Picknicken tussen wolven en oerossen Einde snoekseizoen vier en" Nieuwe natuur" Iet deze laatste, retorische vraag 'ordt doorgestoten naar de kern. rndat de natuur zich niet laat wingen, is het onmogelijk de ve- ctatie op de Veluwe langs natuur- jke weg door oerossen, wisenten, landen en andere grote planten- lers in toom te laten houden, raarbij de aantallen planteneters an weet in toom gehouden zouden loeten worden door wolven. Als leitbezorger van zo'n gesloten sys tem heeft zich de bioloog dr. larm van de Veen opgeworpen, oofd yan de ecologische onder zoeksgroep van het Instituut voor ^"vtVlieuvraagstukken aan de Vrije Ihiversiteit te Amsterdam. En de 'm lem is gehoord. Zijn roep om het "pheppen van een „nieuwe natuur" dat Nederland die niet beheerd lordt door mensenhanden, maar loor de gebitten van grote roofdie- en en planteneters, blijkt na te .linken in het Meerjarenplan Bos- ouw dat de regering zojuist bij de ■■'weede Kamer heeft ingediend. t jg'olgens dit beleidsstuk moet er op hete Veluwe een GEN komen, een )ert rote eenheid natuur. Zo'n gebied EJeldru voor z'Jn verzorging geheel op Jchzelf aangewezen dienen te zijn. >osi-'r wor<h n'et gepoot of gerooid. van>ood hout blijft liggen. Als maai- ïachines fungeren wilde runderen jigti paarden. Dreigen er daar te veel ma.an te komen, dan zorgen wolven ka_n lynxen voor opruiming. Op deze j jjgPnier zou in Nederland een grote »een?vensSemeensc^aP van f'ora on 'as.ïuna teruggeschapen kunnen wor- ■ndeen die door mensenhanden zelfs iet bij benadering na te bootsen r0Lalt Met vee^ moer variatie en een zakelijk argument veel la- ere beheerskosten. Een natuuront- r 'ikkelingsbeleid dat aansluiting ,jjn Dekt bij natuurlijke processen. jaaf ieen boswachters met ieder'hun igen perceeltje. „Geen bos", zoals r. Van de Veen het in zijn pleitno- De ketting Waar zit de denkfout bij dr. Van de Veen? „Hij is een creationist", vindt Van Pinxteren. „Dat wil zeg gen: hij verkondigt dat wij mensen krachtens ons rentmeesterschap op aarde in staat zijn om natuur te scheppen. Maar de praktijk bewijst het tegendeel. De natuur bouwt zichzelf en wat er eenmaal uit ver dwenen is, komt nooit meer terug. Carla en ik gebruiken graag de pa rabel van de ketting. Die komt erop neer dat je in de natuur te ma ken hebt met een keten van scha kels. Haal je er een schakel uit, dan doorbreek je de ketting en zul je zelf moeten optreden als schakel. Je zult zelf elke schakel moeten in- •rs. R. van Pinxteren: „Je kunt iet een aantal losse schakels emen en die dumpen binnen en hek op de Veluwe". LELYSTAD Een goed begrip van het twistgesprek dat is ont brand over een tandenblikkeren- de strijd om het bestaan tussen wolven en oerossen ten gunste van meer natuurlijk evenwicht op JJ°°Q0prui" de Veluwe, dient eigenlijk te be ginnen bij een fragiele steltloper als de lepelaar. Dit startpunt al thans wordt gekozen door drs. R. van Pinxteren, etholoog ofwel deskundige op het gebied van diergedrag uit Lelystad. „De Oost vaardersplassen in de Flevopolder vormen, hoe jong ze ook zijn, het enige oergebied van Nederland", zegt hij. „Daar is dus een stel bio logen uit Wageningen op losgela ten. Die zagen er een prachtige .olonie lepelaars ontstaan. Omdat lepelaars grote eters van ste- elbaarsjes zijn, hebben ze toen een vijver aangelegd vol ste- :elbaarsjes. Met een bord erbij: dit is voor de lepelaars. Woe- ertd werden ze toen de lepelaars doodgemoedereerd gingen ourageren in Noord-Holland". :r rimpelt leedvermaak boven de luige krulbaard die drs. Van Pinx- l?ren doet ogen zoals een natuur vorser- volgens het boekje ogen |ioet. „Hetzelfde verhaal kan ik ver ganzen vertellen. Die hebben la- en zoveel gras nodig, hebben de Biologen uit Wageningen berekend. I)us leggen we de Ganzengauw lan, een gigantisch grasveld. En J/ee je gebeente als de ganzen bui- |?n dat gebied durven komen. Of Je aalscholvers. Dat is helemaal het Ijppunt. Een van de meest be- ?hermde vogelsoorten in Neder- md. Hebben, we in de Oostvaar- ersplassen een unieke kolonie van ekregen die op het