OHN KRAAYKAMP
I na
CeidócGoivuvnt
„Ik hunker
ernaar
weer
eens
een echt
komische
rol te
kunnen
spelen"
2
Kt
ZATERDAG 16 FEBRUARI 1985
STERDAM Het zijn drukke tijden
r John (en niet meer Johnny) Kraay-
i//a-jip sr. Hij zit midden in de repetities
1 de „De ingebeelde zieke" van Molière
jer regie van Fritz Marquardt bij het
liekstheater. Bij hetzelfde gezelschap
ilt hij in „Schijn bedriegt" van Tho-
Bernhard. Hij vervult een rol in de
'ilming van „De aanslag" van Harry
isch, waarvan de eerste opnamen net
begonnen. En in de komende zomer
3rk.|hij samen met Rijk de Gooyer gaan
af-lken aan de nieuwe tv-serie van de
'er-0, „De Brekers".
'V
brengen Al die tijd hebben de
mensen Kraaykamp op het toneel
en op de televisie geaccepteerd.
Moet ik dan nog nerveus worden,
als iemand me probeert beentje te
lichten?"
TV-serie
rhijn bedriegt" is hij een oud
Ton Lutz speelt zijn broer,
•wezen variété-artiest. Na het
jden van diens vrouw, over
'el wordt gesproken, maar die
ip het toneel verschijnt, drukt
nzaamheid zwaar op beide
en. Beurtelings bezoeken ze
Hoewel de een niet buiten
zijn er toch weder-
Wanneer de vrouw
Imerhuisje niet aan haar man,
aan de broer heeft nagelaten,
Be echtgenoot dit nauwelijks
foppen.
inder meer over dit stuk te
O, is met John Kraaykamp
ïspraak gemaakt. In de bure-
Bn het Publiekstheater in een
gel van de Amsterdamse
ihouwburg wacht ik tot de
ies van „De ingebeelde zie-
jn afgelopen. Die lopen uit en
;dan het afgesproken tijdstip
Kraaykamp de kantoorruim-
mengelopen.
i de publiciteitsmedewerker
Schoffelen biedt hij hardop
ei excuses aan. Wanneer hij
t hand drukt, kijkt hij me een
e van een seconde taxerend
Dan verschijnt er een hartelij-
ch op zijn gezicht. „Ik moet je
beten doen van Hans Croiset.
dat heb ik dus gedaan", zegt
js heeft hij daarmee een be-
ijke taak volbracht.
Schoffelen loodst ons naar de
(iekamer, de enige vrije ruim-
idat moment. Kraaykamp wei-
Ik stel voor naar het tegen-
(elegen Americain te gaan. Hij
trt: „De mensen herkennen
n dan zitten ze je zo aan te ga-
Hij moet even in zijn stoel
men en drinkt de thee, die
ons heel attent heeft voorge
leid. Hij is niet ontevreden
Jhet verloop van de repetities,
niet om het uiteindelijke re-
at van „Schijn bedriegt",
—neer ik hem vertel, dat ik de
\ère in de Amsterdamse Stads-
wburg heb bijgewoond.
;thij belangstellend: „Heb ie je
«ie bij je? Was die goed of
Spaar me niet hoor". Hij
t genoegen met het antwoord,
het een goede voorstelling
Publiekelijk heb je je ongenoegen
uitgesproken over het niveau van
de programma's op de televisie.
Toch werk je mee aan een nieuwe
komedie-serie op de tv.
„Het niveau is overwegend laag.
Maar er zijn uitzonderingen. Zoals
bij Rob Herzet, de man die de ver
halen „Mensen zoals jij en ik" met
Kees Brusse voor tv heeft gebracht.
Robbie gaat binnenkort voor de
Avro een serie maken met Rijk en
mij. Het worden een stuk of zeven
afleveringen over een gekke fami
lie „De brekers" heet het. Deze zo
mer wordt het opgenomen".
Is er veel veranderd in je leven
sinds je aan het grote toneel ver
bonden bent
„Vroeger was ik misschien wel
eens ongelukkig, omdat ik in mijn
onderbewustzijn altijd al heb ver
langd dit te doen. Ik ben nu veel
gelukkiger en tevredener dan
vroeger"
„Ik vmd het belachelijk, dat je als
acteur hier geen reclame zou mo
gen maken. In Amerika en Enge
land zie je acteurs van naam dat
ook doen. Daar worden die jongens
rijk van. Ik heb er nu drie opgeno
men voor C A Dat is leuk. Nee,
het gaf geen problemen met de lei
ding van het Publiekstheater".
Kun ie je voorstellen, dat anderen
dit afkeuren
„Dat zijn meestal de mensen, die ze
niet voor een reclamespot vragen".
Hobby's
Hoe belangrijk is toneelspelen voor
je? Als je morgen een ton zou krij
gen, zou je er dan mee stoppen?
