„Ik schrijf uit weerzin tegen de werkelijkheid"! lïï Nieuwe speelse beschouwingen over taal van Rudy Kousbroek J Het waarom van de NAVO verklaard DE KEER ,DE LOGOLOGISCHE RUIMTE' Goede kinderboeken van diverse literaire genres BOEKEN QaXdóaQowuvtd VRIJDAG 22*EBRUARI1985 PAG: De taal is een uitermate bizar bouwsel. Rudy Kousbroek is niet de enige Nederlandse es sayist die zich bezighoud met de verbazing die taal steeds weer teweeg brengt bij de creatieve beschouwer daarvan. In zijn nieuwe boek, een ver zameling opstellen over taal onder de titel „De logologische ruimte", herken je hier en daar de bewondering van Kousbroek voor die andere Nederlandse essayist, die op speelse manier het Nederlands een heel eigenzinnige „Ency clopedie" verschafte en die een heel eigen taal- en letter kunde samenstelde: het Op perlands. Er staat ongelooflijk veel in „De logologische ruimte". Be schouwingen over het legen darische „Oera Linda-boek" en de Friese taal, over de rela- ,tie tussen bepaalde woord-om zettingen en de beroemde ma gische kubus, die een tijdje te rug door zoveel mensen driftig bespeeld werd. Of kent u „Het BCA, of Kreeftenalfabet"? Dat gaat op de volgende manier: „A dat is ZORBA, zo de man zo de wijs, B is de YSROB, als een zee, maar dan ijs. C dat is XYLAC, 'n soort lak voor op hout, D is het WOUD, zonder oer, dus niet oud". Er is natuurlijk heel wat in ventiviteit nodig om het kreef tenalfabet zo te vervolgen tot de Z (een ABRUZ, „er zijn er meer in Italië"). In het opstel over de sche ruimte beschrijft Kous broek de onmogelijkheid van wat eigenlijk logisch zou moe ten zijn. Het „da-capo"-voor- schrift in een muziekstuk maakt daar een perpetuum mobile van, zodat de toevoe ging van een woord ons brengt tot het verwerkelijken van een onmogelijkheid. De zelf- verwijzende zin „Hier zijn achtentwintig letters" is niet te wijzigen, zelfs al wanneer je „zijn" vervangt door „staan", klopt de zin niet meer. Die zin is onmogelijk, „die zin bestaat niet. Wéér bestaat hij niet? In de logologische ruimte. Die ruimte blijkt woest en ledig te zijn. Er zijn weliswaar miljar den zelfverwijzende zinnen, zoals er ook miljarden sterren zijn, maar tot bestaat de logo logische ruimte net als het heelal voornamelijk uit leegte. Je kunt er duizenden jaren in op weg zijn zonder iets tegen te komen". Het is duidelijk dat Kousbroek in hevige mate ge fascineerd is door dit „schim menrijk", dit gebied waar zo veel nog onontdekt is. Dat beschrijft Kousbroek in de „Pangram Machine" waarmee het onderzoek naar dit soort zelfverwijzende zinnen gehol pen kan worden. Deze machine test een miljoen maal per seconde combinaties van letters af om allerlei van deze soorten zelfverwijzende zinnen tot stand te brengen. „Met een computer die 100 mogelijkheden per seconde kan onderzoeken, duurt het checken van een dergelijke zin 3,17 miljoen jaar". Zo gooit de machine wekenlang dob belstenen met letters en aan tallen en haalt uit de verten van de logologische ruimte een „pangram" tevoorschijn: „Dit pangram bevat maar acht a's, twee b's, drie c's, vijf d's, een enveertig e's, vijf f's, zes g's, drie h's, zeventien i's, vijf j's, een k, een 1, drie m's, twintig n's, een o, twee p's, een q, acht r's. tweeëntwintig s's, vijftien t's, een u, negen v's, zes w's, een x, een y en vier z's". Een zin die geen enkel nut bezit, maar een ondoorgrondelijke schoonheid in zich heeft, om dat hij betekenis en vorm op ongelooflijke wijze verbindt. Het ongelooflijke, daar houdt Kousbroek zich mee bezig. Met combinaties van zaken, die niet te combineren zijn, zo als in een dagboek, samenge steld uit een groot aantal dag boeken van bekende personen, notities, die zo verzameld zijn dat alle dagen van het jaar een sfeer van uiterste somberheid