finale
James Brockway:
Engelse Hagenaar
letterkundig
middelaar
tussen twee talen
iets
jezelf"
„Dromen
zeggen
over
is gewoon
„DE BITTERE LAURIER": SCHRIJVERS
ALS SLACHTOFFER VAN HUN MUZE
ZATERDAG 9 Mv
DEN HAAG Een Engels
man die in het Nederlands
over Britse auteurs schrijft
plus een Engelsman die in het
Engels over Nederlandse au
teurs schrijft. De optelsom
heeft een en dezelfde man als
ongeloofwaardige uitkomst:
James Brockway. Brockway,
„Engelse Hagenaar", vertaler,
schrijver en essayist. Als lite
rair mens voortdurend op de
wip tussen twee talen. „Ne
derlands heb ik nooit officieel
geleerd" zegt hij. „I picked it
up". Een „vondst" waarvoor
zowel Nederland als Engeland
hem in ere mogen houden.
Nederland omdat hij Neder
landse literatuur propageerde,
vertaalde en aankaartte bij
Engelse kranten, tijdschriften
en uitgevers; Engeland omdat
hij hier al jarenlang zorgde
voor een kritische nieuws
voorziening op het gebied van
de Britse literatuur. Die laat
ste staat centraal in een boek
met essays dat hij kortgeleden
het licht deed zien: „De bitte
re laurier" waarin hij leven en
werk van een aantal schrijvers
schetst die „slachtoffers van
hun Muze" werden. Charles
Dickens, George Orwell, Mal
colm Lowry, Dylan Thomas,
Brendan Behan en Oscar Wil
de. Aan het „De profundis"
van de laatste auteur ontleen
de Brockway de titel van zijn
boek. De bittere bladeren van
de roem. De lauwerkrans die
zesmaal dodelijk bleek.
James Brockway: „Ik heb niet ge
kozen voor een zestal verloederde
schrijvers, voor zes zielige figuren.
Ik ben positief begonnen, vanuit
mijn geboeidheid voor een figuur.
Malcolm Lowry was de eerste. Phil
Muysson van het literaire blad
Bzzletin vroeg mij een stuk over
Lowry toen hier de documentaire
film van de Canadees David Brit-
tain over zijn leven („Volcano") te
zien was. Ik ging me verdiepen in
Lowry en het leven van die man
trof me zo diep. dat ik zelfs een af
weer in me voelde tegen diens ver
nietigingsdrang. Het was bijna te
erg, te tragisch, maar daardoor ook
weer boeiend. Dat kleurde mijn
eerste artikel biografisch en ik
PSYCHOLOGE
JETROTMANS:
denk dat het ook mijn benadering
van die andere auteurs bepaalde.
Het privé-leven van de auteurs die
ik behandelde, drong zich gewoon
op. Zeker bij een man als Oscar
Wilde, die zelf stelde dat hij zijn le
ven als kunstwerk zag. Ik heb ab
soluut geen morbide belangstelling
voor schrijvers die. zoals een aantal
van hen, aan de drank kapot zijn
gegaan. Terwijl ik hun werk be
schouwde, begon ik een gelijkenis
te zien in hun psychologische
„make-up", een onrust die leidde
tot hun vroegtijdige dood. Ik zag
een aantal auteurs die min of meer
bij elkaar hoorden".
Menselijke dynamo
Zo voert Brockway je binnen in de
„donkere kamer van Dickens", de
menselijke dynamo die zichzelf op
brandde en die ondanks zijn slechte
gezondheid toch weer een van z'n
doodvermoeiende toernees door
Amerika moest en zou maken.
