen
zijn. Goed. als het koud is reageren
ze wat trager, net als u en ik trou
wens Maar afgezien daarvan, kunt
u ook in deze weken met kans op
succes uw gang gaan
A. C W. VAN DER VET
aug. door A Noordam te Maassluis)
en een pitvis (25 gram, gepakt door
R. Marijnissen te Ba vel op 25 april)
Uit die laatste meldingen blijkt de
toenemende belangstelling voor het
vissen op kleine maar bijzondere
visies in zout water.
Alle meldingen van bijzondere
vangsten, graag met getuigenver
klaringen. foto dan wel de vis zelf
goed ingepakt, zenden aan Neder
landse commissie record-zeevissen,
RIVO, Haringkade 1. 1976 CP IJ-
muiden, telefoon 02550-31614; de
secretaris, dr R Boddeke, is daar te
bereiken
ngee
s Htr van mijn leeftijd,
,e,r$g. Ja ingetogen per-
middelbare leeftijd,
f"%nselijk uitgelaten en
ïen|risch als in het gezel-
i lein hengelende lieden
nie.ird „ruisvoorn" valt.
n 'gaarne, op van alles
rDM at> maar ruisvoorn,
in|er zogezegd, dat is
niljP je van het. Ooit heb
de hee od een nogal ver
at iiaar vreemde viswate-
va"fegen, alleen omdat ik
Jm^en dat was de waar-
iet!J niets dan de waar-
ig zei dat ik daar een
r eerder zulke fraaie
vissen in Nederland": „Kijkt men
in oude biologieboeken, dan staat
daar als maximum maat voor de
rietvoorn meestal vermeld: 30 cm.
Voor de komst van de werpmolen,
de „nylon" lijn en de lichte werp
hengel, beviste men de ruisvoorn
met een vaste stok waarmee geen
grotere afstanden tussen vis en vis
ser te bereiken zijn, dan ongeveer
tien meter. Toen men met werp- en
later met vliegenhengels aan de
gang ging, werden afstanden tussen
vis en visser van zo'n twintig meter
mogelijk en zie: nu ging men exem
plaren vangen tot wel 40 cm toe".
Inderdaad: een zeer schuwe vis.
Kleintjes, ach, die vang je overal
aan, maar die echt grote jongens
aan 't kleed komen, mensen, dat is
wat hoor!
Een prachtig kleed, dat zeker,
Ruisvoorn, rietvoorn, rooie rijer is
een schitterende vis: vuurrode vin
nen, een gouden glans over het li
chaam, een helder oog en een
beste sportvis, heel het jaar te van
gen, en een felle vechter.
Zijn er veel?
Te weinig. Ruisvoorns zijn zeer ge
voelig voor achteruitgang van het
milieu: „Verminderd onderhoud
van sloten, waterverontreiniging,
stadsuitbreidingen, waterpeilverla
ging en het dempen van kleine
slootjes". Deze oorzaken van de
achteruitgang noemt de OVB (Or
ganisatie ter verbetering van de
Binnenvisserij) in een prima vouw
blad over de ruisvoorn. Het is met
andere goede informatiebladen aan
te vragen bij de OVB. Postbus 433,
3430 AK Nieuwegein. De OVB
kweekt, in de vijvers van haar vis-
kwekerij te Valkenswaard in
Noord Brabant, al sinds 1970 ruis
voorns om die uit te zetten in hen-
gelwateren. Dat kweken is hele
maal niet zo eenvoudig, met name
ruisvoorn zoeken. Want zelfs in
wateren waar veel exemplaren zijn
is het niet zo dat ze maar overal te
pakken zijn, zelfs niet overal in de
rietkragen. Ik mocht onlangs een
beroepsvisser helpen bij het elek
trisch vissen in net viswater van
een vereniging die haar visstand
door deze vakman gecontroleerd
wilde zien (een heel goed idee trou
wens). Een mooie vaart met veel
rietkragen We vingen veel riet
voorns, heel veel knappe ook
Maar soms waren er hele stukken
rietkraag waar geen visje boven
kwam. En dan weer ineens bot op
mekaar vele tientallen (jawel, mét
baars en snoekbaars en blankvoorn
en wat karper). Zelfs deze zeer er
varen beroepsvisser, die zo'n 45
jaar het onderwaterse volk be
spiedt. kan niet verklaren waarom
de ene stek, die er voor ons krek zo
visnamig uitziet als de andere, zo
veel meer vis aanlokt. Maar daar
mee wil ik maar zeggen: als u gaat
vissen op een plek waar ze nou net
niet willen wezen, dan zegt u aan
het eind van uw dag: „Hier zit
niks". Terwijljawel, u snapt het
al. Zoeken. Jagen. Wandelen door
ren er verder in '84 o.m. voor
schelvis (5675 gram. 92 cm. op 20
maart door J. Vink te Schijndel).