ademen. In „De theogonie van het toeval" beschrijft hij het feit dat je de hymne „Onward Christian Soldiers" prachtig kunt zingen met de steeds op nieuw herhaalde woorden: „Lloyd George knew my fa ther, Father knew Lloyd George". Te vergelijken met „Eikehout is eikehout, eikehout is hout" bij het Limburgs volkslied. De vondst van deze zin is „een toevallig incident" dat „de wetmatige orde verbroken (heeft) en de heilige bres geo pend voor het avontuur van een superbe en gevaarvolle creatieve vrijheid". Deze creatieve beschouwingen vol aandacht voor het onmo gelijke dat in de taal mogelijk kan worden door de niet te stuiten kracht van het mense lijk denken, maken dit nieuwe boekje van Kousbroek een feest voor een lezer die mee wil denken in de onbestemde ruimte van het logologische. JAN VERSTAPPEN, Rudy Kousbroek: „De logo logische ruimte" - opstellen over taal. Uitgave Meulen- hoff. Prijs 24,50. Illustratie uit „Een blauw Belgisch konijn". Aan de reeks „Zebraboeken" cfie de uitgeverij Zwijssen in Tilburg nu al enige iaren uit geeft en die ten doel heeft kin deren vanaf circa 9 jaar kennis te laten maken met verschil lende literaire genres, is on langs een derde serie toege voegd, die evenals de twee voorgaande bestaat uit zes ti tels. De serie biedt een geva rieerd aanbod aan uitstekende leesstof, zowel van Nederland se als van buitenlandse schrij vers. Wij moeten ons hier tot de bespreking van drie titels beperken: „Een blauw Bel gisch konijn", „Adelaar boven de Poolzee" en „Jacob Dubbel en de verschrikkelijke cipier". In „Een blauw Belgisch ko nijn". geschreven door Hans van de Waarsenburg, spelen het elfjarige meisje Suus en de congierge van haar school, Sjef genaamd, de hoofdrol. Sjef verzorgt de dieren op deze school, die eigenlijk meer op een boerderij lijkt dan op een school. Sjef is een goedgemut ste grapjas, die de kinderen ook dikwijls plaagt. Suus kan goed met Sjef opschieten. Dat verandert echter na de vakan tie. Suus is met haar vader en moeder naar Corsica geweest en daar ontdekte ze iets af schuwelijks. waardoor ze nu niet bepaald vrolijker werd. Als Sjef Suus ook nog een blauw Belgisch konijn belooft dreigt alles helemaal mis te gaan. Francien van Westering rriaakte de illustraties voor dit boeiende, verrassende kinder boekje, dat 58 bladzijden telt. „Adelaar boven de Poolzee" is geschreven door de Belgische schrijver Gaston van Camp. Het boekje gaat over zeer ris kante ballonlucht, die drie Zweese geleerden in de zomer van 1897 vanaf Spitsbergen naar de noordpool willen ma ken. Ze maken de vlucht, die op een ramp uitdraait, met een reusachtige ballon, de Adelaar. Het gevaarte stort al na drie dagen neer op het pakijs. De mannen moeten te voet met hun sleden proberen de be woonde wereld te bereiken. Het doel van de honderden ki- lomters lange voettocht over het pakijs is Frans Jozefland. Het wordt een tocht, waarbij de dood voortdurend op de loer ligt. Van dit waar gebeur de is een dramatische recon structie gemaakt, een serie, die de Vara nog maar kort gele den op de Nederlandse televi sie bracht. Het interessante en spannende boekje, is door Alex de Wolf geïllustreerd. „Jacob Dubbel en de ver schrikkelijke cipier", geschre ven door de Canadees Morde- cai Richler. is door Hans van de Waarsenburg uit het Engels vertaald. In Canada sleepte de schrijver met dit boek ver schillende prijzen in de wacht. Het grappige boekje gaat over het jongetje Jacob Dubbel, die twee plus twee plus twee jaar oud is, twee oren, twee ogen, twee armen, twee benen en natuurlijk ook twee schoenen heeft, twee zusters en twee broers heeft. Jacob Dubbel zegt veel dingen twee keer. Meneer Cooper, de groente boer. waar Jacob boodschap- fien moet doen, vindt dat niet euk. Hij roept e^n agent en zegt