Toernees waarin hij de emotionele
scènes uit zijn werk, zoals de
moordscène tussen de bruut Bill
Sykes en de prostituée Nancy uit
„Oliver Twist", zo aangrijpend uit
speelde dat hij na afloop uitgeput in
zijn kleedkamer neerviel. „In feite
zelfmoord" stelt Brockway. Hij
voert Oscar Wilde ten tonele, de
briljante Brit, die op het toppunt
van zijn roem, terwijl het Londense
theater drie van zijn stukken
speelt, een proces wegens laster
aanspant tegen de vader van zijn
aristocratische vriend Lord Alfred
Douglas. Een proces dat hij verliest
en dat uitmondt in twee processen
tegen hem, waarbij hij, de lichtzin
nige dandy, de poseur die van zijn
leven kunst maakte, als homosek
sueel door het hypocriete Engeland
dat hem kort daarvoor nog toe
juichte. wordt vernederd. Na zijn
gevangenschap in Reading, stérft
hij in Parijs, 46 jaar oud, een arm
zalige balling. Nog een slachtfofer
van de Muze. Zoals George Orwell,
die zich, gedreven door zijn haat,
walging en wanhoop om de leugens
van de maatschappij en haar syste
men, met zijn „1984" letterlijk ka
pot schrijft op de onherbergzame
Hebriden waar hij zich ondanks
zijn tbc vestigt. En Malcolm Lowry:
„Een gekweld, verwoest leven
waaraan wij zijn meesterwerk te
danken hebben" schrijft Brockway
en dan heeft hij het over „Under
the Volcano". Welshman Dylan
Thomas, van wie Brockway citeert
„the voyage to ruin I must run", de
„destructieve baby" die zich, 39
DEVENTER Ik droom zelden,
zeiden 39 van de 100 Nederlanders
onlangs tegen NIPO-ondervragers.
Ze horen bij de grote groep van
„droomvergeters", want het staat
wetenschappelijk vast dat iedere
mens elke nacht heel wat af-
droomt. Dat gebeurt vooral tijdens
de zogenoemde REM-periode, een
fase die zich meermalen herhaalt
tijdens de slaapcyclus. REM staat
voor Rapid Eye Movement en bete
kent vrij vertaald „het rollen van
de oogballen".
De geleerden nemen aan dat deze
slaapfase op een of andere wijze
van groot belang is voor het in con
ditie houden van speciaal hersen
weefsel. Dromen zijn een neven-
produkt van die activiteit, maar
niet zonder waarde. Ze voorzien de
mens van informatie over zichzelf,
die anders verborgen zou blijven.
Sommigen hechten bepaalde bete
kenissen aan die informatie. Zoals
de Deventer psychologe Jet Rot-
mans (31). Zij ziet de droom als een
springplank tussen lichaam en
geest, als een informatiebron voor
gezond geestelijk functioneren. In
droomgroepen die zij thuis om zich
heen verzamelt, leert zij de deelne
mers omgaan met hun slaapbeel-
den. „Een droom is als een ge
schenk aan jezelf".
Veel mensen herinneren zich nooit
een droom, dat is heel iammer,
want een droom is een vernaai dat
soms wat toevoegt aan het beeld
dat ie van jezelf of anderen hebt.
Of dat nu leuk is of niet".
„Ik vind natuurlijk niet dat je ver
plicht moet worden om je dromen
aan de weet te komen. Alsjeblieft
zeg. Als je daar geen behoefte aan
heot is dat jouw zaak. Maar als de
droomwereld je boeit, omdat ze iets
te zeggen heeft over jezelf, kijk dan
wat ie ermee kunt doen Ook
nachtmerries, hoe schokkend ook,
hebben je heel wat te vertellen.
Vaak is er iets dat je niet graag on
der ogen ziet, maar dat wel waarde
kan hebben".
Boodschap
„In een droomgroep leren de men
sen om te gaan met hun dromen en
we proberen stap voor stap bepaal
de dingen helder te krijgen. Je
droomt bijvoorbeeld over een ge
meen iemand, maar in bewuste toe
stand zie je jezelf als lief en aardig.
Door nu die boze aspecten van je
zelf niet alleen buiten jezelf te zien,
nlijk i«
eigen persoonlijkheid, word je je
maar als een wezenlijk iets van je
bewust dat je jezelf als lief én ge
meen moet zien. Zo vervult de
droom een rol als heelmaker".