IJsselmeer zo- eel vis kon vangen als ze maar /ilde. Wat gebeurde? Vlak bij die olonie legde de Nederlandse Hen- elaarsbond een aantal kweekvij- ers aan. En hoe reageerden de alseholvers? Die gingen daar na- jurlijk proletarisch winkelen. Het evolg is dat er een afschotvergun- ing voor aalscholvers is verleend, laar ik zeg: in feite zouden ze de lanologen moeten afschieten. Pla- ologen dienen toch te weten dat e natuur zich niet laat dwingen?" ta's uitdrukt, „dat een eindeloze herhaling is van steeds hetzelfde, een grauwe mengsmering". Blijft er in zo'n GEN, een grote eenheid natuur, plaats over voor de recreant?, zullen de uitbaters op de Veluwe eerst even willen weten. Zeker, sust dr. Van de Veen op voorhand. Een GEN heeft een be langrijke recreatiefunctie. „In lan den waar het onderscheid tussen aangeharkte en ongerepte natuur goed zichtbaar is, blijken echte na tuurgebieden ook van enorme re creatieve betekenis te zijn omdat een stuk wilderniservaring een we zenlijk andere dimensie heeft dan een bezoek aan een pretpark". Het is hier dat etholoog drs. Van Pinx teren vraagtekens begint te plaat sen. En vanuit de praktijk, want die bestaat er al op kleine schaal in Nederland. Zo zijn hij en zijn vriendin Carla Westerbeek, even eens afgestudeerd in de ethologie, regelmatig te vinden bij de 34 Heckrunderen (teruggefokte oer- runderen) die bij wijze van proef als natuurlijke maaimachines het gebied van de Oostvaardersplassen begrazen. Een beetje scheef „In een natuurgebied", zegt Van Pinxteren, „kan alleen publiek worden toegelaten op voorwaarde dat de mensen begrijpen wat de dieren hun zeggen. Wanneer zo'n groot rund gevaar ducht, voor een kalfje bijvoorbeeld, en een maxi male dreiging uit wil drukken, gaat het een heel klein beetje scheef staan. Het heeft zelfs Carla en mij de nodige moeite gekost die dreig- houding te leren herkennen, ter wijl wij toch een studie van negen jaar achter de rug hebben. Ik be doel: tussen die Heckrunderen moet je echt niet iemand met een picknickmand neerzetten. Dan loop je het gevaar dat je zeshonderd tot achthonderd kilo over je heen krijgt, want zo zwaar wegen die beesten en ze gaan, anders dan de schuwe edelherten op de Veluwe, heus niet voor je opzij. Wanneer de rust in de groep wordt verstoord, beginnen die runderen agressief gedrag tegen mensen te vertonen. Dat hebben we onlangs nog ge merkt. Normaal kan Carla tot op een meter afstand van de Heckrun deren komen. Maar toen was er een jong verdwenen gestroopt, moeten we aannemen en bleken er opeens grote spanningen in de kudde te heersen. De dieren waren schuw geworden. Ze deden uitge sproken abnormaal". Hoe scherp dieren op menselijke gedragingen reageren, illustreert Van Pinxteren met het voorbeeld van de kiekendief. „Ik heb me al voorgenomen geen foto's meer van kiekendieven te maken, zelfs niet met de telelens. Want ik heb ge merkt dat de dieren afzwenken zo dra je de camera op ze probeert te richten. Ze zijn geconditioneerd door de geweren van jagers. Ze slaan op de vlucht voor elke op waartse beweging". Hetgeen tot de gevolgtrekking leidt dat het af schieten van wilde runderen, mocht er overpopulatie dreigen, helemaal niet kan. „O nee", beaamt Van Pinxteren, „je zou er de sociale structuur binnen de groep mee ka pot maken. Op de slikken van Goe- ree loopt ook een experimentele kudde Heckrunderen. Toen daar een stiertje de hulp van een veearts nodig had. moesten ze er een kring van auto's omheen zetten om de rest op afstand te houden. Een rund in nood wordt nu eenmaal door de kudde geholpen. Dat is het gedrag van die dieren ten voeten uit". Fabeltjeskrant Wolven dus om de ongewenste ver menigvuldiging van grote planten eters te bestrijden waar geweer kogels falen. Volgens dr. Van de Veen is dat heel wel mogelijk. Etholoog Van Pinxteren echter schudt met zijn baard andermaal nee. „Een wolf tegen een oeros of een eland, dat is vijftig kilo tegen achthonderd kilo. Recent onder zoek in het reservaat Isle Royale in Canada heeft uitgewezen dat er twaalf wolven nodig zijn om één enkele