dat Jacob maar naar de kindergevangenis moet omdat hij een volwassene heeft bele digd. Jacob rent weg en komt uiteindelijk in het park te recht. Als hij daar op het gras zit. wordt hij helemaal door de mist omringd. Hij wrijft in zijn ogen en komt ineens in een donkere cel weer tot zijn posi tieven. Niet lang daarna wordt hij veroordeeld tot een gevan genisstraf van twee jaar. twee maanden, twee weken, twee dagen, twee uren en twee mi nuten. In de kindergevangenis leert Jacob de verschrikkelijke cipier kennen, die misschien helemaal niet zo kwaadaardig is als hij eruit ziet. Peter Oey illustreerde dit sprankelende, komische boek je. dat wat dikker is dan de andere twee en 75 bladzijden telt. De overige titels, die in deze serie verschenen, zijn „Geloof alleen wat je ziet" van Esteban López, „De pianomeester" van Rita Törnqvist en „Hanglip" van Arnold Wesker. Het is overigens de bedoeling, dat er ook een vierde serie ver schijnt. Zebraboekjes ziin ge bonden en kosten 13,90 per stuk. LEO HENNY De Atlantische Commissie in Den Haag heeft twee brochures uitgegeven over voorgeschiedenis en werking van de NAVO en over de huidige problematiek waarmee het Atlantisch bondge nootschap wordt geconfronteerd. Ze zijn geschreven door resp. dr. Ivo Samkalden, oud-burgemeester van Amsterdam en drs. Ben Knapen, redacteur van NRC-Handelsblad. Beide studiebrieven voorzien ongetwijfeld in een behoefte. De bijdrage van Samkalden gaat in op de structuur van de NAVO met haar onderscheiden instellingen als Nuclear Planning Group, Special Consultative Group, die vaak in het nieuws ko men en hier in een notedop worden geschetst. Het is goed dat Samkalden er nog eens op wijst dat de NAVO in 1949 is opgericht door de Westeuropese landen, nadat het onder controle brengen door de Sovjet-Unie van oost-Europa en de bij na een jaar lang volgehouden blokkade van Berlijn bij hen grote onrust had veroorzaakt. Zij beseften dat de Westerse Unie, die Frankrijk, Engeland, Nederland, België en Luxemburg een jaar eerder hadden opgericht, niet toereikend was om de Sovjet-drei ging het hoofd te bieden. De steun van de Verenigde Staten was nodig, maar deze wilden zich eigenlijk liever verre van het Eu ropese toneel houden uit vrees opnieuw verstrikt te raken in een oorlog. De Amerikaanse president Truman wist zijn landge noten ervan te overtuigen dat steun aan de Europese bondgeno ten absoluut noodzakelijk was. Knapen maakt een interessante vergelijking tussen de motieven die destijds in 1949 hebben voorgezeten bij de oprichting van de NAVO en de omstandigheden waarin het bondgenootschap anno 1985 verkeert. De spanningen binnen Europa zelf zijn vermin derd, maar problemen tussen de beide supermachten elders in de wereld blijven hun weerslag hebben op Europa zelf. Het oude Europa is niet langer het centrum van de wereld. De Ameri kaanse bemoeienissen, zeker die van de regering-Reagan, zijn veel minder dan voorheen exclusief gericht op het oude conti nent. Voor de Sovjet-Unie, die zich pas na de koude oorlog tot de tweede supermogendheid heeft ontwikkeld, kan iets soortge lijks gezegd worden. Toch moet niet verontachtzaamd worden en dit is dan een aanvulling op de overigens waardevolle ana lyse van Knapen dat Europa onverminderd beslissend is op de kwaliteit van de relatie tussen beide supermachten. Knapen stelt verder dat de jongste generaties niet langer genoe gen nemen met de deling van Europa als produkt van de Twee de Wereldoorlog. Een poging aan deze van de oudere generaties geërfde deling een eind te maken stuit echter onverbiddelijk op de aanwezigheid van kernwapens in beide blokken van het ver deelde continent. De vredesbewegingen hebben ondanks de steun ter rechter- en ter linkerzijde van het IJzeren Gordijn tot nu toe