Ceidae Sou/tont
Vanmiddag
is er volop
zon boven
Veluwemeer
hCH@
Iedere Nederlander gaat weerkundig op zijn wenken bediend worden
aderne
io's
ïn
•rods uit
heid
ZATERDAG 16 MAART 1985
IMNGEN Zoals ac-
Iprkeersinformatie een
frekend dienstbetoon
den, niet meer weg te
1a* van de radio, zo zal
'informatie over het
'P- h ontwikkelen tot een
male service. Naast de
uwing dus dat er een
t voor Leidschendam
een spookrijder is ge-
d op de A50 tussen
(een en Lemmer,
■h ook het advies: boer
&lo, u kunt beter tot
wachten met het
"*en inkuilen van uw
ant er komt over een
i fikse regenbui op u
9D»1: dagjesmens richting
Nulde, laat u niet
JbnJden door dat wolken-
irdefent vanmiddag is er
sndJiet Veluwemeer volop
if. L. Wartena, de eni-
akk4)ouwweerkundige op
r e,]au van hoogleraar die
nd kent, laat er geen
lan bestaan dat dit de
H jl wordt.
eens breed voor zitten,
in de tinten jagersgroen
natuurmensen zich ca
ll. Gelaat bijpassend ge
krijs haar dat losbandig
kiest zijn positie zodanig
mdervrager met de rug
raam komt te zitten waar-
1 lentelicht binnenvalt,
me voor uw werk be-
dat u mij ziet dan dat ik
n man met gevoel voor de
s. De zorg om het wispel-
derlandse weer nader tot
publiek te brengen, lijkt
goede handen.
Ha< ngsstelling is even vader-
het klimaat dat zijn stu-
ormt. „Weer", zegt hij, „is
ir zit koopwaar in. Er is
t voor. Enerzijds raakt het
de Bilt als overheidsin-
eeds meer met handen en
bonden. Het moet inkrim-
el op mankracht als op
Aan de andere kant zie
od!iag naar ^et Pr°dukt van
informatie sterk groeien,
wikkelingen zijn in strijd
ar. Dus zullen particulie-
op het produkt van de
irmatie gaan storten. De
repelling wordt geprivati-
zeker. Dat staat voor de
dan bedoel ik niet iets in
de trant van wat we al hebben, een
Jan Pelleboer of een Hans de Jong
die met alle waardering voor
hun werk eigenlijk alleen maar
op een populaire manier navertel
len wat het KNMI in wetenschap
pelijke termen heeft gezegd. Nee,
ik bedoel de opkomst van weer
kundige ingenieursbureaus. Dit
jaar gaat in Nederland de-eerste
van start en het zal zich uitbreiden.
Denk aan Amerika. Daar hebben
ze een heel belangrijke nationale
weerdienst, maar die maakt geen
enkel weerbericht meer; die levert
alleen nog computergegevens
waarmee particuliere metëorologen
verder kunnen werken".
Springplank
Bij wijze van springplank heeft de
Landbouwhogeschool te Wagenin-
gen waaraan prof. Wartena als
hoogleraar verbonden is, vergevor
derde plannen om te komen tot een
opleiding voor meteorologisch inge
nieurs. Dat zou dan de eerste en
enige ter wereld worden. Waarom?
Doet de universiteit in Utrecht
waarvan het KNMI zijn meteorolo
gisch doctorandussen betrekt, het
niet goed genoeg? Een grijns. Dan,
snel: „Dat is het punt niet. In we
zen draait het om dezelfde vraag
als indertijd toen de Technische
Hogeschool Delft natuurkundig in
genieurs op ging leiden. Je kunt
toch natuurkunde studeren aan alle
Nederlandse universiteiten, was de
algemene tegenwerping. Maar de
afloop heeft bewezen dat Delft een
gat in de markt had ontdekt waar
anderen overheen hadden geke
ken. Zo ook hier".
Welk gat? „Heel simpel. Van een
ingenieur verwacht je dat hij welis
waar een wetenschappelijke instel
ling heeft en het vermogen bezit
zelfstandig wetenschappelijk bezig
te zijn, maar in de allereerste plaats
moet hij toch in staat zijn een con
creet stuk werk af te leveren. Een
ingenieur mag er geen genoegen
mee nemen dat hij een vraag van
uit de maatschappij op een theoreti
sche manier beantwoordt. Dan zit
hij ernaast. Hij moet een praktisch
antwoord zoeken waar ae maat
schappij mee vooruit kan. Een doc
torandus is een wetenschapper die
aan de fundamenten werkt met het
doel die fundamenten, de processen
die daar spelen, beter te leren ken
nen. Hij doet dat zonder achter
volgd te worden door de vraag of
de maatschappij wel voortdurend
om zijn antwoord zit te springen.
