„Ik schrijf uit weerzin
tegen de werkelijkheid"!
lïï
Nieuwe speelse beschouwingen
over taal van Rudy Kousbroek
J
Het waarom van de
NAVO verklaard
DE
KEER
,DE LOGOLOGISCHE RUIMTE'
Goede kinderboeken van
diverse literaire genres
BOEKEN
QaXdóaQowuvtd
VRIJDAG 22*EBRUARI1985 PAG:
De taal is een uitermate bizar
bouwsel. Rudy Kousbroek is
niet de enige Nederlandse es
sayist die zich bezighoud met
de verbazing die taal steeds
weer teweeg brengt bij de
creatieve beschouwer daarvan.
In zijn nieuwe boek, een ver
zameling opstellen over taal
onder de titel „De logologische
ruimte", herken je hier en
daar de bewondering van
Kousbroek voor die andere
Nederlandse essayist, die op
speelse manier het Nederlands
een heel eigenzinnige „Ency
clopedie" verschafte en die
een heel eigen taal- en letter
kunde samenstelde: het Op
perlands.
Er staat ongelooflijk veel in
„De logologische ruimte". Be
schouwingen over het legen
darische „Oera Linda-boek"
en de Friese taal, over de rela-
,tie tussen bepaalde woord-om
zettingen en de beroemde ma
gische kubus, die een tijdje te
rug door zoveel mensen driftig
bespeeld werd. Of kent u „Het
BCA, of Kreeftenalfabet"? Dat
gaat op de volgende manier:
„A dat is ZORBA, zo de man
zo de wijs,
B is de YSROB, als een zee,
maar dan ijs.
C dat is XYLAC, 'n soort lak
voor op hout,
D is het WOUD, zonder oer,
dus niet oud".
Er is natuurlijk heel wat in
ventiviteit nodig om het kreef
tenalfabet zo te vervolgen tot
de Z (een ABRUZ, „er zijn er
meer in Italië").
In het opstel over de
sche ruimte beschrijft Kous
broek de onmogelijkheid van
wat eigenlijk logisch zou moe
ten zijn. Het „da-capo"-voor-
schrift in een muziekstuk
maakt daar een perpetuum
mobile van, zodat de toevoe
ging van een woord ons brengt
tot het verwerkelijken van
een onmogelijkheid. De zelf-
verwijzende zin „Hier zijn
achtentwintig letters" is niet te
wijzigen, zelfs al wanneer je
„zijn" vervangt door „staan",
klopt de zin niet meer. Die zin
is onmogelijk, „die zin bestaat
niet. Wéér bestaat hij niet? In
de logologische ruimte. Die
ruimte blijkt woest en ledig te
zijn. Er zijn weliswaar miljar
den zelfverwijzende zinnen,
zoals er ook miljarden sterren
zijn, maar tot bestaat de logo
logische ruimte net als het
heelal voornamelijk uit leegte.
Je kunt er duizenden jaren in
op weg zijn zonder iets tegen
te komen". Het is duidelijk dat
Kousbroek in hevige mate ge
fascineerd is door dit „schim
menrijk", dit gebied waar zo
veel nog onontdekt is.
Dat beschrijft Kousbroek in de
„Pangram Machine" waarmee
het onderzoek naar dit soort
zelfverwijzende zinnen gehol
pen kan worden.
Deze machine test een miljoen
maal per seconde combinaties
van letters af om allerlei van
deze soorten zelfverwijzende
zinnen tot stand te brengen.
„Met een computer die 100
mogelijkheden per seconde
kan onderzoeken, duurt het
checken van een dergelijke zin
3,17 miljoen jaar". Zo gooit
de machine wekenlang dob
belstenen met letters en aan
tallen en haalt uit de verten
van de logologische ruimte een
„pangram" tevoorschijn: „Dit
pangram bevat maar acht a's,
twee b's, drie c's, vijf d's, een
enveertig e's, vijf f's, zes g's,
drie h's, zeventien i's, vijf j's,
een k, een 1, drie m's, twintig
n's, een o, twee p's, een q, acht
r's. tweeëntwintig s's, vijftien
t's, een u, negen v's, zes w's,
een x, een y en vier z's". Een
zin die geen enkel nut bezit,
maar een ondoorgrondelijke
schoonheid in zich heeft, om
dat hij betekenis en vorm op
ongelooflijke wijze verbindt.