grote planteneter te slaan". De berekening die hieruit voort vloeit moet volgens Van Pinxteren zonneklaar duidelijk maken hoe zeer een gesloten, zichzelf verzor gend natuursysteem thuishoort in de fabeltjeskrant. „Blijkens datzelf de Canadese onderzoek heeft een roedel van twaalf wolven ongeveer eens per week een eland of andere grote planteneter nodig. De kudde waaruit zo'n roedel moet kunnen putten, dient dus heel groot te zijn". Hoe groot? „Ik schat dat je over een kudde van minimaal vierhonderd volwassen elanden of runderen moet heschikken, wil je de soort in stand houden en per jaar toch vijf tig dieren aan de wolven kunnen offeren. De voedselbehoefte van zo'n kudde is naar Nederlandse be grippen gigantisch. De vijfhonderd hectare van de Oostvaardersplassen is al te klein voor onze 34 Heckrun deren. Maar daarmee ben je er niet. Om inteelt te voorkomen, zou je in zo'n grote eenheid natuur op de Veluwe meerdere roedels wolven proletarisch winkelende aalscholver nodig hebben. Twee roedels zou zelfs te weinig zijn. Wat stellen nou 24 dieren voor om inteelt tegen te gaan? Zie de inteelt bij herdershon den. Ik schat dat je toch wel vijf roedels nodig zou hebben. Dat maakt dus vijf maal een kudde van vierhonderd volwassen grote plan teneters. Die hebben weer een graasgebied nodig van misschien wel duizend vierkante kilometer of meer Het komt er op neer dat je heel Nederland zou moeten evacue- edelherten zijn schuw genoeg om geen gevaar voor de mensen te vormen. ZATERDAG 2 FEBRUARI 1985 vullen die door jouw toedoen is verdwenen. Je kunt niet een aantal losse schakels nemen en die dum pen binnen een hek op de Veluwe. Je bent verantwoordelijk voor de ontbrekende schakels". In kleinschalig. dichtbevolkt, kunstmatig aangelegd Nederland kan de natuur helemaal niets regu leren Dat moeten de mensen doen. „Wat ik Van de Veen kwalijk neem", zegt Van Pinxteren. „is dat hij helemaal met heeft nagedacht over de vraag: hoe ga je met dieren om1 Hoe moet een ecosysteem in elkaar zitten, daar denkt hij over na. Welke successie moet je hebben in de plantengroei0 Maar met: wel ke levensvoorwaarden en wat voor begeleiding hebben dieren nodig? De wetenschap van de ethologie zou veel meer ingeschakeld dienen te worden. Met behulp van die des kundigheid zou je dan op de Velu we iets kunnen maken in de stijl van het Nationaalpark het Beierse Woud waar de mensen op verant woorde wijze kunnen verkeren te midden van de grote zoogdieren die vroeger in Nederland voorkwa men. Daar zou niets op tegen ziin. Zo min als er iets op tegen is om bij het beheer van natuurterreinen grote planteneters in te schakelen De Schotse Hooglanders die bij wjze van experiment een stukje Imbos op de Veluwe begrazen, doen het prima. Maar we moeten ons steeds blijven realiseren dat het om kunstmatige situaties gaat. Om situaties waarin de mens de verant woordelijkheid blijft dragen voor het welzijn van de dieren en het landschappelijk beheer". Van Pinxteren beklemtoont dat hij dr. Van de Veen en diens denkwe reld allerminst wil verguizen. „In tegendeel. Er zit veel positiefs in zijn plannen. Hij heeft een totaal nieuwe kijk op het beheer van onze natuur en hij is er precies op het goede moment mee gekomen, op het ogenblik dat de bosbouw in Ne derland populair gezegd op zijn gat lag door de stormen van de jaren zeventig. Toen bleek namelijk dat de monocultuur van onze bossen veel te kwetsbaar is en dat natuur- bossen met hun grote verscheiden heid aan bomen veel beter bestand zijn tegen calamiteiten. Van de Veen heeft de noodklok geluid en hij had een alternatief te bieden". Onvolwassen Een onvolwassen alternatief ech ter dat wil Van Pinxteren als etholoog pal staande houden. „Ik vind dat we eerst eens een keer een beheersplan zouden moeten maken dat tot in zijn uiterste con sequenties is doorgedacht Vervol gens zouden we een aantal veldstu dies moeten verrichten om ant woord te vinden op de vragen: hoe gedragen dieren zich ten opzichte van een bepaald gebied, ten opzich te van elkaar en ten opzichte van de mens? Pas