Veel dromen bevatten een bood
schap, vertelt Jet Rotmans. „Ze ko
men vaak over als cryptogrammen
die je moeilijk kunt oplossen. Ik zal
Drbeeld geven hoe je zo'n
ap kunt leren ontdekken.
Ik gebruik graag beelden, want een
beeld is zoveel krachtiger dan een
woord. Dat ontdekken gebeurt in
drie fasen. Nemen we een gasfor
nuis. Neem aan, dat je gedroomd
hebt over een gasfornuis dat ont
ploft. De eerste fase is dat je kijkt
naar de situatie van alledag. Kook
ie op een fornuis dat een beetje
lekt? Zo ia, dan is je droom daar
mee verklaard. Zo nee, dan de vol
gende stap: wat betekent dat gas
fornuis voor je? Staat het voor ko
ken, zorgen voor anderen of voor
huishoudelijk werk in het alge
meen? Je kunt nog een stap verder
gaan en je met je aroombeeld iden
tificeren. Ik ben een gasfornuis en
ik ontplof Ik h»b gennep van dat
„AIS
wilt,
kun je je dro-
huishouden. Welke uitleg op jou
van toepassing is kun je het best
zelf uitmaken. De dromer is de des
kundige. Alleen, zo'n droomgroep
kan blinde vlekken verhelderen.
Niet meer en niet minder".
Met deze opvatting bevindt Jet
Rotmans zich in gezelschap van de
Engelse osvchnlnge Ann Faradav
die al honderden mensen in haar
droomstudiegroepen heeft gehad
en die haar ervaringen te boek
heeft gesteld in „De positieve
kracht van het dromen". Beide da
mes menen dat een helder inzicht
in de betekenis van dromen de
zelfkennis en de groei van de per-
snnnliikhpid bevordert
Jet Rotmans: „Je kunt niet alleen
je vervelende kanten, maar ook je
kwaliteiten herontdekken in een
droom. Je hebt bijvoorbeeld tien
jaar niet meer geschilderd of piano
gespeeld. En dan droom je dat je er
weer druk mee bezig bent. En je
zegt tegen jezelf: oh ja, die krachten
heb ik laten liggen, die pak ik weer
Hoe moet men zich de psychologe
voorstellen in de droomgroep, als
een helende goeroe, of als een zi-
feunerin met glazen bol?
.achend: „Als geen van beide. Een
droom is als een geschenk waar je
zelf mee aan het werk kunt. Daar
heb je geen goeroe bij nodig. Je
hoeft ook niet te veranderen zoals
mensen vaak denken. Er gebeurt
doorgaans al heel veel, als je het tot
je neemt. Het mooie van dromen is
dat het zoiets tijdloos in zich heeft.
Of de wereld ook verandert in een
grote computer, de mensen blijven
dromen. Dat deden ze al vóór
Christus en dat zullen ze over
tweeduizend jaar nog doen".
Grenzeloos
„Ook al is er geen grasspriet meer
over, dan nog zullen de mensen
van heerlijke landschappen dro
men. De droom is grenzeloos en
tijdloos. Binnen een minuut zit je in
Algerije en een paar seconden later
thuis achter de koffie, bij wijze van
spreken. Al je fantasie en creativi
teit kun je in een droom kwijt. Ik
ben niet creatief, hoor je mensen
vaak zeggen. Nou, dan moet je ze
horen vertellen over hun dromen.
Vaak fantastische bouwsels, een en
al creativiteit".