Het ongelooflijke, daar houdt
Kousbroek zich mee bezig.
Met combinaties van zaken,
die niet te combineren zijn, zo
als in een dagboek, samenge
steld uit een groot aantal dag
boeken van bekende personen,
notities, die zo verzameld zijn
dat alle dagen van het jaar een
sfeer van uiterste somberheid
ademen. In „De theogonie van
het toeval" beschrijft hij het
feit dat je de hymne „Onward
Christian Soldiers" prachtig
kunt zingen met de steeds op
nieuw herhaalde woorden:
„Lloyd George knew my fa
ther, Father knew Lloyd
George".
Te vergelijken met „Eikehout
is eikehout, eikehout is hout"
bij het Limburgs volkslied. De
vondst van deze zin is „een
toevallig incident" dat „de
wetmatige orde verbroken
(heeft) en de heilige bres geo
pend voor het avontuur van
een superbe en gevaarvolle
creatieve vrijheid".
Deze creatieve beschouwingen
vol aandacht voor het onmo
gelijke dat in de taal mogelijk
kan worden door de niet te
stuiten kracht van het mense
lijk denken, maken dit nieuwe
boekje van Kousbroek een
feest voor een lezer die mee
wil denken in de onbestemde
ruimte van het logologische.
JAN VERSTAPPEN,
Rudy Kousbroek: „De logo
logische ruimte" - opstellen
over taal. Uitgave Meulen-
hoff. Prijs 24,50.
Illustratie uit „Een blauw Belgisch konijn".
Aan de reeks „Zebraboeken"
cfie de uitgeverij Zwijssen in
Tilburg nu al enige iaren uit
geeft en die ten doel heeft kin
deren vanaf circa 9 jaar kennis
te laten maken met verschil
lende literaire genres, is on
langs een derde serie toege
voegd, die evenals de twee
voorgaande bestaat uit zes ti
tels. De serie biedt een geva
rieerd aanbod aan uitstekende
leesstof, zowel van Nederland
se als van buitenlandse schrij
vers. Wij moeten ons hier tot
de bespreking van drie titels
beperken: „Een blauw Bel
gisch konijn", „Adelaar boven
de Poolzee" en „Jacob Dubbel
en de verschrikkelijke cipier".
In „Een blauw Belgisch ko
nijn". geschreven door Hans
van de Waarsenburg, spelen
het elfjarige meisje Suus en de
congierge van haar school, Sjef
genaamd, de hoofdrol. Sjef
verzorgt de dieren op deze
school, die eigenlijk meer op
een boerderij lijkt dan op een
school. Sjef is een goedgemut
ste grapjas, die de kinderen
ook dikwijls plaagt. Suus kan
goed met Sjef opschieten. Dat
verandert echter na de vakan
tie. Suus is met haar vader en
moeder naar Corsica geweest
en daar ontdekte ze iets af
schuwelijks. waardoor ze nu
niet bepaald vrolijker werd.
Als Sjef Suus ook nog een
blauw Belgisch konijn belooft
dreigt alles helemaal mis te
gaan. Francien van Westering
rriaakte de illustraties voor dit
boeiende, verrassende kinder
boekje, dat 58 bladzijden telt.
„Adelaar boven de Poolzee" is
geschreven door de Belgische
schrijver Gaston van Camp.
Het boekje gaat over zeer ris
kante ballonlucht, die drie
Zweese geleerden in de zomer
van 1897 vanaf Spitsbergen
naar de noordpool willen ma
ken. Ze maken de vlucht, die
op een ramp uitdraait, met een
reusachtige ballon, de Adelaar.