„Nou, een ton is wel erg weinig.
Een half miljoen? Dan stop ik er
meteen mee. Zo vast zit ik er niet
aan gebakken. Mijn hobby's, mijn
gezin vind ik leuker dan toneelspe
len. Maar toneelspelen is mijn
werk. Ik zal het altijd proberen zo
goed mogelijk te doen. Ik houd nu
ook van vastigheid. Ik wil nu net
als anderen met een vaste regel
maat naar mijn werk gaan Maar ik
zou het schitterend vinden, wan
neer ik de komende tien jaar mag
doen en laten wat ik wil. Kan ik
heel schitterende dingen bedenken
hoor".
Amsterdam reageert het pu
beter dan in de provincie", is
lonstatering. Vooral op de pre-
i. Er waren veel collega's en
eageerden alert op een uit-
k als (hij declameert): „Ac-
zijn domme mensen. Holle
pn. Slechte reukzin". Dan
in normale spreektoon: „Of
Hij kijkt me onderzoekend
p zegt dan aarzelend: „Ik vind
wel een pessimistische man,
die Bernhard".
|e het met hem eens?
mensen zoals hij vind ik
ieten. Maar hij beschrijft zo
/de laatste dagen van die twee
s. Ze hebben hun hele leven
ilkaar opgetrokken. De meest
;terende opmerking in het
ind ik als Ton Lutz zegt: „Je
je af, of het aanschaffen van
ndenborstel nog enig nut
Dat is een uitspraak, die mij
ijn leeftijd van negenenvijftig
;en de zestig, verontrust".
verontrust me een moment,
lblijvend. Ik vraag me dan af:
l later, als ik echt oud ben, me
t afschrijven?" Om het af te
~tn klopt hij driemaal op de on-
|nt van de tafel. „Nu zit ik
levol levenslust. Ik heb nog
jnijn dochter geschaatst".
P'elovig. Daar kun je ook
t uit putten.
len gelovig op mijn manier. Ik
kteer er niet mee. Jij begint er-
Ik geloof heilig, dat er buiten
"taarde, waar de mensen alles
verzieken en verpesten, dat
liets boven staat, wat een voor-
I voor ons is. Ik geloof aan de
Jnsing van de mens, in welke
i dan ook. Maar over de dood
t ik me nu nog geen zorgen".
■Ék heb geen troost nodig, want
Jwn geen slecht mens. Al heb ik
^1 fouten. Ik zal geen mensen
ju.
lien of grapjes maken ten koste
lijk te leven. Niet omdat ik zo
wil zijn, maar omdat ik het
ressant vind onaardig te zijn.
irlijk heb ik privé wel eens
ijkheden gehad, maar dat
iedereen op zijn tijd"
Jl Croiset, die de hoofdrol ver-
^|in „De ingebeelde zieke", tikt
I de buitenruit en maakt la
id een waarschuwend gebaar,
fykamp is een en al hartelijk-
en breed naar mii wijzend,
I hij: „Ja, ik heb de groeten
van je overgebracht". Dan meteen
weer in alle ernst bij het gesprek:
„Er zijn al zoveel mensen onaardig.
Je kunt momenteel overal, op elke
hoek van de straat, agressie tegen
komen. Aan die agressie-waanzin
doe ik niet mee".
King Lear
Dat fragment, waarin je als een
oude acteur „King Lear" in je kop
probeert te stampen, komt niet in
het oorspronkelijke stuk voor.
„Dat heeft Ger Thijs ingelast, nadat
ik het een keer voor de grap deed
en omdat het heel goed in de j-ol
past. Het verwijst ietsje naar de
King-Learvertolking die ik toen bij
het Ro-Theater heb gedaan. Die
voorstelling, geregisseerd door
Manfred Karge en Matthias Lang-
hoff vergeet ik nooit. Ondanks de
slechte kritieken, ja. Die waren
niet tegen mij gericht".
In die bewuste scène kan die acteur
zijn tekst niet onthouden. Is dat uit
te leggen als een plaagstootje in je
zij?
„Ik leer mijn teksten langzaam,
niet moeilijk. Hoewel, het gaat
steeds beter. Het wordt ook een
routinekwestie".
Verleden jaar heb je de Louis d'Or
gekregen en Ton Lutz een jaar
daarvoor. Zie je desondanks tegen
de .grote" Ton Lutz op?
„Ik kruip absoluut niet in mijn
schulp voor Ton Lutz en hij ook
niet voor mij. Ik maak vaker op
merkingen tegen hem dan hij tegen
mij. Hij is vaak zo met zijn eigen
rol bezig. Ik ben in dit stuk meer
I de aangever. Dat vind ik helemaal
niet erg. Op mijn manier heb ik
ook een goede partij gegeven".