Een ingenieur moet, hoe funda
menteel zijn werk ook is, altijd
denken aan het praktische nut".
Een voorbeeld. „Fruittelers willen
elk voorjaar weer weten of er kans
is op nachtvorst. Tenminste: die
vraag stellen ze. Maar in feite wil
len ze weten of er gevaar bestaat
dat hun bloesems bevriezen. Wel
nu: de meteoroloog kan voorspellen
dat er een of twee graden vorst
komt, maar niet of de bloesems die
vorst zullen overleven. Bloemen
reageren steeds anders. De fruitte
ler wil dus hee\ concreet weten of
er kans op schade bestaat, terwijl
de meteoroloog het verband tussen
temperatuur en vorstschade niet
kent. Zo'n fruitteler zou zeer prak
tische, op zijn situatie toegespitste
informatie over het te verwachten
weer moeten krijgen. Van een
weerkundig ingenieur".
Vanaf 1 mei
Hoe het gaat worden, zal vanaf 1
mei te beluisteren zijn via de Re
gionale Omroep Gelderland. Prof.
Wartena: „Onze vakgroep natuur-
en weerkunde zal, voorlopig alleen
op werkdagen, om kwart over ze
ven 's morgens, om twaalf uur
's middags en om half zes 's avonds
een regionaal weerbericht gaan
verzorgen. Live vanuit onze weer
kamer. Met de omroeper erbij zodat
die vragen kan stellen of kan inter
rumperen. Hé, ik begrijp u niet,
gaat het nou óver twee uur in
Apeldoorn ja of nee regenen? Die
stijl. Eerlijkheidshalve moet ik erbij
zeggen dat we daarmee vooral een
onderwijskundig doel dienen en zo
hoort het ook voor een hogeschool.
Kijk: een meteoroloog kan nog zo
knap zijn en na een dag rekenen
met de schitterendste weersver
wachting op de proppen komen,
maar daar hebben we niks aan.
Een belangrijke kant van het werk
van een weerkundige is het wer
ken onder tijdsdruk en dat kan ik
de studenten niet kunstmatig leren.
Daar ben ik te weinig boeman
voorAls ik zeg: over een mi
nuut moet je je weerbericht inleve
ren, krijg ik het misschien na een
half uur, want ze weten dat ik toch
wel wacht. Die radio-uitzendingen,
live uit de weerkamer, zijn voor de
studenten een stok achter de deur.
Dan moeten ze wel onder tijdsdruk
werken".
Zo wordt binnenkort de eerste stap
gezet op de nieuwe weg naar een
weersvoorspelling waarvan de tref
woorden luiden: regionaal, op de
korte termijn en zo slagvaardig dat
zelfs plotselinge veranderingen
worden meegenomen. „De omvang
van een regionaal voorspellingsge
bied", aldus prof. Wartena, „zou
bijvoorbeeld een kwart van een
provincie kunnen beslaan. Je krijgt
dan vier aangepaste weersver
wachtingen per provincie. Bij voor
keur elke twee uur. Met de moge
lijkheid er tussentijds in te sprin
gen wanneer zich plotseling een
storm of een onweersbui ontwik
kelt. Dat zou ideaal zijn. Maar wij
vanuit Wageningen gaan dat zeker
niet doen. Wij kunnen het hoog
stens stimuleren. En wij zullen
straks natuurlijk de weerkundig in
genieurs afleveren vijf tot tien
per jaar die de nodige meteoro
logische ingenieursbureaus kunnen
opzetten. De verspreiding van zul
ke streekgebonden weersverwach
tingen op korte termijn? Straks
gaat Hilversum I de grote regionale
nieuwszender worden. Dat zou een
prachtig medium zijn. Of misschien
krijgen we regionale televisie, zoals
in Amerika. Verder kun je denken
aan de al bestaande 06-nummers
van de PTT en aan viewdata of vi
ditel. Er zal natuurlijk voor betaald
moeten worden, maar gezien de
grote vraag die er is naar het pro
dukt van de weersinformatie op
maat, verwacht ik dat de mensen
er echt wel wat voor over zullen
hebben. De weerlijn van Pelleboer
bellen kost ook geld".