Het gevaarte stort al na drie
dagen neer op het pakijs. De
mannen moeten te voet met
hun sleden proberen de be
woonde wereld te bereiken.
Het doel van de honderden ki-
lomters lange voettocht over
het pakijs is Frans Jozefland.
Het wordt een tocht, waarbij
de dood voortdurend op de
loer ligt. Van dit waar gebeur
de is een dramatische recon
structie gemaakt, een serie, die
de Vara nog maar kort gele
den op de Nederlandse televi
sie bracht. Het interessante en
spannende boekje, is door Alex
de Wolf geïllustreerd.
„Jacob Dubbel en de ver
schrikkelijke cipier", geschre
ven door de Canadees Morde-
cai Richler. is door Hans van
de Waarsenburg uit het Engels
vertaald. In Canada sleepte de
schrijver met dit boek ver
schillende prijzen in de wacht.
Het grappige boekje gaat over
het jongetje Jacob Dubbel, die
twee plus twee plus twee jaar
oud is, twee oren, twee ogen,
twee armen, twee benen en
natuurlijk ook twee schoenen
heeft, twee zusters en twee
broers heeft. Jacob Dubbel
zegt veel dingen twee keer.
Meneer Cooper, de groente
boer. waar Jacob boodschap-
fien moet doen, vindt dat niet
euk. Hij roept e^n agent en
zegt dat Jacob maar naar de
kindergevangenis moet omdat
hij een volwassene heeft bele
digd. Jacob rent weg en komt
uiteindelijk in het park te
recht. Als hij daar op het gras
zit. wordt hij helemaal door de
mist omringd. Hij wrijft in zijn
ogen en komt ineens in een
donkere cel weer tot zijn posi
tieven. Niet lang daarna wordt
hij veroordeeld tot een gevan
genisstraf van twee jaar. twee
maanden, twee weken, twee
dagen, twee uren en twee mi
nuten. In de kindergevangenis
leert Jacob de verschrikkelijke
cipier kennen, die misschien
helemaal niet zo kwaadaardig
is als hij eruit ziet.
Peter Oey illustreerde dit
sprankelende, komische boek
je. dat wat dikker is dan de
andere twee en 75 bladzijden
telt.
De overige titels, die in deze
serie verschenen, zijn „Geloof
alleen wat je ziet" van Esteban
López, „De pianomeester" van
Rita Törnqvist en „Hanglip"
van Arnold Wesker. Het is
overigens de bedoeling, dat er
ook een vierde serie ver
schijnt. Zebraboekjes ziin ge
bonden en kosten 13,90 per
stuk.
LEO HENNY
De Atlantische Commissie in Den Haag heeft twee brochures
uitgegeven over voorgeschiedenis en werking van de NAVO en
over de huidige problematiek waarmee het Atlantisch bondge
nootschap wordt geconfronteerd. Ze zijn geschreven door resp.
dr. Ivo Samkalden, oud-burgemeester van Amsterdam en drs.
Ben Knapen, redacteur van NRC-Handelsblad.
Beide studiebrieven voorzien ongetwijfeld in een behoefte. De
bijdrage van Samkalden gaat in op de structuur van de NAVO
met haar onderscheiden instellingen als Nuclear Planning
Group, Special Consultative Group, die vaak in het nieuws ko
men en hier in een notedop worden geschetst.
Het is goed dat Samkalden er nog eens op wijst dat de NAVO in
1949 is opgericht door de Westeuropese landen, nadat het onder
controle brengen door de Sovjet-Unie van oost-Europa en de bij
na een jaar lang volgehouden blokkade van Berlijn bij hen grote
onrust had veroorzaakt. Zij beseften dat de Westerse Unie, die
Frankrijk, Engeland, Nederland, België en Luxemburg een jaar
eerder hadden opgericht, niet toereikend was om de Sovjet-drei
ging het hoofd te bieden. De steun van de Verenigde Staten was
nodig, maar deze wilden zich eigenlijk liever verre van het Eu
ropese toneel houden uit vrees opnieuw verstrikt te raken in
een oorlog. De Amerikaanse president Truman wist zijn landge
noten ervan te overtuigen dat steun aan de Europese bondgeno
ten absoluut noodzakelijk was.