geen werkbaar alternatief kunnen bieden, dat op brede politieke steun kan re kenen. De oorzaak van die onmogelijkheid is uiteraard niet ge legen in de aanwezigheid van kernwapens als wel in de onver zoenlijkheid van de beide maatschappelijke stelsels. De blokken zullen in Europa dan ook nog wel een lang leven beschoren zijn. Terecht stelt Knapen dat de NAVO zich zal moeten instellen op die veranderde omstandigheden. Zonder dat hij hier nadrukke lijk op ingaat is desintegratie in de nabije toekomst van het At lantisch bondgenootschap verre van denkbeeldig, indien de NAVO er niet in slaagt haar bestaansrecht bij de bevolking over te brengen. Deze brochures zijn daarvoor een goede onbevoor oordeelde introduktie. PAUL VAN VELTHOVEN De NAVO zorg voor vrede, deel I en II. Uitgegeven door en kosteloos verkrijgbaar bij de Atlantische Commissie, Alexanderstraat 2, 2514 JL Den Haag. (ADVERTENTIE) BOEKHANDEL LEIDEN LEIDERDORP OEGSTGEEST - KATWIJK VOORSCHOTEN All* op dez* pagina besproken boeken zijn bij ons direkt lever baar. óf vla onz* TERMINAL te bestellen en den binnen drie de gen verkrijgbaar. GRATIS ELKE WOENSDAG DE BIILAGE Bil UW KRANT MET INFORMATIE OVER F1LMS MUZIEK THEATER RECREATIE EXPOSITIES EN EEN COMPLETE AGENDA Toon Hermans is zijn stem kwijt DEN HAAG Toon Hermans heeft voor de eerste zes weken al zijn voorstellingen afgelast. De conférencier, momenteel in Zwitserland met vakantie, heeft dit laten weten aan een aantal Nederlandse schouw burg- en theaterdirecteuren. Een van hen, de directeur van de schouwburg in Nijmegen, heeft het gisteren bekend ge maakt. Hermans mag van zijn arts zes weken lang zijn stem niet gebruiken. In december had Hermans al zijn voorstel lingen afgelast wegens de dood van één van zijn musici. Geen krant ontvangen? Bel tussen 18 00 en 19 00 uur. zaterdags tussen 14.00 en 15.00 uur. telefoonnr.071- 122248 en uw krant wordt nog dezelf de avond nabezorgd. lenate Dorrestein (3lr s redactrice van het IT 'eministische r naandblad „Opzij". IA _/Vj I983 debuteerde ze net het boek .Buitenstaanders", ?nkele maanden geleden volgde „Vreemde streken". Ze woont in Haarlem, samen met vier damespoezen: Staart, j Fleurie, Oekie en Jeti „Van alle lezers van bladen in ons land „consumeren" de lezeressen van Opzij het meeste kattevoedsel en het minste hondevoedsel. Dat komt omdat katten zulke simpele huisdieren zijn. Feministen zijn, als zei „Sii alleenstaand zijn, erg uithuizig, en als ze thuis zijn willen ze ™.0< graag iets levends om, zich heen hebben". Renate Dorrestein is Vla zondag a.s. oge presentatrice van een L ker forumdiscussie tussen een aantal schrijfsters, jyja over hun eersteling Wa; (motto: „Nooit meer aan debuteren") in het Kurhaus (20.00 uur) ter gelegenheid van het 15-jarig Bzztöh- jubileum. Renate Dorres tein: „Als schrij ver van fictie kan ik een wer kelijkheid cree- ren zoals ik ge loof dat ie moet zijn. Ik heb een tomeloze ver beeldingskracht, dat is een kwel ling. Ik lijd aan invallen en idee ën. Fictie kan dat kanalise ren". tijd De politiek laat Renate Dor restein giet onberoerd. De schrijfster en feministe kan zich erg opwinden over wat „Den Haag" de laatste tijd heeft gedaan. „Dit is duidelijk een kabinet van lippendien sten. De emancipatie wordt vrij hoog in het vaandel ge voerd van vrijwel alle depar tementen. Dat zeggen ze. Maar de maatregelen zijn zo beperkend voor de vrouwen emancipatie. Bijna alles wordt teruggedraaid. De kinderop vang komt in het gedrang, de gehuwde werkende vrouwen worden de dupe van de twee- verdienerswet". De boosheid van Renate neemt nog meer toe als ze praat over de Joke Smit-prijs voor emancipatie, onlangs door het kabinet ingesteld. „Dat heeft dan ontzettend lang geduurd. Er zijn vrou wen die daar al twee. drie jaar