Geld
Mocht nu de indruk zijn gewekt
dat prof. Wartena ontevreden is
over het KNMI, dan dient dit ter
stond weersproken te worden. „Ik
stel alleen dat het KNMI er het
geld niet voor heeft om het hele
land van regionale weersberichten
te kunnen voorzien. Ik denk dat
het sneller voor elkaar zal komen
wanneer particulieren het commer
cieel gaan aanpakken. En wat de
kwaliteit van de voorspellingen be
treft: het KNMI zit voor 80 tot 85
procent goed, maar worstelt met
het probleem dat een zeer moeilijke
materie moet worden uitgelegd aan
volslagen leken. De kritiek op De
Bilt acht ik onjuist, maar de onvre
de van het publiek kan ik begrij
pen. Het grote publiek snapt een
weersverwachting alleen als het
om heel concrete zaken gaat. Krij
gen we nou over twee uur regen of
niet? Daar zit het gat in de markt".
Die onvrede. Het gekanker aan de
bittertafel dat ze bij het KNMI eens
wat minder naar weerkaarten of
satellietfoto's moesten kijken en
wat meer naar de lucht boven hun
hoofd. „Ik begrijp het. Een meteo
roloog schat bijvoorbeeld de kans
op regen zestig tot tachtig procent.
Stel dat het uitkomt en zeventig
procent van Nederland heeft regen.
Dan heeft nog altijd dertig procent
geen regen. Als het dan droog blijft
in Twente, Drenthe en Oost-Gro-
ningen, geloven de mensen daar
„Een akkerbouwer wil bijvoorbeeld weten ot er vanmiddag zo veel re
gen gaat vallen, dat hij niet het land op zal kunnen om te zaaien".
eenvoudig niet dat de weersver
wachting wel degelijk is uitgeko
men".
Regionale voorspellingen zouden
aan de onvrede een eind kunnen
maken. „Satellietgegevens die het
hele etmaal door steeds weer vers
tot onze beschikking komen, stel
len ons in staat kleinschalige, kort
stondige weersystemen te overzien.
Technisch gesproken hebben we
geen enkele hinderpaal meer. Wat
ik zelf natuurlijk belangrijk vind, is
dat dit soort weerberichten nauw
aansluit bij de behoefte van de
land- en tuinbouw. Een akkerbou
wer wil bijvoorbeeld weten of er
vanmiddag zo veel regen gaat val
len dat hij niet het land op zal kun
nen om tarwe te zaaien. Nu hoort
hij dat er kans is op enige regen,
maar wat hem interesseert is hoe
veel millimeter er komt. Heel con
creet".
Primeur
Gelderland krijgt de primeur. „En
dat wordt voor ons al een hele
klus", zegt prof. Wartena. „We
moeten de weergegevens vertalen
in berichten voor regionale gebie
den die lopen van Zwolle tot Mook,
van Enschede tot Gorinchem. Er
zullen dagen zijn waarop we niet
veel meer te melden hebben dan
het KNMI. Maar ook dagen dat we
zeggen, hé, jullie daar in Putten of
Hattem, opgepast. Nou, als het pu
bliek in Zuid-Holland of in Fries
land hoort hoe men in Gelderland
weerkundig op zijn wenken be
diend wordt, dan zullen de mensen
wel onrustig worden, vermoed ik.
Dan zullen ze zich af gaan vragen:
waarom wij niet? De sneeuwbal
gaat rollen. Denk aan het belang
bij een toegespitste weersverwach
ting dat aannemers hebben, de off
shore-industrie, energiebedrijven,
heel het transportwezen, milieu-or
ganisaties en natuurlijk de toeris
tenindustrie, de watersport, de
pretparken, het strandgebeuren O
ja, ik zie een levendige handel in
weersinformatie ontstaan. Ik heb al
het eerste adviesbureau op meteo
rologisch gebied genoemd dat dit
jaar in Nederland actief wordt en
dat is opgezet door een weerman
van het KNMI die van de televisie
bekend is. Maar ik weet ook dat
Amerikaanse bureaus belangstel
ling voor onze markt hebben. Er
valt gewoon geld mee te verdienen,
want er blijken klanten te zijn die
ervoor willen betalen".
PIET SNOEREN
ifoii
LONDEN De volgende
keer mag u per kameel in
plaats van per taxi naar Har-
rods komen. Wellicht wordt u
dan bij de ingang begroet door
exotische buikdanseressen.