Knapen maakt een interessante vergelijking tussen de motieven
die destijds in 1949 hebben voorgezeten bij de oprichting van de
NAVO en de omstandigheden waarin het bondgenootschap anno
1985 verkeert. De spanningen binnen Europa zelf zijn vermin
derd, maar problemen tussen de beide supermachten elders in
de wereld blijven hun weerslag hebben op Europa zelf. Het oude
Europa is niet langer het centrum van de wereld. De Ameri
kaanse bemoeienissen, zeker die van de regering-Reagan, zijn
veel minder dan voorheen exclusief gericht op het oude conti
nent. Voor de Sovjet-Unie, die zich pas na de koude oorlog tot
de tweede supermogendheid heeft ontwikkeld, kan iets soortge
lijks gezegd worden. Toch moet niet verontachtzaamd worden
en dit is dan een aanvulling op de overigens waardevolle ana
lyse van Knapen dat Europa onverminderd beslissend is op
de kwaliteit van de relatie tussen beide supermachten.
Knapen stelt verder dat de jongste generaties niet langer genoe
gen nemen met de deling van Europa als produkt van de Twee
de Wereldoorlog. Een poging aan deze van de oudere generaties
geërfde deling een eind te maken stuit echter onverbiddelijk op
de aanwezigheid van kernwapens in beide blokken van het ver
deelde continent.
De vredesbewegingen hebben ondanks de steun ter rechter- en
ter linkerzijde van het IJzeren Gordijn tot nu toe geen werkbaar
alternatief kunnen bieden, dat op brede politieke steun kan re
kenen. De oorzaak van die onmogelijkheid is uiteraard niet ge
legen in de aanwezigheid van kernwapens als wel in de onver
zoenlijkheid van de beide maatschappelijke stelsels. De blokken
zullen in Europa dan ook nog wel een lang leven beschoren zijn.
Terecht stelt Knapen dat de NAVO zich zal moeten instellen op
die veranderde omstandigheden. Zonder dat hij hier nadrukke
lijk op ingaat is desintegratie in de nabije toekomst van het At
lantisch bondgenootschap verre van denkbeeldig, indien de
NAVO er niet in slaagt haar bestaansrecht bij de bevolking over
te brengen. Deze brochures zijn daarvoor een goede onbevoor
oordeelde introduktie.
PAUL VAN VELTHOVEN
De NAVO zorg voor vrede, deel I en II. Uitgegeven door en
kosteloos verkrijgbaar bij de Atlantische Commissie,
Alexanderstraat 2, 2514 JL Den Haag.
(ADVERTENTIE)
BOEKHANDEL
LEIDEN LEIDERDORP
OEGSTGEEST - KATWIJK
VOORSCHOTEN
All* op dez* pagina besproken
boeken zijn bij ons direkt lever
baar. óf vla onz* TERMINAL te
bestellen en den binnen drie de
gen verkrijgbaar.
GRATIS ELKE WOENSDAG DE
BIILAGE Bil UW KRANT MET
INFORMATIE OVER F1LMS MUZIEK
THEATER RECREATIE EXPOSITIES
EN EEN COMPLETE AGENDA
Toon Hermans is
zijn stem kwijt
DEN HAAG Toon Hermans
heeft voor de eerste zes weken
al zijn voorstellingen afgelast.
De conférencier, momenteel in
Zwitserland met vakantie,
heeft dit laten weten aan een
aantal Nederlandse schouw
burg- en theaterdirecteuren.
Een van hen, de directeur van
de schouwburg in Nijmegen,
heeft het gisteren bekend ge
maakt. Hermans mag van zijn
arts zes weken lang zijn stem
niet gebruiken. In december
had Hermans al zijn voorstel
lingen afgelast wegens de dood
van één van zijn musici.