Gebeiteld
Eerder heb je bij het Publieksthea
ter in-„Arturo Ui" en „Dona Rosi-
ta" gestaan. Nu heb je een vast con
tract. Kun je stellen: John Kraay
kamp zit gebeiteld?
„Wat is nou gebeiteld in dit leven?
Als je als acteur een heel grote jon
gen bent, dan verdien je ongeveer
wat een filiaalhouder bij een bank
verdient". Met een vrolijke twinke
ling in zijn ogen: „Behalve bankier
vind ik komiek het leukste vak. Ik
ben geen materialist, maar ik vind
een gezond mens die zich alles kan
permitteren wel ideaal".
Ik bedoel niet zozeer materieel. Je
staat toch maar in de Amsterdamse
Stadsschouwburg bij het eerste ge
zelschap van Nederland. Menig ac
teur droomt ervan.
„Ik vind het ontzettend leuk in de
Stadsschouwburg van Amsterdam
te spelen, waar ik als kind niet
naar binnen durfde. Ik vind het
Publiekstheater een fijn gezelschap
om te werken. Er is een goede lei
ding. Er is nu een beetje geharre
war. Maar elke familie heeft wel
eens een keertje wintergriep. Het
lost zich allemaal wel weer op".
(Hij doelt op het besluit van de
nieuwe artistieke leiding zich terug
te trekken, waarover hij verder
geen mededelingen mag doen).
Trots
Maar ben je daar trots op*,
„Nee, wat is trots? Ik heb mijn le
ven aan de top getimmerd. Ik was
erg populair met Rijk. Een ander
soort populariteit weliswaar. Ik heb
daarna gekozen voor toneel. Niet
uit mezelf, maar omdat anderen me
daarvoor gevraagd hebben. En om
dat ik van mezelf merkte dat ik
kan acteren. Natuurlijk heeft die
Louis d'Or mij plezier gedaan en
trots gemaakt. Dat is echt een be
langrijke prijs voor een acteur. Dat
jaar had ik de beste rol in handen,
die Jacques in „De fatalist" en
daarom heb ik ook die prijs gekre
gen".
Hoe wordt dat door collega-acteurs
opgevat?
„Dat interesseert me niet. Ze mo
gen het niet leuk, wel leuk vinden.
Ze durven toch niet naar me toe te
komen om me te zeggen, dat ze het
me niet gunnen. Ik ga mijn eigen
weg en ik laat me alleen adviseren
door mensen, die willen dat je het
goed doet zonder onoprechte bijbe
doelingen".
Karl Guttmann had al in een vroeg
stadium je talent als acteur ontdekt.
Van hem is het citaat: „Hij zou alle
narren van Shakespeare kunnen
spelen en eventueel ook nog
Schweyk".
„Ik heb vroeger ook toneelrollen
gedaan. Ik zat nog in het amuse
ment. Ik wist toen echt niet wat to
neelspelen was. Ik speelde te veel
naar de zaal toe. Toch hunker ik
ernaar weer eens een echt komi
sche rol te spelen, waarin je jezelf
kunt uitleven met een goede timing
en waar de mensen lekker om
kunnen lachen".
Mensen in de zaal zien je nog graag
als de oude vertrouwde komiek.
„Je merkt dat ze in de zaal momen
ten herkennen van: dat is de Kraay
van vroeger". (Hij kijkt verge
noegd). „Kijk, als ik in „Schijn be
driegt" in die veel te grote stoel ga
zitten als een soort klein King Le-
artje met mijn beentjes van de
grond af, dan is dat zo'n raar ge
zicht. dat het publiek weer aan de
komiek Kraaykamp terugdenkt.
Dat mogen ze gerust van me. Dat is
een image. Dat hoort bij me. Het is
geen ijdelheid wat ik zeg. Maar je
moet de dingen gebruiken, die je in
je hebt. Om een goede komiek
moet je al lachen, als je gewoon
met hem praat. Als Piet Bamber-
gen en ik samen in gesprek zijn, of
André van Duin. dan moeten de
omstanders al lachen, omdat het
twee van die rare hoofden zijn".
Je noemt je nog steeds komiek en
geen acteur.