Onder aanroeping van haar eigen
praktijk en de theorieën van Jung,
Hall en Perls gelooft Jet Rotmans
Hat Hrompn kunnen helnen om
Lachen om zichzelf kan 1
ook. „Ik ben eigenlijk ve:
lijk teleurgesteld in mijn
van het Nederlands" zegt
een charmant accent dat
een r naar achter doet vei
een lange klinker platstJ
hoop dat de Nederlandse 11
al te dikwijls over mijn Nq
zal struikelen. Als ik het \T
Nederlanders onder ogen j
ik hen soms om hun vloeij
matisch Nederlands benijc
ik was al bijna dertig toer
de Nederlandse taal kent
te", schrijf Brockway in zi
ding. Een onnodige veronP^
ging trouwens, en de enk^eri
dat hij zelf twijfels voelt, hij
een extra-zinnetje in. Prhaa
hij er aan toe: „Ik moet n m
derlands construeren. Maa-
kere zin is het misschien eJaa
zuiverder. Ik maak geen o01
gebruik van al die idiomatik
drukkingen die jullie zo ghe
bruiken. Bij mij stikt het un-
val niet van de „hete haul
en de „hamvragen".
Gekke situatie
Toen hij als ex RAF-ptf/ide
gend op Azië in de oorlog i^oi
pan), na de oorlog voor Ni
en Nederlandse vriende»
werd hem aangeraden eenD
te halen „omdat je in N^0
zonder diploma niets bereine
werd geen diploma Ne<i
want dat ging hij na verljiet
tijd uit zichzelf schrijven,
zich niet meer herkende inja"
tikelen over literatuur die Ma'
in het Algemeen HandelsKee
schenen. Nee, het werd ee» F
ma M.O.-A Engels. Bit h
„Toen kreeg ie de gekke? e
dat een Engelsman in N«n i
Engels ging studeren on4lel
Nederlandse lerares". on<
5 rr
Zo koos James Brockway in E
ven voor een bijna absurde |ch
tuatie in een literair niema)et
tussen Engeland en Nederlop
Geamuseerd meldt hij dattde
schrijft over Engelse au terg t
helaas ontgaat, terwijl hij n£je
hun taal spreekt. In de essi ag
del „De bittere laurier" kance
ook de merkwaardige olaa:
vinden „voor iemand die |e i
lezen kan". James BrockwJ„E
nische groet aan zijn Engebl i
raire vrienden die hem waafe
lijk nooit zullen begn^erL'm'
FOTO: JEROEN DHt j
iel
meester te worden van je ain!
Jet Rotmans raakt er niet of0
gepraat. Niet gespeend vanijj1
„Zo heeft een droom je
den. Meester worden van jf
tie, zoiets moois kan het F1
van je nachtmerrie wordeiPe
men zijn richtingaanwijzers.*"1
ten je iets ontdekken over j«?
omgeving en de relatie vair0'
den met je verleden. Je kuifr_
veel kracht en energie uithal z
alles kan in een droom: op j<
staan, vleugels krijgen, auf~"
zonder dat je je rijbewijs h{01
te geil
Dromen als bewust onderd£
het leven, als een bron van <f
ve inspiratie, als een dei
staanswijze tussen waken eni
in, Jet Rotmans gelooft er hf\
Ze is zo enthousiast dat
naamde niet-dromer zich i
of er dan geen foefjes 1
uit het leger van „droomv
te onsnappen.
Als je het echt wilt, geb
ook. Dan onthoud je je droi
zijn ook hulpmiddelen. De P
van de vier tot vijf REM-cJ
perioden waarin een mei
meest droomt, eindigt kort
ontwaken. Papier en potlo*
leggen. Niet meteen uit
schieten. Langzaam ontwaflj
dan meteen je droom opscM
Je kunt er ook een tekeniij"
maken. n
En daarmee naar de droon*®
„Bijvoorbeeld, maar dat hoi\
tuurlijk helemaal niet. Je ld.
zelf een heleboel mee doen»'
maals, als uitlegger ben je je
deskundige".
HOMMF I
jaar oud, ten onder dronk, al
schreef hij zich met het geniale
„Under milkwood" terug in de tra
gische warmte van de schoot van
moeder Wales. En het eveneens
aan de drank ten ondergaande ta
lent van de twee jaar oudere Ier
Brendan Behan, opgevoed in ge
vangenissen en te veel gefêteerd,
wanneer hij over die ellende
schrijft.