Geen krant ontvangen? Bel tussen
18 00 en 19 00 uur. zaterdags tussen
14.00 en 15.00 uur. telefoonnr.071-
122248 en uw krant wordt nog dezelf
de avond nabezorgd.
lenate Dorrestein (3lr
s redactrice van het IT
'eministische r
naandblad „Opzij". IA _/Vj
I983 debuteerde ze
net het boek
.Buitenstaanders",
?nkele maanden
geleden volgde
„Vreemde streken".
Ze woont in Haarlem,
samen met vier
damespoezen: Staart, j
Fleurie, Oekie en Jeti
„Van alle lezers van
bladen in ons land
„consumeren" de
lezeressen van Opzij
het meeste
kattevoedsel en het
minste hondevoedsel.
Dat komt omdat
katten zulke simpele
huisdieren zijn.
Feministen zijn, als zei „Sii
alleenstaand zijn, erg
uithuizig, en als ze
thuis zijn willen ze ™.0<
graag iets levends om,
zich heen hebben".
Renate Dorrestein is Vla
zondag a.s. oge
presentatrice van een L ker
forumdiscussie tussen
een aantal schrijfsters, jyja
over hun eersteling Wa;
(motto: „Nooit meer aan
debuteren") in het
Kurhaus (20.00 uur)
ter gelegenheid van
het 15-jarig Bzztöh-
jubileum.
Renate Dorres
tein: „Als schrij
ver van fictie
kan ik een wer
kelijkheid cree-
ren zoals ik ge
loof dat ie moet
zijn. Ik heb een
tomeloze ver
beeldingskracht,
dat is een kwel
ling. Ik lijd aan
invallen en idee
ën. Fictie kan
dat kanalise
ren".
tijd
De politiek laat Renate Dor
restein giet onberoerd. De
schrijfster en feministe kan
zich erg opwinden over wat
„Den Haag" de laatste tijd
heeft gedaan. „Dit is duidelijk
een kabinet van lippendien
sten. De emancipatie wordt
vrij hoog in het vaandel ge
voerd van vrijwel alle depar
tementen. Dat zeggen ze.
Maar de maatregelen zijn zo
beperkend voor de vrouwen
emancipatie. Bijna alles wordt
teruggedraaid. De kinderop
vang komt in het gedrang, de
gehuwde werkende vrouwen
worden de dupe van de twee-
verdienerswet".
De boosheid van Renate
neemt nog meer toe als ze
praat over de Joke Smit-prijs
voor emancipatie, onlangs
door het kabinet ingesteld.
„Dat heeft dan ontzettend
lang geduurd. Er zijn vrou
wen die daar al twee. drie jaar
mee bezig zijn. Nu. na alle
maatregelen van dit kabinet,
lijkt het erop dat de prijs het
zoveelste doekje voor het
bloeden is. de wereld hangt zo
langzamerhand van prijzen
aan mekaar, het heeft ook iets
oneerlijks nü met zo'n prijs
aan te komen. Iemand afsche
pen met een schouderklopje,
daar lijkt het op. Het blijft
slappe thee. Ik zing en spring
niet. Het is volgens mii een
alibi om te verbergen dat ze
in Den Haag voortdurend be
zig zijn ons het leven onmoge
lijk te maken. Het is toch veel
belangrijker om vrouwen een
goed salaris te betalen dan om
een prijs uit te reiken? Je zult
maar bijstandsmoeder zijn: je
mag alleen maar vegeteren en
geminacht worden. Dat krijg
je als beloning voor het feit
dat je geprobeerd hebt te le
ven zoals het hoort. Netjes
trouwen, kindertjes krijgen
en thuis zitten terwijl je man
de kost verdient".
Niet geëmancipeerd
„Ik vind mezelf niet zo'n ver
gevorderde feminist. Ik heb
nu nog veel te stellen met de
conflicten tussen mijn oude
en mijn nieuwe ik. Er is bij
mij slechts een dunne laag
vernis van het feminisme.
Soms, als ik een zwak mo
ment heb, denk ik wel: waar
om moet ik toch zelf de kost
verdienen? Een man kan dat
toch ook voor mij?".