Dat is het nieuwe imago van
dit wereldberoemde waren
huis in Londen. Sinds een
paar dagen bevindt Harrods,
dat vroeger zo door en door
Brits was, zich namelijk in
Egyptische handen. Drie
Egyptische broers, miljonairs
uit het land van de farao's,
hebben 313 miljoen pond uit
gegeven voor het meester
schap over de House-of-Fra-
sergroep, waarvan Harrods als
het ware het vlaggeschip is.
Zij staan in Londen bekend
als zeer solide en betrouwbare
zakenlui. De heren Mohamed,
Salah en Ali Al-Fayed bezit
ten nu niet alleen Harrods,
maar bovendien de 101 ande
re, over heel Groot-Brittannië
verspreide warenhuizen van
de Schotse Fraser-groep. Bij
deze onderneming zijn 25.000
mensen in dienst.
De Al-Fayeds dragen een kroon
vol kostbare parels. In Parijs staat
het paleisachtige Ritz Hotel op hun
naam. In New York zijn ze in het
bezit van een flink stuk van het
Rockefeller Plaza. In Parijs bezit
ten ze verder belangrijke eigen
dommen op de Champs Elysées. In
Schotland zijn ze eigenaar van een
fraai kasteel. Op Park Lane in
Londen staat een groot kantoorge
bouw dat de Al-Fayeds voor tien
miljoen pond gekocht hebben.
Op de hoogste etage van die buil
ding zetelt Mohamed Al-Fayed
achter een enorm bureau. Zijn kan
toor is bijzonder luxueus ingericht.
Het heeft een mooi uitzicht over
Hyde Park. De man die in de za
kenwereld „De fantastische Farao"
wordt genoemd, geniet op deze
hoogte met volle teugen van zijn
rijkdom, invloed en macht.
„Al toen ik voor het eerst van mijn
leven als jongeman in Harrods
kwam, vond ik dat dit het enige
warenhuis ter wereld was dat ik
wel had willen hebben", zegt hij.
„Geen enkele andere zaak kan de
vergelijking met Harrodsr door
I meer gericht houden op de interna-
staan. Harrods is uniek. Het werd
al zeven jaar met overname be
dreigd. Dat wij de knoop nu door
gehakt hebben, zal Harrods en zijn
personeel veel goed doen".
Volgens Mohamed Al-Fayed hoe
ven de Britten niet bang te zijn, dat
Harrods zijn oorspronkelijk karak
ter zal verliezen. „Ik ben een bui
tenlander", zegt hij, „en ik weet
maar al te goed dat de Britten op
ons neerkijken. Zij denken dat de
Egyptenaren allemaal domme
mensen zijn. Maar ook de Britten
kunnen zich vergissen. Bovendien
houd ik van Groot-Brittannié. De
manier waarop ze hier zaken doen,
bevalt mij".
Mohamed Al-Fayed is getrouwd
met een Finse. Het is zijn tweede
vrouw. Ze hebben een vijfjarige
dochter en een tweejarige zoon, die
in Engeland geboren znn en daar
door de Britse nationaliteit bezit
ten. Mohameds broer Ali is gehuwd
met een Engelse. Salah, de derde
Al-Fayed, heeft een Italiaanse
vrouw, die later een scheepvaart
maatschappij zal erven.
Het familiefortuin van de Al-Fay
eds werd door hun overgrootvader
vergaard met katoen dat hij in ei
gen vaartuigen naar Engeland ver
scheepte. Mohamed en zijn broers
zegden hun geboorteland vaarwel
toen na de abdicatie van koning
Faroek de Egyptische handel met
nationalisering werd bedreigd. In
Dubai maakte Mohamed Al-Fayed
opnieuw fortuin.
Egyptische I
Harrods gr
ren voor Harrods grote toekomst
plannen. „Om te beginnen heeft
Harrods een uitgebreid computer
systeem nodig", zegt Mohamed Al-
-Fayed. „Alle transacties moeten er
snel en efficient afgewerkt kunnen
worden. Bovendien zal Harrods
voortaan het oog nog meer gericht
houden op de internationale markt.
Goederen die de Harrods-label dra-
§en, kunnen in heel de Verenigde
taten verkocht worden Na ver-
oop van
een Harn
De Al-Fayeds zien trouwens nog
veel meer uitbreidingsmogelijkhe
den. Hun hartewens is een mini-
-Harrods in de beste warenhuizen,
overal ter wereld. Vroeger vonden
de Britten dat hun vaandel, de
Union Jack, heinde en ver moest
wapperen. Het is ironisch dat drie
Egyptische magnaten nu van plan
zijn hen een handje te helpen om.
althans op commercieel gebied, dat
doel te bereiken
ROGER SIMON®*