tong (56,2 cm, op 21 juli door J de
Koek uit Halsteren), zeebaars (nota
bene drie meldingen, twee van 92
cm en een van 6800 gram, alle in
de zomermaanden gevangen door
resp R van Leening. Zoetermeer.
A. M. Baren tsen. Goes en J M M
v.d. Wouw, Moergestel), een zeek-
arper (1950 gr 48 cm, D. Heydel-
berger te Alkmaar), een pollak
(2225 gr.. 62,5 cm. 16 juni gepakt
door P. B. Strooker te Schoor!een
dwergbolk (80 gr., gevangen 22
hoofd door de Montée du Gourguil-
lon te gaan.
Decor
de bezoeker toch te zwaar op de
maag liggen, dan kan hij altijd nog
uitwijken naar een van de honder
den restaurants in en om Lyon,
waar zowel de verwende gastrono
men als lekkerbekken zonder kap
sones overvloedig gespijzigd en ge
laafd worden met verrukkelijke
gerechten en exquise wijnen.
Nergens in Frankrijk (om over de
rest van Europa maar discreet het
zwijgen te bewaren) vindt men zo'n
verbluffend grote concentratie van
sterren-restaurants als in het Lyo-
naise luilekkerland.
In Collonges houdt de nu reeds le
gendarische zonnekoning van de
nouvelle cuisine, Paul Bocuse. open
hof, in Valence kookt chefkok Pic
constant de melkweg van de he
mel, Roanne is sinds jaar en dag
het pelgrimsoord waar de kook
kunst van Troisgros met de mond
wordt vereerd, in Niounay opereert
zijn beroemde collega Chapel, in
Vienne monsieur Point en in Vo-
nas de creatieve pottekijker Blanc.
Top Zes
Er bestaan tegenwoordig allerlei
recordlijsten van de zwaarste en de
grootste vis. Een van de oudste en
m i. wel de beste is die van de Ne
derlandse commissie record-zeevis
sen. De lijst over 1984 is net uit en
er zijn weer aardig wat records ge
sneuveld. Het meest opvallende is
het nieuwe record voor kabeljauw:
C. L. Krap te Groet ving op 21
maart 1984 een knul van 125,5 cm,
20.650 gram zwaar. (Ziet u dat er in
het voorjaar nog best knappe gul te
vangen is?). Wetenschappelijk het
interessantste record is een grote
Pieterman, 381 gram, 39,5 cm, zeld
zaam tegenwoordig, gevangen voor
de Oosterschelde vanaf het henge
laarsschip Andromeda door een
nog onbekende man uit Antwer
pen Het is meteen een nieuwe ver
schijning op de lijst, net als de
vangst van W Koppejan te Zoute-
lande op 17-11 van een groene zee-
donderpad van 16 gram en 10,2 cm
en de vangst van een spiering van
36 gram, 17 cm, door W. Heijnen te
Wormer. Recordverbeteringen wa-
Deze culinaire Top Zes wordt op de
voet gevolgd door een heirleger
van restaurateurs, die op nagenoeg
even sublieme wijze gebruik ma
ken van de ongehoorde overdaad
aan vlees, groenten, fruit en wijnen
uit gebenedijde streken als Macon.
het Rhóne-dal en de Beaujolais, die
doorgolft tot in de buitenwijken
van Lyon.