daarna zouen we moeten proberen te komen tot een wat sluitender plaatje Want nog maals: de natuur laat zich niet dwingen". Waarna Van Pinxteren behoedzaam ontvouwt hoe zo'n beeld eruit zou kunnen komen te zien. „Ik denk aan een stuk of tien kerngebieden op de Veluwe. Mini maal vijfhonderd hectare elk. dat is niet groot, hoor, daar loop ie in een uur dwars doorheen. In elk kern gebied zo'n dertig grote planten eters plus dertig edelherten die zich weer met iets anders voeden en misschien een tiental wilde zwij nen. Publiek mag er in die kernge bieden niet komen. Wel in de om gevende terreinen. Daar zouden edelherten voor het beheer kunnen zorgen, want die zijn schuw genoeg om geen gevaar voor de mensen te vormen. Op zo'n manier zouden we de Veluwe wezenlijk kunnen ver rijken. In de kerngebieden zouden open landschappen ontstaan, een gevarieerd bestand aan bosschages, afgewisseld met vlaktes. En dat zou allemaal naar buiten uitstralen. O ja. alles zaait zich uit en vliegt uit. Dat merk je hier. Dank zij de Oost vaardersplassen zie je nergens zo veel roofvogels als boven de Flevo polder". PIET SNOEREN n de n zij t de af- nie- Wanneer u voor 1 maart nog een paar snipperdagen of een weekein de achter de hand heeft, en wan neer u bovendien van uzelf vindt dat u zo braaf en edelaardig bent geweest dat u een paar beste visda gen toekomen, dan raad ik u van ganser harte aan het einde van het snoekseizoen te gaan „vieren" in de polder Het Grootslag, tussen Hoorn en Enkhuizen, dus in het Noord hollandse. En als u daar voor 1 maart niet meer aan toe komt, ont houd dan goed wat ik u hierna be schrijven zal: er ligt daar een uniek, een grandioos visgebied en bovendien wordt u daar als henge lende gast zo teder in de watten ge legd, bij wijze van spreken, als maar op weinige plaatsen elders. Het is, zoals gezegd, een mooie snoek- en baarspolder, en vandaar dat ik een tocht derwaarts voor de komende weken aanraad, want op 1 maart is 't daar met het vissen met de speciale hengel gedaan. Niet dat er dan niks meer te beleven is; de polderweteringen en de plasjes in de natuurreservaatjes tussen de akkers hebben volgens kenners ook een prima bezetting aan knap pe rietvoorn, brasem en karper op welke laatste vissoort er merk waardigerwijze niet de moeite wordt gevist. Maar er is in 1983 wel een beer van 26 pond uitgehaald! En op zomeravonden is aal pakken hier bijkans een nationale sport. De polder Het Grootslag staat in de Grote Vergunning van de NWS (pag. 75) maar met die vergunning op zak mag u er alleen vissen met een gewone hengel Hoe nu te han delen als u er wilt snoeken0 En langer dan een paar uurtjes0 Een paar dagen zogezegd, gelijk ik hier boven aanbeval0 De actieve plaatselijke hengelsport- vereniging De Vrolijke Visser te Des avonds een diner en de sterke verhalen. Grootebroek/Bovenkarspel. de en thousiaste visser-hotelhouder J. Vader van hotel Het Wapen van Grootebroek. Zesstedenweg 206, 1613 KE Grootebroek, telefoon 02285-11498. en de eenvoudigweg zeer bekwaam te noemen visser (en medewerker aan vele binnen- en buitenlandse sportvisbladen) Jan Eggers hebben ten dienste van de sportvissers daar een aantal arran gementen en mogelijkheden ge schapen waar ik eerbiedig „U" te gen zeg. Tussen Hoorn en Enkhuizen, dat was van oudsher 't land van de kool. (Dat is 't nog. zoiets van 80 procenj: van onze bloemkool komt er vandaan, plus de groene en rooie en savoye. maar met name de bloembollenteelt is zeer in op komst. Kool werd op lange, smalle schuitjes, die met een vaarboom voortbewogen werden door de pol derweteringen. naar de veiling ver voerd. Er is hier geruilverkaveld, maar op landschappelijk aanvaard bare wijze, met sparing van heel wat natuurmonumentjes. Ergo: van die oude poldervaarten zijn er veel, en gebiedjes met riet en ruigt en breder en smaller water ook, over al door 't gebied. Die koolschuitjes varen niet meer naar de veiling, maar er zijq er nog een aantal zorgvuldig bewaard en die zijn voor u. Dat wil zeggen: in de polder mag niet met roei- en motorboten en zo worden