„Ik kan die dertig jaar, dat ik ko
miek ben geweest met zo van me
afgooien. Dat is toch de ondergrond
van wat ik nu als acteur doe. Of
het nu serieus toneel of commedia
dell'arte is. Commedia dell'arte
noem ik het werk dat ik vroeger in
bars deed. Daar moest ik heel wat
improviseren. Daar moest ik inha
ken op dronken mensen, op hyste
rische vrouwen, op overspannen
mannen die met elkaar op de vuist
wilden. Op een paljasachtige ma
nier huppelde ik om hen heen om
hen te kalmeren. Leuke grapjes die
ik zo links en rechts opving, die
noteerde ik. Daar maakte ik dan
een aantal conférences over met
enkele gekke improvisaties en pa-
rodietjes"
„Met Rijk heb ik niet zo chaotisch
gewerkt We hadden veel van tevo
ren ingestudeerd We gebruikten
wel eens materiaal van Engelse
tekstschrijvers die door Rijk wer
den vertaald. Rijk is heel lang in
het Engelse leger geweest, zoals je
weet. Hij spreekt uitstekend En
gels. Daar werkten we heel secuur
aan. Al zag je het er niet altijd aan
af. Ze doen maar wat, is er wel
eens gezegd. Ik houd van speels
heid. Ook op het toneel. Het plezier
in wat je doet, dat moet er van af
stralen'
Karakter
Je wekt de indruk een moeilijk ka
rakter te hebben. Toch kun je je op
het toneel heel dienstbaar opstel
len.
„Ik ben geen driftige man. maar
rustig. Ik vloek nooit. Zelden dat ik
kwaad word. Ik word alleen kwaad
op mensen, die zich belangrijker
willen voordoen dan ze zijn. Dat
heb ik snel door en dan kil ik ze
ter plekke. Maar nee. ik ben geen
hard mens. Ik kan over het alge
meen goed opschieten met de men
sen". Weer klopt hij driemaal tegen
de onderkant van het tafelblad
„Tegenwoordig is in Nederland ie
mand moeilijk als hij zijp werk
goed wil doen. Gewoon doordat er
zoveel mensen zijn in Nederland
die hun werk niet goed doen En
die vinden je een zeur. Maar ik kan
miin werk niet zo maar eventjes af
raffelen „Schijn bedriegt" hebben
we inmiddels al zeker twintig keer
gedaan. Toch gaan Ger Thijs, de re
gisseur. Ton Lutz en ik zaterdag
weer repeteren om te kijken of be
paalde dingen beter kunnen'
„Ik ben vroeger inderdaad kwets
baarder geweest. Ik kijk nu geamu
seerd toe wanneer ze mij op het
verkeerde been proberen te zetten
Als je vijfendertig laar op het to
neel hebt gestaan, dan ben ie niet
zo gauw meer uit je evenwicht te
Buiten zeilen en vissen?
„Buiten zeilen en vissen zijn er nog
zoveel dingen. Reizen door Zuid-
Amerika. Naar Indonesië. Ach nog
zoveel dingen".
Uitgaansleven
Aan het begin van de jaren vijftig,
enkele jaren voor je grote door
braak. was je een geziene entertai
ner in diverse etablissementen zo
als die op en rond het Amsterdam
se Rembrandtsplein. Je was be
vriend met talrijke bekendheden,
onder wie Simon Carmiggelt. die
toen de nightclub Place Pigalle fre
quenteerde Hij heeft zelfs een
Kronkel aan je gewijd Als je het
Amsterdamse uitgaansleven van
toen vergelijkt met dat van nu, wat
zeg je dan
„Als de vervuiling, de criminaliteit
en de agressie wat minder konden
worden, dan zou Amsterdam een
perfecte stad zijn. Door onderschat
ting van het drugsprobleem zitten
we nu met de gebakken peren
Maar er zijn in Amsterdam leuke
terrasjes bijgekomen, er znn zelfs
restaurants aan het water We heb
ben nu een soepeler stadsbestuur
Vroeger mocht je niks, geen mu
ziek op straat maken. Die agressie,
die stoort me Dat is overal zo Als
je in Parijs bent en je spreekt geen
goed Frans, dan wordt de ober ook
ongeduldig en loopt hij brutaal van
je weg".
„Ik zou best wel weer in Amster
dam willen wonen Maar dan in de
Beethovenstraat of in die soort
buurten. Mijn vrouw Mai Lun wil
niet meer weg uit Nieuwer Ter Aa
Ze voelt zich prima in die omge
ving van Breukelen".
Zeezeilen
Hoe is het met het zeezeilen?
„Het zeewaardig jacht heb ik ver
kocht. Mijn vrouw en dochter znn
er bang op Ik kan zeezeilen. Ik
ben geen slechte, maar ook geen
goede. Ze waren nooit echt zeker
bij me Ik ga nu maar weer op de
plassen zeilen. Met een vriend neb
ben we inderdaad een tocht om En
geland gemaakt Daar ben ik trots
op Ik heb geen last van zeeziekte.
Het ïS schitterend alleen op zee te
zitten Iedereen slaapt in de kaiuit
en je hebt alles voor je alleen Met
alleen dat water en verder nik*,
niks. geen vogels zelfs En die boot
gaat van sjss. sjss (Hij maakt een
deinende beweging met zijn vlakke
hand). Schitterend wat voor ge
dachten je allemaal krijgt. Wat een
rust'"
MAX SMITJI