En dan zijn er nog de „bouchons",
kleine, karakteristieke eethuizen,
waar de patron in een onovertrof
fen ambiance zijn vaste gasten voor
een spotprijs tracteert op zijn spe
cialiteiten. die variëren van grati-
née Lyonaise (een uiensoep waar je
spontaan de tranen van in je ogen
krijgt) tot andouillettes. wat de ver
zamelnaam is van worsten van we
reldklasse.
In elke bouchon is het tijdens de
spitsuren dringen geblazen. Want
ook de ruim één miljoen inwoners
van Lyon weten donders goed.
waar je lekker en goedkoop kunt
eten in hun stad, die volkomen ten
onrechte door het gros van de Ne
derlandse vakantiegangers hautain
wordt genegeerd.
Een tip daarom voor hun eigen
bestwil. Laten ze tijdens hun eerst
volgende trip naar zuidelijke dre
ven in vredesnaam ter hoogte van
Lyon krachtig op de rem trappen
en de afslag „Centre" nemen.
Die paella kan waarachtig nog wel
even wachten.
LEO THURING
of varen met het bootje lange de rietkragen en hier en daar probo-
niet omdat de ruisvoorn een trage
groeier is; zelfs onder de gunstige
omstandigheden van een kweekvij
ver duurt het drie tot vier jaar eer
de vissen de wettelijke minimum
maat van 15 cm hebben bereikt.
Die knullen van boven de 35 cm
zijn volgens Ketting al gauw een
jaar of tien oud.
Ruisvoorn vangen betekent altijd:
Adamowitz fluit op verzoek maar
al te graag zijn herinneringen als
jachthonden terug en zegt verza
ligd: „Is er een mooier decor denk
baar voor een kind dan deze dool
hof vol raadsels en geheimen? Als
ik hier vroeger met mijn vrienden
rondliep beleefden we van alles. Ik
hoefde niet eens mijn ogen dicht te
doen om me een roofridder te wa
nen of een zijdekoopman. Wat ik
om me heen zag was al voldoende
om het spel van de verbeelding
feilloos te kunnen spelen". Een
duidelijke zaak: Adamowitz is te
rug van heel lang weggeweest. De
dagen van weleer liggen voor het
grijpen. Lyon is tijdens zijn afwe
zigheid weliswaar onstuimig uitge
dijd in de richting van de Alpen, de
Jura en Grenoble, maar de hartka
mers zijn onveranderd intact geble
ven en pompen gretig de brokstuk
ken van de geschiedenis naar de
oppervlakte.
Wat dus betekent, dat om de vol
gende hoek de kathedraal van Jo
hannes de Doper staat. Dat kan
niet missen. Uitgesleten traptreden,
die er al in 1180 lagen, leiden naar
het middenschip van de kerk, waar
onder hoge booggewelven de kilte
van de winter nog niet is geweken.
Het hoofdaltaar in de verte laat in
de duisternis naar zijn contouren
raden, want niemand heeft de
moeite genomen om daar een kaars
te ontsteken. Zoals wel gebeurd is
in een der nissen, waar schimmen
te hoop zijn gelopen bij een Maria
beeld.
Het centrum van Lyon ie een verrukkelijke kijkdooe, waar een vlecht
werk van donkere sloppen en stegen tussen eeuwenoude huizen, palei
zen en kerken is weggemoffeld.
Ruïnes
Na de beklimming van de heuvel
van Fourvière een hemelvaart,
bedenk ik nu, die Adamowitz dus
zes keer per week maakte komt
de wandelaar vanzelf in het do
mein van de Romeinen, die op de
strategisch gelegen hellingen in het
jaar 43 vóór Christus de stad Lug-
dunum bouwden. Deze elegante
vesting fungeerde eeuwen als het
administratieve centrum op de
westelijke flank van hun immense
imperium.
nte dat zijn ruim één miljoen inwoners in grootte de tweede stad van Frankrijk. Het is een elegant
rxd7«n economie, cultuur en gastronomie, dat ten onrechte nog steeds de Assepoester van het
■Lb8iaal toerisme is.