„Voor alle duidelijkheid ik
ben niet geemancipeerd. ik
ben feministisch. Emancipatie
is gelijkscnakeling van man
en vrouw. Feminisme bete
kent dat het vrouwelijke aan
deel in de maatschappij meer
waardering krijgt. Of anders
gezegd: dat de maatschappij
meer waardering krijgt voor
eigenschappen die traditio
neel aan vrouwen worden
toegeschreven. In totaliteit
geldt dan dat we. vrouwen en
mannen, wederzijds de goede
eigenschappen overnemen en
daar naar leven en handelen.
Vrouwen en mannen moeten
beide moedig en zachtmoedig
zijn, flink en toch lief. Ik zelf
probeer kloek te zijn, zonder
de menselijke warmte uit het
oog te verliezen. Trouwens, ik
ben er niet op uit iedereen het
leven voor te schrijven dat ik
zelf leid. Ik heb in een hele
boel opzichten makkelijk pra-
Vaderen
„Het feminisme hamert er
ook op dat vaders moeten va
deren, zich nadrukkelijk met
de opvoeding van hun kinde
ren moeten bezighouden -zo
dat kinderen ervaren dat
„zorgen" niet iets specifiek
vrouwelijks is. Het valt me op
dat de kinderen van alleen
staande moeders minder „ge
handicapt" zijn dan je denkt.
Ze hebben weliswaar geen va
der, maar ze hebben een moe
der die zich niet tot traditio
neel vrouwelijk gedrag be
perkt. De kinderen van een
alleenstaande moeder zijn
misschien beter af in dit as
pect van de opvoeding. Om
een voorbeeld te noemen: een
jongen van 14. zoon van een
weduwe, vroeg wat ik wilde
worden. Ik antwoordde: „mil
jonairsvrouw -ik lig al jaren
op de loer, of er niet een pas
seert met wie ik kan huwen.
Hij reageerde: „Waarom word
je zelf niet miljonair?". Hij
heeft gelijk: waarom zou een
vrouw geen miljonair kunnen
worden?".
„Er zijn veel uitwaaieringsef
fecten van het feminisme
waar je het niet verwacht.
Een voorbeeld: een vrouw
van in de 60 zei na veertig
jaar huwelijk voor het eerst
dat ze 's avonds naar iets toe
moest: met een kleinzoon
naar het volleyballen. Dat
was tien jaar geleden nog on
mogelijk Feminisme dringt
dus ook door op een zeer alle
daags niveau. Het draagt er
toe bij dat levens leuker wor
den."
„Het feminisme heeft ook
zichtbaar gemaakt dat er
meer homosexualiteit voor
komt dan men dacht. Vóór
vrouwen zijn is iets anders
dan tegen mannen zijn. Tot
voor kort waren vrouwen ri
valen in "de strijd om de beste
man. Dat is nu niet meer zo".
„Ik ben zelf een katholiek
meisje dat bij de nonnen is op
gevoed. Ik ben niet getrouwd,
ook niet geweest. Wel heb ik
relaties met heren, en dat
noem ik dan verloofd. Maar
dat vreet tijd. Ik ben vrijwel
altijd serieus. Ik vind dan ook
dat je „het" pas mag doen in
het huwelijk".
Geen man
„Ik zou geen man willen zijn.
Voor geen prijs! Ik wil nooit
de nadelen van het vrouw
zijn ruilen voor de nog veel
grotere nadelen van het man
zijn. Mannen zijn gevoelsar
me, emotieloze, blinde har
ken. Ze hechten waarde aan
zaken als status en poen, die
helemaal niet zo erg belang
rijk zijn. Mannen zijn ook
maar gemaakt tot wat ze zijn.
Maar ze hebben in de huidige
constellatie, in deze maat
schappij meer voordelen dan
vrouwen. Daarvoor moeten ze
wel een hoge prijs betalen:
hun carrière levert vaak een
hartinfarct op. En ze zijn vaak
niet in staat tot werkelijk con
tact met anderen. Je moet
meer in je hebben dan je
werk: ook het onderhouden
van relaties met anderen.