gevaren, maar wel met een paar van die ouwe koolschuiten en die brengen u des morgens op uw uitgekozen stek. Neé. u hoeft niet te bomen De schipper zorgt voor u. Hohoho, ik ga véél te vlug met mijn verhaal Stapje terug. U hebt gekozen voor een weckcindarran- gement (vrijdagmiddag-zondag avond). De grote weg naar Hoorn nemen, daar de weg Hoorn-Enk huizen, en letten op de afslag Grootebroek Naar het hotel en daar vindt u zeer eenvoudige maar propere kamertjes (voor maximaal zestien lieden). U krijgt de nodige papieren, er staat een visgids voor u klaar („Niemand wordt hier ooit aan zijn lot overgelatenzo is het uitgangspunt van deze opgewekte en gastvrije Noordhollanders en ik geloof dat ze daar echt geen cent van overdrijven, want voor zover ik dat heb kunnen nagaan, hebben ze allemaal lol in die visserij en zijn ze allemaal trots op dat fraaie vis water) en er zijn die koolboten Die varen rond. zetten u af daar waar u wilt. en over twee en een half uur komt de boot weer. als u verkassen wilt zegt u het maar De lunch wordt u ook per boot gebracht, en mochten de aasvisjes op zijn (jajaja. die zitten ook in het arrangement en ze zijn maar voor het pakken, groot en klein) dan zijn die ook aan boörd Des avonds diner en de ster ke verhalen Mocht u liever op uzelf gaan. mocht u liever de zaken wat meer in eigen hand houden, of mocht u gaarne minder eenvoudig over nachten. dan kan ik u van harte het hotel;restaurant De Halve Hoofdstraat 254 te Bovenkarspel (02285-11262) en zijn keurige zaak met 32 goede kamers {f 45.- logies- ontbijt) is dan weliswaar geen zo gespecialiseerde hengelaarszaak als dat gezellige hotelletje van de heer Vader, maar de heer Oud weet ook terdege wat hengelaars willen en houdt er naar vermogen rekening mee. Ik moet zeggen dat die polder Het Grootslag van mij een tien met een griffel krijgt Prachtige, brede we teringen Nergens geklier met recht van overpad en zo; de kool- en bollenkwekers zijn vriendelijke lui die graag een praatje komen maken Heerlijke harde grond: zelfs als het goed geregend heeft ga je niet tot halverwege ie laarzen de prut in. Glad. ja, allicht, 't is klei, maar zalig om overal langs de oevers te kunnen stappen, het le vend aas overal tegen de rietkra gen te kunnen deponeren, of te werpen met spinner, lepel, jig, plug. wat u maar wilt alles kan en alles biedt kansen in dit glorieuze water. (O ja. hier zijn óók dagen waarop de vis het eenvoudig vertikt, hoor! Ik kan dat niet vaak genoeg herha len er is geen mij bekende plek op aarde waar een mens „gegaran deerd" vis vangt. Ook hier kan een mens een dag lang voor joker door brengen.) Het meest komen op zo'n arrange ment 200.-) buitenlanders af 1 Duitsers, 2. Belgen, 3. Britten. Geen wonder voor verreweg de meeste Nederlanders is een daagje Groot- slag best op één dag te doen. als je maar vroeg van huis gaat En dag arrangementen zijn er ook. Toch: het is natuurlijk wel zalig rustig als je het eens een paar dagen op je ge mak kunt doen en na een visdag niet. rozig en moe. door het donker naar huis moet itfén. De vereniging De Vrolijke Visser is. zeer terecht, uiterst zuinig op haar fantastische water, en vooral op die mooie snoekstand Vandaar dat er een verbod is om snoek mee te nemen (snoekbaars, die er ook leuk zit. mag u wel behouden) en een verbod om met levend aas vis send. de meertandige haak te ge bruiken. Bij mij hebben de heren daarmee trouwens het grootste ge lijk van de vismarkt. Ik raad u een paar dagen Het Grootslag zonder reserve van gan ser harte aan A C W VAN DER VET Rectificatie In het verhaal over nachtelijk gulvissen van een tijdje gele den stond «-en malle zetfout. Of een tikfout van mij. dat kan ik niet meer nagaan, het is onaardig de technici zo maar de schuld te geven In elk ge val. ik betoogde, dat je 150 gram lood l50 meter moet wegzetten. Komkomkom' Go liath. ja. maar u en ik niet Als u 75 meter haalt mag u best op vis hopen, als u 100 meter naait bent u een baaske rel van een werper.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1985 | | pagina 23