Dubbel en dwars
En dan de complete verrassing als
ze op een dag wél naar Lyon afbui
gen en een stad binnenrijden, die
de moeite van een bezoek dubbel
en dwars waard blijkt te zijn. Ge
vangen in een lasso van heuvels en
de onstuimig voortstromende Rho
ne en Saöne koestert Lyon twee
duizend jaar geschiedenis in de
schatkamers van zijn centrum. Die
smalle strook, geënterd door een
reeks bruggen met namen als Pont
Bonaparte en Pont Kitchener, is
een verrukkelijke kijkdoos, waarin
de periode van de renaissance ver
steend is tot kathedralen, paleizen,
herenhuizen en een labyrint van
nachtdonkere sloppen, die de tien
tallen majesteitelijk gedecoreerde
binnenplaatsen met elkaar verbin
den.
Daar te kunnen dwalen, op de tast
zoekend naar onwaarschijnlijk
smalle vluchtwegen, is nog steeds
een avontuurlijk feest voor Serge
Adamowitz, die mijn gids is in
Lyon. Deze manager van Air Fran
ce in Amsterdam kent het klokhuis
van Lyon -als zijn broekzak. Hij is
er geboren en koos in zijn, jeugd ge
makshalve altijd de kortste weg
van zijn huis naar het lyceum in de
schaduw van de basiliek, die met
pompeuze torens nog steeds de
heuvels van Fourvière domineert.
Die weg voerde hem onverander
lijk dwars door het vlechtwerk van
de „Traboules", die in het oudste
deel van de stad het verborgen,
grotendeels overdekte wegennet
vormen.
Over doodstille patio's kronkelen
ze, stijgend en dalend, rakelings
langs de huizen, van het Sint-Pau-
lusplein naar de Rue Juiverie, van
het paleis van de gouverneur naar
de kade van Romain Rolland en
Van de Rue St Georges naar de
Montée du Gourguillon, waar Paus
Clemens in 1305, op weg naar zijn
kroning in de kathedraal, van zijn
muilezel tuimelde en bij die val een
steen uit zijn mijter verspeelde. Dat
kostbare kleinood is nooit gevon
den. Zodat het nog volop de moeite
loont met nauwlettend gebogen
Buikorgel
Buiten pp het plein draait een man
ondertussen met engelengeduld
flarden van een melodie uit zijn
aamborstig buikorgel. Voor de
mensen om hem heen blijft het
vooralsnog onduidelijk, welk reper
toire hij heeft gekozen. De meeste
noten blijven ergens in de buik
wand steken. En wat wel hoorbaar
is kan zowel ontleend zijn aan de
Worsten in de
meest
verbluffende
formaten
vormen de
blikvangers
boven de tap
inde
„bouchons",
waarde
verwende
inwoners van
Lyon zich voor
een spotprijs
komen laven
aan
tongstrelende
specialiteiten.
Vijfde van Beethoven als aan Le
pont d'Avignon. Zodra de laatste
rochel is gesmoord in de hevig ge
decoreerde kist, gaat de man rond
met een pet, die ook al zijn beste
tijd heeft gehad.
De wandeling naar het middel
eeuwse plein vén de Heilige Drie
vuldigheid vergt daarna nog slechts
enkele stappen. Op de hoek spelen
de beroemde poppen van Lyon als
vanouds stommetje in de etalage
van Café du Soleil. Enkele meters
verder staat het standbeeld van
Laurent Mouguet, die Guignol, de
meest fameuze van alle Lyonaise
poppen, in een bevlogen moment
heeft gecreëerd. Guignol is dan ook
terecht de blikvanger van de ver
zameling poppen, die onderdak
hebben gevonden in de „Gadagne
Mansion" bij de Rue du Boeuf,
waar Lyon op twee volgepakte eta
ges zijn roemrijk verleden te kijk
heeft gezet.