Mysterieus
James Brockway: „Er is mij verwe
ten dat ik die schrijvers onder een
noemer wilde brengen. Onder een
noemer brengen vind ik iets voor
statistici, wiskundigen of bureau
craten. Dat is vreemd aan kunst. Ik
ben juist wars van het etiketten ge
ven, waardoor je zo gemakkelijk
met kunst om kan gaan. Het die-
hoort-daarbij en die-daarbij. Kunst
blijft mysterieus. Ik heb geen dis
sertatie geschreven, ik poneer geen
absolute stellingen die ik verdedig,
maar ik kwam bij die zeer verschil
lende schrijvers een aantal ge
Kopzorg
Op zijn Haagse flat blijkt Brockway
overigens een aangenaam causeur,
die elk voorbeeld staaft met een
greep in de boekenkast. Daaruit
komt ook recent literair vertaal
werk te voorschijn. Een verhaal
van Biesheuvel in een Engels blad,
een gedicht van Rutger Kopland
(met een complimenteuze brief van
een lezer daarover) in een ander.
Brockway blijft openingen maken
voor Nederlands literair talent. Een
liefhebberij die hem soms meer
kopzorg dan waardering opleverde.
In 1967 kreeg hij de Nijhoff-prijs
voor zijn vertalingen. Hij leverde
hem weer in om zo te protesteren
tegen de in zijn ogen abominabele
kwaliteit van in het Engels ver
taald werk, met name Jan Wolkers'
roman „Een roos van vlees". „Ach
teraf heeft dat geen enkele zin ge
had, want men interpreteerde die
weigering als een uiting van mijn
ergernis dat ik die vertaling niet
gemaakt had, nadat ik eerder een
proefvertaling geleverd had", zegt
Brockway die wel degene was die
Wolkers via vertalingen van korte
verhalen in Engeland introduceer
de. Het liep uiteindelijk stuk op
Nederlanders die zijn Engels bekri
tiseerden. Zelf wil hij er alleen nog
maar relativerend over praten,
maar hij had zijn carrière als letter
kundig middelaar tussen twee talen
hij is 65, vertaalde o.m. boeken
van Heeresma, Herman Teirlinck
en Jona Oberski, werk van Maria
Dermout, Hans Lodeizen, Willem
van Toorn willen afsluiten met
de Engelse vertaling van Mulisch'
„De aanslag". Ondanks duidelijke
beloften in die richting, ging dat
niet door. Het waarom daarvan
bleef lang onduidelijk. Het laatste
dat Brockway hoorde is dat het, om
commerciële redenen, een Ameri
kaanse vertaling in plaats van een
Engelse moet worden. Dat billijkt
hij, al zou hij op z'n minst wel ge
honoreerd willen worden voor het
werk dat hij deed. Lachen doet
Brockway liever dan klagen over
zijn slechte behandeling. Hij haalt
met een mengsel van plezier en
verontwaardiging enkele voorbeel
den aan van schandalige fouten op
dat gebied. Maar in een krante
knipsel uit 1967 vind "ik twee in
hun compactheid nauwelijks ver
taalbare regels uit een satirisch ge
dicht dat Brockway aan Nederland
wijdde:
„God made the world with an ama
teur touch.
Holland He left to His Betters, the
Dutch
meenschappelijke dingen tegen die
me intrigeerden. Het kan me niet
eens zoveel schelen of ik gelijk heb
of niet, ik heb getracht teelden te
geven yan auteurs die zelf boeiend
zijn. En ik vind het geen enkel be
zwaar om leven en werk van een
schrijver op elkaar te betrekken. Je
kan een oeuvre van een schrijver,
een componist op allerlei manieren
benaderen. Het is waanzin om te
zeggen dat mijn manier eigenlijk
niet mag". Op de suggestie dat zijn
methode die hier in sommige krin
gen argwanend bekeken wordt,
misschien wel typisch Engels is,
zegt hij: „Dat hoop ik. Dan heb ik
jullie als Engelsman tenminste iets
te bieden dat anders is".