Vrouwen hebben vaak goede
vriendinnen om hun proble
men uit te praten. Mannen
kunnen dat bijna nooit bij
mannen. Ik vind dat mannen
bereid moeten zijn om in hun
ziel af te dalen, te bekijken of
daar iets te „verbouwen" valt.
Ze moeten meer greep krijgen
op het binnen-gebeuren. Ou
ders kunnen daar in de op
voeding een grote rol in spe
len".
„Mannen hebben nooit iets
anders dan goeds over zich
zelf vernomen. Ik treed als
horzel op. bijvoorbeeld in
mijn vele lezingen in den lan
de voor vrouwengroepen als
de bond van plattelandsvrou-
Weerzin
„Ik schrijf geloof ik uit weer
zin tegen de werkelijkheid.
Bijna alles wekt mijn weerzin
op. De werkelijkheid is erg
onrechtvaardig voor heel veel
mensen: voor niet-mannen,
voor niet-blanken, voor niet-
heterosexuelen, voor niet-jon-
geren Als journalist kan ik
die werkelijkheid aan de
kaak stellen. Als schrijver
van fictie kan ik een werke
lijkheid creefen zoals ik ge
loof dat ie kan. moet zijn. Ik
heb een tomeloze verbeel-
lingskracht, dat is mij e
swelling. Ik lijd aan invall
ïn ideeen. Fictie kan dat 1
laliseren".
.Ik ben nu aan mijn deri
Doek bezig, met de vierde v«
;ie -het zullen er wel vijf
zes worden. Van de vori 'I
ooeken heb ik elk vier versi^
gemaakt. Ik heb moeite nx
het leggen van de juiste I
:enten. Het verhaal zelf is h
probleem niet. Maar die a
centen, de dosering daarv^
daar gaat het om - je kunt et tvr
verhaal op 1500 maniere. W
vertellen. Je moet er in slage
de karakters overtuigend ti
leven te brengen. Iets v^
mijzelf is terug te vinden i OI
alle personen in mijn eersl
boek „Buitenstaanders". E
van de twee hoofdpersonen i
het tweede boek, „VreemijAan
streken", is Fresia mijn en wee
helft en Akelei de andere, tide I
beide boeken blijkt bijvoqling
beeld dat je je vaak beu ook
voordoet dan je bent. Bij flken
bakker doe je je ook bet(dezt
voor dan je je voelt als je tol De
vallig erg verdrietig bent. Jtijnc
barst bij de bakker toch ni|van
in huilen uit?".
Paranormaal
Het manuscript
„Vreemde Streken" heb
vorig iaar januari ingelevei
Maanden later kwam de Ai
sterdamse aanrander met
hond in het nieuws. Ik
stomverbaasd, ik schrok
van. Hij was bijna een exa<
kopie van Karabijn, mj
vrouwenmoordenaar met i
honkbalknuppel. Het had e
griezelig effect. Ik dacht:
nu maar niet alles wat in
boek staat, werkelijkh(
wordt. De werkelijkheid
soms gelijk aan de fantasie,
ben trouwens buitengewqj
geïnteresseerd in paranormj
gaven. In Schotland, dat,
?cht mijn plek, daar heq;
■nagie. Afgelopen zomer ra«
ileegde ik daar een oude z<
lerling, een handenlezer,
lie zei dat ik nog geen t(i
>ar meer te leven had, ik
<us geen 40 worden.
shrik je wel even. Je ku '2
let natuurlijk ook overdraé we.
t lijk zien: je oude ik vL°r
dvijnt binnen tien jaar,
kint op een ander spoor
k:n, je kunt iets heel and),gu>
g«an doen. Maar stel dat
bnnen tien jaar doodgé
m>et je rekening houden rt
ale eventualiteiten? Er k
vai alles gebeuren... Je t
eei bangerik worden. Ik vl
da je niet moet proberen A
voirspellingen te ontkomee ane'
SENT WIERI
koi