Dit museum (elke dag, behalve op
dinsdag, geopend tussen kwart
voor elf en zes uur) lijkt een over
bodige luxe, want in feite is oud
Lyon reeds een overweldigende
openlucht-expositie, waar je op
elke vierkante meter door de mid
deleeuwen waadt. In deze capsule
uit de tijd, waarin Lyon het politie
ke, economische en culturele hart
van Frankrijk vormde, hebben
Gallische voorvaderen royaal uit
gepakt met door tijd en broedert
wisten gelouterde bouwwerken zo
als de kerk van Sint-George, Sint-
Jan en Sint-Paulus, pronkzuchtige
paleizen en puntgaaf gerestaureer
de herenhuizen, waar de steenrijke
kooplieden van Lyon in pracht en
praal resideerden.
Sloper Tijd heeft, niet gehinderd
door enige eerbied voor historisch
belang, alleen wat ruines overgela
ten, die er nu bij liggen als zwerf
keien in een verwilderde tuin. Van
het Theater van Hadrianus en van
het Odéon resteren alleen de fun
damenten en een deel van de tribu
nes. De fantasie, die aan deze ge
heugensteuntjes waarschijnlijk niet
genoeg heeft, wordt gelukkig op
zijn wenken bediend in het nabij
gelegen, hypermoderne, door archi
tect Zehrfuss ontworpen „Musée de
la civilisation Gallo-Romaine",
waar men tussen woensdagmorgen
en zondagavond gratis (hoor ik
daar een Hollander juichen?) een
rondgang kan maken langs een uit
gebreide collectie standbeelden, va
zen, grafstenen, mozaïeken, mun
ten, plattegronden en gebruiks
voorwerpen uit de Romeinse tijd.
Luilekkerland
Mocht dit archeologische voedsel
Sloper Tijd heeft van de Romeinse stad Lugdunum, die vanaf het jaar 43
vóór Christus heeft gefungeerd als de hoofdstad op de Gallische
westflank van het Romeinse imperium, weinig overgelaten. Alleen wat
ruïnes en de tribunes van het theater van Hadrianus werden door hem
gespaard.
list 2r Hoeveel Nederlan-
Lc7 jen tijdens hun jaar-
d7 25icht naar zondoorsto-
ien; «intiestekken bij de af-
dooï Lyon spontaan de
ng slaken: „Ziezo,
We zijn er. Dat taaie
We* hebben we weer
?rmawassen". Bedroevend
rdigemoet gevreesd wor-
meeste marmerbleke
Lobi^ers denken bij het
dat bord immers:
i c5 (gint op te schieten,
7.0 zijn er nog lang
plank gas sjezen ze
olweg voort en laten
an v ;epoester van het in-
Pe4?aal toerisme zonder
e tifoeging scherp links
in Lyon geweest?",
ce* 'later belangstellend geïn-
situ Waarop ze aandachtig
Wlt schudden en antwoor-
;t ee^eest js njet het juiste
n"eHngs gekomen, dat wel".
'.Dx^f tjerli schatten ze. Als ze
:ft h(óte gaan is het een hele
tag, dat ze inmiddels roy-
l^el|e helft zijn. En in de ja-
»r een flatje in Benidorm
luurd, weten ze op zo'n
lat er nog pak-weg twee-
tilometer strafregels op
i te wachten. Zeer ont-
I, kunnen ze je met de
iet hart vertellen. Als ze
toneri" op de borden zien
Ie pgen ze vanzelf een galbit-
ling.t in de mond.
dat ze hun kost-
verdoen in zo'n
Hoe komt een
Is er dan wat te bele-
bijvoorbeeld monu-
de moeite waard zijn?
maar een willekeurige
Kun je er ordente-
altijd een belangrijk
het welslagen van
hebt een uur of tien
en daar
Een har-
er dus wel in op zo'n