mee bezig zijn. Nu. na alle maatregelen van dit kabinet, lijkt het erop dat de prijs het zoveelste doekje voor het bloeden is. de wereld hangt zo langzamerhand van prijzen aan mekaar, het heeft ook iets oneerlijks nü met zo'n prijs aan te komen. Iemand afsche pen met een schouderklopje, daar lijkt het op. Het blijft slappe thee. Ik zing en spring niet. Het is volgens mii een alibi om te verbergen dat ze in Den Haag voortdurend be zig zijn ons het leven onmoge lijk te maken. Het is toch veel belangrijker om vrouwen een goed salaris te betalen dan om een prijs uit te reiken? Je zult maar bijstandsmoeder zijn: je mag alleen maar vegeteren en geminacht worden. Dat krijg je als beloning voor het feit dat je geprobeerd hebt te le ven zoals het hoort. Netjes trouwen, kindertjes krijgen en thuis zitten terwijl je man de kost verdient". Niet geëmancipeerd „Ik vind mezelf niet zo'n ver gevorderde feminist. Ik heb nu nog veel te stellen met de conflicten tussen mijn oude en mijn nieuwe ik. Er is bij mij slechts een dunne laag vernis van het feminisme. Soms, als ik een zwak mo ment heb, denk ik wel: waar om moet ik toch zelf de kost verdienen? Een man kan dat toch ook voor mij?". „Voor alle duidelijkheid ik ben niet geemancipeerd. ik ben feministisch. Emancipatie is gelijkscnakeling van man en vrouw. Feminisme bete kent dat het vrouwelijke aan deel in de maatschappij meer waardering krijgt. Of anders gezegd: dat de maatschappij meer waardering krijgt voor eigenschappen die traditio neel aan vrouwen worden toegeschreven. In totaliteit geldt dan dat we. vrouwen en mannen, wederzijds de goede eigenschappen overnemen en daar naar leven en handelen. Vrouwen en mannen moeten beide moedig en zachtmoedig zijn, flink en toch lief. Ik zelf probeer kloek te zijn, zonder de menselijke warmte uit het oog te verliezen. Trouwens, ik ben er niet op uit iedereen het leven voor te schrijven dat ik zelf leid. Ik heb in een hele boel opzichten makkelijk pra- Vaderen „Het feminisme hamert er ook op dat vaders moeten va deren, zich nadrukkelijk met de opvoeding van hun kinde ren moeten bezighouden -zo dat kinderen ervaren dat „zorgen" niet iets specifiek vrouwelijks is. Het valt me op dat de kinderen van alleen staande moeders minder „ge handicapt" zijn dan je denkt. Ze hebben weliswaar geen va der, maar ze hebben een moe der die zich niet tot traditio neel vrouwelijk gedrag be perkt. De kinderen van een alleenstaande moeder zijn misschien beter af in dit as pect van de opvoeding. Om een voorbeeld te noemen: een jongen van 14. zoon van een weduwe, vroeg wat ik wilde worden. Ik antwoordde: „mil jonairsvrouw -ik lig al jaren op de loer, of er niet een pas seert met wie ik kan huwen. Hij reageerde: „Waarom word je zelf niet miljonair?". Hij heeft gelijk: waarom zou een vrouw geen miljonair kunnen worden?". „Er zijn veel uitwaaieringsef fecten van het feminisme waar je het niet verwacht. Een voorbeeld: een vrouw van in de 60 zei na veertig jaar huwelijk voor het eerst dat ze 's avonds naar iets toe moest: met een kleinzoon naar het volleyballen. Dat was tien jaar geleden nog on mogelijk Feminisme dringt dus ook door op een zeer alle daags niveau. Het draagt er toe bij dat levens leuker wor den." „Het feminisme heeft ook zichtbaar gemaakt dat er meer homosexualiteit voor komt dan men dacht. Vóór vrouwen zijn is iets anders dan tegen mannen zijn. Tot voor kort waren vrouwen ri valen in "de strijd om de beste man. Dat is nu niet meer zo". „Ik ben zelf een katholiek meisje dat bij de nonnen is op gevoed. Ik ben niet getrouwd, ook niet geweest. Wel heb ik relaties met heren, en dat noem ik dan verloofd. Maar dat vreet tijd. Ik ben vrijwel altijd serieus. Ik vind dan ook dat je „het" pas mag doen in het huwelijk". Geen man „Ik zou geen man willen zijn. Voor geen prijs! Ik wil nooit de nadelen van het vrouw zijn ruilen voor de nog veel grotere nadelen van het man zijn. Mannen zijn gevoelsar me, emotieloze, blinde har ken. Ze hechten waarde aan zaken als status en poen, die helemaal niet zo erg belang rijk zijn. Mannen zijn ook maar gemaakt tot wat ze zijn. Maar ze hebben in de huidige constellatie, in deze maat schappij meer voordelen dan vrouwen. Daarvoor moeten ze wel een hoge prijs betalen: hun carrière levert vaak een hartinfarct op. En ze zijn vaak niet in staat tot werkelijk con tact met anderen. Je moet meer in je hebben dan je werk: ook het onderhouden van relaties met anderen. Vrouwen hebben vaak goede vriendinnen om hun proble men uit te praten. Mannen kunnen dat bijna nooit bij mannen. Ik vind dat mannen bereid moeten zijn om in hun ziel af te dalen, te bekijken of daar iets te „verbouwen" valt. Ze moeten meer greep krijgen op het binnen-gebeuren. Ou ders kunnen daar in de op voeding een grote rol in spe len". „Mannen hebben nooit iets anders dan goeds over zich zelf vernomen. Ik treed als horzel op. bijvoorbeeld in mijn vele lezingen in den lan de voor vrouwengroepen als de bond van plattelandsvrou- Weerzin „Ik schrijf geloof ik uit weer zin tegen de werkelijkheid. Bijna alles wekt mijn weerzin op. De werkelijkheid is erg onrechtvaardig voor heel veel mensen: voor niet-mannen, voor niet-blanken, voor niet- heterosexuelen, voor niet-jon- geren Als journalist kan ik die werkelijkheid aan de kaak stellen. Als schrijver van fictie kan ik een werke lijkheid creefen zoals ik ge loof dat ie kan. moet zijn. Ik heb een tomeloze verbeel- lingskracht, dat is mij e swelling. Ik lijd aan invall ïn ideeen. Fictie kan dat 1 laliseren". .Ik ben nu aan mijn deri Doek bezig, met de vierde v« ;ie -het zullen er wel vijf zes worden. Van de vori 'I ooeken heb ik elk vier versi^ gemaakt. Ik heb moeite nx het leggen van de juiste I :enten. Het verhaal zelf is h probleem niet. Maar die a centen, de dosering daarv^ daar gaat het om - je kunt et tvr verhaal op 1500 maniere. W vertellen. Je moet er in slage de karakters overtuigend ti leven te brengen. Iets v^ mijzelf is terug te vinden i OI alle personen in mijn eersl boek „Buitenstaanders". E van de twee hoofdpersonen i het tweede boek, „VreemijAan streken", is Fresia mijn en wee helft en Akelei de andere, tide I beide boeken blijkt bijvoqling beeld dat je je vaak beu ook voordoet dan je bent. Bij flken bakker doe je je ook bet(dezt voor dan je je voelt als je tol De vallig erg verdrietig bent. Jtijnc barst bij de bakker toch ni|van in huilen uit?". Paranormaal Het manuscript „Vreemde Streken" heb vorig iaar januari ingelevei Maanden later kwam de Ai sterdamse aanrander met hond in het nieuws. Ik stomverbaasd, ik schrok van. Hij was bijna een exa< kopie van Karabijn, mj vrouwenmoordenaar met i honkbalknuppel. Het had e griezelig effect. Ik dacht: nu maar niet alles wat in boek staat, werkelijkh( wordt. De werkelijkheid soms gelijk aan de fantasie, ben trouwens buitengewqj geïnteresseerd in paranormj gaven. In Schotland, dat, ?cht mijn plek, daar heq; ■nagie. Afgelopen zomer ra« ileegde ik daar een oude z< lerling, een handenlezer, lie zei dat ik nog geen t(i >ar meer te leven had, ik <us geen 40 worden. shrik je wel even. Je ku '2 let natuurlijk ook overdraé we. t lijk zien: je oude ik vL°r dvijnt binnen tien jaar, kint op een ander spoor k:n, je kunt iets heel and),gu> g«an doen. Maar stel dat bnnen tien jaar doodgé m>et je rekening houden rt ale eventualiteiten? Er k vai alles gebeuren... Je t eei bangerik worden. Ik vl da je niet moet proberen A voirspellingen te ontkomee ane' SENT WIERI koi

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1985 | | pagina 10